Verhalen van deelnemers

Hersteld van o.a. Laag Zelfbeeld, Codependency, Perfectionisme en meer.........

Inleidend:
Mijn naam is Eva. Ik ben de geliefde dochter van God. Hij houdt van mij! Niet om wat ik heb gedaan of nagelaten maar omdat God Liefde ís!

Ik heb geworsteld of worstel soms nog met de overblijfselen van mijn oude menselijke natuur:
• Laag zelfbeeld;
• Codependency (dat is mezelf wegcijferen en me richten op de ander of zijn/haar problemen);
• Perfectionisme;
• Controledrang;
• Afgoderij (dat is belangrijker vinden wat een ander van mij vindt dan wat God van mij vindt en verwachten dat een ander mij gelukkig moet maken en niet mijn geluk zoeken bij God);
• Wantrouwen tegen God;
• Ongezond gedrag in relaties;
• Gevoelens van eenzaamheid;
• afgunst, jaloezie
• Hebzucht

Ik ben altijd gelovig geweest maar kon me tot een paar jaar geleden niet voorstellen dat ik belangrijk voor hem ben.

Hoe daar verandering in gekomen is wil ik graag met jullie delen.

Mijn oude-menselijke natuur:
Ik ben geboren als vijfde kind in een gezin. Een jaar na mij kwam er nog een zusje en waren we dus met zes kinderen. Mijn vader en moeder hadden geen gelukkig huwelijk. Mijn moeder is een hele liefdevolle, zachtaardige vrouw. Mijn vader had een moeilijk karakter en was erg op zichzelf gericht. Hij was wantrouwend en onvoorspelbaar. Mijn moeder kon niet tegen hem op. Zowel mijn vader als mijn moeder zijn opgegroeid in de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt en zijn, na een kerkscheuring, in 1969 Nederlands Gereformeerd geworden. Een echtscheiding was voor beiden geen optie. Toch gingen mijn ouders scheiden toen dat nog niet zo gemeengoed was als nu. Mijn moeder kon het niet langer vol houden. Ik was acht jaar toen mijn ouders uit elkaar gingen. Van de periode dat mijn ouders nog bij elkaar waren heb ik geen goede maar ook geen slechte herinneringen. De avond dat mijn moeder me vertelde dat zij gingen scheiden kan ik me echter nog wel goed herinneren. Blijkbaar heeft dat op mij als kind veel indruk gemaakt.

Na de scheiding bleven wij als kinderen bij mijn moeder wonen en verhuisden we van een middelgroot dorp naar de grote stad. Om het weekend moesten we naar onze vader toe. Het ene weekend mijn oudste drie broers en het volgende weekend de meisjes in het gezin, waarvan ik de middelste was. Mijn vader was inmiddels verhuisd naar een heel klein dorp in de kop van Noord-Holland. We hadden bij mijn vader niet veel te doen. Ik kan me niet meer veel herinneren van de weekenden dat we bij mijn vader waren, alleen dat ik niet graag naar hem toe ging. Er was altijd veel spanning als we opgehaald werden. Ik heb een keer mee gemaakt dat mijn vader mijn moeder een klap gaf vlak voordat hij de auto in stapte. Toen ik 15 jaar was en een zaterdagbaantje kreeg had ik een goed excuus om niet meer naar mijn vader toe te hoeven. Daarna had ik geen regelmatig contact met hem. Hij maakte geen deel uit van mijn leven.

Mijn vader heeft na zijn huwelijk met mijn moeder meerdere relaties gehad en is nog 2 keer getrouwd en steeds daarna ook weer gescheiden. Zijn laatste vrouw haalde hij uit Thailand. Zij was net zo oud als mijn oudste broer. Toen hij met haar trouwde was ze al zwanger waardoor het meisje wat binnen dat huwelijk werd geboren werd aangemerkt als ons halfzusje. Hij was echter niet de biologische vader.

Ik kan dus niet zeggen dat ik weet hoe het is om een liefdevolle vader te hebben. Een vader die betrouwbaar is, voor je op komt, je op zijn schouders zet, waar je naar uit kijkt en die naar jou uit kijkt, die je op je kop geeft als je iets onhandigs doet maar waarvan je dan toch weet dat hij van je houdt.

Als puber heb ik weleens aan mijn moeder gevraagd waarom ze zoveel kinderen had. Ze vertelde dan dat ze van mijn vader geen voorbehoedsmiddelen mocht gebruiken en dat het niet altijd zo gepland was dat ze zwanger werd. Wel vertelde ze erbij dat ze blij was met ons allemaal en veel van ons hield. Dat geloof ik ook echt. Ik heb wel eens gedacht dat ik er dus ook zomaar niet had kunnen zijn. Ik deed mijn best om mijn waarde te bewijzen, mijn bestaansrecht te verdienen.

Ik was de enige in het gezin die erg goed kon leren. Dat gaf mij een verantwoordelijkheidsgevoel naar mijn gezin toe. Binnen het gezin zorgde het ervoor dat ik niet goed kon verbinden met mijn broers en zussen. De beste band had ik met mijn afwasmaatje, mijn oudste broer. Ik kan me herinneren dat ik vaak bij hem op zijn slaapkamer ging zitten om te kletsen. Hij was de enige met een eigen slaapkamer. Ik voelde me binnen het gezin vaak een outsider.

Al vroeg merkte ik dat ik door het halen van goede cijfers positieve aandacht kreeg van mijn moeder en andere mensen om mij heen. Maar als ik daar in mijn pubertijd thuis iets over deelde dan werd ik door mijn broers en zussen voor studiebol of opschepper uitgemaakt. Ik heb denk ik mede daardoor het gevoel ontwikkeld dat ik nooit goed genoeg was.

Met mijn moeder gingen we naar de kerk. De lokale kerk waarin ik ben opgegroeid was redelijk traditioneel en religieus. Toch werd er ook gesproken over een liefdevolle Vader en een genadig God. Ik voelde me er redelijk thuis, niet in de laatste plaats omdat ik veel vrienden en vriendinnen binnen de kerk had. Alhoewel ik dus overtuigd was van de liefde van God voor de mens, had ik wel de gedachte dat de mate van liefde afhing van hoe goed ik me aan de regels hield. Ik probeerde veel voor hem te doen zodat ik Zijn liefde ook waard zou zijn. Een soort verdienliefde dus. En omdat ik goed kon leren, kon ik de regels ook goed onthouden. Het lukte me uiteraard niet om me altijd aan de regels te houden en verboog ze ook wel eens. Maar voor de buitenwereld zag het er goed uit natuurlijk.

Ik trouwde op mijn negentiende met een jongen uit de kerk omdat ik dacht dat dat moest en van me verwacht werd. Ik had niet het idee dat ik zomaar iemand zou vinden die bij me paste en was ergens bang om ‘over te blijven’. Toen ik twijfels kreeg over onze relatie had ik het idee dat ik niet meer terug kon.

Mijn vader en moeder konden nog steeds niet met elkaar in één ruimte zijn dus voor de huwelijksdag moest ik mijn vader vragen weg te blijven. Ik merkte dat hij dat moeilijk vond maar het deed me weinig. Ik wilde niet dat hij onze trouwdag zou verpesten. Het moest goed zijn. Als hij erbij zou zijn geweest denk ik dat ik de hele dag alert zou zijn geweest hoe hij zich zou gedragen.

Mijn man en ik kregen na 2,5 jaar huwelijk een dochter. Een droom van mij kwam uit! Ik voelde me op en top moeder en nam mijn nieuwe rol zeer serieus. Zij hoorde helemaal bij mij en ik helemaal bij haar. Ik was van betekenis voor haar. Ze was immers afhankelijk van mij.

Helaas voldeed mijn man niet aan het ideaalbeeld dat ik had van een vader. Mijn eigen vader was fysiek afwezig geweest in mijn leven maar bij mijn man had ik het idee dat hij vooral emotioneel afwezig was. Dat gaf nog meer onvrede van mijn kant in onze relatie dan ik voor de geboorte van mijn dochter al had. Toch probeerde ik wat van mijn huwelijk te maken en bad mijn knieën stuk dat God mijn man zou veranderen. Ik had niet het idee dat ík iets verkeerd deed. Ik probeerde alles volgens de regels te doen dus moest het wel aan hem liggen. Dat er in mijn eigen hart ook veel ongezonde verwachtingen zaten naar hem toe zag ik niet.

De onvrede met mijn huwelijk resulteerde er na een paar jaar huwelijk in dat ik verliefd werd op een andere man. Ik schrok er zo van dat ik in staat was om mijn man ontrouw te zijn dat ik alles direct heb opgebiecht en het contact met die andere man heb verbroken. Mijn man en ik besloten alles binnenskamers te houden en er met niemand over te praten.

Ondanks mijn moeizame huwelijk droomde ik wel van een groot gezin. Na de geboorte van mijn dochter ben ik nog een keer kort zwanger geweest maar dat eindigde in een miskraam. Daarna ben ik helaas nooit meer zwanger geworden. De doctoren konden daarvoor geen oorzaak vinden, zowel niet bij mijn man, als ook niet bij mij. Onbegrepen onvruchtbaar noemt men dat. Voor mij voelde het alsof God mijn schoot toesloot. Ik heb gebeden en gesmeekt maar de maanden en jaren gingen voorbij zonder zwangerschap. Meerdere behandelingen en vele teleurstellingen later besloten mijn man en ik de weg van adoptie te gaan.

We waren inmiddels verhuisd naar Flevoland en kwamen daardoor ook in een andere kerk terecht. Deze kerk was iets meer evangelisch van aard. Er waren veel jonge gezinnen. Het was een actieve gemeente op het gebied van jeugd- en jongerenwerk. We voelden ons er thuis. Ik deed verschillende taken in de kerk: assistent penningmeester, kindernevendienst, commissie van beheer, organisatie van jongerenkamp, organisatie van gemeenteweekend en wekelijks gingen we twee keer op een zondag naar de kerk.

Ons huwelijk was nog steeds verre van perfect maar mijn man en ik hadden een soort modus gevonden waardoor we het met elkaar konden uithouden. Mensen zeiden vaak tegen ons dat ze ons niet bij elkaar konden passen. Dat vond ik eigenlijk ook maar een scheiding paste niet bij het christelijke leven dat ik wilde leiden dus ik moest het er maar mee doen. Omdat we allebei heel conflict mijdend zijn hebben we het lang vol kunnen houden. In mijn hart was er niet zoveel veranderd, alhoewel ik wel probeerde om zijn goede eigenschappen te zien. Maar ik deed dat vooral uit eigen kracht en op eigen wijsheid en inzicht.

Op enig moment zijn we relatietherapie gaan volgen. De therapeut stelde bij mijn man de diagnose ADHD. Op dat moment hielp mij dat om minder veeleisend naar mijn man te zijn. Hij kon er dus niets aan doen dat hij zo vaak emotioneel afwezig leek. Het bevestigde echter ook mijn gedachte dat ons gebrek aan verbinding niet aan mij lag en dat ik dus niets hoefde te veranderen. Ik putte vooral uit mijn eigen bron in plaats van dé Bron.

Zoals gezegd had ik niet veel contact met mijn vader. Op een gegeven moment stond mijn vader zo onder invloed van een man waardoor hij dingen deed die voor mij onbegrijpelijk waren. Eén van die dingen betrof het maken van foto’s van zijn dochter. Hij was inmiddels ook weer gescheiden van de Thaise vrouw maar haar dochter was juridisch ook zijn dochter dus daar had hij nog wel contact mee. Op verdenking van kindermisbruik heeft de politie hem opgepakt. Dat was voor mij de druppel om het contact volledig te verbreken.

Ongeveer negen maanden later overleed hij op 65 jarige leeftijd. Kindermisbruik is nooit bewezen en zijn advocaat die ik na zijn overlijden belde, vertelde mij dat dit waarschijnlijk ook niet is gebeurd maar kon er verder ook niets over loslaten.

Omdat mijn vader nagenoeg geen sociaal netwerk had voelden wij ons als kinderen toch verantwoordelijk om de begrafenis te regelen, het huis op te ruimen en de nalatenschap af te wikkelen. De begrafenis was klein en kil. Er was een handjevol mensen waaronder zijn kinderen.

Door deze begrafenis kwam ik weer in contact met mijn halfzusje die toen 11 jaar oud was. Een paar jaar later hoorden we dat ze niet meer bij haar moeder woonde maar bij een buurvrouw. Mijn man en ik hebben haar toen ze 14 jaar was bij ons in huis genomen als pleegdochter. Onze eigen dochter was toen 10 jaar en helemaal blij met een ‘grote zus’.

Ondertussen liep ook het adoptieproces door. Toen onze dochter 11 jaar oud was kregen we te horen dat er in Colombia een 5 jarig jongetje wachtte op een vader en een moeder. Met zijn drieën (onze pleegdochter mocht niet mee), gingen we naar Colombia om hem op te halen. Het was een bijzondere reis naar een bijzondere jongen. Hij maakte ons gezin compleet. Mijn zoon had het de eerste jaren moeilijk om aan ons als zijn vader en moeder te hechten dus dat vroeg veel van onze opvoedingsvaardigheden. Ik zei vroeger altijd: van mijn dochter kun je er wel 10 hebben en mijn zoon telt voor 10!

Dus van één kind gingen wij in korte tijd naar drie kinderen. Ik bedacht me dat dit misschien wel de reden was van onze onvruchtbaarheid. Na twee jaar ging onze pleegdochter, mijn halfzusje, weer bij haar moeder wonen. Het maakte me ontzettend boos. Ik voelde me gebruikt en afgedankt.

Inmiddels had ik gestudeerd in de avonduren en carrière gemaakt. Ik maakte lange dagen en de waardering die ik op mijn werk kreeg was compensatie voor mijn ongelukkige huwelijk. Als ik dan ogenschijnlijk niet van betekenis was voor mijn man dan wel voor mijn klanten en collega’s.

Mijn man en ik hadden afgesproken dat hij minder zou werken zodat hij vaker bij de kinderen zou zijn. Ik was echter niet zo tevreden over zijn manier van opvoeden dus daarover hadden we regelmatig discussie. Nou, ja, discussie… het kwam er vaak op neer dat ik hem vertelde hoe hij het moest doen en dat hij braaf ja en amen zei maar alles vervolgens bij het oude bleef. Ik behandelde hem niet als mijn gelijke en dat zorgde ervoor dat ik me steeds minder verbonden voelde met hem. Omdat hij, nog meer als ik, conflict mijdend was kon hij denk ik naar mij toe niet volledig zichzelf zijn. Onze relatie groeide steeds meer scheef.

Ik probeerde dus mijn geluk en betekenis te zoeken bij mijn moeder, bij mijn man, in de kerk, bij mijn kinderen en in mijn werk. Maar ik vond het niet. Hoewel ik me vaak wel gezegend voelde, voelde ik me eigenlijk nooit echt gelukkig.

Na 20 jaar huwelijk waren mijn man en ik zover uit elkaar gegroeid dat ik wel moest erkennen dat dit niet een huwelijk was zoals God het had bedoeld. Ik wilde niet langer dat dit het voorbeeld was dat mijn kinderen zouden hebben van een relatie. Hoewel het ons allebei veel verdriet deed besloten mijn man en ik te gaan scheiden. Net als mijn ouders was ook ik niet in staat gebleken om een gezond en liefdevol gezin te vormen.

Ik had het gevoel dat ik mezelf was kwijt geraakt in mijn huwelijk en wilde daarom eerst een tijdje alleen zijn. Met mijn kinderen uiteraard. Na mijn echtscheiding heb ik eerst een periode gerouwd en rust genomen voordat ik het dating pad op ging. Ik wilde graag nog één keer trouwen maar dan goed. Dat zou dus niet de eerste de beste zijn. Ik zou zeker niet dezelfde fouten maken. Ik maakte een profiel aan op een christelijke dating site, plaatste een foto en scrolde wat profielen langs. Internetdaten geeft je het idee dat een relatie zoeken makkelijk gaat, dat geluk maakbaar is. Dat bleek niet zo te zijn. Ik ging er ongezond mee om, keek bijna dagelijks of ik reacties had. Ik moest en zou iemand vinden. Na een paar korte relaties en teleurstellingen maakte God me duidelijk dat ik geen man nodig had maar Jezus! Ik zocht mijn geluk en betekenis weer op de verkeerde plaats. (Ik gaf mijn leven niet over aan Gods leiding en zorg, zoals stap 3 van CR zegt, maar vertrouwde vooral weer op eigen inzicht en wijsheid.)

Eind 2016, na een emotioneel zwaar jaar met een aantal sterfgevallen in mijn familie- en vriendenkring, een zwaar verstoorde relatie tussen mijn dochter en zoon, de zoveelste teleurstelling op dating gebied en een jaar waarin ik enorm veel gewerkt had – ik had inmiddels mijn eigen bedrijf – was de koek op. Ik voelde me moe, overwerkt en was mijn vertrouwen in God kwijt. (Ik moest erkennen dat ikzelf machteloos sta tegenover mijn verkeerde gewoonten en pijn, zoals stap 1 van CR zegt). Het lukte me niet meer om te bidden. Ik heb toen diverse mensen gevraagd om voor mij te bidden. Dat heb ik geweten!

Ik ontmoette een man die mij zijn (CR) levensverhaal liet zien op video. In dat verhaal nam hij de stelling in dat mensen vaak niet eens langs het eerste gebod komen: God liefhebben boven alles. Dat sloeg bij mij in als een bom! De Heilige Geest sprak tot mijn hart. Omdat ik het veel belangrijker vond wat anderen van mij vonden dan wat God van mij vond, had ik Hem nooit écht op de eerste plaats staan! Het leek wel zo en ik sprak dat ook altijd zo uit maar God wilde mijn hart niet delen met andere goden.

Nieuwjaarsdag 2017 was ik met mijn dochter in Londen. 1 Januari viel dat jaar op een zondag dus we gingen naar Hillsong Church. Vaak zeggen mensen op nieuwjaarsdag: ‘dit wordt míj́n jaar!’ De voorganger vroeg wie het jaar 2017 niet zijn jaar maar Gods jaar wilde laten zijn. Als je dat wilde werd je gevraagd om op te staan. Ik had niets te verliezen want slechter dan het afgelopen jaar kon het niet worden. Ik ben dus heel bewust gaan staan en heb God daarmee ruimte gegeven in mijn hart en mijn leven. Ik maakte de keuze om God de eerste plaats te willen geven.

Mijn transformatie-proces: (van oude menselijke natuur richting nieuwe goddelijke natuur)

Vanaf dat moment veranderde er van alles in mijn leven. Ik leerde dat ik 45 jaar uit mijn eigen kracht had geput. Ik wilde het graag zelf doen en dan verwachtte ik daarover de zegen van God. Ik heb ook veel zegen mogen ontvangen en daar ben ik ook heel erg dankbaar voor. Toch had ik anderen nodig om mij gelukkig te maken. Ik vond mezelf als mens niet zo slecht en, hoe belachelijk dat misschien ook klinkt, dat het offer van Jezus voor mij nodig was begreep ik eigenlijk niet zo. In 2017 heb ik geleerd hoe heilig God is en hoe ver ik en alle mensen daarvan verwijderd zijn. We moeten ons niet vergelijken met andere mensen, nee, Jezus is de standaard. Om steeds meer op Hem te lijken hebben we de kracht van de Heilige Geest nodig. Zonder die kracht zijn we nergens.

Ik leerde ook dat God een liefdevolle Vader is die zijn kinderen met koorden van liefde tot zich trekt. Hij heeft mij zó lief dat hij me ook de vrije keus gaf om mijn leven uit eigen kracht te leven. Maar pas toen ik mijn leven volledig aan Hem overgaf ervoer ik pas de volheid van Zijn Leven en Liefde. Hij ontving mij als de verloren dochter met open armen en overlaadde me met cadeaus. Hij genas mijn rug, mijn zoon en dochter kwamen weer met elkaar in contact, ik ontmoette de liefde van mijn leven en ga zo maar door.

Maar het mooiste cadeaus dat ik ontving is de vrede en blijdschap in mijn hart door de Heilige Geest. Begin 2017 waren de uiterlijke omstandigheden nog niet veranderd maar in mij was er al zoveel gebeurd. Doordat ik mijn leven aan God kon overgeven hadden deze omstandigheden geen invloed meer op de rust en vrede die ik voelde van binnen. Misschien wel voor even maar nooit meer voor langere tijd.

Voor het ontvangen van die Rust en Vrede was het nodig dat God me bevrijdde van leugenachtige gedachten en gevoelens en dat Hij daar Zijn Waarheid voor in de plaats zou zetten. Daarin zijn twee momenten belangrijk geweest die ik graag met jullie wil delen.

Het eerste moment gebeurde toen ik onder de douche stond en aan God vroeg of Hij me duidelijk wilde maken of er nog iets was dat tussen ons in stond. Direct viel mij een gesprek in gedachten dat ik kort daarvoor had gehad tijdens de kennismaking met mijn nieuwe schoonvader. Die vroeg mij of ik mijn vader wel had vergeven. Ik had daar toen een ontwijkend antwoord op gegeven omdat ik niet echt het idee had dat ik iets te vergeven had. Hij speelde immers geen rol in mijn leven, hij was ook al geruime tijd overleden, dus daar had ik eigenlijk nooit zo over nagedacht. Maar nu kwam dit gesprek dus weer naar boven. Blijkbaar moest ik daar iets mee. Omdat mijn vader niet meer leefde besloot ik hem een brief te schrijven. Tijdens het schrijven van die brief waarin ik hem vertelde waarin hij naar mij toe tekort was geschoten als vader en hoezeer ik behoefte had gehad aan een vader die mij zag en van me hield kwam ik huilend tot de conclusie dat hij ook niet tot zijn recht was gekomen zoals God hem had bedoeld. De vorm was anders maar ook ik was niet tot mijn recht gekomen. Op dat moment kon ik hem vergeven dat hij niet de vader was geweest die ik zo nodig had gehad. Ik voelde me enorm bevrijd. Ik heb dan wel geen voorbeeldige aardse vader gehad maar mijn Hemelse Vader heeft mij bedoeld en Hij heeft mij het Leven gegeven met een hoofdletter L. Dat hij van mij houdt en dat ik Zijn kind ben, bepaalt mijn waarde.

Het tweede moment vond plaats toen ik bezig was met (een soort cursus voor geloofsgroei en herstel dat ) Celebrate Recovery (heet). (Het programma volgt 12 stappen die eigenlijk allemaal bekeringsstappen zijn.) Eén van de stappen (stap 2) luidt: ik geloof dat God bestaat en dat ik belangrijk voor Hem ben. Nou dat God bestaat kon ik wel geloven maar dat ík belangrijk voor Hem was…. dat kon ik eigenlijk niet geloven. Toen ik me dat besefte ging ik daarover nadenken en bracht God deze tekst uit Matheüs 6: 26 in mijn gedachten: ‘kijk naar de vogels in de lucht, ze zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren: je hemelse Vader voedt ze evengoed; ga jij ze niet ver te boven?’ Dat was Gods antwoord op mijn vraag of ik wel belangrijk voor Hem was. Tot die tijd dacht ik vooral dat ik heel goed voor mezelf moest zorgen en dat ik God wel om Zijn zegen kon bidden maar dat ik maar moest afwachten of ik het kreeg. Dat mijn betekenis afhing van wat ik voor Hem deed. Vertrouwen is een ander woord voor geloof. Maar ik vertrouwde God niet echt en vertrouwde meer op mijn eigen kracht. Om zelf te bewerkstelligen of te voorzien. Ik dacht bijvoorbeeld dat als ik me wel aan de regels hield, God wel van me móest houden. Als ik me maar inzette voor mijn naasten, voor de kerk en voldoende giften gaf dan deed ik het goed. Ik probeerde gewoon een dealtje te maken met God. Later begreep ik hoe hoogmoedig dat was.
Maar God is goed en maakte mij mijn hoogmoed duidelijk door mij aan te raken met Zijn liefde. Het is niet van belang wat ik voor Hém doe maar wat Hij voor míj́ heeft gedaan.

Maar denk niet dat je klaar bent als je eenmaal je leven hebt overgegeven aan Jezus! Nee, dan begint het pas! Zolang God nog niet volledig tot Zijn recht komt in mij blijft Hij aan mij werken. Beetje bij beetje bevrijd hij mij van de overblijfselen van mijn oude menselijke natuur. Die oude mens, die steeds de neiging heeft om weer op te staan, maar waar ik, met Christus en de kracht van Zijn Geest, over mag heersen. Die oude mens moet plaats maken voor de nieuwe mens die God van mij maakt.

Mijn nieuwe goddelijke natuur:
Toen ik de liefde van mijn leven had ontmoet zeiden we vaak tegen elkaar: ik ben benieuwd wat God in ons leven gaat doen! We keken vol verwachting uit naar een toekomst samen. Doordat mijn geluk niet van mijn man afhankelijk is kan ik nog meer van ons samenzijn genieten. Doordat ik mijn kinderen niet langer verantwoordelijk maak voor mijn geluk is mijn relatie met hen verbeterd. Ze zijn in de eerste plaats Gods kinderen en ik kan ze dus ook met een gerust hart voor Zijn troon brengen in gebed.

Ik verkocht mijn huis in Flevoland en verhuisde met mijn zoon naar Zuid-Holland om te gaan wonen in het huis van mijn nieuwe man. We woonden er net een paar maanden toen bij mij de diagnose borstkanker werd gesteld. Heel even kwam de gedachte voorbij: waar heb ik dit aan verdiend? Waarom mag ik niet gelukkig zijn? Maar al snel bedacht ik me wat een rare vraag dat is. Dat ik ziek werd betekent niet dat God niet goed is, of dat Hij niet van mij houdt. Ik zei tegen mijn man: ook nu moeten we zeggen: ik ben benieuwd wat God hierin in ons leven gaat doen! God heeft me in de periode van behandelingen gedragen. Mijn natuurlijke neiging was om uitgebreid te onderzoeken wat de verwachtingen waren en te speuren op internet naar behandelingsmethodes. Ik werd er fysiek misselijk van en zei tegen God: Vader, ik ga dit niet meer doen. Ik vertrouw erop dat U mij kracht geeft voor elke dag. En zo was het ook. Hij gaf me kracht voor elke dag. Op de dagen na de chemo dat ik niets meer kon en alleen nog maar kon bidden: ‘Jezus, help mij!’ gaf Hij me rust. God tilde me in die periode boven de omstandigheden uit en heeft me uiteindelijk ook genezen. Toen de chirurg vertelde dat de tumor niet meer te zien was zei ze: de chemo heeft zijn werk gedaan. Maar ik zei: God zij dank!

Als ik dit had meegemaakt voor mijn overgave aan Jezus had ik deze periode niet zo rustig kunnen doorstaan als dat ik dat nu heb gedaan. Op een gegeven moment kon ik zelfs zeggen dat het ook goed zou zijn als ik het niet zou overleven. God is nog steeds goed!

Vroeger ging ik vaak op mijn gevoel af maar ik heb geleerd dat mijn gevoel me ook vaak voor de gek houdt. Soms komen nog wel eens negatieve gedachten, boosheid of irritatie voorbij maar die probeer ik nu te zien als een leugendetector. Nu ga ik in zo’n geval bij mezelf na welke leugen me lastig valt en zet daar Gods Waarheid tegenover. Ik ga dan lezen in de bijbel welke Waarheid God voor me heeft of zing liederen om Hem te aanbidden, ook als ik eigenlijk niet in de stemming ben om te zingen. Ik nodig de Heilige Geest uit om in de situatie te komen en leg alles voor Hem neer. Ik kies er steeds weer voor het van God te blijven verwachten en niet mijn eigen kracht aan te spreken. Is het niet in eerste of tweede instantie, dan in derde, vierde of vijfde instantie. Bij God mag ik altijd weer opnieuw beginnen met toegeven dat ik het fout doe en Hem weer de ruimte te geven om mij te bevrijden van mijn verkeerde denk- en gedragspatronen (stap 5 en 6). Mijn gevoel hobbelt er dan vanzelf wel achteraan.

Afsluitend:
In de kerk en in de christelijke wereld is soms veel schone schijn en schaamte voor wie je bent van binnen. Door mijn levensverhaal met je te delen hoop ik te laten zien dat het God niet om je buitenkant gaat en dat Hij ook niet schrikt van wat er van binnen in je leeft. Hij heeft mij gemaakt dus Hij kent mij beter dan ik mijzelf ken. Het gaat Hem om mijn en jouw hart. Hij heeft mijn hart veranderd. Hij is ook in staat om die van jou te veranderen. Jezus gaf er Zijn leven voor. Zijn verlangen gaat naar jou uit!

Bedankt voor het luisteren naar mijn verhaal.

hersteld van het opgroeien in een disfunctioneel gezin, verlatingsangst en omgaan met boosheid, herstellende van zelfbeschadiging en perfectionisme.

Ik ben Debora, een geliefde dochter van God! Ik ben hersteld van het opgroeien in een disfunctioneel gezin, verlatingsangst en omgaan met boosheid en ik ben herstellende van zelfbeschadiging en perfectionisme.

De dag nadat ik ben geboren, ben ik in allerijl naar het ziekenhuis gebracht. Toen pas ontdekte men dat ik met mijn 1.800 gram veel te licht was en mijzelf niet warm kon houden. Drie weken lang heb ik met een sonde in de couveuse gelegen, voordat ik weer terug mocht naar huis. Vermoedelijk was mijn geboortegewicht zo laag omdat ik tijdens de zwangerschap niet voldoende voeding heb ontvangen. Dit was voor mijn ouders een spannend begin.

Tot mijn derde jaar heeft mijn moeder mij meerdere keren bij haar ouders gebracht, omdat zij niet goed wist hoe ze met mij om moest gaan. Bij opa en oma leerde ik nieuwe dingen eten, mocht ik vies worden en mocht ik echt kind zijn. Toen oma gezondheidsproblemen kreeg, verzocht opa mijn moeder dringend om de zorg voor mij weer op zich te nemen. Al met al heb ik in de peutertijd geen stabiele thuisbasis gehad of veel ouderliefde ontvangen. Achteraf heb ik begrepen dat mijn moeder in haar eigen jeugd trauma’s heeft opgelopen die de oorzaak waren van haar moeizame relatie met mij.

Ik was 3,5 jaar oud toen we zijn verhuisd. Vervolgens werd mijn zusje geboren. Ze was een echte huilbaby die mijn moeder soms tot wanhoop dreef.

Op de christelijke basisschool merkte ik dat ons gezin anders functioneerde dan bij mijn klasgenoten. Bij hoogtepunten zoals een kerstfeest op school, afzwemmen of op mijn verjaardag, was alleen mijn moeder aanwezig. Mijn vader ontbrak in mijn herinnering altijd, omdat hij moest werken. Andere kinderen vertelden op school over de kerk en over zondagsschool, maar wij gingen niet naar de kerk en ook niet naar zondagsschool. Ook Bijbellezen na het eten, was mij onbekend. Ik voelde mij anders dan de andere kinderen. Dit zorgde ervoor dat ik mij wilde aanpassen om erbij te horen. Zo wilde ik persé ook rokjes dragen, omdat alle andere meiden ook rokjes droegen.

Toen ik 8 jaar was ontdekte mijn moeder dat mijn vader worstelde met zijn mannelijke identiteit en hier in het geheim uiting aan gaf. Het bracht haar in verwarring en daardoor vluchtte zij in alcohol, net als mijn vader al jaren deed. Naast rode wijn, begon zij ook regelmatig grotere hoeveelheden jenever te consumeren. Waarschijnlijk om de pijn te verzachten en de wereld om haar heen te vergeten.

Er volgde een tijd waarin mijn moeder meer en meer alcohol nodig had. Ik herinner mij nog hoe wij naar de supermarkt gingen en er alleen maar pakken wijn in het karretje stonden, terwijl er geen brood meer in huis was.
Mijn moeder verklaarde aan mij dat ze ziek was en daarom niet meer goed voor mij en mijn zusje kon zorgen. Ik weet nog dat het donker en koud in huis was en mijn moeder ziek op de bank lag en dat ik voor eten voor mijn zusje en mijzelf moest zorgen, omdat mama daartoe niet in staat was.

Terugdenkend aan de basisschooltijd werd mijn leven beheerst door verwarring, een gebrek aan veiligheid, warme aandacht en liefde. Toch zijn er ook leuke momenten geweest zoals vakanties en uittapjes. Voor mijn gevoel ben ik mijn kinderlijke onschuld verloren door het zorgen voor het welzijn van mijn beide ouders en zusje. Tijdens mijn herstelproces kreeg dat officieel een naam: parentificatie.

Ik was 9 toen mijn moeder werd aangehouden wegens het rijden onder invloed. Deze gebeurtenis had grote gevolgen. Diezelfde dag zijn wij door onze vader bij een vriendin van mijn moeder gebracht, want mijn moeder werd opgenomen in het ziekenhuis wegens ondervoeding en mijn vader moest werken. Nadat wij enkele dagen bij dit gezin gelogeerd hadden, werden mijn zusje en ik gescheiden ondergebracht bij verschillende familieleden. Om zoveel mogelijk stabiliteit te behouden, werd ik dagelijks door een taxibusje naar mijn eigen school gebracht. Ik voelde mij schuldig, omdat ik niet voor mijn zusje kon zorgen, terwijl ik dit aan mijn moeder had beloofd. En ik miste haar ook enorm. Ook had ik moeite dat ik gecorrigeerd werd en dat ik niet hoefde te zorgen voor anderen. Ik had continu het gevoel dat ik het nooit goed genoeg deed, hoe ik ook mijn best deed. Mij was niet verteld wat er precies gaande was en niemand wist ook hoe lang wij als gezin gescheiden zouden blijven. Al met al een verwarrende, maar ook angstige periode.
Enkele dagen nadat ik bij mijn oom en tante was, kreeg ik luizen, ik voelde mij zo vies! Mijn tante besloot toen dat het tijd werd dat ik naar de kapper ging. Daar werd mijn haar kort geknipt zodat ik geen paardenstaart meer kon dragen. Ook kreeg ik vervangende tweedehandskleding. Mijn oom en tante hebben dit echt met de beste bedoelingen gedaan, alleen voelde het alsof ik niet meer mezelf mocht zijn. Alsof ik, zoals ik was, niet goed genoeg was. Wat ik mij ook herinner uit die tijd was dat mijn zusje en ik elkaar af en toe zagen als de familie bij opa en oma hadden afgesproken. Ik omhelsde, knuffelde en kuste mijn zusje op die momenten zoveel als ik kon, totdat dit door een familielid verboden werd. Dit vond ik enorm moeilijk, want ik moest laten weten aan mijn zusje dat ik van haar hield, dat ik voor haar zou zorgen en haar zou beschermen. Ik was immers haar grote zus! Ik had mijn moeder beloofd om voor haar te zorgen nu zij daartoe zelf niet meer in staat was. Ik was haar vervangende moeder.

Na vier lange maanden mochten we allebei weer naar huis toe. Wat een feest was dat!
Toch was het niet altijd feest, want mijn ouders waren uit de ouderlijke macht gezet. De gezinsvoogd, gedragswetenschappers en mensen van de Raad van de Kinderbescherming en Jeugdzorg wilden van mij weten of het thuis wel goed ging. Al snel ontdekte ik dat niemand te vertrouwen was. Als ik thuis wilde blijven wonen, moest ik ten diepste liegen en vertellen dat het goed ging. Mijn ouders deden echt hun best, maar waren voor een deel niet in staat om de liefde en stabiliteit te bieden die ik nodig had.

Op school voelde ik de ogen van de juf altijd in mijn rug prikken en was ik bang om iets fout te doen. Stel je voor dat het straks mijn schuld zou zijn dat mijn zusje en ik niet meer thuis konden wonen, omdat ik een fout had gemaakt. Nog jarenlang, tot mijn negentiende toe, zou ik altijd zwijgen over de thuissituatie uit angst om opnieuw uithuisgeplaatst te worden waarbij ik dan niet terecht zou kunnen bij familie of een pleeggezin, maar terecht zou komen in een weeshuis. Ik droeg, onzichtbaar voor anderen, altijd een masker om de werkelijkheid van thuis voor de omgeving te verbergen. Ik gedroeg me zoals ik dacht dat anderen wilden dat ik mij gedroeg.

Na 2 jaar zijn mijn ouders door de rechter teruggeplaatst in de ouderlijke macht. Wel heeft ons gezin daarna nog een jaar onder toezicht gestaan, hierbij gesteund door een familienetwerkberaad.

De meester van groep 7 merkte dat ik veranderd was. Van een vrolijke, spontane meid was ik veranderd in een stil, teruggetrokken meisje dat niemand durfde aan te kijken of te vertrouwen. Ik liep eenzaam over het schoolplein en ging na schooltijd zo snel mogelijk naar huis toe om de thuissituatie te controleren. Deze meester nam initiatief en legde contact met een christelijke GGZ-instelling. Ik zou daar in de speelkamer mogen spelen en ondertussen praten met een vrouwelijke psycholoog. De speelkamer heb ik nooit gezien en praten met de psychologe durfde ik niet. Ik was doodsbang om iets verkeerds te vertellen waardoor mijn zusje en ik opnieuw uit huisgeplaatst zouden worden. Al snel kwam de psychologe tot de conclusie dat de band met mijn vader verbeterd moest worden. Dit zorgde voor gênante momenten toen ik activiteiten met mijn vader ondernam. Na de zoveelste huilpartij, buikpijn en misselijkheid als ik naar de psychologe moest, heeft mijn moeder besloten dat dit niet langer zo ging en is dit traject beëindigd.

Ik was 12 toen mijn moeder mij vertelde dat mijn vader zich regelmatig als vrouw verkleedde en vrouwelijke make-up gebruikte. Ik begreep er niet zoveel van. Wel vroeg ik me af, als mijn vader niet van zichzelf kon houden, hoe hij dan ooit van mij zou kunnen houden?

Zo ging ik naar de middelbare school toe. Met vragen en onzekerheid over wat er in het verleden was gebeurd. Op bepaalde terreinen was ik al enorm volwassen, omdat ik een stuk kindertijd had overgeslagen en op andere terreinen was ik nog echt een kind.

Ervaringen hadden me geleerd dat ik niemand kon vertrouwen. Dit leidde ertoe dat ik uit veiligheidsoverwegingen een stil en teruggetrokken meisje was geworden. Ik had geleerd dat ik beter niets kon delen dan om open en eerlijk zijn. Dit waren alle ingrediënten om op school geplaagd te worden. Zo werden er dingen van mij gestolen zoals pennen, rekenmachines, geodriehoeken en linialen. Er werden condooms in het zijvak van mijn tas gestopt, briefjes op mijn rug geplakt en ook mijn rugtas verdween in de prullenbak. Als er groepjes gevormd moesten worden, bleef ik altijd als laatste over. Elke dag fietste ik alléén naar school en weer naar huis.

Wat heb ik mij eenzaam en onbegrepen gevoeld! s ’Nachts kon ik er niet van slapen en elke zondagavond was ik niet te kalmeren met hoofdpijn, buikpijn en misselijkheid. Na de zoveelste huilpartij dat ik niet meer naar school wilde stelde mijn moeder een ultimatum: “Debora, je hebt nu de keuze: Of je stelt je niet zo aan of ik ga morgen regelen dat je naar een andere school gaat”. Ik besloot om mijn mond te houden en voortaan alleen nog maar de grappige en leuke dingen te vertellen. Maar de eindeloze nachten, starend naar het plafond waar de tranen over mijn wangen gleden, die bleven. Om de pijn die ik voelde, maar die ik niet kón uiten, niet mócht uiten, begon ik mijzelf pijn te doen door mijzelf te slaan en veel te veel fitnessoefeningen te doen. Het gevolg was dat ik veel spierpijn kreeg en nauwelijks meer kon bewegen, maar voor even, heel even rust had in mijn hoofd.

Voor de bovenbouw van de middelbare school ging ik naar het atheneum op een andere locatie toe. Ik had zo gehoopt dat het op deze school anders zou zijn, maar niets was minder waar. Op deze school werd ik helemaal niet gezien. Ik kon in de pauze bij klasgenoten aan tafel zitten, maar er werd in de hele pauze geen woord met mij gewisseld. Ik voelde me onzichtbaar. In die tijd begon ik te dagdromen hoe het zou zijn op mijn begrafenis. Zouden mijn klasgenoten spijt hebben? Zouden zij mij dan wel gezien hebben? Deze dagdromen zorgde ervoor dat ik in de zomervakantie van de vierde naar de vijfde klas bij de kast heb gestaan om een mes te pakken en deze in mijn keel te steken om op die manier een einde aan mijn leven te maken. Echter ik hoorde een stem die zei: “Debora, dit is jouw tijd nog niet. Ik heb nog zoveel meer voor jou in petto.’ Ik ben toen gaan huilen en heb mijn moeder wakker gemaakt. Zij was van mening dat het een nare droom was en dat ik maar moest gaan slapen. Veel later pas, begreep ik dat God zelf tegen mij gesproken had en had ingegrepen.

Door een folderactie van de Vrije Baptisten Gemeente zijn mijn moeder, mijn zusje en ik met Pasen 2013 voor het eerst daar naar de kerk gegaan. Daardoor ben ik in september begonnen met een Alpha cursus en op het Alpha weekend over de Heilige Geest ben ik tot geloof gekomen. God beloofde mij dat Hij mij van binnen en van buiten ging veranderen. Dit geloofde ik niet, maar 3 maanden later stond ik in januari 2014 in het zwembad om gedoopt te worden. Ook op deze bijzondere dag ontbrak mijn vader, omdat hij moest werken.

Na de afronding van het atheneum kwam het moment dat ik een vervolgopleiding moest gaan kiezen. Ik koos een opleiding die een combinatie is van werken en leren en dat op een universitair niveau. Ik dacht bij mijzelf: dan heb ik geen tijd om te denken, geen tijd om te voelen, alleen maar tijd om te werken en te studeren. Stiekem hoopte ik ook dat mijn vader trots op mij zou zijn, maar dat heeft hij op dat moment niet aan mij kunnen overbrengen.

Na een jaar hard en intensief werken en studeren, op mijn negentiende, had ik eindelijk mijn rijbewijs en een eigen auto. Op dat moment vatte ik de moed om met een oudsten echtpaar van de kerk te gaan praten over mijn verleden. Dit liet mij namelijk niet los. Zij konden niet zoveel met mijn verhaal en stuurden mij door naar een psycholoog. Deze sprak over een loyaliteitsconflict; dat was iets wat ik totaal niet begreep. Ik verlangde ernaar om de dingen uit het verleden te bespreken, een plekje te geven en weer door te gaan. Ondanks dat we elkaar niet helemaal begrepen, deden de gesprekken veel met mij. Mijn initiatief om een psycholoog te bezoeken, zorgde voor veel spanning tussen mij en mijn moeder. Elke keer als ik daar was geweest, vroeg mijn moeder of ik al “klaar” was. Dit voelde voor mij onveilig en in plaats van mij gesteund te weten ervaarde ik afwijzing, alsof ik een grote fout had begaan. Het voelde alsof ik de vuile was buiten hing, wat ik in haar ogen natuurlijk niet had mogen doen. Ook mijn functioneren op mijn werk leed eronder, waardoor mijn tijdelijke contract niet werd verlengd. Maar God zou God niet zijn als deze door middel van een docent van Nyenrode niet voorzag in een andere, veel betere werkplek voor mij.

Na deze overstap kabbelde het leven relatief rustig voort. Af en toe had ik wat tentamenstress en was ik getuige van regelmatig terugkerende ruzies tussen mijn ouders.
In 2019 komt er een einde aan deze relatief rustige periode. Vanuit het niets komt mijn vader dronken en verward thuis. Hij heeft op zijn werk namelijk zijn laatste waarschuwing met betrekking tot zijn functioneren gekregen. De 25 schriftelijke waarschuwingen die hij eerder van zijn werkgever had ontvangen, had hij al die tijd voor ons verborgen gehouden. Vanaf dat moment loopt de spanning tussen mijn ouders verder op. Uiteindelijk besluit mijn moeder hem in april 2019 de deur uit te sturen. Mijn vader heeft toen de meest noodzakelijke spullen gepakt en is vertrokken.

Een week later slaagde ik voor mijn Bachelor. Opa en oma, de ouders van mijn moeder, nodigden mij uit om een cadeautje uit te zoeken. Ze vroegen expliciet of ik alléén wilde komen. Opa en oma vertelden mij die dag een stukje levensgeschiedenis van mijn moeder. Dat ervaarde ik als heel heftig. Van het ene op het andere moment bekeek ik haar met andere ogen en verloor ik mijn vertrouwen in haar. Voor mijn gevoel was ik in een week tijd mijn vader én mijn moeder kwijtgeraakt. Het voelde alsof ik alleen op de wereld was. Een Bijbeltekst die voor mijn gevoel de situatie het beste omschreef is psalm 27 vers 10: Al verlaten mij mijn vader en moeder, de HEER neemt mij liefdevol aan.

Diezelfde avond ging ik wandelen. Tijdens die wandeling heb ik minstens 50 keer naar God uitgeroepen: “Dit is zoveel meer dan ik zelf dragen kan. Heer, neem het alstublieft over. Ik weet het niet meer, maar U weet het wel.”

Twee weken later hoorde ik Gods fluisterstem en die zei tegen mij:
‘Mijn geliefde kind,

Het voelt op dit moment alsof er slagregens op je leven beuken, maar Ik ben de wijnstok en jij bent de wijnrank. Je hoeft alleen maar in Mij te blijven.
Bij Mij mag je echt zijn.
Ben je bereid alles los te laten?’


Mijn antwoord was: ‘Ja Vader, ik ben bereid alles los te laten nu ik zelf niet meer weet hoe het verder moet.’
God antwoordde mij:
‘Debora, Ik ga je alles ontnemen wat belangrijk voor je is, echt alles. Maar Ik zal Mijn Geest over jou uitgieten zodat je Mijn liefde als een verfrissende lentebui over je heen voelt stromen.
En Ik beloof je in september een seizoen van nieuwe hoop.’


In de tijd die volgde werd de spanning tussen mij en mijn moeder om te snijden. Ik voelde mij eenzaam met een groot geheim dat ik met niemand kon delen. Maar God hield zijn woord en vulde mij met Zijn Geest en sprak dagelijks met mij door Zijn stille fluisterstem. Telkens weer herhaalde Hij:

Ik ben met je, alle dagen, tot aan de voleinding van deze wereld
- Mattheüs 28 vers 20b -

En

Mijn plannen zijn niet jouw plannen,
En jouw wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER.
Want zo hoog als de hemel is boven de aarde,
Zo ver gaan mijn wegen jouw wegen te boven,
En mijn plannen jouw plannen.
- Jesaja 55 vers 8 en 9 -


En ik geloof nog steeds dat God mij aan het voorbereiden was voor de tijd die ging komen, want als God in september een seizoen van nieuwe hoop belooft, dan komt deze ook. Daar klampte ik me aan vast!

In de tijd die volgde had ik diverse conflicten met mijn moeder. Telkens lag ik ‘s nachts in bed en hoorde een stem die zei: ‘Ga’. En telkens weer antwoorde ik: ‘Maar God, ik kan toch niet midden in de nacht mijn spullen pakken en gaan?’ Dit ging elke nacht zo door totdat ik eind augustus 2019 bij een oom en tante, de jongste zus van mijn moeder, werd uitgenodigd. Zij hadden in de familie opgevangen dat ik het stuk familiegeschiedenis te horen had gekregen. Toen ik daar op visite was, hebben wij veel gesproken. Mijn tante vertelde mij dat toen mijn ouders op huwelijksreis waren, zij zwanger waren, maar dat was niet van mij. Het nieuws dat ik een oudere broer of zus zou hebben, sloeg bij mij in als een bom. Weer iets wat ik niet wist. Wat was er nog meer dat ik niet wist? Welke geheimen waren er nog meer, waarvan iedereen in mijn omgeving wel op de hoogte was, maar ik niet?

Die nacht hoorde ik weer de stem die zei: ‘Ga’. Ik besloot naar die stem te luisteren. Mijn opa, oma en tante kwamen mij ophalen. Opa legde mijn moeder uit waar de problemen lagen en hoe beknellend de houding van mijn moeder voor mij was. Mijn moeders reactie was kil en stond voor mijn gevoel bol van onbegrip: ‘Als dit is wat je wil, pak je spullen en ga!’ En ik ben gegaan. Zo verhuisde ik diezelfde dag met de meest belangrijke spullen, naar de andere kant van Nederland bij een oom en tante die ik nauwelijks kende. Het voelde alsof mijn wereld in elkaar stortte.
Twee weken heb ik bij deze oom en tante mogen logeren. Op een bijzondere wijze, waarin ik Gods leiding duidelijk zag, kon ik toen een compleet gemeubileerde kamer gaan huren.
Mijn opa, oma, oom en tante voorzagen mij van de meest noodzakelijke spullen om zelfstandig te kunnen wonen. En toen woonde ik ineens op mijzelf.

Wat heb ik mij toen ontzettend wanhopig en verlaten gevoeld! Van pure eenzaamheid ben ik 2 dagen later bij Celebrate Recovery binnen gestapt. Ik wist niet precies wat het was, maar ik was er weleens op geattendeerd en het was iets met een Christelijk sausje dus het zal wel goed zijn. Als ik maar niet nóg weer een avond alleen zou zijn, was mijn gedachte. Vier weken lang heb ik de kat uit de boom gekeken. Ik hoorde later van andere deelnemers dat ik toen een soort muurbloempje was. Verlegen, teruggetrokken en mezelf bijna excuserend dat ik bestond. Maar toch; het programma leek mij wel wat, daarom ben ik na 4 weken gaan deelnemen.
Ik had gelijk al een coach in gedachten, die toestemde, maar helaas zijn we nooit verder gekomen. De eerste deelnemersgids heb ik dan ook alleen doorgewerkt. Totdat de OpenDeelgroep leidster aanbood om mijn coach te worden.

En toen ging alles beter? Nou, echt niet!
In de periode dat ik net op mijzelf woonde, worstelde ik niet alleen met eenzaamheid. Ik had moeite om, figuurlijk gezien, mijn hoofd boven water te houden. Ik vond dat ik moest bewijzen dat ik op mijzelf kon wonen, dus moest alles perfect zijn. Ik werkte en studeerde keihard om alles wat gebeurd was te vergeten. Mijn slogan was: Falen is geen optie! In de nachtelijke uren haalden de nachtmerries mij in. Ik voelde mij continu gespannen en angstig en om deze angst en spanning te onderdrukken, ging ik automutileren. Zo deed ik allerlei extreme fitnessoefeningen, sloeg en krabde ik mijzelf. Ik voelde mijzelf niet de moeite waard en had meerdere malen per dag suïcidale gedachten. Alleen de angst dat zo’n poging zou mislukken en de angst om voor Gods troon te moeten verschijnen, weerhielden mij.
Doordat ik mijzelf niet de moeite waard vond, had ik grote moeite om goed voor mijzelf te zorgen. Ik vond niet dat ik het verdiende om voldoende en lekker te eten en daardoor viel ik zo’n 15 kilo af.

Begin januari 2020 kwamen mijn oom en tante waar ik in 2019 twee weken gelogeerd had op visite. Zij brachten een brief mee waarvan ze eisten dat ik deze ter plekke zou lezen. Hierin stond het verwijt dat ik naar hen niet genoeg dankbaarheid had geuit voor de 14 dagen noodopvang die ik had gekregen. Op dat moment kon ik alleen maar huilen en sorry zeggen, want zo had ik het nooit bedoeld! Nooit! Toen zij eenmaal weg waren werd ik overspoeld door boosheid en een schuldgevoel. Uiteindelijk ben ik naar de vijver in het park gegaan met als doel om mijzelf daar te verdrinken. Ik had opnieuw mensen pijn gedaan en teleurgesteld, zie je nu wel dat ik nergens voor deugde en niet de moeite waard was?! Telkens hoorde ik Gods stem die fluisterde: ‘Ga naar opa en oma toe.’ Aan de rand van het water wist ik dat ik mijn angst om mijn leven te beëindigen, groter was dan de angst om verder te leven. Ik ben toen naar mijn grootouders gegaan en zij opperden dat ik hen kon bedanken door mijn oom en tante uit te nodigen voor een etentje. Dat heb ik gedaan, het was een lange avond, maar gevoelsmatig had ik mijn schuld terugbetaald.

Toen zette het beruchte virus voet aan wal in Nederland. Onze vrouwen OpenDeelgroep besloot om verder te zoomen waardoor wij elkaar niet meer fysiek ontmoetten. Dat viel mij zwaar, want juist de ontmoetingen bij Celebrate Recovery betekenden veel voor mij. Mijn eerste boekje had ik doorgewerkt; de volgende deelnemersgids moest ik ophalen bij Eva thuis. Uit mijn werk ging ik het boekje halen en aan de keukentafel werd ik uitgenodigd om eens langs te komen om mee te eten en mijn verhaal te doen. Als ik terugkijk is op dat moment mijn herstelproces pas echt begonnen. Eva bood aan om enkele coachgesprekken op te pakken. Ik ervaarde dit als hele fijn gesprekken met veel diepgang en veel emotie. De tissues waren dan ook af en toe niet aan te slepen.
Stapje voor stapje gingen we door de deelnemersgidsen heen. Dat was verhelderend maar soms ook heel confronterend.

Na de zomervakantie was ik in mijn CR proces aangekomen bij les 9: ‘De balans opmaken’ uit stap 4: ‘Onder Gods leiding onderzoek ik mijn leven op een open en eerlijke manier’. Toen begon ik vast te lopen. Het verleden dat ik zo lang had weggestopt, moest ik opeens onder ogen gaan zien. Dat wilde ik wel, maar ik had het gevoel dat ik dan een beerput van weggestopte pijn en verdriet open zou trekken. Ik kreeg te maken met nachtmerries, paniekaanvallen en dwanghandelingen. Ik kon niet slapen, werd heel angstig en onrustig en begon nog harder te werken en studeren om te overleven. Dat was de enige overlevingsstrategie die mij altijd overeind gehouden heeft. Opgeven en falen is immers geen optie. Dag en nacht joeg ik mijzelf voort alsof ik mijn eigen slavendrijver was.

In oktober 2020 ging ik mee op CR-retraite. Toen ik s’avonds naar iemand aan het luisteren was, kreeg ik een black-out. Ik kon niet meer waarnemen wat er om mij heen gebeurde. Na deze retraite heb ik mijn coach een mailtje gestuurd met de vraag of hij over mijn schouder wilde meekijken naar mijn agenda, want ik had het gevoel dat ik de controle over mijn agenda kwijt was. Hij rolde bijna om van verbazing: zo’n strak en vol geplande agenda kwam onwerkelijk op hem over. Samen gingen we mijn klachten inventariseren. Uiteindelijk maakten we een lijst met 31 lichamelijke en mentale klachten. In overleg met de huisarts heb ik toen besloten om mij ziek te melden met burn-out klachten. Het voelde alsof ik enorm faalde, want opgeven was geen optie! Ik zat al heel lang in die survival modus, zonder dat ik dat zelf had gesignaleerd. Ik moest immers altijd bewijzen dat ik het kon! Daar ontleende ik mijn identiteit aan. Ik ben wat ik doe en doe ik niets dan ben ik ook niets. Al snel voelde ik me zo’n mislukking dat de zelfbeschadiging steeds erger werd, zelfs tot het snijden met een mes aan toe. Ook de suïcidale gedachten kregen weer de overhand en ik heb zelfs enkele keren mijn messen uit de keukenla en mijn autosleutels ingeleverd om te voorkomen dat ik ‘s nachts een serieuze poging zou wagen. Daarna duurde het nog een maand voordat ik bereid was om mijn studie te pauzeren. In het begin voelde ik mij zo vreselijk uitgeput dat ik elke nacht wel 13 uur achter elkaar kon slapen en mij daarna nog steeds uitgeput voelde. Wat had het lang geduurd voordat ik Stap 1 van CR, Ik geeft toe dat ik machteloos sta tegenover mijn pijn, verslavingen en verkeerde gewoonten en dat ik deze niet meer in de hand heb had gezet…. Voor mijn gevoel gaf mijn lichaam de strijd op. Ik was helemaal, maar dan ook echt h-e-l-e-m-a-a-l leeg! Op dat moment besloten we ook extra trauma verwerkende hulp in te schakelen als extra ondersteuning. Na enkele maanden wachttijd kon ik daar terecht.

Ondertussen had ik te horen gekregen dat de kamer die ik bewoonde, leeg moest wegens een geplande verbouwing. Waar moest ik naar toe? Het gaf onzekerheid en ik voelde me opgejaagd. Eva had al eerder laten weten dat het appartementje dat zij en haar man verhuurden, leeg zou komen. Uiteindelijk heb ik besloten om daar naar toe te gaan en begin dit jaar ben ik verhuisd. Tot nu toe absoluut nog geen slechte beslissing, want het is echt mijn thuis geworden!

De extra traumatherapie heb ik als enorm inspannend en confronterend ervaren. In de uren die volgden op zo’n sessie werd ik geplaagd door allerlei herbelevingen die mij s’nachts nachtmerries bezorgden. Om de emotionele pijn wat te verzachten, greep ik opnieuw naar automutilatie. Liever lichamelijke pijn, dan zielepijn! Maar na verloop van tijd vervaagden de herinneringen. Nu kan ik terugkijken naar - en praten over – het verleden zonder dat het echt pijnlijk meer is. Daar ben ik God zo dankbaar voor!

Als gevolg van alle ervaringen was het contact met mijn moeder zwaar verstoord en veroorzaakte zelfs denken aan mijn moeder, een paniekreactie. In februari kwam zij onverwachts langs terwijl ik niet thuis was, want ik was bij CR. Het voelde toen alsof mijn veilige plekje niet meer veilig was. Alsof ik zelfs daar niet meer mijzelf kon zijn. Samen met mijn coach heb ik toen besloten om het contact met mijn moeder tijdelijk te bevriezen. Opnemen van contact moest een initiatief van mij uit zijn. Dit heeft mij zoveel rust gegeven! Ik voelde mij daarna weer veilig in mijn eigen huis. Ook kreeg ik in die rustperiode de mogelijkheid om mijn gevoelens tegenover mijn moeder eerlijk onder ogen te zien. Om verder te komen in mijn herstel heb toen een “rotte-visbrief” naar mijn moeder geschreven, overigens nooit verstuurd, maar daarin kwam ik tot de conclusie dat ik haar ten diepste haatte en verafschuwde. En eindelijk kon ik dit ook onder woorden brengen. Het beschrijven van al die negatieve emoties luchtte op.

Dit voorjaar kreeg ik veel flashbacks over het verleden van mijn moeder en mijn abrupte vertrek uit mijn ouderlijk huis in september 2019. Dit zorgde ervoor dat ik voor de zoveelste keer serieuze suïcide gedachten kreeg en een concreet plan hoe ik het zou gaan uitvoeren. Door heel veel liefde, aandacht en gesprekken, sta ik hier vanavond. God heeft voorkomen dat ik deze gedachten heb omgezet in daden.

Hierna kwam ik in rustiger vaarwater terecht en in maart ben ik begonnen met zes uurtjes werken per week. Dit is nog geen maand goed gegaan, want toen kreeg ik dagelijks koortsaanvallen. Ik kon nog niet omgaan met enige vorm van spanning en druk. We schakelden in overleg met de bedrijfsarts terug naar thuis werken, waardoor ik nu alweer een aantal maanden werk aan de opbouw van mijn uren. Vanwege energiegebrek gaat dat helaas niet zo snel als ik graag zou willen.

In mijn CR proces ben ik dan aangekomen bij stap 9: Ik maak het, indien mogelijk, zo snel mogelijk weer goed met die mensen, tenzij ik hen of anderen hierdoor opnieuw beschadig. Wat een opgave is dat geweest!

Over mijn pesters had ik al eerder in gebed vergeving uitgesproken. Dit ging gepaard met veel tranen, maar luchtte ontzettend op.
Naar mijn oom en tante, waar ik gedurende 14 dagen gelogeerd heb, heb ik een brief gestuurd. Eerst was ik heel gespannen voor de reactie, maar toen die uitbleef, ervaarde ik opluchting. Van mijn kant had ik alles gedaan wat nodig was om het goed te maken.
Het uitspreken van vergeving naar mijn ouders en het zegenen van mijn ouders in gebed was iets heel bijzonders. Ik ervaarde zo’n rust en zo’n vrede tijdens het bidden dat deze rust niet van mijzelf afkomstig kon zijn. Na het gebed was ik zo opgelucht, alsof een last, die ik al die tijd met mij meetilde, eindelijk van mij af was gehaald. En het meest bijzondere is dat ik daarna veel minder drang heb ervaren om mijzelf te beschadigen, maar het is nog wel een dagelijks terugkerende strijd om niet terug te vallen in oude gedragspatronen. Vergeving heeft een doorbraak in mijn herstel tot gevolg gehad.

En nu sta ik vanavond hier om mijn persoonlijk verhaal met jullie te delen. Niet om te vertellen hoe perfect ik ben en ook niet om te laten zien hoe zielig ik was, maar om God de eer te geven dat Hij mijn zwakte kon en wilde gebruiken om Zijn kracht te laten zien. Hoe Hij mijn verkeerde denk- en gedragspatronen heeft veranderd. Hij heeft me geholpen om mijn schaamte over alles wat me overkomen is en mijn boosheid hierover, los te laten. Dat heb ik als een echte bevrijding ervaren. Zodat ik ietsje meer op het beeld van onze Heere Jezus Christus ben gaan lijken.

Er is al veel ten goede veranderd, maar ik realiseer me dat ik nog wel kwetsbaar ben en ik wil dan ook graag doorgroeien naar geestelijke volwassenheid.

Vanavond wil ik God de eer geven, omdat Hij telkens geholpen heeft in onmogelijke situaties. En ik wil jullie vanavond bemoedigen met de woorden van God waarmee ikzelf vaak bemoedigd ben:
Jesaja 43: 1b, 2 en 4a:
Wees niet bang, want ik zal je vrijkopen,
ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!
Moet je door het water gaan – ik ben bij je;
of door rivieren – je wordt niet meegesleurd.
Moet je door het vuur gaan – het zal je niet verteren,
de vlammen zullen je niet verschroeien.
Jij bent zo kostbaar in mijn ogen,
zo waardevol, en ik houd zo veel van je!


Gelukkig gebruikt God ook mensen! Want juist op de moeilijke momenten was Celebrate Recovery voor mij als een warm bad. Waar ik welkom was en gewoon echt ik mocht zijn. Met mijn angst, pijn, verdriet en emoties. Waar ik echt werd gezien, gehoord en begrepen. Daarom wil ik alle dames uit de OpenDeelgroep bedanken die met al mijn hoogte- en dieptepunten hebben meegeleefd. Met wie ik samen mocht ontdekken wie ik was. Waar ik iedere week van harte welkom was en werd gemist als ik een keertje verstek liet gaan.

Verder wil ik Eva en haar man bedanken die mij een liefdevol thuis hebben gegeven. Waar ik terecht kon voor kleine en moeilijke vragen en die mij gesteund en ondersteund hebben waar nodig.
Eva, bedankt voor de vele uren van gesprekken! Zonder die gesprekken was ik niet gekomen waar ik nu sta.

Als laatste wil ik mijn ouders bedanken die mij het leven hebben geschonken en mij naar hun beste kunnen hebben opgevoed. Bedankt papa en mama! En wat bijzonder is: vanavond is mijn vader er. Dat is voor mij een hele bemoedigende ervaring!

Als jullie vanavond applaus geven, doe het dan niet voor mij, maar voor onze Hemelse Vader, want Hem komt alle eer toe!

Bedankt dat ik mijn persoonlijk verhaal met jullie heb mogen delen.

Herstellende van angsgevoelens, o.a. faalangst, angst voor afwijzing en negatief zelfbeeld

Mijn naam is Lieke, ik ben 33 jaar. Dankzij Gods werk in mijn leven ben ik aan het herstellen van angstgevoelens, vooral faalangst en angst voor afwijzing en een negatief zelfbeeld. Vandaag wil ik iets vertellen over wat God heeft gedaan en doet in mijn leven.
Een aantal jaren geleden is er een ommekeer geweest. Heel geleidelijk, en door een hele lastige periode. Ik heb ervaren dat ik alleen met en door God daar op een goede manier uit ben gekomen, en Hij heeft me gesterkt en verder gevormd als persoon.

Van jongs af aan was ik altijd een vrij onzeker en verlegen persoon, was vaak bezig met wat ik dacht wat anderen van mij zouden vinden, en hield me graag op de achtergrond. Ik ben iemand die veel denkt, en ben snel geneigd om te gaan piekeren. Daarnaast heb ik eigenlijk niet geleerd om mijn gevoelens te uiten. Onbewust ben ik mij gaan laten leiden door mijn gevoel en gedachten, die vaak somber waren en niet heel positief over mezelf.
Dit terwijl ik een goede jeugd heb gehad, ik maakte deel uit van een liefdevol gezin waar het altijd gezellig druk was. Ik denk dat ik alleen wat meer bevestiging nodig had gehad in wie ik was als persoon en met de gevoelens die ik had. Het geloof heb ik ook van jongs af aan meegekregen. We gingen wekelijks naar de kerk, en ik zat op een reformatorische basisschool. Daarnaast ging ik regelmatig naar een clubmiddag in een evangelische gemeente. Hier heb ik goede herinneringen aan en ervoer ik meer van Gods liefde en warmte.
Na de basisschool ging ik over naar een 'gewone' middelbare school. Dat was een totaal andere wereld voor mij in vergelijking met mijn reformatorische basisschool. Het was een soort cultuurschok. Ik kwam in een hele andere wereld terecht en voelde mij erg anders. Daardoor werd ik onzeker en had het gevoel dat ik er nooit echt bij hoorde. Ik wist niet waar ik nou hoorde te staan en wie ik was. Ik uitte mij niet echt en ging mee met alles zoals iedereen, alleen van binnen overheerste meestal dat sombere gevoel.
Na de middelbare school startte ik met een HBO-opleiding. Tijdens een avond stappen met een vriendin, leerde ik op 17-jarige leeftijd Wim kennen, mijn huidige man. Hij studeerde en woonde op kamers in Den Haag, en ik ging op mijn 18e bij hem inwonen.
Achteraf gezien was dit veel te snel en ondoordacht. Ik ontdekte dat ik heel veel moeite had om ineens die veilige plek van thuis kwijt te zijn en in de stad te wonen met zijn tweeën. Deze gevoelens uitte ik niet maar negeerde ze, en ik voelde me vaak behoorlijk neerslachtig. Wanneer we uitgingen in het weekend, had ik de neiging om vooral alcohol te willen drinken en me te focussen op de harde muziek, het voelde dan anders...ik voelde me dan zo anders. Mijn gedachten en dingen die ik deed in die tijd waren niet goed. Het voelde als een soort vlucht, een soort opstandigheid. Ik was altijd zo meegaand en aardig en deed en durfde nooit iets dat niet mocht. Terwijl niemand wist wat er eigenlijk in mij omging en hoe ik me diep van binnen voelde. Er was zoveel onrust van binnen, ik wist niet hoe ik daarmee om moest gaan.
God en de kerk hadden niet helemaal afgedaan, maar we focusten ons op het leven in deze wereld. Toch knaagde het van binnen. Ik heb altijd een heel sterke overtuiging gehad van God en het geloof, en diep van binnen wist ik dat ik niet goed bezig was. God had ik dan wel op een zijspoor gezet, maar ik wist diep in mijn hart, dat ik dat eigenlijk niet wilde. Ik ben daarom ook heel dankbaar voor die basis die ik heb meegekregen.
We zochten na verloop van tijd toch een kerk op waar we af en toe heen gingen. Het voelde heel dubbel, want we deden dat vooral ‘omdat het zo hoorde’ en ik me anders schuldig voelde.
Toen ik 21 was, trouwden we en verhuisden we naar het dorp waar ik ben opgegroeid. Op mijn 23e werd onze dochter geboren en ruim twee jaar later onze zoon, ze zijn nu 10 en 7 jaar. We leefden ondertussen wat meer 'hoe het hoort' en deden belijdenis toen onze dochter werd gedoopt.

In die periode ging het bergafwaarts en is er veel gebeurd. Misschien ook door het moeder worden en de donkere wolk die ik toen ervoer en dat dat de druppel was, maar ik raakte mezelf helemaal kwijt. De enige manier hoe ik het destijds kon omschrijven, is dat ik gewoon niet meer wist wie ik was. Ik zat helemaal in de knoop met mezelf. Ik was het helemaal zo ontzettend zat om te leven en te doen 'zoals het hoort'. Ik verloor mijn grenzen uit het oog, en ik heb toen grote fouten gemaakt. Ik herkende mezelf niet meer. Ik verschool me daarbij eigenlijk achter mijn onzekerheid > ik kon er toch zelf niets aan doen want ik voelde me nu eenmaal zo rot. Dit alles had ook een groot effect op onze relatie. Ons huwelijk stond echt op klappen en we hadden een jong gezin dat veel energie vroeg. Die periode was een heel groot dieptepunt in mijn leven. Werelds gezien was er geen reden waarom we nog met elkaar verder zouden gaan.

In die tijd ben ik begonnen met gesprekken bij een christelijke psycholoog. Ik dacht nog dat hij het vast belachelijk vond dat ik kwam voor hulp en dat ik me aanstelde. Dat bleek anders en uiteindelijk ben ik 1,5 jaar bij hem geweest.
Onze zoon was 3 maanden oud toen ik voor een aantal maanden voor de avonden en nachten naar een andere plek ben gegaan om tijd en ruimte voor mezelf te creëren. Achteraf een bizarre tijd waarvan ik me nog wel eens af vraag hoe we dit volhielden. Tijdens mijn gesprekken met de psycholoog leek er niet heel veel hoop te zijn. Mijn gedachten en gevoel waren inmiddels helemaal gekeerd tegen mijn huidige leven en mijn man. Ik wilde het allerliefst wegrennen en niet meer terugkomen. Ik voelde me erg eenzaam en kon het aan niemand uitleggen. Ik had het gevoel dat ik in een soort cocon had geleefd, me altijd had aangepast en had geleefd zoals het hoorde; zoals anderen het van mij verwachtten.
Maar wat was mijn mening eigenlijk? Ik kwam er achter dat ik die gewoon niet had, omdat ik mijn mening altijd baseerde op de mening van anderen. Ik wist gewoon niet wat ik zelf vond. En ik was er zo klaar mee. Mijn eigen wil die nu tot uiting kwam, was heel sterk. Het leek wel of er van alles uit mij kwam dat ik wilde doen en wilde ontdekken, en vooral niet verder gaan in een pad omdat het zo ‘hoort’. Ik moest ontdekken wie ik zelf was en wist niet hoe ik verder moest. Ik kon gewoon niet meer kiezen voor mijn huwelijk. Toch was Wim er voor mij, liet mij niet in de steek, en wilde hij er nog steeds voor gaan, ondanks de emotionele pijn die ik hem had aangedaan. Ik begreep er niets van. Tegelijkertijd is er altijd iets geweest, diep van binnen, waardoor ik de knoop niet kón doorhakken om uit elkaar te gaan, terwijl alles in mij dat wel wilde. Dat was iets heel vreemds. Achteraf denk ik echt dat dit de bescherming van God is geweest.

Op een bepaald moment kwam er een ommekeer. Ik kon mijn vinger er niet goed op leggen wat het was, en juist daarom ben ik ervan overtuigd dat God het was, die iets heeft veranderd in mij. Het was door een opmerking van mijn moeder, terwijl we in de auto onderweg waren, waarin ze zei dat je soms met je verstand een keuze maakt naar de wil van God, ook al is dat niet jouw wil, maar dat Hij het dan ten goede kan keren. Dit heeft iets gedaan bij mij, eigenlijk nog onbewust. Ik heb, toen ik thuis kwam, tegen mijn man gezegd dat ik het toch nog een kans wilde geven.
Dit was voor hem heel bijzonder. Juist die avond dat ik weg was, had hij naar God uitgeroepen dat hij nu echt niet meer kon en als ik dan echt niet meer wilde, hij de knoop maar door zou hakken. Vervolgens kwam ik binnen met mijn opmerking. Dit hebben wij, achteraf gezien, echt ervaren als Gods leiding.
Wat voor mij een groot en heel moeilijk leerpunt was hierin, is dat ik mijn eigen wil en gevoel over moest geven aan de wil van God, me overgeven aan Hem en Hem vertrouwen. Herkenbaar in principe 3 van CR. Want heel diep van binnen wist ik dat het Gods wil niet kon zijn dat wij uit elkaar zouden gaan, alleen wilde ik dat niet erkennen omdat het zo sterk tegen mijn eigen gevoel in ging. Ik wist niet beter dan mijn gevoel te volgen, dat was ik altijd gewend. Tegen mijn gevoel in, en dus verstandelijk die keuze maken was echt enorm moeilijk. Zeker omdat het niet meteen dingen verandert. En we hadden nog een lange weg te gaan, die zeker niet altijd makkelijk en leuk was. Wel kan ik met overtuiging zeggen dat God het ten goede heeft gekeerd. En dat geeft zo veel hoop! Ik ben gaan leren om met mijn gevoelens om te gaan en deze te uiten. Heel langzaam aan veranderden mijn gevoel en gedachten en met hulp van mijn psycholoog en gezamenlijke gesprekken kwamen we langzaam uit het dal.
Sindsdien is mijn geloof levend gaan worden en gaan groeien. Ik ervaar een diepe dankbaarheid voor Zijn genade en vergeving en liefde voor mij.
In die tijd ontstond er ook een kerkelijke gemeente in onze omgeving en we besloten daar naar toe te gaan. We ervoeren voor het eerst een soort thuiskomen-gevoel. Na een tijd kwam ik in contact met iemand van het pastorale team waarmee ik meer ging leren over God en hoe Hij werkt, over zijn liefde voor mij en mijn identiteit in Hem.
Toen nog weer een tijd later CR ging starten binnen onze gemeente, leek mij dit iets dat mooi aansloot bij het proces waar ik eigenlijk al mee bezig was. Het was bijzonder hoe ik sommige stappen die in CR beschreven staan, eigenlijk al doorlopen had.
Ik leerde om biddend en eerlijk naar mezelf te kijken en mijn fouten te erkennen (God bracht de dingen zelf naar boven merkte ik) en te belijden. Ook dus naar een ander. Dat was een hoge drempel voor mij..
Maar het was zeer bemoedigend om te ervaren dat dit in vertrouwen kon doen met mijn coach, liefdevol en zonder veroordeling. Dat vind ik sterk en mooi aan CR. Dat er veiligheid en vertrouwen is, daar waar je je kwetsbaar opstelt. Ook in de eigen groep. Dat is erg waardevol. En juist dit heeft mij bewust gemaakt dat dat precies is hoe God is. Liefdevol. En dat dat dus ook is hoe God wil dat wij zijn naar elkaar toe. Het is zo mooi om te merken hoe je langzaam verandert in je manier van denken.

Zo’n ruim drie jaar geleden merkte ik ook dat de manier hoe ik dacht veranderde.
Regelmatig kwam de vraag bovendrijven: ‘Is dit nu hoe God mijn rol als moeder en vrouw heeft bedoeld?’ met het constante gejaag vanwege de drukte met ons gezin en ons werk. Het voelde alsof alles een beetje langs ons heen ging, dat we niet bewust waren in wat we eigenlijk deden en gaven we daarmee de kinderen wel wat zij nodig hadden?
Dit vond ik wel apart, want ik heb daar nooit zo bij stil gestaan. Het ging gewoon zoals het ging en iedereen doet dit toch zo. Ik begon hier over na te denken en het zat me niet lekker. Daarbij zat ik ook op mijn werk niet meer goed op mijn plek, en kon ik niet minder uren gaan werken. Maar om nu zomaar iets te veranderen of ingrijpende beslissingen te nemen wilde en durfde ik ook niet. Ik heb hier 1,5 jaar over gepiekerd en geworsteld met God over hoe dan verder. Toch heb ik voor het eerst in mijn leven zo'n denkproces MET God doorlopen, in plaats van altijd maar zelf de dingen te bedenken en te beslissen. Hierdoor heb ik juist weer veel geleerd over God. De tekst in Spreuken 3 vers 5 en 6 ging echt voor mij leven. Vertrouw op de Heer met heel je hart en steun niet op je eigen inzicht. Denk aan Hem bij alles wat je doet, dan zal hij je paden rechtmaken. Dit heb ik vaak gebeden, hardop uitgesproken recht vanuit mijn hart. Op die manier kon ik steeds meer mijn vertrouwen echt aan God gaan geven, en zelf de controle meer gaan loslaten. Maar wat zijn nu mijn eigen verlangens en wil, en wat is Gods verlangen en weg voor mij? Het was echt lastig om hierin een weg te vinden, maar toch is die zoektocht wel nodig geweest om te kunnen ontdekken hoe dit dan werkt tussen God en mij. Ik heb vooral ook geleerd dat bepaalde verlangens die in mijn hart ontstonden in combinatie met de rust en vrede die ik daarbij ervaar, een manier kan zijn waarop God mij leidt.

Tegelijk met dit proces waren wij samen op een punt gekomen dat er nog een wens was voor gezinsuitbreiding. Maar dit keer alleen als het ook Gods wil zou zijn voor ons gezin.
Ook hierin heb ik geleerd om mijn worstelingen en gedachten aan God over te geven. Hem te vertrouwen dat Hij het beste met ons voor heeft. Ook als dat betekende dat ons gezin nu al compleet zou zijn. Mijn gebed werd vooral dat Gods verlangen voor mij ook mijn verlangen zou worden. En als mijn eigen verlangens niet Gods verlangens waren, of hij ze dan weg wilde nemen uit mijn hart.
Op mijn werk ben ik uiteindelijk gesprekken aangegaan en dit bleek prettig, en haalde veel druk weg. Uiteindelijk ben ik, in goede afstemming met mijn leidinggevenden, gestopt met mijn baan. Deels omdat ik meer thuis wilde zijn om in de rust te kunnen nadenken hoe verder, en deels omdat ik helemaal niet meer op mijn plek zat. Achteraf zag ik dat God hierin dingen heeft gedaan en geleid, die ik vooraf absoluut niet had kunnen bedenken. Maar ik moest het wel eerst aan God overgeven, Hem vertrouwen om die stap te zetten. Wat een rust en vrede ervoer ik daarna, en wat viel het op zijn plek. Het was mooi want precies op het moment dat ik ben gestopt met werken, ben ik zwanger geworden van ons 3e kindje. Wat is het enorm bemoedigend om God te gaan ervaren in mijn leven. Ik heb ook hierin wel echt moeten leren om zelf, biddend en in vertrouwen, stapjes te zetten. Anders gebeurt er niets en kan God me ook nergens heen leiden. En om dus de neiging om vanwege angst niets te durven doen, niet te laten heersen.
Ik wil verder leren om meer te leven met Hem en Zijn wil voor mijn leven te ontdekken. Dat vind ik ook vaak nog lastig en ik ‘vergeet’ de dingen soms met God te doen. Voor ik het doorheb, zit ik weer zelf alles uit te denken en te plannen. Terwijl ik zoveel meer rust ervaar, als ik de dingen in mijn leven MET God doe.

God blijft aan het werk in mijn leven. Begin 2016 is ons derde kindje geboren en wat viel ook dat op zijn plek. Ik kan genieten van haar en ons gezin als nooit eerder. Ik ben een jaar thuis geweest en heb meer innerlijke rust gevonden.
In dat jaar heb ik ook met een loopbaancoach een traject gevolgd om meer te ontdekken over mij als persoon, mijn doelen in het leven en welk werk bij mij zou passen.
Ik kon me best angstig voelen als ik naar vacatures keek. Het onbekende maakte me onzeker, en dat maakte dat ik eigenlijk niet wilde solliciteren. Tot ik me er weer bewust van werd dat ik HEM wilde volgen. En als Hij mij wel naar een baan zou leiden, dan mag ik toch weten dat die plek ook goed zou zijn voor mij en mijn gezin, voor dat moment? En als ik niets tegen kwam, ook prima. Weer dat loslaten. Dat gaf rust. Op enig moment kwam er ineens iets op mijn pad. Ik met mijn moeilijke denken zag vooral de onmogelijkheden in deze vacature. Ik heb voor mezelf ook echt de avond voor dat eerste gesprek mijn angst en onzekerheid opzij moeten zetten, wat eigenlijk gewoon niet echt lukte. Maar als ik dat negatieve gevoel had gevolgd, dan had ik nu die baan niet gehad. Wonderlijk genoeg bleek vanaf het eerste oriënterende gesprek dat stap voor stap de mogelijkheden vanzelf kwamen. Qua werkuren, werkdagen, opvang van onze kinderen, men kwam mij zo tegemoet! Ik kon er echt niet omheen dat God hierin aan het werk was. Ik kreeg uiteindelijk dan ook de baan. En ik voel me er op mijn plek, het past goed qua balans met ons gezin. Bijna tegelijkertijd vond mijn man ook een nieuwe baan, die ook zoveel meer past bij hem en ons gezin. Dit scenario qua ons werk en de zorg voor ons gezin hadden we zelf nooit kunnen bedenken. Dat maakt me zo dankbaar. Soms snap ik het nog steeds niet. Wat geeft het een blijdschap om God zo te ervaren, na zo oprecht zoekend met God te zijn geweest.
Ik denk weleens dat God onze basis en stabiliteit van ons als gezin aan het vormen is, zodat we daarna ook verder kunnen groeien op andere gebieden. Daar is eerst die rust voor nodig.

Ik zie vooral telkens achteraf wat God deed en hoe hij mij leidde. De keus in mijn verstand makend dat ik Hem vertrouw, hoe het dan ook loopt. Het loslaten. Ben ik oprecht in mijn hart naar God toe. Dat verlangen wat ik ben gaan voelen in mijn hart, dat wil ik volgen, daar wil ik wat mee. Dat heeft Hij daar gelegd, het is wat me vooruit krijgt. Daar moet ik ook bewust iedere keer naar terug. Ik leer mijn valkuilen kennen. De omstandigheden waardoor ik, zonder dat ik het door heb, weer afdwaal, als ik vooral met de drukte en dingen van hier bezig ben, en het me niet goed lukt om tijd met God te nemen. Dat is ook een strijd. Ik ben gaan merken dat wanneer ik met God en het geloof bezig ben, dan voel ik dat verlangen, die vreugde en dat enthousiasme, dan wil ik het wel uitroepen. Dat is niet van mezelf. Op die momenten komt er soms vanzelf een glimlach op mijn gezicht zonder dat ik het doorheb, ben ik gaan merken. Terwijl, als het niet goed lukt om bij God te zijn of stille tijd te houden, of als ik veel met andere dingen bezig ben, dan voel ik die dingen niet, dan voel ik me veel flauwer. Ik leer langzaamaan wat de dingen zijn die voor mij helpen om iedere keer weer dicht bij God te komen. Ik leer daardoor mezelf beter kennen, en hoe ik op mijn manier kan groeien in mijn relatie met God. Ik wil niet het geloof er een beetje bij, bij mijn eigen leven, dat ik zelf bepaal.
Het verlangen is er gekomen om te groeien, om te leren, om meer van Hem te ontdekken, om Hem te volgen, om dienstbaar te worden. Ik heb behoefte aan diepgang, aan het tot de kern komen, aan echtheid. Het is een diepe voldoening en zingeving in mijn leven geworden, die een bepaalde innerlijke leegte heeft opgevuld.

Het eerste hoofdstuk van CR vond ik meteen ook een confronterende. Die vragen over controle, die je juist wel of niet denkt te hebben over onderdelen in je leven, en over het erkennen van dingen die je, misschien onbewust, wegstopt. Ik vond het een helder beeld dat zolang je dingen diep van binnen niet wilt zien of voelen, en dus in een ontkenningsfase blijft, dat dat stukje dan in het duister blijft. En op het moment dat je het gaat erkennen, het toelaat en er mee naar God gaat en naar een ander, het in het licht wordt gebracht. En dat dat een stuk vrijheid geeft. En het ook mijn kijk op dingen doet veranderen.
Wat dat betreft is het meteen een start die aan het nadenken zet, en tot actie aanzet. Het tweede hoofdstuk gaat hier mooi op door en het geeft rust om te gaan accepteren DAT je de controle niet hebt, dat je machteloos staat. Ik heb geleerd en probeer steeds meer de dingen bij God te brengen en te proberen het vervolgens zelf los te laten. Dat is nog niet zo makkelijk, maar het er bewust van zijn is de eerste stap. Het haalt de kramp er zo van af. Ik had eigenlijk al een coach voor ik aan CR begon, vanwege het contact met diegene van het pastoraat, en ik heb ervaren dat dit zo belangrijk is. Dat er iemand is die je verder kan helpen groeien, je kan bemoedigen als het even allemaal niet lukt of je ergens mee zit. Ik ben er achter gekomen dat ik het helemaal niet alleen kan. Dat ik andere gelovigen nodig heb. En ik daar ook steeds meer behoefte aan heb. Ik ben iemand die altijd best veel in zichzelf gekeerd is, en ik kom dan in de vicieuze cirkel terecht met mijn gedachten. En het typische is dat, door de tijd heen, ik steeds meer ga merken hoe fijn het juist is om wel te delen met anderen. Het helpt me verder.
Een mooie treffende tekst vind ik het begin van Romeinen 12. Daar staat: u moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is. Dat vind ik zo mooi en zo herkenbaar. Het is alsof ergens onderweg mijn ogen ineens zijn opengegaan. Alsof ik ineens dingen zo scherp zie en dingen ineens zo snap. Het maakt me enorm gedreven.

Inmiddels heb ik een tijdje geleden ook de laatste hoofdstukken van CR afgerond. Die zijn meer gericht op de toekomst, in plaats van op het verleden. Hoe ga je verder? Hoe kun je alert blijven dat je niet terugzakt in oude gewoontes. Hoe kun je verder groeien naar geestelijke volwassenheid en steeds meer gaan leven voor God en de dingen ontdekken die God voor of van je wil. Ik word er blij van, en ik wil graag gaan ontdekken hoe verder. De CR principes houden me scherp en hebben een belangrijke rol gespeeld in mijn herstelproces. Iemand zei laatste tegen me: Je bent van een doorsnee kerkganger een discipel van Jezus geworden.
God, het geloof is echt mijn doel in het leven geworden, het is waar ik voor wil gaan, en het geeft houvast en hoop om deze zekerheid te hebben.

Bedankt dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen.

herstellende van opgroeien in een disfunctioneel gezin, hechtingsproblemen, ge-voelens van afwijzing, seksueel misbruik en codependency.

Mijn naam is Hanneke en ik ben herstellende van opgroeien in een disfunctioneel gezin, hechtingsproblemen, gevoelens van afwijzing, seksueel misbruik en code-pendency.

Ik ben geboren in 1974 in een gezin met een vader, moeder en een 7 jaar oudere broer. Volgens familieleden, was ik een rustig kind met een vrolijk karakter die graag contact met anderen maakte. Volgens mijn ouders en mijn broer had ik een lastig karakter.

Mijn broer geeft aan dat ik altijd aandacht vroeg, mijn moeder beweert dat ik een sterke eigen wil had en mijn vader is overtuigd dat ik hem afwees omdat ik begon te huilen zodra ik hem zag. Dit verwijten ze mij nog tot op de dag van vandaag.

Mijn tantes vertellen me echter heel andere dingen over mijn kinderperiode. Name-lijk dat ik van een rustig en vrolijk kind veranderde in een bang en gesloten kind . Toen ik nog geen 2 jaar oud was, schijn ik regelmatig op mijn korte beentjes naar de overkant gelopen te zijn waar mijn tantes woonden. Als ik dan bij hen binnen-stapte was ik volledig overstuur.

Zelf kan ik me daar niets meer van herinneren. Ik weet niet wat zich toen afgespeeld heeft. Volgens mijn tantes was mijn vader soms gewelddadig. Hij mishandelde mijn moeder en mij. Dat ging dan gepaard met woede aanvallen. In mijn latere leven heb ik nooit iets van mishandeling gemerkt. Hij schold mijn moeder wel vaak uit en ook moest alles gaan zoals hij het wilde. Wij moesten altijd stil en lief zijn om papa maar niet boos te maken. Mijn moeder liep de hele dag op haar tenen om alles per-fect op orde te hebben en ook wij moesten op onze tenen lopen en papa pleasen. Alles om maar te voorkomen dat hij kwaad werd. De stemming van mijn vader kon van de ene op de andere seconde omslaan. Het ene moment was hij vrolijk, een paar minuten later.. heel kwaad. Zijn gedrag was voor mij, mijn broer en moeder zeer onvoorspelbaar en gaf mij veel gevoelens van onveiligheid. Ik was constant op mijn hoede en alert.

Het please gedrag werd er op zeer jonge leeftijd al bij mij ingepeperd. Mijn moeder was erg blij met de komst van een meisje nadat ze na de geboorte van mijn broer 7 jaar lang niet zwanger werd. Mijn broer was niet blij met mijn komst. Hij schijnt erg jaloers geweest te zijn en ze hebben hem een keer bij mijn wieg weg moeten trekken omdat hij me probeerde te laten stikken met een kussen. Mijn vader vond een baby alleen verstorend; hij wilde zijn eigen leven leiden en toen ik 3 maanden oud was gingen mijn ouders 4 weken naar Oostenrijk en ze lieten mij bij de buurvrouw ach-ter. Ik schijn al die weken gehuild te hebben en was niet te troosten, wat tot gevolg had dat de buurvrouw van ellende mijn ouders heeft gebeld met de vraag of ze te-rug wilden komen. Dat deden ze na 3 weken en mijn vader verwijt me nog steeds, dat hij voor mijn gejank naar huis moest komen.

Dit waren dus de eerste jaren van mijn leven. Het is dan misschien ook wel te ver-klaren dat ik van een vrolijk kind met een open karakter, veranderde in een stil kind, teruggetrokken in mijn eigen wereld. Ik wilde niet opvallen, voelde mij afge-wezen en niet gewenst.
Mijn sterke eigen wil die ik had als kind, werd er letterlijk uitgeslagen. Als ik iets terug zei, kreeg ik óf klappen óf een woede aanval over me heen. Waarmee ik vol-ledig de grond werd ingeboord. Zwijgen was dus voor mij de meest veilige optie en al snel nam ik dezelfde houding aan als mijn moeder: vooral papa niet kwaad maken.

Ons hele leven draaide om hem. Alles gebeurde zoals hij het wilde, wat wij als kin-deren leuk vonden, deed er niet toe. Zo weet ik nog goed dat we tijdens vakanties alleen deden wat pa wilde: namelijk lange wandeltochten maken in de bergen. Prachtig natuurlijk. Maar als kind van 6 a 7 jaar kon ik het tempo en de afstanden ( 8 uur klimmen op een dag!) helemaal niet aan. Ik weet nog dat mijn moeder dan bij me bleef en dat pa en broer doorliepen en wij langzaam volgden, om vervol-gens eindelijk ook op bestemming aan te komen. Daar kregen we dan alsnog bei-den een volle laag kritiek over ons heen.

Mijn broer en ik konden het gelukkig tijdens de basisschooljaren wel goed vinden met elkaar. Met hem had ik dan plezier en mijn moeder was op vakantie wel lief, dus dat maakte het voor mij dragelijk. Thuis was mijn moeder heel anders. Ze had het zo druk om te voorkomen dat pa zou uitbarsten in woede, dat ze nauwelijks tijd had voor mijn broer en mij. Ik kan me niet herinneren ooit een knuffel van haar te hebben gekregen of op schoot gezeten te hebben. Een verhaaltje voorlezen of sa-men iets doen…. Ik kan het me niet herinneren.

Ik was eenzaam en voelde me niet gehoord, niet gezien en niet geliefd.
Mijn moeder ging soms naar de kerk. Mijn vader nooit. Soms nam ze mij mee en ik vond de kerkdiensten erg mooi. Ook zat ik op een christelijke school en vond de verhalen over Jezus heel mooi. Ik zag Hem als een Herder die voor zijn schaapjes zorgde en ik was ook Zijn schaapje.
Dat troostte mij heel erg: Jezus was mijn vriend.

Toen ik ongeveer 10 jaar oud was ging mijn vader ook ineens naar de kerkdiensten en werd diep gelovig. Ineens deed hel en verdoemenis zijn intrede in ons huis. Je-zus was niet je Vriend en God was toornig , zag alles en stuurde je naar de hel. We kregen een nieuwe dominee en er werd ook in de kerk niet meer gesproken over Gods liefde en genade maar enkel over hoe slecht en zondig we waren, Gods toorn en de hel. Mijn ouders raakten innig bevriend met de dominee en de kerkenraad. Deze mensen kwamen veelvuldig bij ons over de vloer. Het leven van mijn broer en mij stond volledig op zijn kop, niets mocht meer en onze vrijheid werd stevig inge-perkt. We moesten braaf naar de kerk, catechisatie, Bijbelclubs etc.
Maar hoe heilig we ook volgens mijn vader moesten leven, zelf deed hij dat niet. De woedeaanvallen en de klappen bleven, hij dronk veel en er waren regelmatig andere vrouwen in zijn leven. Althans, daar was hij dan verliefd op en dan wilde hij gaan scheiden. Hij verdedigde zelfs dat het Gods bedoeling was, want die ande-re vrouw was veel beter dan mijn moeder en zij begreep hem tenminste. Het bleef bij woorden: het draaide nooit op een scheiding uit. Mijn moeder was in die peri-ode heel onderdanig en ik denk dat hij dat uiteindelijk toch prefereerde boven een wat mondigere vrouw. Natuurlijk wisten die andere vrouwen van het bestaan van mijn moeder, maar dat weerhield ze niet om een relatie aan te gaan met mijn vader.

In die periode ben ik seksueel misbruikt door een man. Hij palmde me in door te zeggen dat als ik bepaalde handelingen zou verrichten, hij me lief zou vinden en van me zou houden. En ik, die wanhopig op zoek was naar liefde, durfde geen “nee” te zeggen en liet het toe. Hij maakte me wijs dat het heel normaal was om op deze wijze lief voor elkaar te zijn. Ik had geen flauw benul van seks en was niet be-kend met intimiteit of knuffelen….. ik werd immers nooit geknuffeld dus ik kende het niet. Ik voelde me er wel heel naar bij, had het gevoel dat het niet goed was, voelde me vies maar aan de andere kant toch ook geliefd. Dat veroorzaakte ambiva-lente gevoelens, ik haatte de handelingen maar was tegelijkertijd blij met de aan-dacht. Op een dag stopte het.
Ik denk dat hij bang was dat ik zou gaan praten of hij kreeg last van zijn geweten. Dat weet ik niet. Ik was blij dat het stopte, maar voelde me daarna nog eenzamer. Opnieuw voelde het heel tegenstrijdig en veelzeggend wat misbruik met een kind doet.

Bij de enige dappere poging die ik deed om het bekend te maken, enkele jaren na-dat het gebeurd was, reageerde mijn vader dat ik een duivelskind was en die per-soon verleid had. In zijn ogen was ik zondig en slecht en behoorde de duivel toe. Het was beter als ik nooit geboren was geweest. Ik voelde me afgewezen en heb er daarna nooit meer met iemand over gesproken…. Tot nu toe.

Het ging niet goed met mij, ik sloot me meer en meer af en werd raar gevonden in de ogen van anderen. Ik leefde in mijn eigen wereld. Ik had gelukkig wel een paar vriendinnetjes en daar was ik graag want daar ging het thuis er heel anders aan toe. Ik maakte voor het eerst kennis met ouders die liefde en belangstelling gaven aan hun kinderen. Dat was iets wat ik niet kende, want niemand vroeg me thuis ooit wat. Ik verbleef dus bij anderen of bleef op mijn eigen kamer. Ik ontwikkelde een groot wantrouwen naar mensen en voelde ook haarfijn aan of iemand écht was, of een masker droeg. Soms vertelde ik dat ook en dat werd me dan niet in dank afge-nomen. Hoe durfde ik dat te beweren, dat iemand ‘deed alsof ‘…en niet écht ‘goed’ was. Vooral bij de mensen van de kerk kreeg ik dat gevoel… veel vroom gedoe maar ondertussen ....en bij mijn vader en moeder was dat niet anders.

Toch beschouwde ik het christelijk leven soms ook wel als veilig. Ik zat op een koor en had daar veel vriendinnen en diep in mijn hart beleefde ik Jezus nog steeds als mijn Vriend. God niet meer, die was een boeman geworden voor mij… maar Jezus was lief. Zo dacht ik in mijn kinderlijke geloof.

Toen ik naar de middelbare school ging, werd ik nog meer een buitenstaander. Ik werd weliswaar niet gepest.. maar hoorde er toch ook niet bij. Ik was een eenling en erg eenzaam. Ik ging van het kinderkoor naar het grote koor omdat mijn vader dat wilde, hij zat ook op dat koor. Toen ik 13 was ontmoette ik daar mijn 1e vriendje. Het was een lieve gelovige jongen en ik was verliefd en hij ook op mij… dus ik voelde me ineens geliefd en gezien. Iemand vond mij leuk!! .
Dat dit zou eindigen in een nachtmerrie had ik niet voorzien.. Langzaam veranderde hij van een gelovige jongen in een vrome jongen die mij nooit gelovig genoeg vond en steeds kritiek op me had. Opnieuw werd ik gevoelsmatig ‘gewogen en te licht bevonden’. Toen ik 14 was begon hij aan te dringen op seks. Ik had het mis-bruik uit mijn kinderjaren weliswaar verdrongen, maar was het niet vergeten. Ik voelde me ongemakkelijk bij lichamelijke aanrakingen en meer. Bovendien was ik nog helemaal niet toe aan seks. Ik was ondanks mijn ervaringen, nog kind en leefde in mijn eigen kinderlijke wereld.

Ik hield zijn avances dan ook steeds af. Het misbruik van vroeger was niet zo ver gegaan, dat ik geen maagd meer was. Maar ik had wel intieme handelingen moeten verrichten en ondergaan en ik had daarvan een diepe afkeer gekregen. Op een dag waren zijn ouders niet thuis en heeft hij me verkracht. Ik vocht, want ik wilde het niet, maar hij was sterker en ik moest hem plezieren, anders zou ik nooit een goede vrouw voor hem kunnen zijn.
De relatie duurde daarna niet lang meer. Ik sloot me af voor hem, maar ook voor anderen. Nadat het nog een aantal keren gebeurd was, vond hij me niet leuk meer, want ik vocht er weliswaar niet meer tegen, maar lag er als verlamd bij en dat vond hij niet zo opwindend.

Gezien mijn eerdere ervaringen hield ik dit maar voor me en vertelde het tegen nie-mand. Hij waste zijn handen in onschuld door in zijn kennissenkring te vertellen dat hij met mij gebroken had omdat ik een hoer was en hij als christen niet meer met zo’n meisje kon zijn. Ik werd vervolgens veracht door dorpsgenoten, nagewezen en buitengesloten en moest leren leven met dit onrecht. Mijn ouders geloofden zijn verhaal, dus ook thuis werd ik als hoer beschouwd.

Niet lang daarna deed ik uit pure wanhoop mijn eerste zelfmoordpoging. Ik nam op school een overdosis pillen. Ik wist niet dat je van een grote dosis aspirine niet dood gaat. Maar ik werd natuurlijk wel doodziek. Een vriendin vond me op het toilet en ik werd afgevoerd naar het ziekenhuis waar mijn maag werd leeg gepompt. Mijn ouders werden ontboden op school. Ze beweerden daar dat ik een aandachtstrekker was, verhalen verzon etc. en dat er echt niets aan de hand was.

Vanaf dat moment veranderde ik. Ik vocht terug door niet meer naar kerk te gaan, ik wilde niets meer met God en kerk te maken hebben. Ik stortte me op het uitgaansle-ven, alcohol en drugs en maakte mijn school niet meer af. Ik ontdekte dat ik aan-trekkingskracht had op jongens en mannen. Van binnen was ik leeg, eenzaam en ongeliefd en ik zocht liefde. Ik had snel geleerd waarmee ik een man of jongen kon plezieren. Dan werd hij niet boos, werd je niet geslagen en wees hij je niet af. Niet verwonderlijk natuurlijk dat iedere man met minder goede bedoelingen, in mij een makkelijk slachtoffer vond. Ik liet alles met me doen, liet alles toe en liet me dus ook aan alle kanten misbruiken. Echte liefde kreeg ik natuurlijk niet, het was hen puur om seks te doen. Respectabele en goede jongens wilden me niet. Dat was lo-gisch, want ik was wederom niet het meisje dat ze aan hun ouders wilden voorstel-len. Mijn eigen ouders waren er zelfs van overtuigd dat ik er geld voor kreeg. Maar dat was niet zo, alhoewel zij tot op de dag van vandaag denken dat ik in die periode van mijn leven een prostituee was.

Thuis had ik soms nog een grote mond maar die werd er nog net zo makkelijk uit-geslagen dus ik wijzigde onbewust mijn tactiek in “papa pleasen”. Ik was toen een jaar of 16,17. Ik deed mee aan het minderwaardig behandelen van mijn moeder en probeerde mijn vaders beste maatje te worden. Ik praatte alles wat hij deed goed en heb dit tot mijn 40e volgehouden. Mijn broer was door alle wantoestanden allang uit huis vertrokken en onze band verwaterde. Hij wist niet wat hij met zijn zusje aan moest.

Op mijn 18e ben ik na een grote ruzie met mijn vader het huis uit gegaan. Ik durfde hem niet te slaan en sloeg daarom mijn moeder en dat kon ik mezelf niet vergeven. Ik ging en heb een jaar lang geen contact met hen gehad. Ik was helemaal opge-brand en wilde zo niet meer verder. Mijn leven bestond uit drank, drugs, mannen etc. en toen een aardige man informeerde of ik met hem uit eten wilde gaan, accep-teerde ik zijn uitnodiging. Ik was al zover heen dat ik aardige mannen niet eens meer aantrekkelijk vond, ik viel alleen op mannen die net zo verknipt waren als ik-zelf en liet me liever misbruiken dan dat ik nog echte liefde zocht. Ik zag het ab-normale als normaal en wist eigenlijk niet meer wat ik met een ‘aardig en net ie-mand’ moest beginnen. We kregen verkering. Ik voelde weliswaar niets voor hem, maar vond het van mezelf wel een verstandige keus. We gingen samenwonen en de bruiloft werd gepland. Ik miste echter mijn wilde leven en bedroog hem vele ma-len. Zelfs nog in de week voorafgaand aan de bruiloft. Toch trouwde ik met hem. Ik heb nog altijd spijt dat ik hem dat aangedaan heb. Hij had ook nooit liefde gekend en deed heel erg zijn best voor mij, maar ik vond hem saai.

Na 1 jaar huwelijk leerde ik een andere man kennen op een bruiloft. We kregen een geheime verhouding, maar die werd al snel ontdekt. Het was een erg innemende man. Natuurlijk wist ik diep van binnen wel dat hij gevaarlijk was, ik voelde dat aan en ook dat het heel fout was wat ik deed. Eigenlijk wilde ik het niet, maar toch bleef ik bij hem en vroeg een echtscheiding aan.

Met deze man heb ik 10 jaar een relatie gehad. Al snel kwamen mijn voorgevoelens uit en veranderde hij van een charmante man in iemand die me mishandelde, verne-derde, verkrachtte etc. Ik was zo bang voor hem dat ik me niet eens meer verweer-de. Hij dwong me zelfs om me seksueel beschikbaar te stellen aan anderen en ik onderging het allemaal lijdzaam. Opnieuw kopieerde ik het gedrag wat ik zo vaak bij mijn moeder had gezien: pleasen, op mijn tenen lopen en alles toelaten om hem maar niet kwaad te maken. Ondertussen leefde ik samen met een man die net zo was als mijn vader en ik gaf mezelf de schuld. Ik beschouwde het als straf voor wat ik in mijn leven had gedaan.

Toen kwamen er vrienden in mijn leven die zich heel erg bezig hielden met spiritua-liteit. God was ik niet vergeten maar ik voelde niets meer bij het christelijke geloof en mijn houding werd gekenmerkt door de woorden: anti kerk en anti geloof. Ik werd meegesleept in het occulte en bezocht paranormale beurzen, deed aan chakra healing, reiki etc. Ik ging bovennatuurlijke dingen zien, en het maakte me steeds angstiger. Ik wilde daaruit ontsnappen maar kon het niet. Ik voelde me machteloos. En dat terwijl een zachte stem mij steeds influisterde om niet die kant op te gaan. Inmiddels was ik door mijn partner volledig geïsoleerd van mensen; ik had geen andere vrienden dan de zijne. Ook was er geen contact meer met mijn familie en voelde ik me helemaal leeg. Eigenlijk leefde ik niet meer, ik was een zombie ge-worden.

Ik had me van God afgekeerd, maar Hij niet van mij. Soms kwam ik mensen tegen van vroeger, vriendinnen van vroeger die me probeerden te bereiken, maar ik sloot me af en meed contact met hen. Ondertussen klonk het stille stemmetje in mij iets luider. Ik begon terug te verlangen naar een veilig leven, naar echte liefde. Ik ver-wachtte allang niet meer dat ik veiligheid en liefde bij mensen zou vinden. De naam van Jezus kwam steeds vaker in mijn gedachten naar boven. Heel voorzichtig be-gon ik vaker te protesteren en weerstand te bieden aan mijn partner. Dat werd me niet in dank afgenomen: hij sloeg me letterlijk het ziekenhuis in en daar vatte ik moed om aangifte te doen van mishandeling. Helaas werd mijn getuigenis niet ge-loofd: nadat ze hem ondervraagd hadden, haalde hij me weer op en bracht me weer thuis. Opnieuw was ik geknakt en was al het leven en elke wilskracht uit me ver-dwenen. Ik was een echte zombie geworden. Naar de buitenwereld deed ik nog al-tijd of er niets aan de hand was, ik durfde immers niets meer te vertellen of te laten blijken …..uit angst voor de gevolgen.
Toen kwam er hulp uit onverwachte hoek. De vrouw die me ingewijd had in de spi-rituele wereld kreeg argwaan en ze vermoedde dat er bij mij thuis heel wat aan de hand was. Tot vandaag toe ben ik nog altijd van mening dat God haar gebruikt heeft, ook al ziet ze dat zelf niet zo. Zij gelooft niet in God maar is ervan overtuigd dat de mens zijn eigen god is. Zij gaf me het inzicht en overreedde mij dat ik zelf deze relatie moest beëindigen. Toen ik erachter kwam dat hij naast mij al jaren rela-ties had met andere vrouwen, kreeg ik de moed het niet langer te accepteren. Hij bedreigde me, ik moest blijven en alles accepteren. Anders zou hij me ten gronde richten. Toch heb ik hem het huis uitgezet. Ik snap nog steeds niet waar ik de moed vandaan haalde, maar ik wees hem de deur.

Ik heb altijd heel veel van dieren gehouden. Ik had een hond en die hond hielp mee, toen ik hem de deur wees. Hij stond tussen mij en hem in en viel hem aan. De hond had hij overigens ook vele malen mishandeld. Samen vochten we die dag voor onze vrijheid. Dat dat geen dag te vroeg kwam werd al heel snel duidelijk. Hij schreeuwde me te zullen vermoorden en probeerde me vervolgens te wurgen. Toen beet de hond hem in zijn been en arm. Hij vertrok!

De verdeling van de boedelscheiding ging moeizaam en nog vele malen probeerde hij weer invloed en druk op me uit te oefenen, maar ik hield stand. Uiteindelijk heeft hij me wel helemaal naar de financiële afgrond gedreven, want hij liet me ach-ter met €45000,= schuld. Hierdoor kon ik het huis niet betalen en dat was ik dus ook kwijt. Vele rechtszaken volgden. Hij schilderde me af als labiel en geestesziek. Doordat ik een advocaat van onvermogen had ( die niet zo hard liep) raakte ik al-les kwijt. Ik was de wanhoop nabij en wilde mezelf van het leven beroven. Op het moment dat ik daadwerkelijk wilde springen, ontmoette ik God. Een figuur die licht uitstraalde en met ongelooflijke (niet te beschrijven) liefde stond naast me en Hij strekte zijn armen naar me uit en ik bleef staan. Hoe ongelooflijk mooi deze er-varing ook was, ik deed er niets mee. Ik stopte het diep weg, en dacht er niet meer aan. Ik voelde een grote schaamte naar God en was overtuigd dat ik Hem niet waard was.

Ik kreeg een huisje in de stad op basis van de antikraak wet en had weer onderdak. Het was een moeilijke periode want ik had meerdere keren per week deurwaarders aan de deur, geen contact met familie, geen vrienden en stond er alleen voor. Het lukte om een baan te vinden en schulden af te lossen en regelingen te treffen.

Langzaam aan kwam er toch weer contact met familie en dat dankzij mijn schoon-zus. Ik kwam tot rust en zij bracht af en toe boodschappen mee, want ik leefde van 25 Euro per week. Op een dag vroegen mijn neefjes of ik met Pasen kwam brun-chen en mee zou willen gaan naar de kerkdienst. Ik wilde niets van de kerk weten maar besloot om toch maar mee te gaan om hen te plezieren. In die dienst gebeurde er wat bijzonders. Ik kon niet bij mijn familie zitten, de zaal was vol en ik kwam naast een oude man te zitten. De dominee wilde graag dat we voor elkaar zouden bidden en de man vroeg of hij voor mij mocht bidden. Ik vond het niks maar ge-dwee als ik was, reageerde ik positief. Hij legde zijn handen op me en bad. Vervol-gens ervoer ik een enorme warmte en liefde. Toen de dominee aan het einde van de dienst de zegen uitsprak, brak ik. Ik had vele jaren de zegen van God niet meer ge-hoord.

Ik vroeg mijn schoonzus om een Bijbel en kreeg die ook. Ik startte met lezen en uit-eindelijk ging ik ook bidden. Ik was weer terug bij God, en toen waren de proble-men voorbij? Nee dus….!!
Ik liet niemand dichtbij mijn hart komen, …ook God niet. Wel ging ik tijdelijk een veel rustiger leven leiden. Helaas stortte ik me toch weer in het uitgaansleven en viel terug in mijn gedrag van vroeger. Ik zocht wanhopig naar liefde en naar ie-mand die een relatie met mij wilde. Opnieuw viel ik regelmatig voor mannen die echt geen serieuze relatie met me wilden… maar slechts een leuke nacht. Ook begon ik, net als toen ik jong was, weer veel alcohol te drinken en iedere keer voelde ik me nog leger….. nog meer afgewezen en ….. nog eenzamer. Ik kon en wilde zo niet doorgaan. Ik verlangde naar God maar omdat ik me weer van Hem afgewend had en de verkeerde kant opgegaan was, durfde ik niet naar Hem toe te gaan. Ik was vol schaamte en schuld maar ik las in mijn bijbel dat God je zonden wilde ver-geven en je rein wilde maken. De bijbeltekst van Matheus 11: 28 en 29 Komt tot Mij allen die vermoeid en belast zijn en Ik zal je rust geven bleef in mijn hoofd ma-len alsook de tekst van Jesaja 1 vers 18: Al waren uw zonden als scharlaken, zij zul-len wit worden als sneeuw. Op een dag vond ik dat ik helemaal niets meer te verlie-zen had dus ging ik op mijn knieën, beleed alles aan God en vroeg Hem mij in ge-nade aan te nemen. Natuurlijk was ik de laatste die daar recht op had. Maar Hij was genadig!! Wat een Liefde; wat een wonder!!
Nadat ik God weer gevonden had en ik Hem gevraagd had in mijn hart te komen, brak ik volledig met dat ruige leven en drinken en richtte me op helen en verwer-ken. Ik zocht de rust op, had een aantal dieren waar ik veel van hield en waar ik mijn liefde aan kwijt kon en ook liefde van terugkreeg. Ik werkte, betaalde schulden af en kwam tot rust. Ik woog nog maar 48 kilo maar door de rust kwam ik lang-zaam aan weer tot een normaal gewicht. Ik verdiepte me veel in de psychologie om te begrijpen hoe mijn leven zo gelopen kon zijn en leerde over gedrag van mensen. Ook bezocht ik een psycholoog en die vertelde me dat vader en ex-partner een nar-cistische en/of antisociale persoonlijkheid hadden en ze leerde me dat, wat ik ook gedaan zou hebben, zij niet zouden veranderen en zelfs nooit van me zouden kun-nen houden. De wonden waren diep en heelden niet of moeizaam. Ik voelde me slachtoffer. Dat ikzelf allerlei gedrag en negatieve gedachten had ontwikkeld, daar kwam ik later pas achter, toen zag ik dat niet. Ik koesterde mijn slachtofferrol; dat was relatief veilig en geruststellend.

Wel was ik soms eenzaam. Aan de ene kant was ik blij dat ik alleen was en had ik geen enkele behoefte aan een man in mijn leven. Toch voelde het leven ook wel erg alleen. Niemand om iets mee te delen. Een vriendin van me vroeg me een avondje mee te gaan naar de zomerfeesten in Gorcum en hoewel ik geen zin had, wilde ik haar een plezier doen en ging mee. Ze stelde me voor aan een vriend van haar en hoopte dat wij elkaar leuk zouden vinden. Hoewel ik waardeerde dat ze me geluk gunde, wilde ik nog absoluut niet nadenken over een man of relatie. Dus haar kop-pelpoging zag ik niet zitten. Toch hielden hij en ik contact na die avond. Hij belde af en toe en soms spraken we af. Het was een lieve en zachtaardige man die ook heel veel in zijn leven had meegemaakt o.a. een disfunctioneel gezin, pleeghuis, verwaarlozing, afwijzing en we herkenden elkaar daarin. Ook vertelde hij me dat hij nog maar kort geleden gedoopt was en gelovig…. maar niet meer naar de kerk ging omdat hij er ook teveel hypocrisie en schijnheiligheid had ervaren en zich daar niet meer thuis voelde. Het feit dat hij gelovig was , haalde me over een relatie te beginnen. Ik dacht dat God hem gestuurd had. We hadden een fijne relatie en een paar mooie jaren totdat we besloten samen te gaan wonen. Beiden durfden we door eerdere ervaringen geen huwelijk meer aan en hoewel ik samenwonen niet echt bij-bels vond, was ik van mening dat God ons samengebracht had en dat het wel oké was.

Eind goed al goed, zou je zeggen, maar zo ging het niet. Toen we nog maar net sa-menwoonden ontdekte ik een heel andere kant van mijn partner. Veel woedeaanval-len, weliswaar niet op mij gericht. Maar als iets niet lukte dan vloog alles door de kamer. Ik begreep het niet en oude angst kwam boven. Ik was opnieuw in een on-voorspelbare relatie terecht gekomen met een man die, net als mijn vader en ex partner, van het ene op het andere moment volledig kon omslaan. Ook begon hij met alcohol. Hij had een zeer kwade dronk en dan was zijn agressie wel tegen mij gericht . Al snel viel de eerste klap. Je zou verwachten dat ik dit toch niet nogmaals liet gebeuren….. maar jawel hoor, al het oude gedrag kwam boven. Ik begon op mijn tenen te lopen, …te pleasen, …alles wat hij deed goed te praten, en hoewel ik echt wel wist dat dit niet gezond was, bleef ik bij hem en probeerde hem en alles om ons heen onder controle te houden. Zo werd ik een controlefreak. Ik veronderstelde dat als er maar niks fout ging,… als ik maar alles goed deed en regelde …dan zou-den er geen dingen gebeuren, waardoor hij zo kwaad kon worden. Ook probeerde ik hem weg te houden bij zijn pleegbroers die alcoholist waren en graag met hem aan de boemel gingen. Avonden heb ik in angst thuis gezeten, niet wetend waar hij was, wat hij deed en hoe hij thuis zou komen en langzaamaan bouwde zich in mij een enorme woede op. Gevoelens van woede, afwijzing, onrechtvaardigheid stapel-den zich op. Ik deed immers zo veel voor hem en dit was mijn dank. Opnieuw groeide ook mijn woede naar God en ik keerde me opnieuw van Hem af. Hij hielp me immers wéér niet… terwijl ik toch steeds bad voor een verbetering van de situa-tie.

Het ging steeds vaker mis, ik verloor het vertrouwen in mijn partner en werd steeds bozer en agressiever. Uiteindelijk schold en sloeg ik net zo hard terug en beschul-digde hem van van alles, de woede die ik al die jaren had opgekropt, kreeg hij volledig over zich heen. Dat dreef hem weer tot wanhoop, want hij bleef aangeven dat hij niet agressief wilde zijn. Hij beweerde zich ook te schamen voor zijn uitbar-stingen. En vertelde dat hij dronk om zijn eigen negatieve gedachten over hemzelf of om wat een ander hem aandeed, te kunnen vergeten c.q. niet te voelen. Maar in mijn ogen was hij net zo slecht als mijn vader en ex en ik vertrouwde hem totaal niet meer.

Dat er 2 compleet beschadigde mensen in een relatie zaten en dat we ieder onze ou-de pijnlijke ervaringen op elkaar botvierden, hadden we beiden niet in de gaten. Beiden zaten we inmiddels afwisselend vast in allerlei destructief gedrag; woede, agressie, depressie, please gedrag en daarna weer mega veel spijt en schaamte. Dat duurde tot het moment dat ik uit huis ben weggegaan na het zoveelste incident waarbij de buren zelfs de politie belden. Ik ging uit wanhoop naar mijn ouders. Van mijn vader ontving ik ineens onverwacht veel steun; mijn moeder was afstan-delijk en afwijzend. Zij wilde niet dat ik bij hen logeerde; in haar ogen hoorde ik naar huis te gaan en gewoon beter mijn best te doen. Mijn vader vertelde me dat hij mijn partner wel begreep, hij had nl. zelf ook last van hetzelfde gedrag als mijn partner en mijn vader vertelde me dat hij ook dingen deed vanuit onvermogen, een soort dwangstoornis. Hoe konden we deze vicieuze cirkel doorbreken?

Mijn schoonzus en broer schoten ons te hulp. Ze spraken met ons beiden en stelden voor om hulp te gaan zoeken. Ze waren van mening dat we beiden zwaar bescha-digd waren in ons leven en dat we eerst daarmee aan de slag moesten, voordat we een gezonde goede relatie konden ontwikkelen. Ze stelden voor een tijdje uit elkaar te gaan. Echter hoe zeer we elkaar ook konden bestrijden, we konden niet met ….. maar ook niet zonder elkaar. De toxische relatie was te sterk om uit elkaar te gaan. Het was net een verslaving, ondanks alles herkenden we toch de pijn in elkaar die we beiden hadden en dat schiep een band, weliswaar een heel ongezonde band, maar toch een band. Beiden hadden we immers ervaring opgedaan met geweldda-dige relaties en dan is dat echt een verslaving.

Mijn schoonzus nam me ook mee naar de allereerste 1e CR avond in 2015. Ze kent de teamleider en wist dat hij CR ging opstarten. Ik ging mee, meer om haar een plezier te doen dan voor mezelf. Toen ik begreep wat het programma inhield, rende ik er zo hard als ik kon vandaan. - No way- …dat ik vreemden iets over mezelf zou gaan vertellen, dat deed ik niet eens bij familie, laat staan vreemden. Bovendien was het een christelijk iets en God kon de boom in. Ook had ik me stevig in de slachtof-ferrol ingegraven. Er was er van alles mis met de mensen in mijn leven….. maar toch zeker niet met mij. Het was allemaal hun schuld dat ik zo reageerde. Ik was kennelijk nog niet toe aan Stap 1 van CR.

En zo kabbelde mijn leven nog 2 jaar door. Veel ups en downs thuis en zowel mijn partner als ik raakten volledig uitgeput. Nadat ik weer eens een keer van huis weg-liep en uit frustratie met levensgevaarlijke snelheid rondreed, was daar de stille stem van God. Hij vroeg me wat ik aan het doen was, of ik probeerde mezelf dood te rijden of dat ik toch eindelijk eens wat ging doen. Ik stopte de auto en bad . Ik schold tegen God, ik huilde en vertelde Hem alles. De volgende avond zat ik bij CR. Nu ik erop terug kijk is Spreuken 16 vers 9 waarheid geworden. Een mens stippelt zijn weg uit maar de Heer bepaalt de richting die hij gaat. En daar ben ik God zo dankbaar voor.

En hoewel ik naar CR bleef gaan, was ik geen enthousiaste deelnemer. Integendeel. Ik was zwijgzaam, vertelde niet veel over mezelf en diep van binnen bleef ik mijn slachtofferrol koesteren. Natuurlijk kreeg ik iedere week wel de ruimte om te praten. Langzaam aan werd ik iets opener, maar dat kostte me veel moeite. Ik was zo ge-wend geen emoties, behalve woede, te uiten, dat ik wel deelde, maar zodanig dat het leek alsof dat ik over iemand anders sprak: emotieloos en afstandelijk.

De lessen deden me wel veel. Ik leerde in de spiegel te kijken en begon langzaam toe te geven dat ook ik verkeerde gedrags- en gedachtepatronen had ontwikkeld..
Heel langzaam viel ook het kwartje dat ik weliswaar slachtoffer was maar ook net zo goed een dader. Ik zag mijn onverwerkte trauma’s onder ogen en wat dat allemaal met mij deed en had gedaan. Ik zag de vicieuze cirkel waardoor ik zo geworden was. Ik dacht er veel over na en probeerde mijn gedrag iig thuis te veranderen. Dat bleef niet onopgemerkt en langzaamaan veranderde mijn partner ook. Er was nog weleens wat, maar ik leerde niet kwaad te worden en erover te praten ipv ruzie te maken. Ook ging ik met andere ogen naar hem, mijn vader en moeder en de diverse exen kijken. Zou het misschien zo kunnen zijn dat ook zij handelden vanuit on-verwerkte trauma's ….. net als ik?

Ik moest onder ogen zien dat ik een enorme muur om me heen had gebouwd. En toen ging ik me kwetsbaar opstellen. Ja echt waar: Delen Is Helen. Het was zo fijn dat er geen veroordeling was, dat je niet de enige bent met negatieve ervaringen. Ik voelde me daar geliefd en gewaardeerd. En ik merkte dat Gods Heilige Geest met me aan het werk was. Hij liet me zien, stapje voor stapje, welke trauma’s ik had op-gelopen en wat de gevolgen waren geweest. Ik begon te helen en mijn houding, gedrag en gedachten begonnen te veranderen. Ik kon het gedrag van mijn vader en moeder vergeven toen ik besefte dat ook zij uit vanuit hun beschadigingen hadden gehandeld. Mijn ex kon ik vergeven en ook mijn partner. Het moeilijkste was de eerste persoon die mij als kind had misbruikt, te vergeven, dat heeft heel lang ge-duurd. Ik weet nog steeds niet waarom hij het deed maar dat doet er ook niet meer toe. Mezelf vergeven duurde heel lang. Ik zat vol schaamte en schuld en kon maar moeilijk geloven dat God mij echt had vergeven.

Ik leerde veel over mijn eigen gedrag en de achterliggende oorzaken daarvan. Ik kwam er ook achter dat angst mijn motivatie was geweest om alles en iedereen on-der controle te houden. Dit kostte mij enorm veel energie en had bovendien een ne-gatieve invloed op al mijn relaties. Ik liep een aantal keren vast in het CR- proces. Ik kwam erachter dat ik Stap 3 ten diepste niet echt had genomen. Ik had mijn leven niet echt in de handen van God gelegd, ik bleef ondertussen zelf de controle hou-den. Ik bad wel voor situaties maar wachtte daarna helemaal niet op God. Ik zette dan zelf al plan a, b of c in. Ik leerde dat God nooit weg is geweest, maar dat ik me steeds van Hem had afgekeerd en verkeerde keuzes had gemaakt. Maar Hij was er altijd, en psalm 23 werd voor mij waarheid, in mij hart en in mijn leven. De Heer is mijn herder, mij zal niets ontbreken. Hij brengt mij naar groene weiden, laat me rusten aan het water. Hij geeft me kracht en leidt me langs veilige paden zoals Hij beloofd heeft. Al ga ik door een diep donker dal, ik hoef geen gevaar te duchten want u Heer bent bij me, uw staf en uw stok beschermen mij. Uw goedheid, uw liefde ervaar ik mijn leven lang, in uw huis mag ik wonen tot in lengte van dagen.
.
God heeft CR gebruikt om mij te brengen waar ik nu ben. Dichtbij Zijn hart, ik ben zijn geliefde dochter en ik mag nu van Hem …en van alles wat Hij voor mij gedaan heeft, getuigen. Hij heeft, zoals Hij beloofd heeft, alles ten goede gekeerd. Is mijn leven nu helemaal op orde en ben ik volledig geheeld ? Voor een groot deel wel maar sommige beschadigingen zijn nog niet helemaal genezen. Zo heb ik nog steeds een afkeer van intimiteit en aanrakingen en heb ik een hechtingsstoornis maar ik weet zeker dat God mij daarin ook helpt en gaat helen.

Ik ben onze Vader zo enorm dankbaar, ik mag weer zijn zoals ik oorspronkelijk was bedoeld. Hij heeft me in Zijn kracht gezet. En iedere dag mag ik samen met onze Vader de stap zetten op mijn levensweg die Hij voor mij bereid heeft. Ik beschouw het als een mooie reis aan de hand van Mijn Vader en iedere dag ontdek ik nieuwe dingen, over mezelf maar vooral over Zijn grote liefde voor mij en voor jullie alle-maal. Wat er ook gebeurd is in je leven, hoe moeilijk het ook was of is, ik wil hier-bij afsluiten met de grootste les die ik heb mogen leren. Die staat in Romeinen 8 vers 38 en 39: Noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel zal mij kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onze Heer.


Hartelijke dank dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen.

hersteld van wantrouwen naar mensen, hoogmoed, egocentrisme en controledrang. Ik ben herstellende van een pornoverslaving

Hallo mijn naam is Pieter. Ik ben een dankbare gelovige en een geliefd kind van God. Ik ben hersteld van mijn wantrouwen naar mensen, hoogmoed, egocentrisme en controledrang. Ik ben herstellende van een pornoverslaving.

Ik ben opgegroeid als de oudste zoon in een gezin in Friesland. Mijn vader had een eigen dierenartspraktijk en mijn moeder verzorgde de administratie van deze praktijk en was huisvrouw. Na acht jaar enigst kind te zijn geweest, kwamen er een pleegzusje en pleegbroertje bij ons wonen. Mijn ouders waren namelijk bezorgd dat zij geen kinderen meer zouden kunnen krijgen. Dit bleek een misrekening te zijn, want een aantal jaren later kregen mijn ouders nog twee dochters. Uiteindelijk vormden wij een gezin met vijf kinderen. Ondanks de wat grotere leeftijdsverschillen en het feit dat er biologische en pleegkinderen waren, was de thuissituatie goed en stabiel.

Mijn beide ouders waren overtuigd atheïst. Iedere religieuze dwaling in hun ogen werd breed uitgemeten. Een voorbeeld hiervan is dat mijn vader op een bepaald moment breed lachend thuis kwam. Tijdens de gemeentevergadering in Staphorst was er een discussie geweest over het aanleggen van een telefoonlijn. Moest de kabel boven de grond door middel van palen of onder de grond, wat minstens tweemaal zo duur was? Uiteindelijk is besloten om deze telefoonverbinding onder de grond aan te leggen. Dat gebeurde op basis van de tekst: 's HEEREN goedheid kent geen palen’ (Psalm 25: 4 berijmd). Mijn beide ouders hebben zich hier enorm over verkneukeld!

Deze atheïstische instelling heb ik van mijn ouders overgenomen. Ik had geen flauw idee wat een persoonlijke relatie met God moest voorstellen. Ik kende alleen religie. In mijn beleving waren gelovige mensen een stelletje hypocrieten die A zeiden en B deden. Hierdoor leerde ik al snel dat gelovigen niet te vertrouwen waren. Die moest je op afstand houden.

In mijn lagere schoolperiode bestond er in het Friese dorpje Witmarsum maar één kledingstijl voor de jongens: Een spijkerbroek met klompen of laarzen. Schoenen kon ook nog wel, maar dat was het wel zo'n beetje. Mijn moeder ging op enig moment een weekend naar haar schoonzuster in Baarn en zag mijn neven rondlopen in wat zij vond- beeldschone kleren. De maandag daaropvolgend ging de 9-jarige Pieter niet naar school in een spijkerbroek, maar in een corduroy knickerbocker, met daaronder geruite kousen en sandalen, en daarop een overhemd met vlinderdas en chaletje. Het prinsje was aangekleed!

Op school was het commentaar niet van de lucht: ‘Wat heb jij een stomme kleren aan!’
Dat was geen succes. Ik voelde mij door mijn moeder echt belachelijk gemaakt en verraden door mij deze kleren aan te trekken . Als gevolg hiervan vond er een omslag in het denken van de 9-jarige Pieter plaats. Ik trok de conclusie dat niemand, en vrouwen al helemaal niet, te vertrouwen waren. Ze zetten je zomaar voor schut!

Deze conclusie zorgde ervoor dat de relatie met mijn moeder altijd heel oppervlakkig en wat afstandelijk is gebleven. Er was tussen haar en mij absoluut geen sprake van hart tot hart communicatie. Gedurende ons huwelijk heeft mijn vrouw voor het grootste deel de communicatie tussen ons en mijn moeder in gang gehouden. De relatie met mijn vader daarentegen was wel warm en liefdevol. Tot mijn vader in 1999 overleed, belde ik hem elke zondagavond op om het weekeinde en de voetbalwedstrijden te bespreken.

Doordat ik voor mezelf had geconcludeerd dat niemand te vertrouwen was, zorgde ik ervoor dat ik altijd een plan B had en nam ik voorzorgsmaatregelen dat niemand mij ooit meer pijn kon doen. Mijn motto was: “Zorg dat je in alles wat je doet, bij de beste behoort. Laat nooit maar dan ook nooit, het achterste van je tong zien. Er is er maar één belangrijk en dat ben ikzelf.” Door vast te houden aan dit motto, werd ik een enorm egoïstisch en hoogmoedig mannetje. Maar dat is een conclusie die ik pas na mijn bekering heb getrokken.

Na de middelbare school heb ik een HBO opleiding als stuurman groothandelsvaart gevolgd. Enkele jaren heb ik in de zeevaart gezeten en daardoor grote delen van de wereld gezien.

Nadat ik terugkwam van een lange zeereis werd ik in de haven opgehaald door mijn vader. In de auto hadden we op een gegeven moment samen een gesprek over relaties en vrouwen. Ik zei spontaan : ‘Als ik een leuke dame tegenkom, dan zeg ik geen “nee”. Dat heb ik geweten, want tijdens mijn eerstvolgende verlof leerde ik mijn toenmalige vrouw kennen. Doordat ik iedereen wantrouwde, en bovenal vrouwen , mag het oprecht een Godswonder heten dat ik 28 jaar getrouwd ben geweest en dat we 2 fantastische kinderen hebben gekregen.

De lange afwezigheid van thuis brak al snel op en ik oriënteerde me op werk dichterbij. Tijdens enkele open dagen kwam ik een vacature tegen bij de Rijkspolitie te water. Hierdoor ben ik na mijn huwelijk overgestapt van de zeevaart naar de Rijkspolitie op het water. Tijdens deze opleiding kwam ik erachter dat ik het op het land sneller zou leren dus ben ik overgestapt naar de Rijkspolitie. Daar ben ik 28 jaar lang als forensisch analist gewerkt. Dit hield in dat ik analyses maakte van ernstige ongevallen waarbij ik aan de hand van sporen moest vaststellen wat er precies was gebeurd.

Bij de politie ontdekte ik dat het voor kollega’s bijna onmogelijk was om soepel met mij samen te werken. Ik was hard en doelgericht. De maatschappij en zeker ook het politiewerk heeft veel wetjes en door mijn opleiding wist ik deze allemaal zo op te lepelen. Als gevolg hiervan en ook als gevolg van mijn hoogmoed, wist ik het altijd beter. Daardoor waren ideeën van anderen in mijn ogen per definitie waardeloos. Dat liet ik de ander dan ook op de meest botte manier weten. Achteraf heb ik moeten concluderen dat het mij ontbrak aan empathie of geduld om mij in te voelen in de situatie van de ander.

Naast mijn werk bij de politie startte ik ook een eigen consultancy bedrijf. Hierdoor was ik veel van huis weg. Ik werkte of full-time bij de politie of ik was bezig met mijn eigen bedrijf.

Toen ik ontslagen werd bij de politie, had ik mijn eigen bedrijf achter de hand en heb daardoor nooit zonder werk gezeten. De relatie met mijn vrouw was altijd respectvol en we genoten samen van het opgroeien van onze kinderen. Na een jaar freelance te zijn geweest, stelde ik aan mijn vrouw voor om het bedrijf op mijn naam te zetten en het huis op haar naam. De reactie van mijn vrouw was: ‘Dan blijf je aan het ondernemen! Dan wil ik scheiden.’ Ze was bang dat ik doorsloeg en een workaholic zou worden. Dat was haar angstbeeld. Ik ben akkoord gegaan met haar wens om te scheiden en in 2014 ben ik bij haar weggegaan en officieel zijn we in 2015 gescheiden.
Schrik niet: de scheiding heb ik als iets fantastisch ervaren! Eindelijk hoefde ik voor niemand anders dan alleen voor mezelf te zorgen. De valkuil is alleen dat de sleur van nietsdoen ook heerlijk is. Mijn ex en ik ontmoeten elkaar ook nu nog regelmatig en ondertussen zijn we de trotse grootouders van 2 fantastische kleinzoons.

Na mijn scheiding in 2015 heb ik mij aangesloten bij Landmark Worldwide. Dit is een professionele trainings- en ontwikkelingsorganisatie waarbij de focus ligt op communicatie. Deze organisatie claimt dat zij A-politiek en A-gelovig is, maar nu kan ik met zekerheid zeggen dat grote delen van de opleiding van Landmark nagenoeg 1 op 1 gekopieerd zijn uit de Bijbel.

In datzelfde jaar, tijdens een conferentie van Landmark Forum in Londen, werd ik uitgedaagd om het goed te maken met iemand die ik nog niet had vergeven. In mijn gedachten werd ik al snel bij mijn moeder bepaald. Ik besloot er geen gras over te laten groeien. Vanuit Londen belde ik mijn moeder op om vergeving te vragen voor het vijftig jaar lang koesteren van wrok en het wantrouwen naar haar. En dit alles doordat zij mij voor schut had gezet door mij aan te kleden als ‘prinsje’. Met als gevolg dat we gedurende zoveel jaren een kille en oppervlakkig relatie hadden gehad.
Mijn moeder was heel erg aanwezig in het gesprek, ze luisterde, stelde goede vragen, kortom het was een fijn gesprek. Het gesprek sloot ik af met de volgende woorden: “Lieve mam, ik weet dat je zielsveel van ons, je kinderen, houdt. En ik hoop dat je weet dat het omgekeerd ook zo is, ook al zeg ik het eigenlijk nooit. Dus bij deze lieve mam, ik houd heel veel van je!”

Het gevolg van dit telefoongesprek was dat het mogelijk werd om de relatie met mijn moeder te normaliseren, maar ik moest zelf aan dit herstel werken. Tijdens mijn Celebrate Recovery proces heb ik haar nogmaals mogen vergeven.
Toen heb ik de genezende kracht van vergeving nog diepgaander mogen ervaren. Ik kan nu oprecht tegen haar zeggen: ‘Ik houd van je en ik ben blij dat je er nog bent.’ Toch ga ik nog geen diepgaande gesprekken met mijn moeder aan, omdat zij nog steeds veroordelend is richting de maatschappij. Ik bid voor haar dat ze milder mag worden, maar ik heb ook ontdekt dat ik haar niet kan veranderen.

Het leven dat ik na mijn scheiding ben gaan leiden is mijn eigen keuze geweest en ik sta nog steeds achter de besluiten die ik heb genomen. Uit mezelf ben ik in 2000 gestopt met roken. In 2007 had ik na een etentje een enorme kater opgelopen. Een vriend vroeg toen: ‘Waarom stop je niet helemaal met drinken?’ Dat was een goede vraag. Ik ben toen gestopt met drinken en heb daarna tot op de dag van vandaag geen slok alcohol meer gedronken. Op dit moment worstel ik nog wel met pornografie, waarbij ik telkens weer Gods hulp moet zoeken, want ik kan niet in eigen kracht deze verslaving doorbreken.

Al sinds mijn kindertijd, ben ik op zoek naar het waarom. Ik kon me eigenlijk niet voorstellen dat God wraakzuchtig is en dit leidde tot een spirituele zoektocht naar antwoorden. Tijdens die zoektocht heb ik mij in veel verschillende zaken verdiept. De antwoorden waar ik al die jaren naar op zoek was, vond ik uiteindelijk in de Bijbel. Ik kwam erachter dat Jezus de perfecte leider is.

In 2016 werd ik door een vriendin uitgenodigd om eens mee te gaan naar Crossroads, een kerk. Ik aarzelde, maar liet me overhalen. Mijn overweging was: ‘Baat het niet dan schaadt het ook niet’. Zo stapte ik stapte op een zondagochtend een zaal binnen waar ongeveer 800 mensen aanwezig waren die op dat ogenblik aan het zingen waren. Ik dacht bij mijzelf: “Wat voor een happy clappy family is dit dan?” Ietwat van de schrik bekomen keek ik om me heen en moest constateren dat iedereen er heel gewoon en blij uitzag. Hierdoor kon ik me wat ontspannen.

Na het zingen kwam de pastor naar voren en begon te preken. Echter voor mij was het alsof ik 30 jaar terug in de tijd werd geslingerd. Dit herkende ik! Deze man was voor mij niet aan het preken, hij was marketing aan het doen. Ik had alleen geen idee waar het over ging, maar zijn manier van vertellen was voor mij zo enerverend, inspirerend en motiverend dat ik er hoe dan ook meer van moest weten. Dus werd ik lid van Crossroads. En tot op de dag van vandaag ben ik deze gemeente trouw geweest.
Ik heb altijd redelijk makkelijk kunnen leren en lesstof tot mij kunnen nemen. Daar had ik nu voordeel bij. Iedere cursus die er werd aangeboden bij Crossroads volgde ik. Zo volgde ik onder andere een Alpha-cursus en een Grow 2 cursus.

Ik kan nu met zekerheid zeggen dat ik tijdens het Alpha-weekend in 2018 bewust tot geloof ben gekomen. Eén van de begeleiders vroeg tijdens dat weekend aan mij: ‘Wat zou je doen als Jezus daar zou zitten?’ Dus ik draai mij om en …… ik zie daar Jezus zitten. Ik was sprakeloos….Toen kon ik er niet meer omheen dat God daadwerkelijk bestond. En dat Hij mij op het oog had.. Ik ben de begeleiders enorm dankbaar, want de Alpha-cursus voelde voor mij echt als thuiskomen.

Deze ontmoeting met Jezus heeft tot gevolg gehad dat ik in 2019, op 61 jarige leeftijd ben gedoopt. Ik was vergeten dat ik een vrije keus had. Voor mij is het volgen van Jezus het volgen van de Weg, de Waarheid en het Leven. Hem volgen betekent voor mij: steeds dichterbij God komen.

Tijdens het Alpha-weekend in 2018 was daar opeens mijn broeder die tegen me zei: “Pieter, ik heb je in de nabije toekomst nodig voor de prison ministry.” Het is moeilijk om te beschrijven wat er dan door je heengaat. Ik begreep totaal niet waarom juist ik, gevraagd werd. Ik had immers nooit in detentie gezeten en was dus geen ervaringsdeskundige. Ik begon langzaam te ontdekken dat God door mensen heen werkt. Dus het besef dat God jou deelgenoot maakt van zijn Koninkrijk, dat besef maakte mij in ieder geval nederig en intens dankbaar!

De prison ministry bleek achteraf gezien ook mijn kennismaking met Celebrate Recovery te zijn. De ervaringen van deze periode zijn er teveel om op te noemen, maar wat mij het meest heeft geraakt is het feit dat ik mijn eigen relatie met God heb zien veranderen. In het begin van mijn leven was God een fabeltje voor domme mensen. Tijdens mijn spirituele zoektocht was ik op zoek naar Hem. Na mijn bekering begon zijn Heilige Geest in mij te werken en groeide ik van een gereserveerd, observerend en klinisch mannetje naar een man van vertrouwen, empathisch en onvoorwaardelijk liefdevol. ( Ik ben overigens nog niet klaar met groeien (😊)

Sinds mijn scheiding woon ik in een chalet in Friesland. Na verloop van tijd ben ik op verzoek van mijn twee zusjes bij mijn moeder ingetrokken om mantelzorg te kunnen verlenen. Mijn chalet heb ik toen in bruikleen gegeven aan twee mannen. Gedurende de periode dat ik mantelzorg aan mijn moeder verleende, ging het steeds beter met haar. Ondertussen wordt de periode dat ik mijn chalet verhuur verlengt, waardoor ik langer dan oorspronkelijk gepland, bij mijn moeder blijf wonen . Na een jaar ontstaan er wrijvingen tussen ons, waardoor mijn moeder mij vroeg om weer op mezelf te gaan wonen.

Ondertussen had ik een eigen adviesbedrijfje opgezet om in mijn levensonderhoud te voorzien.
In deze periode dat ik mantelzorg verleende, kreeg ik te maken met oplichting. Als betaling voor verleende diensten kreeg ik een ongedekte cheque van 10.000 euro. Dat was een flinke schadepost. Daarnaast werd mijn wachtgelduitkering van de Rijkspolitie overgebracht naar een andere verzekeringsmaatschappij. Hierdoor kwam ik in een steekproef terecht met als gevolg dat mijn inkomsten uit mijn eigen consultancybedrijf niet werden meegerekend. Ik moest gaan solliciteren, wilde ik deze uitkering behouden.
Het bleek voor mij achteraf gezien best ingewikkeld om afstand te nemen van mijn sterke ego. De ‘ oude’ Pieter deed zich nog regelmatig gelden ten koste van de ‘nieuwe’ Pieter die Jezus lief had en Hem wilde volgen. En soms is het er nog steeds een innerlijke strijd. . Dan besloot ik dat ik het wel in eigen kracht kon, en ging ik niet solliciteren. Dan maar weer in eigen kracht een poging doen om het hoofd financieel boven water te houden door mijn eigen consultancybedrijf. Dit lukte niet en zo moest ik erkennen dat ik machteloos ben en de situatie niet meer in de hand had. Op een gegeven moment zat ik niet alleen zonder financiële inkomsten, maar doordat mijn moeder mij had gevraagd om weer op mezelf te gaan wonen, was ik ook nog eens dak- en thuisloos.

Ondertussen volgde ik het Celebrate Recovery programma in Amstelveen. Eén van de deelnemers bood spontaan aan dat ik tijdelijk in zijn camper mocht wonen. Hier was ik zo enorm dankbaar voor! Totdat deze persoon ging verhuizen, met als gevolg dat ik opnieuw geen dak boven mijn hoofd had. Ik ben toen terecht gekomen bij de nachtopvang en de crisisopvang van het Leger des Heils. En ik stelde vast dat ik op de bodem van mijn bestaan terecht was gekomen. Van daaruit ben ik verder geholpen zodat ik in de schuldsanering terecht ben gekomen en nu een plek voor mijzelf heb, met een weektoelage.

Tijdens mijn periode bij het Leger des Heils hoorde ik een fenomenale preek van een zuster. Zij vertelde dat als ze bij een dak- of thuisloze binnenkomt, zij niet direct begint te spreken over God en de Bijbel, maar deze persoon eerst een douche, een maaltijd en een bed geeft. Als men wat gesetteld is dan ga je samen opzoek naar het hoe en waarom deze persoon in deze situatie terecht is gekomen. Dan komt er mogelijk een moment dat je het vertrouwen van deze persoon hebt gekregen en als deze persoon dan ook nog geïnteresseerd lijkt dan kun je hem of haar heel voorzichtig vertellen over Gods vrede en hoe jij tot de keuze bent gekomen om Jezus te aanvaarden als je Redder en om te dienen in Gods Koninkrijk. Op deze manier kun je heel eenvoudig een ambassadeur van Gods Koninkrijk zijn.
Deze benadering was zo anders dan ik in het verleden had meegemaakt! Daarbij hadden mensen mij direct met religie om mijn oren geslagen!

Deze principes probeer ik nu ook in mijn gesprekken met mensen toe te passen. Ik probeer te begrijpen wat een ander probeert te vertellen. Om zo na te gaan waar de pijn en wat het verlangen en de droom van de ander zijn. Op die manier probeer ik een relatie aan te gaan die gebaseerd is op vertrouwen. Als dat mij lukt, dan voel ik mijn intens gelukkig!

Een mooi gezegde vind ik: ‘Practice what you preach.’ Hiermee bedoel ik: ‘Doe wat je zegt, zeg wat je doet en laat ook zien dat je doet wat je zegt. Voor mij is dit de praktische vertaling van het verhaal van de zaaier in Mattheüs 13 vers 1 tot en met 9.

Wat ik bij Celebrate Recovery heb mogen leren is dat het zo belangrijk is om geen ongevraagd advies te geven, maar te wachten tot er iets gevraagd wordt. Dan is het zaak om zo eerlijk mogelijk antwoord te geven en ook eerlijk te zijn als je het antwoord niet weet. Ook heb ik mogen leren dat het belangrijk is om mijn keuzes af te stemmen op God. Door dit steeds vaker te doen, kreeg ik langzamerhand steeds meer rust en vrede in mijn hart. Ik heb mijn oude, impulsieve emoties mogen begraven. Als gevolg hiervan ben ik evenwichtiger geworden en kan ik weloverwogen beslissingen maken en gesprekken voeren. Bij Celebrate Recovery heb ik mogen leren om leiding te geven aan medebroeders en om met hen om te gaan. Ik ben enorm dankbaar dat ik deze kans en mogelijkheid om deel te nemen, heb gekregen.

Het moeilijkste vond ik het belijden van mijn disfunctionele gedrag, het om vergeving vragen aan de mensen die ik pijn had gedaan en het weer goed te maken met hen. Hier was veel moed voor nodig en God heeft mij die moed geschonken. God heeft me na mijn nederige knieval bevrijd van schuldgevoelens.

Op dit moment verlang ik naar meer van God in mijn leven. Doordat ik nog zo kort Christen ben is mijn Bijbelkennis nog erg beperkt en is ook bidden voor mij nog niet ‘gewoon’. Hierin zou ik graag meer willen groeien, om dichter bij Gods hart te komen.

Mijn grootste passie is om mensen naar de Heer te brengen. Dit op basis van Stap 1 van Celebrate Recovery: “Ik geef toe dat ik machteloos sta tegenover mijn pijn, verslavingen en verkeerde gewoonten dat ik deze niet meer in de hand heb.” En Stap 3: “Ik besluit om mijn leven én mijn wil over te geven aan Gods leiding en zorg.” Dit zijn voor mijzelf de meest uitdagende, maar ook de moeilijkste stappen geweest en ik wil nu graag anderen door deze stappen heen leiden. Op basis van deze stappen, die voor mijn gevoel de kern van de vier evangeliën weerspiegelen, heb ik samen met God heel eenvoudige trainingen mogen ontwikkelen. Tijdens deze trainingen mag ik uitleggen over Jezus, de zoon van God die graag Zijn vrede aan jou wil schenken. Tijdens deze trainingen mag ik ook getuigen hoe het mijn keuze is geweest om Jezus te gaan volgen en hoe ik Zijn vrede in mijn hart heb ontvangen. Hoe ik heb mogen leren om mijn eigen verantwoordelijkheid te nemen over mijn daden.

Dit door leiding te geven aan de enige persoon, waar ik echt invloed op heb; dat ben ikzelf. Samen met deze visie en Gods verlangen om Zijn vrede in ons hart te brengen, ga ik samen met mensen op zoek naar hun dromen en help ik hen om samen met God deze dromen te verwezenlijken.

Mijn grootste verlangen is dan ook, zodra het kan, om mensen te gaan enthousiasmeren om deel te nemen aan het groeiprogramma Celebrate Recovery, Zodat er meer mensen de Heer als hun Vader, Koning en God mogen aannemen. Ik hoop er voor hen te kunnen zijn door hen bij CR te brengen en hen daar te laten groeien in hun relatie met God.

Nog steeds heb ik lang niet alle antwoorden op de vragen die mensen kunnen stellen. Maar ondertussen heb ik geleerd dat ik ook niet alle antwoorden hoef te hebben. Ik mag mij laten leiden door God en de Heilige Geest. Door daarvoor open te staan, kan en wil God door mij heen werken.

Ik verlang ernaar dat mijn relatie met God zich dagelijks blijft verdiepen tot het moment dat ik ontwaak in Zijn armen of tot het moment dat Jezus terugkeert naar de aarde. Voor mij is het leven zo simpel geworden: ik hoef niets meer te bewijzen aan de wereld, want ik heb mijzelf en mijn leven toevertrouwd aan Gods leiding en zorg. God is het leven in mij, mijn voortdurende ondersteuning, mijn gezondheid, mijn bescherming, mijn volmaakte vervulling van iedere behoefte en mijn inspiratie voor het leven. Geloven in God betekent dat al Zijn woorden waar en betrouwbaar zijn, ondanks dat Zijn woord al meer dan 6.000 jaar oud is. En dat ik samen met de Heilige Geest Zijn Woord mag uitleggen. Dit betekent dat ik nu dagelijks de Bijbel lees en bestudeer en Zijn woorden overpeins en overdenk.

Ik verlang ernaar om een samenwerking aan te gaan met Celebrate Recovery en C.B.M.C.. C.B.M.C. is een netwerkorganisatie van christelijke ondernemers. Als deze twee organisaties de handen ineen slaan, dan zijn wij, menselijk gezien, niet te stoppen!

Op dit moment probeer ik dienstbaar te zijn aan mijn broeders en wil ik God de eer geven door vanavond mijn Persoonlijk Verhaal te vertellen. Ook probeer ik dienstbaar te zijn door mee te werken en te faciliteren aan projecten die welvaart en vrede brengen. Dit kan ik absoluut niet alleen en daarvoor heeft God meer ambassadeurs nodig die bewust de keuze hebben gemaakt om Jezus te aanvaarden als hun Heer en Meester en bereid zijn hun leven en hun wil over te geven aan de leiding en zorg van God.

Door hier vanavond mijn Persoonlijk Verhaal te delen wil ik jou aanmoedigen om ook genezen en geheeld te worden door God. Hij wil een persoonlijke relatie met jou aangaan. God heeft mij grondig veranderd. Ik was een rokende, drinkende, seksverslaafde éénling, die niet in staat was om met geld om te gaan en ongelimiteerde schulden maakte. Nu ben ik ethisch getransformeerd, empathisch en Hij heeft me gezegend met een heldere visie voor de toekomst. Ik ben bereid om 24/7 te dienen in Gods Koninkrijk. Voor mij was er hoop. God deed wat bijna onmogelijk was. Dan is er voor iedereen die durft te geloven en zijn leven en zijn wil aan de leiding en zorg van God durft toe te vertrouwen ook HOOP!

Ik ben God dankbaar dat Hij mij lief heeft en heeft veranderd! Dat Hij mij altijd trouw is gebleven en dat Hij mij heeft geleerd dat ik onvoorwaardelijk geliefd ben. Dat Zijn liefde voor mij niet afhankelijk is van wat ik doe, maar dat ik geliefd ben omdat God ervoor gekozen heeft om mij lief te hebben. Hij heeft mij geleerd dat als ik vertrouw op Hem dat ik in staat ben om alles te doen wat HIJ van mij vraagt, omdat Hij mij daarvoor de kracht geeft.

Hartelijk dank dat ik vanavond mijn Persoonlijk Verhaal heb mogen delen.

Hersteld van angst voor God, onzekerheid over mezelf, controledwang, hoogmoed en pleasegedrag.

Ik ben Agnita en voel me nu een geliefd kind van God.

Helaas heb ik dat niet altijd zo ervaren. Vroeger was ik eerder angstig voor God. Beter gezegd: ik was bang voor de almacht van God.
Mijn jeugd werd gekenmerkt door onzekerheid over mezelf, ik had ook last van angstaanvallen en wilde bij voorkeur zelf de controle in handen houden. Ik had dus te kampen met controledwang. Daardoor werd ik hoogmoedig en ik vertoonde please-gedrag. Ik wilde zo graag geliefd worden door anderen. Door dit gedrag heb ik andere mensen, maar ook mezelf veel pijn gedaan.

Op 15 maart 1971 ben ik geboren. Dit was voor zowel mijn ouders als voor mij als baby een heftige bevalling. Omdat ik niet meer ademde en klem zat in het geboortekanaal, moest de verloskundige mij er letterlijk met geweld uit trekken. Dat bleef niet zonder gevolgen. Nog diezelfde dag bleek dat mijn arm beschadigd was, of misschien zelfs wel verlamd. Nog dezelfde dag werd ik voor verder onderzoek naar het ziekenhuis overgebracht. Pas onlangs heb ik me gerealiseerd dat deze gebeurtenissen een enorme invloed op mijn verdere leven hebben gehad. Trauma’s kun je ook oplopen als baby!!
Ongeveer een half jaar na mijn geboorte begon ik spontaan mijn arm te bewegen, alleen wel met een aantal beperkingen. Die beperkingen ervaar ik nu nog steeds.

Mijn wieg stond in een liefdevol gezin, met mijn oudere zus, en later, mijn jongere broertje. Mijn vader was toen verzekeringsagent, wat betekende dat hij vaak in de avond weg was. Op weg naar cliënten om polissen te verkopen en schades af te handelen. Maar overdag en in de weekenden namen hij en mijn moeder altijd de tijd voor ons en deden we vaak leuke dingen met elkaar.
Mijn moeder maakte in de ochtenduren het huis schoon bij mensen in de buurt zodat zij thuis kon zijn als wij uit school kwamen. Daar ben ik haar nog altijd dankbaar voor, want als wij uit school kwamen stond de thee al klaar en was zij er om naar onze verhalen te luisteren. Ik heb mijn ouderlijk huis ervaren als een warm nest met voldoende liefde en aandacht voor ons als kinderen.
Als gezin hebben wij het altijd heel fijn met elkaar gehad, en nu nog steeds hebben we een goede band met elkaar, waar ik God en mijn ouders ontzettend dankbaar voor ben.
Met ons gezin gingen wij naar de Gereformeerde kerk in Sneek, mijn vader was gereformeerd opgevoed en mijn moeder had van haar vader weinig mee gekregen wat het geloof betreft.

Mijn moeder had God leren kennen toen zij bij haar oudere broer en zijn vrouw ging wonen. Zij gingen destijds als ik mij niet vergis, naar een baptistengemeente. Thuis las mijn vader elke dag na het eten uit de kinderbijbel, en onlangs hebben mijn ouders het huis eens grondig opgeruimd en besloten ze mij deze Bijbel te geven, omdat zij weten hoe belangrijk mijn geloof voor mij is, en dit cadeau betekent heel veel voor mij.

Op zondag gingen we met elkaar naar de kerk, en wat mij vooral is bijgebleven is dat ik de preken van de dominee vaak beangstigend vond, omdat ze in mijn belevingswereld meestal over zonde en straf gingen.
Het zinnetje “ God ziet alles, en straft onmiddellijk” zat diep in mijn geheugen gegrift. Ik werd hierdoor steeds banger voor God, en was altijd aan het opletten of ik iets verkeerds deed. Op deze manier kreeg ik weliswaar ontzag voor God, maar wel vanuit verkeerde motieven.

Toen ik twaalf jaar oud was, is mijn opa overleden. Mijn vader had het hier erg moeilijk mee, mede door de ruzies die er in de familie ontstonden. Op een avond toen hij er helemaal doorheen zat zocht hij contact met onze gemeente, maar op dat moment konden zij geen hulp bieden. Dit was het moment dat wij als gezin afstand hebben genomen van de kerk. Gelukkig werden we nog wel door onze ouders gelovig opgevoed, en bleven we uit de Bijbel lezen.
Ook ik heb daarna in de loop der jaren het hoofdstuk kerk voor mezelf afgesloten, want bij zo’n instantie wilde ik niet horen. Ik was trouwens ook teleurgesteld in God, dat Hij dit soort mensen liet voorgaan in de kerk, terwijl ze hun medemens aan hun lot overlieten, ik begreep dat niet.

In mijn pubertijd was ik heel onzeker over mijzelf, en begonnen de beperkingen van mijn arm zijn tol te eisen. Er werden vaak dingen aangepast voor mij, en sommige hobby’s zoals turnen en majorettes moest ik opgeven omdat dit niet lukte.
Hier werd de basis gelegd van mijn onzekerheid. Het werd een steeds terugkerend patroon in mijn denken: ”Waarom zal ik het proberen, ik kan dat toch niet.” En dit zinnetje heeft totdat ik aan CR begon, altijd in mijn koppie gezeten, en die onzekerheid kwam tot uiting in mijn gedrag en houding.

In 1991 leerde ik mijn man Fred kennen. Hij was net klaar met zijn studie in Leeuwarden en liep stage in Nijmegen. In 1992 kreeg Fred een baan aangeboden bij de TU Delft, en ben ik vanuit Sneek naar het westen verhuisd waar Fred geboren en getogen was. En deze verandering van woonomgeving had ik iets verkeerd ingeschat. Ik dacht mij als Friezin wel even zonder problemen aan te passen, maar het leven in Delft was heel anders dan in Friesland. De werkdruk was hier veel hoger; het leven was stressvoller. Ook gingen de mensen hier heel anders met elkaar om dan dat ik gewend was. Men was harder tegen elkaar, en de band die ik met mijn familie had ontwikkeld, kon ik niet opbouwen met mijn schoonfamilie. Ik voelde me vaak alleen, en gaf hen eigenlijk de schuld hiervan. Ik had verwacht dat zij mij wel zouden opvangen en begeleiden. Ik plaatste mezelf steeds vaker in de slachtofferrol. Het gevolg was dat ik geen goede relatie had met mijn schoonfamilie, en dit zorgde voor veel spanningen tussen Fred en mij. Hij zag het niet, zoals ik het ervaarde.

In 2001 werd onze dochter Kim en in 2005 onze zoon Leon geboren, dit waren werkelijk cadeautjes van God, aangezien we anticonceptie gebruikten. Ik was namelijk heel erg bang om zwanger te worden, en dan vooral voor de eerste maanden waarin veel vrouwen zich misselijk voelen. In mijn kindertijd is er iets gebeurd, wat ik zelf niet meer weet, waardoor ik een hevige angst heb gekregen voor ziek zijn, en specifiek voor misselijkheid en overgeven.
Maar God greep gelukkig in, en ondanks dat ik toen nog niet de band met Hem had, die ik nu heb, ervaarden we allebei dat God ons hierdoor heen heeft geleid.
Mijn beide zwangerschappen verliepen heel goed en ik kon volop genieten van mijn kinderen.
Na de geboorte van Kim merkte ik dat ik me weer wilde aansluiten bij een kerk. Al enige tijd vergezelde ik Fred naar de katholieke kerk, en ervaarde daar dat God ook liefdevol kon zijn, en ik heb tijdens de Paaswake mijn Heilig Vormsel ontvangen, want ik koos op dat moment ervoor om God toe te laten in mijn leven.

Helaas kwam na enkele jaren de angst voor het overgeven weer terug. Mijn eerste paniekaanval kreeg ik toen mijn dochter ziek uit school kwam, zij had gespuugd.
Dat alles werd me toen te veel en in blinde wanhoop vluchtte ik een aantal dagen met onze zoon weg uit ons huis. Ik kwam terecht in het huis van een oom en tante van Fred. Achteraf gezien was het onverantwoordelijk, maar op dat moment kon ik mijn houding niet meer verstandelijk beredeneren. Paniek zorgde ervoor dat ik terugviel tot een basis reactie: wegvluchten! Dat heeft me later veel verdriet gedaan. Ik had immers als moeder mijn zieke kind alleen gelaten. Ook al was Fred op dat moment thuis en heeft hij haar liefdevol verzorgd.

Maar ook voor hem was dat een hele nare situatie. Als vrouw en moeder wegvluchten en je man met een ziek kind achterlaten. Nee; dat was achteraf gezien een drama voor alle betrokkenen. Langzamerhand kwam ik tot de overtuiging dat mijn angst en onzekerheid veel groter was dan ik ooit had beseft. Hoe kun je als moeder je kind zo alleen laten. Ik heb me hier jaren schuldig over gevoeld, en dat uitte zich in mijn handelen, ik deed alles om het mijn kinderen naar de zin te maken. Dat is, zoals achteraf is gebleken, bij hen soms als beklemmend overgekomen. Tijdens CR ben ik dit gaan inzien en heb ik mijn fouten mogen toegeven aan God, aan mezelf en aan mijn kinderen, en heb hen om vergeving durven vragen.

In die periode durfde ik toe te geven dat ik me machteloos en gefrustreerd voelde. Wellicht denk je nu dat dit Stap één was van het CR programma. Maar helaas; in die periode heb ik God niet aangeroepen om wijsheid en inzicht. Ik sloeg een verkeerd pad in en maakte de keus om alternatieve geneeswijzen te gaan proberen.

Van het een kwam het ander. In de hoop op een oplossing volgde ik yogalessen. Ook heb ik kinesitherapie geprobeerd en ben onder behandeling geweest van een reiki master. . Maar mijn angst kreeg ik daarmee niet onder controle, ik zakte eerder dieper weg in mijn slachtofferrol. En erger dan dat: ik kreeg te maken met de occulte wereld.
Zonder het zelf te beseffen liet ik me in met machten en krachten uit een bron die niet van God was, Het resultaat was dat ik mijn weg naar God hiermee zelf blokkeerde.

In Spreuken 14: 12 staat:
Soms denk je dat je op de goede weg bent,
terwijl die weg uiteindelijk bij de dood uitkomt.

Toch was ik toen nog wel actief met mijn geloof bezig bij ons in de Katholieke Kerk, waar ik samen met een vriendin de doopgroep leidde. Zij volgde toen de Alphacursus, en nodigde mij uit om haar te vergezellen op de slotavond van de Alphacursus. Daar gebeurde iets bijzonders. Ik kreeg een gevoel wat misschien wel vergelijkbaar is met de ervaring van Paulus op weg naar Damascus. God greep mij die avond bijna letterlijk in mijn nekvel. Ik werd geraakt door de getuigenissen, en toen het lied “de kracht van Uw liefde” werd gezongen, werd ik overmand door emoties. Wat voelde ik mij op dat moment verbonden met Gods liefde, die al die mensen uitstraalden. Bij Fred heb ik toen aangegeven dat ik graag God beter wilde leren kennen, en ook hij bevestigde dit verlangen. Samen zijn we toen gestart met de Alphacursus.

Het was een bijzondere tijd, waarbij we op de eerste avond al gelijk werden geconfronteerd met het werk van de boze, door een niet zo tactvolle cursus leider. Toen ik aangaf welke ervaringen ik had opgedaan in de oosterse praktijken en van welke therapieën ik gebruik had gemaakt, kregen wij van hem commentaar dat we op dat moment nauwelijks konden geloven. Het voelde als een enorme schok en bijna ook als afwijzing.
Na die eerste avond dachten wij er over om te stoppen met de Alpha, maar wilden het toch een tweede kans geven. En wat ben ik daar blij om geweest. Want ik kreeg stap voor stap meer inzicht in de verkeerde keuzes die ik had gemaakt. Wat me echt blij maakte was dat er vergeving mogelijk was als ik mijn zonden zou belijden bij het kruis van Jezus Christus. Die eerste avond ging ik verward en gefrustreerd naar huis. Maar je zult begrijpen dat ik nog steeds heel dankbaar ben dat God de leiding gebruikt heeft om mijn ogen te openen voor de verkeerde weg die ik was gegaan.

Voor het eerst durfde ik principe 2: “Er is hoop- God bestaat” uit te spreken, en vooral te beseffen dat ik belangrijk voor Hem ben en dat Hij de kracht heeft om mij te herstellen.

Na de Alphacursus had ik het gevoel alles aan te kunnen om met mijn angsten af te rekenen, maar vergat God om leiding hierin te vragen, ik bleek nog steeds hoogmoedig te zijn. Toen ik hoorde over een bevrijdingscursus, wilde ik die graag gaan volgen, ondanks het advies wat mijn Alpha leiding mij gaf. En ze hadden het bij het rechte eind: ik werd nog teveel geleid door mijn angsten waardoor ik vastliep in deze cursus.
Gelukkig startte er een nieuwe alpha 2 cursus om verder te groeien in je geloof, en daar zijn Fred en ik aangehaakt. De cursus werd ook nog eens geleid door onder andere Sandra die mij meenam naar die bewuste Alpha slotavond.
Op onze slotavond kregen we allemaal een boekje van Sandra en Ben en het boekje wat ik kreeg was getiteld ”Vertrouwen” van Corrie ten Boom met de volgende tekst er in geschreven.

Spreuken 3: 5-6 :
Vertrouw met heel je hart op de Here en verwacht het niet van je eigen verstand.
Laat God delen in alles wat je doet, dan kan Hij je levensweg bepalen.

Dat was uitgerekend de tekst die bij CR regelmatig wordt voorgelezen,….. Hoe bedoel je God was toen al met me bezig.

Met deze groep zijn we als thuisgroep verder gegaan en hebben met elkaar aan verdieping van onze relatie met God mogen werken, en mochten we elkaar in moeilijke tijden tot steun zijn. Mijn relatie met God werd hierdoor sterker, en ik leerde steeds meer over Zijn Woord en wat dat in mijn leven kon betekenen.
In 2014 leerde ik mijn vriendin kennen bij de sportlessen van onze kinderen en er ontstond een vriendschap tussen ons.
Na een paar maanden kwam zij in een diep dal terecht en wat was ik blij dat ik ondertussen sterk genoeg in mijn prille relatie met God stond, zodat ik haar kon opvangen in deze voor haar moeilijke tijd. Ik had ondertussen ervaren hoe God door mensen heen werkt, en hoe krachtig gebed kan zijn voor jezelf maar ook voor een ander.
Toen wij die zomer kampwacht waren bij het scoutingterrein in ’s Gravenzande heeft mijn vriendin daar samen met haar kinderen een weekje gekampeerd. En wat heeft God in die week mij maar vooral Fred gebruikt om haar gezin te mogen steunen en begeleiden in een zware periode in hun leven. Ook ik wilde haar zo graag helpen, maar God liet mij weten dat die taak bij iemand anders lag, zodat ik eerst nog aan mezelf kon werken.

En zonder dat ik het zelf in de gaten had was ik al bezig met Stap 12:
Getuige te zijn van het werk van God in mijn leven, en het doorgeven van zijn woorden en levensstijl.

Toch heb ik hier ook een les geleerd. En die luidt: Ga je niet te snel focussen op de nood bij anderen, maar zorg dat je eerst voldoende stabiel bent in je emoties en in je relatie met God.

Aan mezelf werken was zeker nodig, want ik liet me steeds meer leiden door mijn dagelijkse beslommeringen. Hierdoor begon mijn angst om weer ziek te worden, en mijn drang om alles zelf te doen, steeds meer beslag op mij te leggen. Het gevolg was dat ik Gods weg voor mijn leven uit het oog was verloren. Ik realiseerde me dat ik hulp nodig had om mijn weg naar God terug te vinden en ben weer opnieuw gaan bidden en vragen om Zijn hulp.

Op dat moment was mijn vriendin met het programma van CR begonnen in onze kerk. Weer liet God zien hoe Hij onze vriendschap gebruikte om ons samen dichter bij Hem te brengen. Dit keer stond zij sterk genoeg in haar geloof om mij te helpen mijn weg terug naar Gods Vaderhart te vinden. Toen zij en haar man, bij ons thuis vertelden over dit programma en wat het voor gevolgen had in hun leven, beweerde Fred: “ Agnita, volgens mij is deze avond zo bedoeld geweest, en is dit de weg die jij mag gaan”. Ik was gelijk enthousiast, maar het betekende ook dat ik op donderdagavond niet meer aanwezig kon zijn bij onze thuiskring. Wij functioneerden altijd als gastheer en gastvrouw en samen zochten wij dan de liederen uit die gezongen werden. Die keuze was voor mij heel moeilijk, omdat ik het gevoel had dat ik een stukje verbintenis met Fred ging missen.

In 2016 ben ik met het programma van CR begonnen in de verwachting dat ik nu eindelijk zou kunnen gaan afrekenen met mijn angst voor ziekte en mijn angst om te falen. Toch had God iets anders voor ogen dan ik in de planning had.
Binnen de kleine groep van CR voelde ik mij direct thuis en vertrouwd. Maar ik vond het tegelijkertijd ook heel moeilijk omdat onze Open Deelgroep ook echt heel open naar elkaar was. Ik heb van nature heel veel moeite om mijn gevoelens te tonen. In de OpenDeelgroep werden emoties besproken en getoond! Er werd ook best wel vaak een traantje gelaten en dat riep veel vragen en ook weerstand bij mij op.

Een opmerking die vroeger vaak werd gemaakt in onze familie was op zijn Gronings…Neit Soezen, maar doorgaan. Oftewel: niet zeuren , maar doorgaan! Om mijzelf tegen teleurstellingen te beschermen heb ik dat ook letterlijk toegepast. Ik was hard voor mezelf en ik had alle emoties ver weg gestopt. Dat voelde voor mij erg veilig: vooral geen emoties tonen want dan kan je gekwetst worden. Ik had dus onbewust een stevige verdedigingsmuur opgetrokken. Achter die muur voelde ik me veilig: niemand kon mij raken. Deze denkbeeldige muur heeft mij en mijn coach ook behoorlijk belemmerd tijdens mijn weg naar herstel. De stappen van het programma nam ik voornamelijk met mijn verstand en veel te weinig met mijn hart. Hoogmoed erkennen was bijvoorbeeld nog steeds een dingetje voor mij . Leunen op God en op mijn coach was een behoorlijke barrière en voelde voor mij nog steeds als een teken van zwakte.

Gelukkig geeft God niet zo snel op! Ik werd tijdens CR gecoacht door een echtpaar. God hielp hen om tijdens de vele gebeden die we samen hadden, gebeurtenissen uit mijn leven naar boven te laten komen die ik eigenlijk niet had verwacht. Ik kwam tot ontdekking dat ik veel meer gevoelens achter die veilige muur had weggestopt dan ik ooit had gedacht. Zoals ik in het begin al heb verteld, hebben mijn moeder en ik een zware bevalling gehad. Ik kwam er achter dat ik eigenlijk heel boos was op God omdat Hij dit had laten gebeuren. Het was verborgen woede waarvan ik me maar nauwelijks bewust was. Doordat ik vrij snel na mijn geboorte voor onderzoek naar het ziekenhuis moest worden overgebracht, heb ik de warme genegenheid en liefde van mijn moeder en vader in de eerste uren moeten missen. Dit neem ik mijn ouders natuurlijk niet kwalijk; het was immers een medische noodzaak. Bovendien was het voor hen ook een moeilijke en pijnlijke ervaring. Waarschijnlijk heb ik mezelf toen onbewust aangeleerd om alles alleen te willen doen.

Ik leerde mijzelf al fietsen voordat mijn vader de kans kreeg om mij uit te leggen hoe dat in z’n werk ging. Als ik door mijn handicap gehinderd werd bij een bepaalde sport, deed dat pijn. Maar die gevoelens stopte ik dan snel achter mijn masker. Want niemand mocht het zien en merken als ik het even moeilijk had. De artsen hadden immers vastgesteld dat ik met mijn handicap moest leren leven.
Gedurende de jaren van mijn puberteit werd ik regelmatig gepest met mijn lange neus. Dat had nogal wat impact, want ik voelde me daardoor toch enigszins buitengesloten. Ook toen viel ik terug naar mijn basisverdediging: - vooral blijven lachen, want dan voel je de pijn niet- . .

Ook in mijn relatie met Fred koos ik onbewust voor dit veiligheidsmechanisme. Ik wilde mij niet teveel met hem verbinden, dan kon ik immers ook niet gekwetst worden.
Maar helaas werkt dat niet als je van iemand houdt. Toen koos ik een andere invalshoek. Ik besloot om Fred op een afstand te houden, want dan hoefde ik de angst om verlaten te worden niet onder ogen te komen. Gelukkig hebben wij dit tijdens de Marriage Course naar elkaar kunnen uitspreken, en heb ik hem om vergeving durven vragen. Toch is deze houding niet zomaar veranderd: nog steeds is dit voor mij een punt om aan te werken.
Ik heb samen met mijn coach mogen ontdekken dat ondanks mijn zware bevalling, God mij niet verlaten had, maar dat Hij juist de strijd was aangegaan met de boze om mij te redden. De beperking in mijn arm kon ik toen liefdevol accepteren omdat God zo mijn leven teruggegeven heeft.
Het gevolg was dat ik pijn durfde te voelen, en de emotionele muur, die ik om mij heen had gebouwd, af begon te brokkelen.

Stap 1: Hoogmoed erkennen kon ik eindelijk toepassen. Ik heb Zijn hulp nodig en ik kies ervoor Zijn uitgestoken hand vast te pakken.

stap 3 Radicaal kiezen voor God, de stap om mijn leven aan Hem over te geven was gezet, …………. maar mijn wil aan Zijn leiding en zorg overgeven was een grotere stap om te nemen.

Hoe vaak heb ik niet gebeden tot mijn Vader met de vraag of Hij mij wilde helpen om mijn gevoelens en angsten onder ogen te komen, maar….of Hij het dan wel in mijn tempo wilde doen. Tja… ik wilde natuurlijk wel graag alles onder controle houden.

Ook vergeven vond ik erg moeilijk. In het bijzonder mezelf vergeven voor mijn trotse houding was erg moeilijk. Ik wilde zo graag dicht bij God leven, en deze kans had ik in mijn ogen verspeelt omdat ik elke keer weer het heft in eigen handen had genomen.

Maar tijdens deze les bij CR werd me duidelijk : - Agnita, jij bent vergeven, gereinigd en geheiligd, door Jezus, en als jij jezelf blijft neerhalen, is dat hoogmoed!! Want dan zeg je eigenlijk dat jij het beter weet, dan wat God over je zegt.

De definitie die gegeven werd over vergeven maakte het nog duidelijker voor mij.

Vergeven is niet goedpraten wat er is gebeurt.
Vergeven is mijn pijn en verdriet loslaten en aan God geven.

En toen kwam de thema-avond van Matthijs Vlaardingerbroek,
God greep opnieuw even in…Ik ontdekte dat mijn beeld van God nog steeds niet helder was, en dat ik mijn voormalige kerk nog niet vergeven had voor wat ze ons gezin vroeger hadden aangedaan. Na de bijeenkomst heb ik samen met Matthijs gebeden, en door zijn uitleg ben ik God anders gaan zien. Ik zag in de spiegel geen streng gezicht meer, maar een God die met een glimlach op Zijn gezicht naar mij kijkt!
Een God die zoveel van mij houd, dat Hij Zijn leven voor mij heeft gegeven.

Na afloop van die avond heb ik ook mijn wil werkelijk durven overgeven aan mijn Hemelse Vader en mijn masker afgezet. Het gevolg was dat ik open en eerlijk mijn fouten kon belijden bij het kruis van Jezus.
Toen kon voor mij het werkelijke herstel van start gaan.

Stap 3 was eindelijk gelukt. Ik kies radicaal voor God om heel mijn leven en wil aan Zijn zorg en leiding toe te vertrouwen.

Eindelijk begreep ik wat het is om een Hemelse Vader te hebben, die mijn volledige overgave en vertrouwen niet alleen wil ontvangen, maar ook omarmt!

Mijn herstelproces binnen CR was niet om af te rekenen met mijn angsten, maar om mijn angsten en tekortkomingen onder ogen te zien en daarbij mijn slachtofferrol los te laten.
Als ik nu voel dat angst mij wil overspoelen, dan richt ik mij op God door Bijbelteksten hierover te lezen, waardoor de boze zijn invloed over mij verliest.

Tijdens een conferentie waaraan ik deelnam, heb ik opnieuw Gods leiding werkelijk mogen ervaren.
Ik bleek nog steeds moeite te hebben om een aantal mensen te vergeven.
Toen er gebeden werd voor vergeving, ben ik naar voren gegaan en met veel lichamelijke pijn heb ik kunnen vergeven, niet alleen mezelf maar ook deze personen, en er kwam een gevoel van innerlijke vrede voor in de plaats.

Principe 4: Schuld belijden- ik belijd open en eerlijk mijn fouten aan mijzelf, aan God en aan iemand die ik vertrouw

Dit is echt in fases gegaan, op verschillende plekken. God kon door gaan met dit proces van vergeving omdat ik verder was gegaan met

Principe 5: Ik geef God alle ruimte om elke verandering aan te brengen die Hij nodig vindt, heb ik toen ervaren.

Ook mocht ik ontdekken dat ik bevrijd was van de banden met de oosterse alternatieve geneeswijzen die ik bewandeld had . Hier werd ook speciaal voor gebeden, en ik stond daar vooraan en voelde alleen maar rust, terwijl ik voelde dat er van alles om mij heen gebeurde. Eén van de bidders kwam naar me toe en wilde voor mij bidden….. maar tot mijn verbazing zei hij alleen maar “Het is goed zo, je kunt nu aan jezelf werken” . Toen wist ik dat mijn fundament in Christus stevig genoeg was om verder te gaan.

En dat ik nu principe 7: Leven vanuit Gods kracht verder mag uitwerken in mijn leven, door Zijn Woord mij eigen te maken

Ik mag me vasthouden aan de vele beloftes die er in de Bijbel staan,

zoals in Jesaja 41: 10
wees niet bang, want Ik ben met je.
Kijk niet angstig rond, want Ik ben je God. Ik maak je sterk. Ik help je.
Ik houd je stevig vast en Ik kom voor je op.

Mijn Godsbeeld is door CR verandert.
Hij is voor mij niet langer de strenge God die constant observeert of ik iets verkeerd doe en me daar voor straft. Maar Hij is een Vader geworden, vol van liefde en Genade.

Ik durf mij nu kwetsbaar op te stellen naar anderen toe, en aan te geven wanneer een grens voor mij bereikt is, ook al doet dat soms pijn.

Ik voel mezelf niet langer slachtoffer. In de omgang met anderen kan ik het verschil goed merken, ik kan mij nu veel beter verplaatsen in de situatie van de ander en meevoelen met wat hij of zij doormaakt.

Volledig bevrijdt van mijn angst voor ziekte en overgeven, ben ik nog niet, maar met de hulp van God, en de mensen om mij heen, kan ik hier nu goed mee omgaan.

God wil mij een leven zonder angst geven, en ik vertrouw Hem nu, zodat Hij mij hierin kan begeleiden. Hij brengt mensen op mijn pad die mij hierbij willen helpen. Soms start je aan iets met een totaal ander doel, maar zoals ik mocht ervaren, stuurt God je altijd weer de goede kant op, als je je durft over te geven aan Zijn wil.

Ik kijk er naar uit hoe God principe 8 Dienen vanuit ervaring , verder in mijn leven gaat toepassen. Want wat ik geleerd heb over mezelf en mijn relatie met God gun ik een ieder.

Bedankt allemaal voor de liefde en steun die ik van jullie mocht ervaren binnen CR.
Hierdoor heb ik geleerd dat het geen probleem is om kwetsbaar te zijn. Ook heb ik ontdekt hoe fijn het kan zijn als iemand spontaan een arm om je heen legt, of je toefluistert dat het fijn is dat je er weer bent. Ik heb Gods liefde mogen ervaren door jullie en mijn beide coaches heen, en vooral bij mijn - CR MEIDEN- . Zo noem ik mijn reisgenoten bij CR. Ondertussen mag ik binnen CR dienstbaar zijn als OpenDeelgroepleidster om anderen bij te staan tijdens hun reis naar herstel.

Maar de grootste dank gaat naar onze Heer Jezus, die Zijn leven voor mij gegeven heeft zodat ik steeds meer kan worden zoals God mij bedoeld had, toen Hij mij vormde in de schoot van mijn lieve moeder……..
Dankjewel dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen.

Hersteld van worsteling met wederzijdse afhankelijkheid, liefdes- en relatieverslaving en seksuele gebrokenheid

Hallo, ik ben Jessica.
Ik geloof in Jezus Christus en ik ben een dankbare christen. Ik mag vieren dat ik mijn geloof in Jezus Christus opnieuw gevonden heb en dat ik mijn worsteling met wederzijdse afhankelijkheid, liefdes- en relatieverslaving en seksuele gebrokenheid overwonnen heb. Ik wil je graag mijn verhaal vertellen.

Ik kan geen betere manier bedenken om mijn ouders te beschrijven dan als een werkpaard en een renpaard. Mijn vader was opvliegend van karakter, maar ook standvastig en een harde werker. Mijn moeder was een knappe vrouw, maar altijd op de vlucht. Ik geloof echt met heel mijn hart dat mijn ouders van me hielden en hun best deden om goede ouders te zijn, ondanks dat ze zelf in hun kinderjaren een heleboel narigheid hebben meegemaakt.

Ik heb een oudere broer en een jongere zus. Beiden zijn mijn beste vrienden en zijn dat ook altijd geweest. Ik kan wel zeggen dat we onze ouders in zekere zin tot last waren. We zijn vaak verwaarloosd; er werd ons zelden emotionele of fysieke ruimte gegeven om gewoon kind te zijn. Als broer en zussen maakten we geen ruzie. We leerden al heel jong om in huis stil te zijn en onzichtbaar te blijven. We bleven lang bij elkaar om elkaar te beschermen en geborgenheid bij elkaar te zoeken.

In de eerste jaren van mijn jeugd waren mijn ouders aan het worstelen om bij elkaar te blijven. Tegelijkertijd deden ze ook hun best om ver bij elkaar vandaan te blijven. Ze hadden bijna een soort lat relatie en waren gelukkig als ze niet te dicht bij elkaar kwamen. Wij als kinderen werden als gevolg daarvan nog wel eens tijdelijk ondergebracht bij gastgezinnen. Als de spanningen thuis te hoog opliepen werd een of meerdere van ons tijdelijk ondergebracht bij kennissen, buren of vrienden van mijn ouders. Ik werd van de ene plaats naar de andere geschoven, met verschillende mensen die lang niet altijd de veiligheid boden die een kind nodig heeft om stabiel op te groeien. Mijn vroegste herinnering is een herinnering van seksueel misbruik. Dit misbruik deed me geloven dat lichamelijke aanraking liefde was….. Mijn denken raakte vervormd. Ik was nog maar net een tiener toen ik al in een relatie verzeild raakte. Ik ben op mijn vijftiende voor het eerst getrouwd. Dertien jaar en twee prachtige dochters later eindigde dat huwelijk in een scheiding.

Misschien denk je dat ik toen de tijd nam om te rouwen om het echtscheidingsproces te verwerken. Helaas was dat niet zo. Net nadat mijn scheiding definitief uitgesproken was, begon ik alweer met daten. Ik was al snel een man aan het verleiden en ik durf nu wel te zeggen dat ik hem echt heb verleid met mijn vrouwelijke charmes. Ik wilde niet meer alleen in bed liggen en het duurde niet lang voordat hij aan mijn seksuele behoeften tegemoet kwam en ook met me wilde trouwen. Ik voelde me weer geliefd. Dat huwelijk hield echter ook niet lang stand. Opnieuw volgde een scheiding.

Ik was in een vicieuze cirkel terecht gekomen, ik ging van de ene relatie naar de andere, tot ik in de veertig was. Onderweg deed ik veel mensen pijn, vooral mijn dochters. Zij voelden zich erg onzichtbaar en zelfs verwaarloosd tijdens mijn relationele omzwervingen. Hun moeder kwam regelmatig met een nieuwe verovering thuis… Het mag duidelijk zijn: ik was zeker geen voorbeeld van stabiliteit en rust.

Ik was nog erg actief bezig met mijn destructieve gedrag toen ik voor het eerst bij Celebrate Recovery kwam. Ik had net mijn toenmalige echtgenoot verlaten en had alweer een andere man in mijn leven. Die nieuwe man bezocht CR. Hij bleef me uitnodigen, maar ik weigerde omdat ik de leugen geloofde dat God niet van me hield en dat Hij me als kind niet zou hebben beschermd.

Na verloop van tijd won mijn verlangen om bij deze man te zijn, het van de weerstand tegen CR. Ik ging elke donderdagavond met hem mee. God liet zich steeds meer aan mij zien door de vrouwen van de open-deelgroep heen, die bereid waren hun verhalen te delen. Hun verhalen echoden na in mijn hart. Hun openheid moedigde me niet alleen aan om mijn woede op God los te laten, maar hielp me ook om mijn eigen pijn en de vicieuze cirkel waarin ik me bevond onder ogen te zien. Eerlijk is eerlijk: dat was behoorlijk confronterend.
Vóór mijn deelname aan CR zou ik nooit andere vrouwen in mijn leven hebben toegelaten die zo open tegen mij spraken. Ik droeg mijn masker al vele jaren en dat voelde vertrouwd. Laat mensen maar naar de buitenkant kijken, met de binnenkant hebben ze niks te maken was mijn devies. Maar door deze vrouwen kwam ik elke week terug. Ik bleef zelfs komen als mijn partner door omstandigheden niet mee kon gaan..

In de open-deelgroep van de vrouwen ontdekte ik na verloop van tijd dat ik verslaafd ben aan liefdesrelaties. Dat was een gevolg van alle ervaringen die ik had opgedaan. Misschien ging het nog wel verder terug, want ik had eigenlijk nooit enige liefde gezien tussen mijn vader en moeder. Wat ik wel had ervaren waren de negatieve effecten van seksuele gebrokenheid. Dit zorgde ervoor dat ik codependency-gedrag had ontwikkeld. Ik heb moeite om te geloven dat anderen mij lief kunnen hebben - zelfs Gods liefde voor mij kon ik eigenlijk niet aanvaarden. De vraag die continu terugkwam in mijn gedachte was: Wie kan nou van mij houden als ze weten wie ik werkelijk ben? Ik ben het helemaal niet waard om geliefd te worden.
Ik ben altijd conflict vermijdend geweest in mijn romantische relaties en heb mijn fysieke behoeften gebruikt om slecht te communiceren met mijn partners. Seks was mijn lichamelijke behoefte en ik had geen flauw idee wat mijn werkelijke behoeften waren. Ik voelde me niet gewaardeerd en geliefd als ik niet fysiek bezig was.
En het allerbelangrijkste: ik heb geleerd dat al deze ‘overlevingsvaardigheden’ geworteld zijn in mijn jeugdtrauma. In de open-deelgroep onthulde God mijn eigen aandeel in mijn disfunctionele verleden, en mijn genezing begon. Gods persoonlijke belangstelling voor mij, Zijn liefde en Zijn genegenheid kon langzamerhand in mijn hart indalen.

Op een avond hoorde ik een getuigenis dat mijn nieuwsgierigheid wekte naar wat codependency precies is. Ik las de informatie en wist meteen dat ik werk te doen had. Nu mijn probleem een naam had, kon ik het oplossen. Althans: dat dacht ik! Ik ging aan de slag met de deelnemersgidsen, de CR bijbel en het bijbels dagboek van CR.
Lach niet: Ik was vastbesloten om deze in één week tijd allemaal door te werken. Ik had gepland mijn leven op de rit te hebben tegen de tijd dat het weer maandag zou zijn …

God dacht er anders over. Hij wist dat het meer tijd zou kosten om mijn beschadigde ziel te helen. Er zaten diepe sporen in mijn beschadiging. Het is een herstelreis van 12 maanden geworden. Vanaf het moment dat het duidelijk werd wat er aan de hand was heb ik dankzij Gods genade nooit meer een bijeenkomst overgeslagen. Ik merkte dat God aan het werk was, het was geen succesverhaal waarin ik van de ene op de andere dag alle sporen uit het verleden had weggewist. Nee, ik moest echt alle 12 stappen door. En ben daarna een half jaar langer gebleven alvorens ik na ging denken over het maken en delen van mijn persoonlijk verhaal.
Ik heb me gerealiseerd dat het meer dan veertig jaar heeft geduurd om op de plek te komen waar ik nu ben. Er is geen manier waarop ik door middel van een geestelijke truc alle knopen rondom mijn hart kon ontrafelen. God werkt planmatig en structureel en ik merkte gedurende het hele proces vooruitgang . Ik ben zo dankbaar voor de veiligheid van de opendeelgroep, en ik kan me mijn leven niet voorstellen zonder een sterke groep vrouwen om mijn verhalen mee te delen en mij te steunen. Ik heb zoveel over mezelf geleerd: de pijn, problemen en gewoonten waarover we zo vaak praatten bij CR.

Ik heb ook geleerd om de leugen af te wijzen dat het misbruik gedurende mijn verleden mijn eigen schuld was. Het is niet mijn schuld. Als je mishandeling hebt meegemaakt, is het niet jouw schuld en het kwam ook niet van God. Er zijn slechte mensen in deze wereld, maar God is niet slecht. Als u een misbruiker bent, of zelf bent misbruikt, bedenk dan dat uw identiteit in Christus is en dat zijn genade en vergeving op u wachten. Zijn genade is groter dan welke zonde of schaamte dan ook.

Ik moest ook mijn schreeuwende behoefte aan seksuele aandacht, veroorzaakt door mijn jeugdtrauma, onder ogen zien. Ik was ervan overtuigd dat seks gelijk stond aan liefde. Dat is echter niet hoe God seks of liefde heeft geschapen.
Celebrate Recovery heeft mij geleerd dat God van mij houdt. HIJ - de God van het universum, degene die het leven gaf - KOOS ervoor om mij te scheppen, KOOS ervoor om voor mij te sterven; Hij KOOS ervoor om mij te redden.

Door aan Stap 6 te werken, leerde ik Gods vergeving te aanvaarden. Zijn vergeving is volledig en onomkeerbaar. Alle fouten uit mijn verleden en de fouten die ik nog zal maken….. ik leg ze aan Jezus’ voeten en vertrouw op Zijn belofte van genade en vergeving.
God vergaf het kleine meisje in mij dat het aan niemand vertelde; de moeder in mij die niet wist hoe ze moeder moest zijn; de vrouw in mij die wegliep van haar huwelijken; en de vrouw die haar lichaam niet behandelde als een tempel van de Heilige Geest. Ik moest doen wat de Bijbel me opdroeg: ik moest mezelf vergeven en om vergeving van anderen vragen.

Door nu bijna vier jaar aan mijn hersteltraject te werken, heb ik geleerd kwetsbaar en eerlijk te zijn en mijn fouten toe te geven, en aan nieuwe, mooie relaties in mijn leven te bouwen. God heeft ook gebroken relaties hersteld. Ik heb het niet helemaal verkeerd gedaan, maar het maakt mijn hart verdrietig dat mijn dochters hun moeder slechts kenden zoals ik was vóór Celebrate Recovery. Ik betekende veel minder voor hen dan ze verdienden. Ik heb hen deels verwaarloosd. Als mensen of omstandigheden niet voldeden aan mijn behoefte aan liefde, wilde ik er niet aan werken. Ik liep weg en zag alleen mijn eigen behoeften, wat hen veel pijn en trauma’s heeft bezorgd. Door de genade van God en door mijn bereidheid om mijn deel van hun pijn te dragen, hebben ze me God zij dank vergeven, en heb ik nu een geweldige relatie met beide dochters.

Herinner je de man die ik volgde naar CR? Nou, hij is nu mijn echtgenoot. We mogen nu allebei actief dienstbaar zijn in Celebrate Recovery als leiders en vrijwilligers. We begeleiden medestrijders en werken er elke dag aan om te leren wat Gods verlangen is voor een gezond huwelijk.

Als je Celebrate Recovery nog niet hebt geprobeerd, waar wacht je dan nog op?
Of leid je misschien een perfect leven?  CR heeft de ‘tools’ om je te helpen je pijn te identificeren en je ongezonde patronen te doorbreken. Het maakt niet uit waar je naar toe rent of waar je van weg rent of welke patronen je moet doorbreken. God zal voor je verschijnen, net zoals Hij dat voor mij deed. God heeft een beter plan voor je omdat Hij van je houdt. De Bijbel vertelt ons in Efeziërs dat God ons vol liefde uitkoos om voor hem heilig en zuiver te zijn (Efeziërs 1:4). Het mooiste is dat je het niet alleen hoeft te doen. Je wordt verwelkomd waar je ook staat in je leven, zonder oordeel. Je kunt de eerste stap zetten op de weg naar herstel, om het leven van overvloed en vreugde te leiden dat God voor je heeft gepland.

Bedankt dat ik mijn verhaal met jullie mag delen!

hersteld van verdriet over de zelfmoord van mijn vader, faalangst, codependency en het opgroeien in een disfunctioneel gezin.

Mijn naam is Pieter-Jan; ik ben een dankbare gelovige, volg Jezus en ben hersteld van verdriet over de zelfmoord van mijn vader, faalangst, codependency (wanneer je je door het gedrag van iemand anders sterk laat beïnvloeden) en het opgroeien in een disfunctioneel gezin. Ik ben getrouwd met Sanne. We hebben 3 kinderen gekregen die hier vanavond ook aanwezig zijn. De laatste jaren werd ik regelmatig geconfronteerd met verdriet rondom de dood van mijn vader. Bij zo’n herinnering of confrontatie hield ik het meestal niet droog. Ook al had mijn vrouw begrip, toch bleef ik dan vaak zitten met een vervelend gevoel. Dat ging over de ‘waarom-vraag’ : “Waarom ben ik zo van slag als er iets in mijn omgeving mij herinnert aan de dood van mijn vader?”. In de jaren daarvoor had ik ook veel last gehad van faalangst. Ik was dan onzeker en twijfelde vaak aan mijn vaardigheden; ten diepste twijfelde ik aan mezelf. Als ik op school bijvoorbeeld aan een cursus begon, twijfelde ik of ik ooit de eindstreep wel zou kunnen halen. Mede als gevolg van een stuk trots had ik moeite om te delen over mijn falen en mislukkingen.

In 2018 dacht ik na over deelname aan een persoonlijkheidscursus. Die overweging had misschien wel te maken met het feit dat het op mijn werk rustiger werd. Daardoor kreeg ik tijd om terug te blikken op al mijn levenservaringen. Sinds januari van dat jaar werkte ik 50 % als gevolg van een regeling voor oudere werknemers. Ik ontdekte bij mijzelf dat ik nogal eens terugdacht aan de wijze waarop mijn vader uit het leven was gestapt. Zijn zelfmoord vond plaats toen ik nog maar 18 jaar was. En de emoties die toen ontstonden hadden na al die jaren nog steeds veel invloed op mij. Als er een moord plaatsvond of zelfmoord kon mij dit sterk raken. Dan raakte ik van stuk en voelde ik tranen opkomen. Dat laatste was voor mij een trigger om te zoeken naar herstel. Want kennelijk had ik de gevoelens die toen ontstonden al die jaren geparkeerd of weggestopt in plaats van ze onder ogen te zien. Er ontstond een verlangen om te werken aan herstel van beschadigde emoties.

Tegelijkertijd neigde ik ook om dat verlangen weer te onderdrukken. Dan hield ik mezelf voor: “Ik functioneer toch goed”. Op een ochtend werd ik wakker met een gedachte. Ik was ervan overtuigd dat die gedachte van de Heer afkomstig was: Al zou je het voor je kinderen doen. Maar Heer, met hun gaat het toch goed? De Heer maakte mij duidelijk dat de zelfmoord van mijn vader invloed had op mijn omgang met de kinderen maar ook op mijn relatie met Sanne, mijn vrouw. God overtuigde mij dat het een woord was dat Hij doorgaf door Zijn Geest.

Waarschijnlijk was er ook nog een tweede oorzaak: in het gezin waarin ik opgroeide was er maar heel weinig intimiteit. We woonden met elkaar onder één dak, maar er was nauwelijks sprake van een band, laat staan een hechte band. Daardoor ontstond bij mij een emotionele blokkade en kon ik mijn gevoelens ten opzichte van Sanne en mijn kinderen niet goed delen. Gevoelens van verdriet en frustratie, maar ook van blijdschap en geluk kon ik onvoldoende onder woorden brengen of anderszins uiten. Uiteindelijk begon ik in september van 2018 met het CR-programma.
Ik heb ontdekt dat jeugdervaringen diepe sporen hebben getrokken in mijn gevoelsleven. Met gevolgen voor mijn latere houding en gedrag. Dat wil ik graag toelichten aan de hand van wat er aan de basis ligt van de emotionele blokkade die ik had. Mijn vader groeide op in een groot gezin met 11 kinderen. Mijn opa had lange tijd een melkzaak waarin mijn vader meehielp. Ze hadden het niet ruim, maar tóch wel goed met elkaar. Er werd vaak ruimte gemaakt voor gasten ondanks de kleine behuizing. Pake (zoals we mijn opa noemden) kocht al vroeg een televisie. Hij hield van kinderen en nodigde buurtkinderen dan uit om op zaterdagmiddag bij hem televisie te komen kijken. Na het stoppen van de melkzaak gingen mijn vader en opa samen werken bij de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders. Vader heeft dit werk gedaan tot een jaar voordat hij stierf. Hij hield van gezelligheid met de familie. Dat miste hij wel nadat hij met mijn moeder verhuisde vanuit Friesland naar de Noordoostpolder.
Mijn moeder was afkomstig uit een gezin waarvan de vader aan zijn 3e huwelijk was begonnen. Na twee mislukte huwelijken en 2 overleden kinderen trouwde hij op z’n 40e met mijn oma.
Zij kregen samen 5 kinderen. Oma overleed toen mijn moeder 14 jaar oud was. Oma was vaak ziek. Ze moest meerdere keren voor een langdurige behandeling naar het Academisch Ziekenhuis in Groningen. Ze hadden weinig inkomsten en waren afhankelijk van de Armenzorg. Mijn moeder en haar jongste broer kregen een hekel aan hun zgn. christelijke huisbaas die alleen maar geïnteresseerd was in het ontvangen van de huur van hun huis. Opa en oma konden deze lange tijd niet betalen.
Gelukkig heeft mijn moeder ook positieve ervaringen met christenen. Bijvoorbeeld binnen het gezin van haar vriendin waar ze altijd zongen na het eten. Ook een groep mensen met een kinderclub waar ze graag kwam.

In het gezin waar mijn moeder opgroeide heerste veel spanning. Er was veelvuldig kritiek op anderen en weinig aandacht voor elkaar. Eén van haar broers woonde, nadat hij trouwde, op 10 km afstand van zijn moeder, maar kwam in meer dan 25 jaar nooit meer thuis; hij voelde zich misbruikt. Mijn moeder ging als meisje op 14-jarige leeftijd werken bij een boer in de huishouding en hielp bij het melken. Ze mocht wegens geldgebrek niet studeren en voelde zich daarom achtergesteld. Ze leefde met onvrede in haar hart en kon dat niet meer loslaten.
In 1953 trouwden mijn ouders. Twee jaar later vertrokken zij samen naar de Noordoostpolder. Ze kregen 4 kinderen waarvan ik de tweede ben. Ik heb een oudere broer en nog twee jongere zusjes. Midden in de koude winter van 1962/63 verhuisden we van Nagele naar Dronten vanwege het werk dat vader deed. Dit heb ik heel bewust mee gemaakt. Voor ons als kinderen was er veel te beleven in de toen nieuwste polder. Dat was het positieve van een nieuwe woonomgeving. Maar tegelijkertijd ontstond er ook een negatieve ontwikkeling: de spanningen tussen mijn vader en moeder namen gestaag toe. Ik moest aanhoren dat er regelmatig veel verbaal geweld in ons huis klonk. Moeder was dan heel ongeduldig en beschuldigend naar mijn vader. Hij was in haar ogen niet perfect en zij vond zijn (werk-)tempo te laag. Hij reageerde daarop door zich terug te trekken en te zwijgen. Hij zocht dan de luwte op. Geen gesprek of discussie aangaan, maar de veiligheid van het isolement zoeken. Dat was zijn escape. Hij had genoeg aan zichzelf en zijn werk in een nieuwe omgeving. De onderlinge verhoudingen raakten ontwricht en het begon te lijken op een disfunctioneel gezin. Midden in die situatie voelde ik me soms eenzaam.

We deden gelukkig ook leuke activiteiten met elkaar. Zo gingen we als gezin met een gehuurde auto op vakantie naar mijn oom en tante in Frankrijk. Het was 1964. ´s Morgens vroeg gingen we om 4.30 uur al weg terwijl er veel buren wakker waren om ons uit te zwaaien. De reis ging over provinciale wegen door België via de mooie Ardennen(met Namur en Dinant).Vervolgens door het noorden van Frankrijk via Reims naar Villeneuve sur Yonne, een klein stadje 150 km ten Zuidoosten van Parijs. Daar bleven we een week en vervolgens gingen we weer via een andere weg terug naar Dronten. Een weekje vakantie met een gehuurde auto naar Frankrijk, maar ook samen naar muziekoptredens van mijn zussen, naar familie op Nieuwjaarsdag, Pasen en 2e Kerstdag.
Elke zondagmiddag was een programma op de radio dat wij met elkaar beluisterden. Dat was het programma: ‘De toestand in de wereld’ door mr. G.B.J. Hilterman. Na afloop hadden we altijd goede gesprekken over zijn mening. Dit was de politieke vorming in ons huis.

Ondertussen namen de emotionele uitbarstingen van mijn moeder toe in frequentie, maar ook in heftigheid. Ze uitte haar onvrede door geschreeuw naar mijn vader ….maar ook naar ons als kinderen. Mijn vader had moeite om zich goed te uiten; hij was niet zo goed gebekt als mijn moeder. Vanuit een soort machteloosheid gebruikte hij dan geweld naar moeder en soms ook naar ons als kinderen. Ik voelde langzamerhand vrijwel geen banden meer van liefde, veiligheid of geborgenheid. Moeders houding drukte een zwaar stempel op het hele gezin. We moesten voldoen aan een aantal eisen, zoals heel goed ons best doen op school. Moeder was vooral gericht op presteren. Als we het goed deden, kregen we zelden een compliment. Ik deed het voor mijn gevoel nooit goed genoeg en dat maakte me erg onzeker. Mijn broer boekte goede studieresultaten en mocht naar de HBS. Maar ik liep vaak op mijn tenen en moest altijd knokken om mee te komen. Mijn oudste zusje kon redelijk meekomen. Ze had een groot talent voor muziek. Mijn jongste zusje kon ook goed leren en ging, net als haar zus, naar het conservatorium. Maar ik … ik was geen uitblinker en ik had maar al te vaak het gevoel dat ik niet kon voldoen aan de verwachtingen van moeder. Als tiener nam mijn onzekerheid op school hand over hand toe. Ondertussen namen de spanningen thuis óók toe. Door een gebrek aan bevestiging en tastbare liefde voelde ik de afstand tot mijn beide ouders steeds groter worden. Ze zorgden wel voor de nodige financiën maar straalden weinig liefde uit naar elkaar en naar ons als kinderen. Ik werd er onzeker door en dat beïnvloedde mijn houding. Dit uitte zich dan bij vrienden door de innerlijke overtuiging dat ik geen goede vriend voor hen kon zijn. Ik had moeite om van mezelf te houden, laat staan dat ik een goede vriend voor hen kon zijn. Het gevolg was dat ik niet graag vrienden mee naar huis nam. Ik schaamde me vanwege de ruzieachtige sfeer die er thuis veelal hing. Binnen het gezin was er te weinig onderling vertrouwen. Ik had het gevoel dat we elkaar niet goed begrepen. Ook mijn vader was niet goed in staat om gemakkelijk bruggen te bouwen naar ons als kinderen. Fijne momenten met hem had ik vaak op de volkstuin zoals tijdens het rooien van de aardappels. Als we dan met elkaar aan het werk waren, ervoer ik dat als prettig, want ik voelde ik mij thuis bij hem. Wanneer ik samen was met mijn moeder, ontbrak dat gevoel meestal. Met mijn broer had ik een goede band, maar die werd zwakker nadat hij op 17-jarige leeftijd ging studeren in Rotterdam. Het gevolg was dat mijn gevoel van eenzaamheid werd versterkt.

Als mijn ouders ruzie maakten was ik er heel vaak bij. Hun ruzies beangstigden mij elke keer opnieuw. Ik heb dan ook vaak gedacht dat ze gingen scheiden. Maar ik kon daar met niemand over praten. Dit zorgde er ook voor dat ik nogal in mijzelf gekeerd was.

Vader werkte dus als landarbeider. Het was een hardwerkende vader die goed wilde zorgen voor zijn vrouw en kinderen.. Hij liep op eieren om ruzie met zijn vrouw te ontwijken. De spanning tussen vader en moeder moet ik ook al hebben gevoeld toen ik een baby was. Twee maanden na mijn geboorte ging mijn moeder naar het ziekenhuis i.v.m. maagbloedingen. Dit had heel veel te maken met de spanning die zich, ook toen al, opbouwde tussen mijn ouders. Deze periode duurde ongeveer 8 weken. Mijn broer en ik werden gedurende die ziekenhuisopname bij een vriendin van mijn moeder ondergebracht.
Toch zorgden mijn ouders ook wel weer goed voor ons. Moeder was erg betrokken bij de hobby’s en studie. Ze wilde graag dat wij het beter hadden dan zij. Zij leed onder een minderwaardigheidscomplex. Ze had zeker kwaliteiten die ze ten goede van het gezin gebruikte: ze maakte grotendeels zelf de kleding van ons gezin. Moeder lette er ook op dat we ons best deden op school en hielp zo nodig bij huiswerk. Ze spoorde mij aan, overhoorde etc. Als het volgens haar niet goed ging, moest ik mijn huiswerk opnieuw doen. Hierbij was ze streng en vaak ook kritisch. Ze hielp ook bij muziek maken. Ze vond dat erg belangrijk voor onze ontwikkeling. Ik had geen muzikaal talent. Dat heeft ze uiteindelijk wel geaccepteerd. Waarom deed ze dit? Ze wilde het beste voor ons! Dus ook studeren voor een goede baan. Ik had vaak het gevoel dat mijn enige motief om me in te spannen gelegen was in het feit dat ik haar daar mee wilde plezieren. Het was dus please-gedrag. En daarmee dus een bepaalde vorm van codependency.

De spanning in de relatie tussen mijn ouders liep steeds verder op en dat was duidelijk voelbaar. Moeder was niet tevreden over mijn vader. Dit leidde tot vreselijke toestanden die voor ons als kinderen voor grote verwarring zorgden. Ook bij mijn vader begon de irritatie toe te nemen door haar steeds terugkerende verwijten. Getergd door haar niet aflatende kritiek, ging hij geweld tegen haar gebruiken toen ze zwanger was van mijn jongste zus. Hij schopte een deur in. Ondertussen spande vader zich wél heel hard in voor ons gezin. Vaak ging hij ’s avonds na zijn werk weer bij een boer aan de slag. Daar werkte hij vaak samen met een andere man die ook een moeizaam huwelijk had. Ze konden het goed met elkaar vinden en ze hebben waarschijnlijk veel herkenning bij elkaar gevonden. Misschien was dat harde werken wel een escape.

Als kinderen mochten wij niet met anderen spreken over de thuissituatie. Stel je voor dat de illusie van een harmonieus gezin doorbroken zou worden . Het voelde alsof we allemaal hetzelfde masker moesten dragen. Dit leek wel op een gezinsmasker. We moesten vooral uitstralen dat we goed konden leren, de zussen mooie muziek maakten, en als jongens goed ons best deden op school. Muziek maken was aan mij niet besteedt. Gevoelsmatig liet ik mijn waarde afhangen van mijn prestaties. Hierdoor voelde ik mij soms ook minderwaardig. Ik werd in zekere zin codependent naar mijn moeder. In mijn gedrag en mijn keuzes liet ik me vaak leiden door wat zij dacht. Door haar socialistische levensvisie moesten ook wij opkomen voor de belangen van arm Nederland. Mijn vader had daar niet veel mee. Hij was afkomstig uit een redelijk harmonieus gezin. Hij deed zijn ding in huis, maar was niet in staat om onze moeder af te remmen of bij te sturen. Haar kritische houding was overheersend. Natuurlijk wist ik wat er gaande was, Toch kon ik het lange tijd nauwelijks benoemen. Wel voelde ik haarfijn aan dat ons gezin niet normaal functioneerde.
Mijn vader kon de situatie niet meer aan en viel uiteindelijk terug op basale verdedigingsmechanismen. Hij uitte zijn frustratie enerzijds met fysiek geweld en anderzijds met stilzwijgen. Toch gingen zij samen nog wel elke zondag naar de kerk. Vader zong mee in het kerkkoor. Moeder ging zelfs naar een bijbelgesprekskring. (‘Het perfecte gezinnetje’) De gezondheid van vader ging langzamerhand achteruit. Hij kreeg steeds meer last van zijn astma. Moeder bleef veel aandacht houden voor de schoolprestaties van de kinderen. Ik had moeite om te voldoen aan het beeld van een hardwerkende leerling. Gevoelsmatig kwam ik dus in een spagaat terecht. Wij moesten verder komen dan onze ouders, die zelf nooit mochten leren. Die gevoelsmatige dwang veroorzaakte spanning die ook naar ons als kinderen werd geuit. Ondertussen groeiden mijn ouders stapje voor stapje verder uit elkaar.

Even een vooruitblik: Betekent deze ervaring dat de omgang met mijn eigen kinderen veel beter was? Wel beter maar ook ik heb kritische trekjes in mijn omgang met mijn kinderen gehad en nog wel eens. Hier werk ik nog steeds aan.

In deze tijd isoleerde ik mezelf meer. Door de toenemende spanningen was ik wel vaker op mijn kamer. Misschien was ik daar onbewust op zoek naar veiligheid en geborgenheid? Het gewone leven ging door in huis. Hardwerkende moeder die ook schoonmaakte buitenshuis bij enkele gezinnen. Moeder zat op turnen en een vrouwenvereniging. Mijn broer studeerde in Rotterdam. Zusjes waren intensief bezig met muziek. Ikzelf zat in het 4e jaar van de HAVO. God kreeg een minder belangrijke plaats in mijn leven. Eigenlijk ging ik me meer afvragen waarom ik zou geloven in God.

De achteruitgaande gezondheid van vader resulteerde erin dat hij op een bepaald moment moest stoppen met werken. De astma sloopte hem en hij takelde af. Hij deed nog wel wat klusjes rond het huis en op de volkstuin. Ik zag steeds meer de moeite bij mijn vader. Het gebeurde regelmatig dat hij niet verder kon met zijn werkzaamheden. Dan stond hij letterlijk zeker 10 minuten stil voordat hij verder kon. De ziekte bij hem zie ik als het gevolg van een fysieke aanleg, die sterk werd verergerd door de spanningen met mijn moeder in het gezin. Vader hield van gezelligheid en harmonie, maar moeders gedrag en houding zorgde voor spanning en wrijving.

De sfeer in huis raakte steeds méér gespannen. Ruzies, conflicten, irritaties en geweld waren er nu dagelijks. Soms dacht ik dan: Ik moet het tegen iemand zeggen die zij vertrouwen. Hierbij dacht ik aan de dominee. Helaas blokkeerde ik om het ook daadwerkelijk te doen. Dit heb ik mezelf later vaak kwalijk genomen.

Op 25 mei 1974 gebeurde er iets wat ik nooit had gedacht. De datum staat in mijn geheugen gegrift. ’s Morgens aten we nog samen het ontbijt. Daarna ging vader naar de tuin. Later die zaterdagochtend werd er aangebeld. Moeder deed de deur open. Ik hoorde moeder roepen: “Is hij dan dood?” ………… Toen wist ik dat er iets ernstigs gebeurd was. Het bleek om zelfmoord te gaan. Vader was van een brug afgesprongen. Ik zat boven op mijn slaapkamer toen ik het rauwe nieuws hoorde. Diezelfde dag kwam de hele familie naar ons toe (sommigen waren nog nooit eerder bij ons thuis geweest) Mijn broer werd gebeld en kwam direct met het OV vanuit Rotterdam naar huis. Het erge nieuws moest ik zelf aan mijn oudste zus vertellen. Zij was toen 14 jaar. Heel moeilijk vond ik dat.
Moeder was gelijk helemaal van slag. Wij als kinderen ook. In de tijd erna hing er een heel bedrukte sfeer in huis. We misten vader. Moeder was gedurende lange tijd heel stil. Iets waaraan ik niet gewend was. Ik begreep het wel, maar het maakte mij nog verdrietiger.

Gedurende langere tijd had ik God genegeerd en me afgevraagd waar Hij was. Ik zocht mijn toevlucht bij een politieke partij. Dit was de PPR(politieke Partij Radicalen) een soort Socialistische Partij. Zij kwamen tenminste op voor de mensen die het niet goed hadden. Dat kwam overeen met mijn ideaal. Toen ik ze wat beter leerde kennen, bleken ze wel mooie idealen te hebben, maar waren ze in het directe contact vaak onvriendelijk en weinig geïnteresseerd in de mens achter de mens. Dit ervoer ik als een teleurstelling.

Op weg naar school had ik vaak goede gesprekken met een schoolvriend die mij vertelde over zijn bekering tot Jezus Christus. Bij hem proefde ik echte interesse voor wie ik was en hoe ik dacht. Op zaterdagavond ging ik daarom maar eens met hem mee naar de koffiebar van Youth for Christ. In maart 1974 kwam ik tot de radicale keus voor Jezus. Ik raakte overtuigd dat Jezus de Weg, de Waarheid en het Leven was voor mij. Een keuze waar ik nu nog dankbaar voor ben. Het bijzondere was dus dat ik 2 maanden vóór de dood van mijn vader op 18-jarige leeftijd een keus voor Jezus had gemaakt.

In de kapel, waar ik later ben getrouwd met Sanne, ging ik op de knieën samen met een vriend. Er groeide een vertrouwensrelatie met die nieuwe vriend en ook met het kringleidersechtpaar. Mede door hun goede opvang en vele lieve vrienden kon ik toch weer verder na de zelfmoord. Vrijwel direct ging ik al naar een bijbelkring van YfC bij het kringleidersechtpaar Gerrit en Sari. Zij hebben zeer veel betekend voor mij. Ze stonden naast mij met gebed en vriendschap. Ik ervoer veel warmte op de kring. Ondanks dat ik elke week over de brug moest waar mijn vader vanaf was gesprongen, ging ik naar de kring. God heeft mij daar bijzonder gezegend.

In 1978, vier jaar na mijn bekering, ben ik gedoopt in het Veluwemeer. Daar kreeg ik de tekst uit Spreuken 3:5,6: ‘Vertrouw op de Heer met je ganse hart en steun op je eigen inzicht niet. Ken Hem in al je wegen, dan zal Hij je paden recht maken.’ Deze tekst loopt als een rode draad door mijn leven en roept me steeds weer op om mijn hart en mijn gedachten te openen voor de Heer.
Het was na de dood van vader rustiger in huis. Verdriet en verslagenheid voerden de boventoon. Na verloop van tijd kwam het eisende gedrag van mijn moeder weer terug.

Mijn broer was weer naar Rotterdam gegaan voor zijn studie maar blokkeerde na zijn bachelor. De onverwachte dood van vader had ook hem hard geraakt Aan mijn zusjes van 14 en 11 merkte ik dat ze erg verdrietig waren. Ook zelf blokkeerde ik in mijn studie. Ik kon me niet meer concentreren, had altijd al last van faalangst gehad, maar dit werd veel erger. De druk van het verdriet werd me te veel. Mede door alles wat er al had plaatsgevonden vóór die trieste dag was ik erg onzeker geworden. Op de MAVO was ik vaak gepest. Daarna ging ik naar de HAVO; daar ging het eigenlijk niet beter. Ik kon me slecht concentreren op mijn studie. Meerdere keren ben ik blijven zitten op school of werd ik gedwongen om te stoppen met een opleiding. Met zelfdiscipline dwong ik mezelf om door te zetten. Dat kostte me veel energie. Gevoelsmatig drukte de verantwoordelijkheid voor het welzijn van mijn moeder en 2 zusjes op mij. Moeder vond het moeilijk om over haar verdriet te spreken. Ze voelde zich waarschijnlijk ook schuldig. Ik vond het moeilijk om hierover met haar in gesprek te komen. Ondanks de mentale steun voor ons door veel lieve mensen, raakten we toch als gezin steeds meer geïsoleerd.

In 1979 ( 5 jaar na de dood van mijn vader) heb ik me ingeschreven bij een Bijbelschool. Dat was “In de Ruimte” te Soest. Daar leerde ik veel over Gods Woord. Er was ook tijd voor vorming. Dit gebeurde vaak door praktisch werk. Zoals helpen in de keuken om maaltijden klaar te maken, in de tuin werken, leiding geven aan het praktisch werk in de weekenden maar ook tijdens de kinderkampen van In de Ruimte. Ik werd daar vaak voor de leeuwen gegooid op een positieve wijze. Dat was een mooie periode met ook gebeurtenissen waarbij ik mezelf behoorlijk tegenkwam. Het was dan ook een vormingscentrum. We werden tenslotte gevormd door de Hand van de Pottenbakker. Hier ontmoette ik Sanne. Vanaf de 1e dag voelde ik een klik. Bij Sanne duurde dit wat langer maar na een jaar kregen we verkering. Na de Bijbelschool duurde het nog een jaar voordat we gingen trouwen op 22 juni 1983. Het was een mooie dag. Vanaf dat moment gingen Sanne en ik samen verder.

Na ons huwelijk gingen we in Heerenveen wonen. Daar heb ik 2 jaar een opleiding gevolgd voor verpleegkundige die ik moest afbreken in het 2e jaar. Dit was voor mij moeilijk om te accepteren en voelde wederom als falen. Hoe bedoelt God dit dan? God maakte mij duidelijk om niet meer te focussen op de moeilijkheden maar open te staan voor mogelijkheden. Dit was voor mij een openbaring. Ik moest dus anders leren kijken. …………. Ondertussen kregen we 2 kinderen in Friesland. God heeft deze periode ook weer gebruikt voor mij en mijn gezin. Ik moest uitkijken naar een nieuwe baan. God heeft mij enorm goed geholpen met enkele cursussen en opleidingen. Uiteindelijk kon ik al tijdens de opleiding voor docent starten met werken bij een school in Heerenveen.

Achteraf constateerde ik dat mijn ervaringen in het ouderlijk huis mij meer beschadigd hadden dan ik in eerste instantie had gedacht. Eén van de gevolgen was dat ik soms enorm boos kon worden op Sanne en op mijn kinderen. Het waren woede-uitbarstingen die ik altijd had verafschuwd bij anderen. Maar eerlijk in de spiegel kijkend, moest ik toegeven dat ik het zelf ook deed. Dit heeft ervoor gezorgd dat er een emotionele afstand ontstond naar mijn kinderen en in mindere mate ook tot Sanne. Ik was zelf niet goed in staat om met die gevoelens van boosheid om te gaan. Tijdens conferenties is er ook veel voor mij gebeden i.v.m. de boosheid en het verdriet vanuit het verleden. Helaas veranderde er niet zoveel; ik liet geen emoties toe in mijn leven. Het heeft mij wel geholpen om ook mijzelf onder een vergrootglas te leggen. God liet me zien dat ik mezelf niet kon veranderen, maar Zijn hulp nodig had. Dat is eigenlijk Stap 1 van ons CR –programma. God heeft mij veel genade gegeven door mijn vrouw en kinderen.

Eind december 2014 had ik na een klusdag bij mijn moeder een goed gesprek met haar. Ze vroeg toen: ‘Mag ik je nog spreken over iets belangrijks’? In dat gesprek erkende ze haar kritische en dominante houding jegens vader en ons. Toen vroeg ze vergeving voor haar kritische houding. Ze gaf duidelijk aan dat ze zich schuldig voelde over de wijze waarop ze met mijn vader was omgegaan. Ik heb dat ervaren als een indrukwekkende schuldbelijdenis en een geweldig getuigenis. Uiteraard heb ik haar toen vergeving geschonken. In datzelfde gesprek heb ik ook haar vergeving gevraagd voor mijn houding ten opzichte van haar. Die was ook vaak negatief geweest. Later heeft ze het ook met mijn broer en zussen in orde gemaakt en is er over en weer vergeving gevraagd en geschonken. Kort daarna ging haar gezondheid hard achteruit. In mei van 2015 overleed ze. Er was vrede gekomen bij haar en ons als kinderen.

Eind 2018 kwam ik bij CR. Hier proefde ik direct oprechte belangstelling en openheid. Dat zorgde ervoor dat de drempel om mijn problemen te delen, direct wegviel. Nu ben ik blij dat ik mocht deelnemen aan dit programma. Ik heb geleerd om te spreken over mijn verdriet als gevolg van de zelfmoord van mijn vader en de oorzaken van dat verdriet. Die emotionele wond leek nog open te zijn, maar is nu inmiddels geheeld. Ook leer ik veel van andere deelnemers. Gaandeweg kwam ik erachter dat ik in mijn jeugd ook gevoelens had ontwikkeld van minderwaardigheid, faalangst en schaamte. Hieraan heb ik gewerkt in de tijd dat ik mocht deelnemen. Het gaat nu steeds beter.

Het meest bijzondere aan CR vind ik de lage drempel die mij ruimte gaf om mijn hart en mijn gevoelens te delen. Dit vond plaats in een sfeer van onderling vertrouwen. Elke keer als we bij elkaar komen in de deelgroepen beloven we elkaar veiligheid en geheimhouding. Dat bood mij ruimte om mijzelf kwetsbaar op te stellen en stimuleerde mij om mijn hart te openen.
Vaak werd afgesloten met gezamenlijk gebed. Dan gingen we naar onze hemelse Vader bij wie we mogen komen zoals we zijn.
Toch loop ik ook nu nog wel eens op tegen mezelf en anderen. Het heeft veel te maken met Stap 4 van de 12 stappen uit het CR-programma. Die Stap luidt: --Onder Gods leiding onderzoek ik mijn leven op een open en eerlijke manier-- Dat betekent dat ik op een eerlijke manier in de spiegel wil kijken, maar dat kost soms nog wat moeite. Ik moet bereid zijn om te buigen voor Jezus en mijn medemens bij een verschil van mening of iets anders. Buigen heeft voor mij te maken met de bereidheid om de minste te willen zijn, nederig te zijn naar God de Vader en mijn medemens. Ik wil dat voor mijzelf vertalen naar een open houding voor de mening van mensen met wie ik omga.

Een bijbelgedeelte wat best wel bij mij binnengekomen is gedurende de tijd van CR, staat in 1 Petr. 5:5-8:
5 Evenzo, jongeren(ouderen), wees aan de ouderen(jongeren) onderdanig; en wees allen elkaar onderdanig. Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.
6 Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt.
7 Werp al uw zorgen op Hem, Want Hij zorgt voor u.
8 Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden.

God gaat door met mijn herstel, ook na deze mijlpaal van het Persoonlijk Verhaal. Ik heb ervaren dat Hij mij rust geeft om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen, moed om te veranderen wat ik kan veranderen en wijsheid om onderscheid te maken tussen deze twee.
Het is een levenslange relatie met God de Vader en door Hem ook met Sanne (mijn vrouw), mijn kinderen en alle andere mensen die ik mag ontmoeten.
Het verdriet over mijn vader is tot rust gekomen. Het houdt me niet meer regelmatig bezig. God heeft mij geholpen om mijn emoties te kunnen uiten. De negatieve spanning die ik altijd voelde bij het praten over mijn gevoelens is langzamerhand verdwenen.

Dat ik opgegroeid ben in een disfunctioneel gezin, heb ik los kunnen laten. Ook dat was een deel van mijn herstel proces. Ik heb de wereld om mij heen leren aanvaarden zoals die is. Die keuze heeft tot gevolg dat ik vrede in mijn hart gekregen heb en veel beter in harmonie kan leven met de mensen om mij heen.
Over een aantal conflicten binnen ons gezin heb ik met mijn kinderen en Sanne gesproken. Daarin was sprake van een buitenproportionele strenge houding naar hen toe. Soms heb ik door mijn pijnlijke opmerkingen hen mentaal geweld aangedaan. Ik heb hen vergeving gevraagd en God zijdank ook ontvangen. God is goed en nabij. Voor wie denkt dat ik nu nooit meer pijnlijke uitspraken doe… Helaas! Maar het verschil met vroeger is dat het nu voor mij veel gemakkelijker is geworden om erop terug te komen. De trotse houding van vroeger is langzamerhand vervangen door een meer open houding. Dat helpt mij om zuiver van hart te zijn en te blijven (Mattheus 5:8). Het is het werk van de Heilige Geest in mijn leven!

Andries aan de Wiel was mijn coach. Met hem heb ik vele gesprekken gehad waarbij we enerzijds de vragen uit de deelnemersgidsen behandelden en anderzijds ook vaak ruim de tijd namen voor gebed. Deze gesprekken met goede adviezen en gebedstijd hebben mij bijzonder opgebouwd. Ook kon ik met Andries al mijn twijfels bespreken. Hij was voor mij een onmisbare schakel in mijn herstelproces.
Ook wil ik jou Jan, bedanken voor je ondersteuning tijdens de cursusavonden en gesprekken bij jou thuis. Het heeft mij enorm geholpen om te reflecteren naar mijzelf. De vragen die je stelde in de Open Deelgroep waren positief prikkelend en hielpen me ook, om me te verplaatsen in de andere aanwezigen. Beste medereizigers bij CR: Ik wil ook jullie bedanken voor je kwetsbare houding. Die houding heeft mij geholpen om mijn hart zacht te laten worden en me ook kwetsbaarder op te stellen.

God de Vader dank ik voor Zijn trouw aan mij. Hij verzekert mij: Zie Ik ben met jou alle dagen tot de voleinding van deze wereld (Mattheus 28:20).
Hartelijk dank dat ik mijn persoonlijk verhaal met jullie mocht delen!

Hersteld van boosheid, agressie, overmatig alcoholgebruik, roken en pornografie

Mijn naam is Leo. En ik ben een dankbaar kind van God dat is hersteld van o.a. boosheid, agressie, overmatig alcoholgebruik, roken en pornografie.

Mijn wieg stond in Werkendam en ik werd geboren in 1976. Met twee oudere zussen, leefde ik als kind een eigen leventje. Totdat zij bijna tegelijkertijd de deur uitgingen en ik als 14-jarige alleen achterbleef met mijn moeder en zieke vader. Ons gezin was bijna een soort doorsnee gezin. Mijn vader had een baan als buschauffeur, mijn moeder zorgde voor de kinderen. Ik herinner me maar heel weinig uit de periode tot aan de eerste jaren van de basisschool. Wat ik me wel kan herinneren, was dat ik als kind soms met mijn vader mee mocht rijden tijdens een rit op de bus… Dat was interessant en een hele belevenis voor een jochie als ik.

Formeel waren wij lid van een kerk maar inhoudelijk had dat weinig of niets te betekenen. Ik ben wel als baby gedoopt, maar dat is waarschijnlijk gebeurd omdat men vond dat het erbij hoorde… Ik ben naar een christelijke LOM-school gestuurd, maar ook dat was niet uit overtuiging, maar simpelweg omdat het de dichtstbijzijnde LOM-school in Gorinchem was. Elke dag werd ik opgehaald en weer thuisgebracht met een taxibusje. Bijbellezen, bidden, naar de kerk gaan, het waren voor mij allemaal begrippen waarover ik wel had gehoord, maar die ik zelf nooit in de praktijk bracht. Toen ik 6 jaar was, besefte ik nog niet dat de mededeling die ik toen te horen kreeg, een grote invloed op mijn leven zou gaan krijgen. Alhoewel mijn vader nog maar 30 jaar was, kreeg hij toen de diagnose “ziekte van Parkinson”. Zijn gezondheid nam langzaam af en verschillende kenmerken van deze ziekte werden spoedig zichtbaar. Zijn werk als buschauffeur kon hij na verloop van tijd niet meer uitvoeren en toen ging hij de ziektewet in. Later werd het de WAO. Thuis zitten werd z’n kleine wereldje.

De ziekte van Parkinson is een progressieve ziekte waarbij de symptomen, zoals het trillen van ledematen, steeds sterker worden. Na verloop van tijd doen zich steeds meer problemen voor in de motoriek. Zijn dagelijkse leven werd steeds meer gekenmerkt door de woorden “kan nog wel” en “kan niet meer”. Mijn vader ging dus jarenlang steeds verder in gezondheid achteruit. 17 jaar heeft hij met veel zorg en aandacht nog thuis kunnen wonen. Toen werd de zorg voor hem te zwaar en moest hij verhuizen naar een verpleegtehuis. Tot mijn 24e is mijn vader thuis verzorgd geweest, wat een grote invloed had op ons dagelijks functioneren als gezin.

Vreemd genoeg voelde zijn opname in het verpleeghuis voor ons allemaal op een bepaalde manier als een opluchting. We kregen thuis weer rust en een redelijk normaal leven omdat we geen rekening meer hoefden te houden met zijn aanwezigheid. Er was weer ruimte voor leuke dingen die we gedurende hele lange tijd niet meer hadden kunnen doen. Mijn vader ging steeds meer in een cocon leven, wat werd versterkt toen communicatie met hem steeds moeilijker werd en uiteindelijk ook onmogelijk was.

Mijn vader was erop voorbereid dat zijn ziekteproces er uiteindelijk toe zou leiden dat hij in een soort coma terecht zou komen. Daarom had hij een levenseinde verklaring opgesteld, waarin was vermeld dat hij bij een bepaald moment in het ziekteproces graag euthanasie wilde laten plegen. En zo heeft het ook plaatsgevonden. Nadat hij niet meer kon communiceren en ook zijn gezichtsvermogen bijna tot nul was gereduceerd, werd hij in ons bijzijn in slaap gebracht. In 2011 is hij overleden en daarna gecremeerd.

Vanaf de puberteit leefde ik mijn eigen leventje en trok op met vrienden, wiens gedrag ik ging kopiëren. Aan de binnenkant was ik ten diepste op zoek naar wie ikzelf was. De zoektocht naar mijn identiteit bestond uit vragen waar ik geen antwoord op kreeg. Maar die vragen spookten wel regelmatig door mijn hoofd. Op straat hangen, stoer doen, overmatig alcohol gebruik en agressiviteit kenmerkten mijn gedrag naar buiten toe. Dat was achteraf gezien natuurlijk een bepaalde vorm van vluchtgedrag.

Op de LOM-school, en later ook op de middelbare agrarische -school kreeg ik te maken met pestgedrag van andere leerlingen. Dat deed pijn. Mijn toch al niet zo grote zelfvertrouwen kreeg daardoor flinke klappen. Ik stelde mezelf de vraag of het leven eigenlijk wel de moeite waard was. Zoals gezegd: vanaf de middelbare school werd mijn bestaan gekenmerkt door geweld en agressie. Ik ben er niet trots op. Integendeel. Ik was grof in de mond, stoer, verbaal heel sterk. Oftewel; ik was een echte macho. In die tijd heb ik menig partijtje gevochten. En dat ging er dan niet zachtzinnig aan toe. Mijn slachtoffers moesten wel eens naar het ziekenhuis worden gebracht, als ik ze goed had geraakt. Natuurlijk kwam dan ook de politie wel eens langs en moest ik een nachtje de cel in om af te koelen. Bij dat machogedrag hoorde natuurlijk ook volop roken en drinken. Enkele liters bier op een uitgaansavond waren normaal, waarna de remmen los gingen.

Als je zo bent opgefokt, dan loopt het natuurlijk ook snel uit de hand. Ik herinner me, hoe ik een keer vanuit de kroeg naar buiten liep. Daar zag ik dat iemand zijn vriendin stond af te tuigen. Anderen keken toe. Maar dat kon ik niet laten gebeuren en dus probeerde ik tussenbeide te komen. Toen de politie arriveerde, werd ook ik voor verhoor meegenomen naar het bureau. Ik werd beschuldigd van het gebruik van geweld tegen de agenten. Die zaak is toen gelukkig met een sisser afgelopen..

Vanaf het moment dat mijn vader de diagnose Parkinson kreeg, heeft hij nog 29 jaar geleefd. Mijn moeder heeft in de jaren van de ziekte van mijn vader al haar aandacht aan hem gegeven. Op zich natuurlijk verklaarbaar en logisch. Ik heb veel waardering en respect voor mijn moeder. Mijn twee oudere zussen hebben om die reden ook bijgedragen aan mijn opvoeding. Als je in zo ‘n situatie opgroeit, besef je op dat moment nauwelijks dat het een niet-normale situatie is. Maar ik was nou eenmaal niet anders gewend. Mijn zussen gingen bijna gelijktijdig het huis uit rond hun 20e en ik bleef met mijn moeder en vader achter. Ik was toen een jonge tiener; ongeveer 14 jaar oud.. In deze nieuwe situatie is ons gezin behoorlijk veranderd en verdiepte zich de relatie tussen mijn moeder en mij. Ik hou veel van haar.

Toen ik 20 jaar was , werkte ik via een uitzendbureau. Mijn moeder kreeg toen te maken met een auto-ongeluk; een kop-staart botsing. Dat had vervelende gevolgen. Ze kon vrijwel niet meer voor zichzelf en zeker niet meer voor mijn vader zorgen. Ze had behoorlijk veel pijn en moest veel tijd besteden aan haar revalidatie. Ik zag dat een poosje aan en besloot toen om mijn baas te vertellen dat ik minder uren wilde gaan werken om mijn moeder te ontlasten en samen met haar zorg te dragen voor mijn vader en de huishouding. Die toenmalige baas wilde helaas niet meewerken, hij wees mijn verzoek resoluut af! . Dat vond ik een erg botte reactie en ik besloot toen om ontslag te nemen om te voorzien in datgene wat thuis nodig was. Ik nam wat zorgtaken op mij zoals koken, schoonmaken, zorgen voor de dieren etcetera…..

God.
In mijn kinderjaren speelde God eigenlijk geen rol. Ik woonde in een zwaar christelijk dorp waar naar de kerk gaan er een beetje bij hoorde. Ja, ik was gedoopt. Maar we gingen dus nooit naar de kerk. Bidden en het lezen van de Bijbel waren dingen waar ik wel van gehoord had, maar we deden het nooit . Daar had ik dus helemaal niets mee.. In die jaren was er wel één gebeurtenis die me dichter bij God bracht. Bij Sander, een leeftijdsgenoot met wie ik al langer optrok, werd kanker geconstateerd. Omdat we veel met elkaar omgingen, was ik nauw betrokken bij de overlevings-strijd die hij voerde. Hij was een overtuigd christen en in zijn omgeving werd veel voor hem gebeden. Op zijn 18e werd hij gedoopt. Ik was daar ook bij en proefde iets van hoe levend geloof functioneerde. Ik was onder de indruk van de manier waarop zijn kerk met hem meeleefde en de warme ondersteuning die hij ontving van zijn familie….

Maar ondanks alle medische pogingen- en alle steun en gebeden vanuit zijn kerk, is Sander 2 jaar later op 20 -jarige leeftijd overleden. Mijn interesse en belangstelling voor het geloof was er even geweest maar ebde snel weg na zijn dood. Ik leefde mijn eigen leventje. En eigenlijk was ik in die tijd boos op alles en iedereen. Als God bestond, waarom was mijn vader dan ongeneeslijk ziek? Waarom had Hij mijn vriend laten doodgaan? Waarom was ik niet in een normaal gezin opgegroeid? Mijn gevoelens van boosheid en frustratie kon ik eigenlijk niet uiten, en daarom bleef ik doorgaan met lichamelijke agressie en verbaal geweld, grof taalgebruik, bier en sigaretten. Daarbij werden dus regelmatig de grenzen van fatsoen ver overschreden. Typisch vluchtgedrag….

Samen met vriend Erwin runde ik een radiostation …… We waren beide deejays en eigenlijk waren we ook boezem vrienden van elkaar geworden. We werkten 6 jaren samen. Een flink deel van mijn vrije tijd bracht ik samen met hem door achter de schermen van onze PC’s. We hadden een intensieve taak samen en konden het lange tijd ……goed met elkaar vinden. Een verschillende zienswijze op hoe we onze uitzendingen vorm zouden geven, leidde op een bepaald moment tot een conflict. We knalden enorm met elkaar. Er was ook nog een andere reden waarom we vastliepen. Nadat ik getrouwd was, was Rachel van mening dat de radio al mijn vrije tijd op slokte. Daar had ze, eerlijk gezegd, wel gelijk in. Diezelfde mening was ook de vrouw van Erwin toegedaan. Dat betekende dat hun huwelijk op de klippen liep. Gelukkig is het bij ons zover niet gekomen.

Uiteindelijk gingen we met ruzie uit elkaar. Dat was dus een enorme teleurstelling geworden.

Ondertussen was ik in 1999 getrouwd met Rachel en in 2006 kregen wij een mooie dochter. Ik ben nog steeds apetrots op Naomi. We leefden vanuit een gevoel van “ vrijheid- blijheid” en zonder al teveel verantwoordelijkheidsbesef. We hadden allebei een baan en verdienden best redelijk, maar het geld wat binnenkwam ging er met dezelfde snelheid ook weer uit. Dat valt nog bij te houden, maar als het er sneller uitgaat, dan dat het binnen komt, wordt het lastig. Mijn eerste persoonlijke lening had ik al afgesloten voor het vieren van ons huwelijk. En langzamerhand bouwden we steeds meer schulden op. Eerlijk gezegd had ik in die periode nauwelijks enig besef van onze inkomsten en uitgaven. Ik was er simpelweg gewoon niet mee bezig. Een andere auto? Een stereotoren? Een nieuwe geluidsinstallatie? Als ik het wilde hebben, dan kocht ik het. Een leasecontract voor een scooter? Het werd allemaal gekocht met geld wat grotendeels geleend werd. Op een gegeven moment moest ik nog afbetalen voor dingen die ik inmiddels niet meer in mijn bezit had. Je voelt hem al aankomen; dat gaat niet goed aflopen. Op een gegeven moment werd Rachel ontslagen. Snel een vergelijkbare baan vinden zat er op dat moment voor haar niet in. Ons gezamenlijke inkomen liep dus een flinke deuk op, maar de aflossings-verplichtingen hielden natuurlijk geen rekening met de gewijzigde situatie. We liepen helemaal vast met al onze aangegane verplichtingen, leasecontracten en leningen. Dat gaf me een groot schuldgevoel. We gingen al snel het ene gat met het andere gat dichten. Op die manier probeerden we het onvermijdelijke zo lang mogelijk voor ons uit te schuiven. Een masker opzetten en zeggen dat het wel goed gaat…, daar raakten we erg bedreven in. Want we wilden de vuile was natuurlijk niet buitenhangen. Schaamte maakt vindingrijk….

Na letterlijk en figuurlijk de balans opgemaakt te hebben, werd besloten dat we de schuldhulpverlening in zouden gaan. De schuldeisers gingen akkoord. Er werd een bewindvoerder aangesteld. Zij betalen onze vaste lasten. Daarna krijgen we nu wekelijks ons zogenaamde leefgeld uitgekeerd. Over ruim een jaar hopen we weer schuldenvrij te zijn en kunnen we financieel een nieuwe start maken. En dan heb ik een pijnlijke, maar ook belangrijke les geleerd in het leven.

Een heftige gebeurtenis.
Een jaar na het overlijden van mijn vader gebeurde er iets bijzonders wat mij diep raakte. Mijn zussen informeerden mijn moeder dat zij beiden gedurende langere tijd door mijn vader seksueel misbruikt waren. Dat misbruik was al vroeg in hun kinderjaren begonnen. Ze hadden het gedwongen laten gebeuren, en voor beiden kleefden er uiteraard nare en pijnlijke herinneringen aan. Ikzelf heb die pijnlijke ervaring gelukkig niet meegemaakt. Maar het veranderde wel het beeld wat ik had opgebouwd over het functioneren van ons gezin waarin ik was opgegroeid. Ik zag de gevolgen van die ervaringen voor mijn zussen. Dat vond ik heel pijnlijk. Zoals ik al heb verteld, had ik toch wel een bijzondere band met mijn zussen, vanwege het feit dat zij van grote betekenis zijn geweest in mijn kinderjaren. Alhoewel mijn beide zussen het huis al uit waren, en ik dus niet dagelijks herinnerd werd aan hun beladen verleden, hield het me wel lange tijd bezig.

Mijn vader was toen inmiddels het jaar daarvoor gestorven en gecremeerd. Zijn urn met as stond op de schoorsteen. Vanaf het moment dat ik wist wat er gebeurd was, keek ik met andere ogen naar die urn. Ik verweet hem in mijn hart de schade en de schande die hij in het verleden mijn zussen had aangedaan. En hoe dat hij op deze manier, een hele nare erfenis had achtergelaten. En dat niet alleen voor mijn zussen die direct slachtoffer waren geweest. Maar ook voor mijn moeder en mij. Wij moesten leren leven met de gebeurtenissen die buiten mijn moeder en mij om, in ons gezin hadden plaatsgevonden, maar waarvan wij nooit op de hoogte waren geweest.

De verandering.
In 2017 werd ik uitgenodigd door mijn werkgever om eens mee te gaan naar een christelijke conferentie. Hij is een bewust en toegewijd christen. Mijn eerste reactie was afwijzend. “Wat moet ik daar zoeken? “ . Zijn reactie bestond uit een tegenvraag: “Wat heb je eigenlijk te verliezen?” Die vraag deed mij toen besluiten om toch maar te gaan. Vooruit dan maar. … Samen met mijn vrouw reisden we af naar een conferentie met o.a. de spreker Martin Koornstra. We wisten eigenlijk niet wat we konden verwachten. Maar …Tijdens die dagen raakte God mijn hart aan. Ik begon na te denken over de woorden die ik daar hoorde…. God houdt van jou….. Hij heeft een plan met je leven. Hij wil dat je op Jezus gaat lijken. Hij wil je helpen om die ruwe, onbehouwen en grove macho Leo, te maken tot een zachtmoedige discipel van de Here Jezus. Later ben ik ook nog naar andere conferenties geweest. En na enkele maanden maakte ik ook een bewuste keuze om mijn hart en leven over te geven aan de Here Jezus.

Direct daarna, in 2018, moedigde Geralda ons aan om eens mee te gaan naar Celebrate Recovery. Wat was dat nou weer? Zij was ervan overtuigd dat ik me daar wel thuis zou voelen, en nieuwe dingen zou leren. In oktober van dat jaar stapte ik voor het eerst binnen bij CR. Samen met Rachel. Dat was een compleet nieuwe ervaring voor mij. Ik denk dat ik in deze twee jaar die volgden, eigenlijk maar drie CR-bijeenkomsten heb overgeslagen. Want wat ik daar hoorde en meemaakte, bleef niet zonder gevolgen. Ik heb niet alleen veel levenslessen geleerd tijdens het programma, maar ook aan de hand van 12 Bijbelse stappen herstel en vernieuwing ervaren. Elke dinsdagavond voelde ik me bevoorrecht om met een groep mannen om de tafel te zitten. Ook zij waren (net als ik), bereid hun hart en hun ervaringen te delen met de andere mannen. Het zijn mannen die bereid waren hun masker af te zetten en eerlijk te zijn. Dat was voor mij een hele nieuwe ervaring. Ik had immers lange tijd een groot deel van mijn leven achter een masker verborgen. Hier in deze veilige omgeving, mocht ik dat masker afzetten. Terwijl in de samenleving de mondkapjes verplicht werden, besloot ik mijn masker, wat ik al zolang had gedragen, af te zetten.

Ik had een duidelijk doel toen ik naar Celebrate Recovery ging. Vanaf het allereerste moment begreep ik, dat ik er niet primair voor de gezelligheid zat. Het is zeker gezellig bij CR en daar heb ik ook echt van genoten. Maar ik was gekomen om aan mezelf te werken. De ondertitel van het programma is “samen met God en anderen op weg naar herstel”. Dat wilde ik graag: Herstellen!

Het was niet eenvoudig om eerlijk te zijn en schoon schip te maken. Naar de buitenwereld doen alsof alles goed ging, dat was ik gewend. Dat doet toch iedereen? Ik realiseerde me gaandeweg dat er nog veel duisternis in mijn leven aanwezig was. Mijn verleden van gokken, pornografie, alcohol, geweld, machogedrag, liegen en vechten wilde ik toch wel graag belijden en opruimen. Diep in mijn hart voelde ik dat ik vanaf nu in het Licht wilde gaan leven en het duistere verleden dus ook naar het Licht toe moest brengen. Jezus Christus bracht licht in mijn duisternis en HIJ heeft me geholpen om radicaal te breken met het verleden. De alcohol verdween helemaal uit mijn leven, sinds 1 januari 2020 heeft God me ook de kracht gegeven om definitief te stoppen met de sigaretten. Ook met de pornografie heb ik dankzij Gods genade mogen afrekenen. Wat een bevrijding!!

Voordat ik Jezus Christus leerde kennen, was ik gewoon om anderen ongezouten mijn mening te geven. En daar dan ook een paar vloeken of krachttermen aan toe te voegen. Ook daar ben ik dankzij het krachtige werk van de Heilige Geest in mijn leven, radicaal mee gekapt.

Bezig zijn met je verleden, betekende voor mij dat er soms oude pijn werd opgerakeld. Maar die werd dan altijd weer afgewisseld met de blijdschap van de positieve veranderingen. Gods liefde werkte zoveel uit ……
De tekst uit 1 Johannes 4 is werkelijkheid geworden in mijn leven: “De liefde laat geen ruimte voor angst, volmaakte liefde sluit angst uit. Want angst veronderstelt straf. Ik heb lief omdat God mij eerst heeft liefgehad”

Mensen in mijn omgeving begonnen die veranderingen ook op te merken. In plaats van altijd onrust uit te stralen, gaf Jezus rust in mijn hart en begon ik die rust ook te verspreiden in mijn omgeving. Mijn gezonde zelfvertrouwen ging groeien…. Ik hoefde mezelf niet langer groot te houden, ik hoefde mezelf niet meer te bewijzen. Wat een verandering!

Laatst zei iemand tegen me: Je uiterlijk correspondeert al lang niet meer met de gevoeligheid die je ontwikkeld hebt; je karakter is veel zachter geworden. Die woorden bemoedigden me wel….Toen ik recent naast een andere deelnemer zat, voelde ik als het ware de pijn waar hij mee worstelde, in mijn eigen lijf. God helpt me om betrokken te zijn bij de mensen om mij heen. Daar ben ik zo dankbaar voor!

Dan nog een paar andere voorbeelden van positieve veranderingen:
- Celebrate Recovery is ook ten goede gekomen aan ons huwelijk. Vanaf de trouwerij waren er eigenlijk spanningen in mijn relatie met Rachel. Vaak liep het niet lekker. Binnen een jaar nadat we getrouwd waren, heb ik een keer overspel gepleegd. In een moment van onbezonnenheid, zette ik mijn relatie met haar op het spel. Rachel heeft mij dat altijd kwalijk genomen, en ik had haar eigenlijk nooit echt om vergeving gevraagd. Ik ben daarom weleens bang geweest dat ze mij de rug zou toekeren en weglopen. Nu heb ik onlangs wel vergeving gevraagd, niet alleen aan God maar ook aan haar. En ze heeft me vergeving geschonken. Van mijn kant was er nogal eens sprake van een negatieve houding naar haar toe. Ze reageerde in mijn ogen niet altijd zoals ik van haar verwachtte. We zijn elkaar beter gaan begrijpen. Onze wederzijdse gesprekken zijn mede door CR verbeterd. We hebben diverse lessen in de deelnemersgidsen met elkaar doorgesproken. Daarbij gaan we dan steeds vaker de diepte in.

- Met mijn huidige baas heb ik behoorlijk vaak in de clinch gelegen en ook ruzie gemaakt. Ik heb hem dingen verweten, waarbij ik me onvoldoende gerealiseerd heb, dat hij de baas is en dus ook het recht heeft om andere afwegingen te maken dan ik. Tegenwoordig hebben we een goede relatie; hij komt mij tegemoet als dat nodig is - in werk of tijd of geld- . En ik ben hem gaan waarderen, omdat hij mij steeds meer met respect behandelt.
- Nog enkele voorbeelden van positieve veranderingen

Op de middelbare school ben ik ook vaak en heftig gepest. Ook naar die toenmalige leeftijdsgenoten koesterde ik een behoorlijke wrok voor wat ze mij hadden aangedaan. De agressie die er lange tijd in mijn hart tegenover hen heeft geleefd, heb ik ook bij God gebracht . En ik heb hen ondertussen vergeven wat ze mij hebben aangedaan.
Bij CR had ik weleens de uitdrukking gehoord: - ‘je bent zo ziek als je geheimen groot zijn’- . Ik heb besloten om echt schoon schip te maken en kan je vertellen dat die uitdrukking 100% waar is. Het voelde goed om fouten en zonden te belijden en het is een echte bevrijding om alles wat tussen God en jezelf instaat, in het licht te brengen. En daarna God de ruimte te geven om aan het werk te gaan. Hij helpt je om achter Jezus aan te gaan. Die 12 Bijbelse stappen van CR bleken voor mij niet alleen een goede leidraad voor herstel en genezing te zijn, maar ook een goed en bruikbaar Stappenplan om geestelijk te gaan groeien.

- Iets wat ik ook bijna afgeleerd heb, is dingen verzinnen die niet waar zijn. Beter gezegd: liegen om er zelf beter uit te komen. Ik wil een man zijn uit één stuk die je kunt vertrouwen op basis van zijn woord.

Geralda en Henk hebben mij in mijn ontwikkeling altijd positief gestimuleerd. In een later stadium was daar ook mijn baas, die mij op praktische manieren ondersteunde om deel te kunnen nemen aan de wekelijkse CR- bijeenkomsten. Ook Jan, mijn coach, heeft mij geholpen. Met hem heb ik alle 25 lessen doorgesproken. Dat was met mijn achtergrond van dyslexie echt wel een hele waardevolle ondersteuning…

In de zomer van 2019 ben ik samen met Rachel gedoopt in de Merwede. Om daarmee symbolisch ons oude leven te begraven. Na de heftige ruzie in mijn jeugd met vriend/collega Deejay Erwin, hadden we elkaar nooit meer gezien. Sinds kort hebben we elkaar weer ontmoet en heb ik hem mogen vertellen van de verandering die Jezus Christus in mijn leven teweeg heeft gebracht.

Er was nog één probleem over: het probleem van mijn overleden vader. Diep in mijn hart koesterde ik altijd nog een zekere wrok en afkeer tegenover hem . De urn, met daarin de as van mijn vader, had al bijna 9 jaar op de schoorsteen in het ouderlijk huis van mijn moeder gestaan. Enkele maanden geleden moest mijn moeder gaan verhuizen en toen hebben we gezamenlijk besloten om die as uit te gaan strooien. Dat was best een heel emotioneel moment…. Ieder had daar zijn eigen gedachten bij. Toen bleek voor mij het moment aangebroken om mijn vader uiteindelijk te vergeven voor datgene wat hij ons allemaal, en in het bijzonder mijn zussen, had aangedaan. Ik kon het loslaten; het was als een boek dat gesloten werd. Dat voelde als een bevrijding, een nieuw begin.

Rachel en ik zijn inmiddels begonnen met een bijbelschool en we willen ons graag verder laten toerusten als discipel van de Here Jezus.
Ik wil afsluiten met een andere Bijbeltekst die veel voor mij betekent: “Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. De Vader die zich over mij ontfermt, de God die mij altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft. Zodat wij door de troost die wijzelf van God ontvangen, anderen in al hun ellende moed kunnen geven.” 2 Korinthe 1 : 3

Dat is echt van toepassing op mij! God gaf mij moed en troost. En dat wil ik graag weer doorgeven aan andere mensen die het moeilijk hebben…

Hoe onze toekomst eruit zal gaan zien, weten we nog niet. Dat is ook niet zo belangrijk, want we weten wel, WIE wij volgen. Waar Hij ons brengt, zal het goed zijn.

Hartelijk dank dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen.

Hersteld van faalangst, onzekerheid, co-dependency, afwijzing en een gebroken huwelijk.

Mijn naam is Leonie, en ik ben een dankbare gelovige in Jezus Christus
die herstellende is van: faalangst, onzekerheid, co-dependency, afwijzing en een gebroken huwelijk.

Ik ben geboren in 1967, tegelijkertijd met mijn tweelingzus. Mijn vader werkte eerst als banketbakker (meer brood dan banket!) , mijn opa had een eigen bakkerij; je werd vroeger immers gewoon wat je vader was.
Mijn ouders waren al ruim 45 jaar oud toen wij arriveerden en hadden al 3 kinderen. Wij zijn christelijk opgevoed. Dat betekende op zondag naar de kerk, bidden voor het eten en naar een christelijke school.

Mijn moeder gaf mij achteraf de indruk dat ze het managen van een gezin niet aankon, ze had duidelijk 2 gezichten. Als moeder was ze hard, maar naar de buitenwereld was ze een vriendelijke vrouw. Ze kon omdraaien als een blad aan de boom. Haar houding heeft een behoorlijk stempel op mij gedrukt. Vanaf jonge leeftijd voelde ik me dan erg schuldig en wilde haar pleasen.
Dit is altijd zo gebleven.
Mijn vader was een lieve man. Mijn moeder was huisvrouw en deed in de avonduren wat schoonmaakwerk. Dat was iets waar wij als dochters ook bij assisteerden. Van dat verdiende geld gingen we dan op vakantie naar Spanje. We zijn er 8 keer geweest, daar was het fijn.

Als tweeling werden we hetzelfde gekleed. We vormden een echte eenheid: altijd een speelkameraadje bij je. Als iemand, toen we nog klein waren, aan ons vroeg
hoe we heetten zeiden we: ”Sandra-Leonie”. Ik vond het moeilijk om mijn eigen identiteit te vinden.

Mijn tweelingzus was haantje de voorste, ik hobbelde een beetje achter haar aan.
Zij vertelde de verhalen uit school. Ik kwam er dan met mijn versie erachteraan, maar mijn moeder had dan geen geduld meer om naar mij te luisteren. Zij was te druk met haar huishoudelijke taken. Mijn moeder was altijd bezig Ze miste immers alle gemaks apparatuur die wij nu hebben.
Ik stotterde van jongs af aan en als gevolg daarvan voelde ik faalangst en onzekerheid. Ik heb diverse keren spraakles gehad maar het stotteren werd niet minder. Daardoor ontwikkelde ik gevoelens van minderwaardigheid.

Toen ik 6 werd ging ik op de plaatselijke zwemclub, trainde 4 x per
week, waarvan 3 x per week ’s ochtends van 6 tot 7 uur en op zaterdag wedstrijden. Later als tiener ging ik waterpoloën, want ik ben een echte waterrat.
Ondanks dat mijn Bijbelkennis en betrokkenheid bij de kerk niet zo hoog was, wilde ik rond mijn 13e levensjaar niets liever dan mijn hart aan Jezus geven. Maar hoe moest dat? Kon dat wel? Ik durfde er met niemand over te praten.
Wat ik me ook herinner van die tijd was dat ik eigenlijk niet in de spiegel durfde te kijken. Want ik was bang in de ogen van de duivel te kijken.. Hoe ik op die ideeën kwam? Ik weet het niet meer. Misschien wel als gevolg van een diepliggende angst om er niet bij te horen……

Ik werkte hard op het v.w.o. en was verder een saai…. braaf meisje.
Samen met mijn tweelingzus had ik in de vroege morgenuren een krantenwijk.
Mijn oudste broer is 13 jaar ouder dan ik. Hij ging als twintiger samenwonen met zijn toenmalige vriendin, mijn ouders vonden dat een schande voor de familie.
Mijn moeder maakte er zelfs een drama van. Dus ik deed alles om haar in bijna alles tegemoet te komen, zodat ze zich om mij geen zorgen hoefde te maken.

Ook was er elk jaar een wedstrijd met de buurvrouw: wie het eerst klaar was met de grote schoonmaak. Mijn moeder had last van het schoonmaakvirus beweerde mijn vader altijd gekscherend, wij dochters moesten meehelpen, want als we dat niet zouden doen dan, (zo beweerde ze) “ konden we haar over 6 weken begraven”. Als ik er tegenin ging, praatte ze 3 dagen niet met me. Ik vond dat afschuwelijk, de sfeer was dan om te snijden. Het heeft als resultaat gehad dat ik me vaak snel aanpas, eigenlijk over me laat lopen. Daar lag de basis van mijn codepente houding.

Ik dacht het vwo examen te hebben verknald, maar ben gelukkig toch geslaagd, ik droom nog wel eens dat ik opnieuw examen moet doen.
Daarna ging ik studeren voor de wat nu heet HBOV-opleiding. Van jongs af aan wist ik dat ik dat wilde worden. Ik voelde me daar me op mijn plek, en kwam echt tot bloei.

Toen ik 21 was, werd mijn vader ziek. We onderkenden meteen de ernst van de situatie: kanker met uitzaaiingen, er was voor hem geen genezing mogelijk. Ik zat toen in het laatste jaar van mijn opleiding, het is een wonder dat ik het gehaald heb.

Mijn moeder hield vast aan haar huishoudelijk werk en had weinig oog voor mijn vader. Dus ik besloot die taak op mij te nemen. Nu het nog kan dacht ik, gaan we samen dingen doen om zijn conditie te verbeteren. Al snel ging hij regelmatig naar het ziekenhuis om vocht uit zijn buik af te laten tappen, eerst wekelijks, later werd de frequentie steeds verder verhoogd. Ik ging zoveel mogelijk met hem mee. Mijn diensten werden erop aangepast, vaak mocht ik ook eerder weg van het werk, in die tijd kon dat nog, en kreeg ik de gelegenheid om voor mijn ouders te zorgen. Want mijn moeder kreeg in diezelfde periode ook kanker, mijn vader was toen al 7 maanden ziek, het zag er in het begin heel ernstig uit, maar gelukkig heeft zij haar ziekte, mede dankzij een stoma, overleefd.

Tijdens mijn diploma-uitreiking lag mijn moeder in hetzelfde ziekenhuis als waar mijn vader was opgenomen, ter voorbereiding op haar eerste operatie.

In september van dat jaar werd mijn moeder uit het ziekenhuis ontslagen, mijn vader en moeder waren toen nog 1 weekend samen, daarna ging mijn vader het ziekenhuis in: hij was klaar om te sterven. Hij had meegevochten
om mijn moeder door alle operaties heen te helpen, hij kon niet meer.
Uiteindelijk duurde het toen nog 1 maand, waarvan ik bijna elke nacht bij hem was. Hij nam van mij afscheid met”bedankt schatje”, iets wat hij nooit eerder had gezegd. Hij had de volgende tekst: “neem Heer mijn beide handen en leidt Uw kind, opdat ik aan eeuwige stranden de ruste vind ”, dat waren zijn laatste woorden.
Op het eind wilde hij niet dat het een strijd zou worden, hij stierf uiteindelijk rustig. Wat was ik dankbaar dat zijn wens uitkwam. Zijn motto was: ”Aanvaarding is een grotere kracht dan verzet”. Ongetwijfeld zal hij het moeilijk hebben gehad, maar dat liet hij nooit blijken.

Maar toen kwam de diepe put: ik had me zo vereenzelvigd met mijn vader, dat ik dacht ook dood te zullen gaan. Gelukkig waren er lieve mensen die zich over mij ontfermden. Maar achteraf moest ik constateren dat ik lichamelijk nooit meer zo ben sterk geweest als vóór die tijd. Wanhopig vroeg ik God om mijn tranen te drogen, want ik miste mijn vader enorm. Over een persoonlijke relatie met God wist ik toen nog helemaal niets…..

Mijn ‘stotterprobleem’ verergerde zo sterk, dat ik bijna niet meer kon praten. Ik kreeg een intensieve therapie die wel hielp, maar het stotteren is nooit helemaal overgegaan.
Mijn moeder knapte wonderwel op, ik had nooit verwacht dat ze zich er zo doorheen zou slaan, ze was immers zo afhankelijk geweest van mijn vader. Maar nu toonde ze daadkracht.

Pas jaren later ontdekte ik dat ze zich bij mij heel anders gedroeg dan bij mijn broers en zussen. Misschien wel omdat ik de enige was, die op dat moment nog geen relatie had. Ze deed altijd een beetje somber en gaf mij het gevoel leeggezogen bij haar vandaan te komen.

Waterpolo was uit; te veel agressie, vond ik. Maar aangezien ik een enorme waterrat ben, ging ik deelnemen aan een duikvereniging. Daar heb ik mijn man opgedoken, we kregen een relatie. Wat was ik gelukkig, de ellendige tijd die achter me lag, schudde ik van me af. Mooie vakanties volgden, samen dezelfde hobby hebben is fijn, altijd een buddy bij de hand. Hij had alleen niets met het geloof en liet dat duidelijk blijken. Toch koos ik voor hem en we trouwden. Ik vond hem stoer, …..creatief, …….een alles-kunner, …….wat zijn ogen zagen kon zijn handen maken. God verdween naar de zijlijn van mijn bestaan.

Ons huwelijk werd gezegend met een zoon, wat was ik blij met hem. Maar ik had ook een onbegrijpelijke angst… dat hij weer zou verdwijnen. Dit duurde wel een half jaar, helemaal in paniek werd ik dan ’s nachts wakker en was ik hem kwijt. Ik veronder-stelde dat hij bij mij in bed lag voor de borstvoeding, ik vloog dan mijn bed uit, maar gelukkig lag hij altijd lief te slapen in zijn eigen bedje.

Als gevolg van zijn komst had ik bekkeninstabiliteit gekregen. Met als gevolg dat ik niet veel meer kon en tijdelijk in de WAO belandde.
Met veel inspanning, training en therapieën heb ik me daaruit moeten knokken. Een eenzame strijd. Duiken ging ook niet meer, maar mijn man ging gewoon door met duiken. Van hem ontving ik niet de steun, die ik wél verwachtte. Toen ik weer kon werken, werkte ik om het weekend. Mijn man, laat ik hem Willem noemen vanwege de privacy, dook dan op mijn vrije zondag. Zo ik zat nog hele dagen thuis alleen met de kinderen. We gingen langs elkaar heen leven, ons huwelijk ging steeds moeizamer.
Het leek wel alsof mijn schoonmoeder - zij woonde erg dichtbij- dacht dat ze zelf moeder was geworden, ze was bemoeizuchtig. Het benauwde mij ontzettend, dat mijn schoonouders 4 x per dag langskwamen. Ik gaf het aan, maar werd niet begrepen, en ik,………..ik liet het maar gebeuren. Ik kon niet omgaan met haar dominante gedrag.
Twee jaar later werd onze tweede zoon geboren. Toen hij 5 weken oud was zijn we verhuisd. Wat meer afstand van mijn schoonouders deed wonderen.

Onze derde was een dochter, zij werd 2 jaar later geboren; de bekkeninstabiliteit werd erger, ik leerde er met veel geduld mee omgaan. Ik tobde met mijn gezondheid: veel hoofdpijn, altijd verkouden en moe, ik ging eigenlijk steeds over mijn grenzen heen. Uiteindelijk volgde een operatie aan mijn neus en bijholten. Jarenlang liep ik nog met een klapperend oor. Het blijft een zwak punt van mijn lichamelijke conditie.

Mijn moeder heb ik ervaren als een harde moeder, maar ze is echt een lieve Oma geworden. Logeren bij haar, was het einde voor de kids. Elke vakantie mocht er één 1 nachtje logeren.
Daar ben ik haar nog altijd dankbaar voor. Ze was gek op kleine kinderen, want die had ze onder controle.
Toen ze verder aftakelde en dus afhankelijk werd, kwam haar oude karakter weer naar boven. Jarenlang, eigenlijk sinds onze jongste 2 jaar was, leefde ik in een spagaat. Ik wilde haar helpen, maar kon dat niet zo intensief doen als ik bij mijn vader gedaan had. Nu had ik immers de zorg voor een man en een gezin in combinatie met een drukke baan.
Altijd voelde ik me hier schuldig over, soms kwam de stoom uit mijn oren, ze claimde me gewoon. Maar als ik hier wat van zei, was ik het ondankbare kind. Mijn moeder verwachtte van mij dat ik dat wel kon. Van mijn vader had ik enorm veel gehouden; met mijn moeder had ik een moeizamere relatie.

Willem kreeg 10 jaar geleden hartproblemen. Ondanks dat ik al jaren werk op de afdeling cardiologie raakte het mij diep. Overdag kon ik er wel mee omgaan, maar ’s nachts lag ik steeds te checken of hij nog wel leefde. Is hij nog warm, ademt hij nog? Eindelijk deed hij wat aan zijn risicofactoren. Hij werd gedotterd. Hij viel af, dronk minder alcohol, bewoog meer en werd opener. Maar zoals een echte vent denkt: ‘de loodgieter heeft de zaak gerepareerd, ik ga weer verder met mijn leven’ , zo deed Willem ook. Hij viel terug in zijn oude, ongezonde leefpatroon. Daarnaast trok hij voor mijn gevoel een muur op naar mij toe. De angst die ik al 10 jaar met mij meedroeg, dat hij plots zou sterven, stak weer de kop op. Had hij het niet voor mij en onze kinderen over, om zijn leefstijl permanent te veranderen?
Ik voelde me alleen goed genoeg om te werken. Zowel thuis als in het ziekenhuis.
Moest me altijd aanpassen aan de wensen en de agenda van mijn man. Hij trok zijn eigen plan.
Wat ik ook zei of deed, het hielp niks. Ik ging daarin berusten. Met als gevolg dat ik mijn eigen grenzen niet langer respecteerde. Nog steeds vind ik het moeilijk mijn grenzen te bewaken.

Datzelfde jaar was ook op een andere manier heftig voor ons gezin. Binnen negen maanden tijd stierven zowel mijn schoonvader als mijn schoonmoeder. Beide stierven plotseling. Dat was een grote schok voor de kinderen, het heeft veel impact gehad op ons leven.

Het laatste jaar van het leven van mijn eigen moeder, nu zes jaar geleden, was ontzettend zwaar, want zij kreeg Alzheimer en vasculaire dementie, een erg wisselend beeld. Ze woonde nog zelfstandig, maar kon nauwelijks meer lopen. Mijn zus werd ernstig ziek. Wekelijks probeerde ik haar te helpen met huishoudelijk werk. Mijn tweelingzus werkte 4 dagen per week omdat haar man werkeloos was. Mijn jongste broer was druk in een topfunctie en de oudste broer koos er al jarenlang voor geen contact te willen hebben met iemand van de familie. Dus alle zorg voor mijn moeder kwam op mij aan, zo voelde dat voor mij. Gelukkig had ik veel afleiding aan onze puppy Rocky, haar voedde ik op.

Ik kreeg opnieuw last van draai/ duizeligheid, dat legde me dan helemaal lam, ik had daar al last van sinds de geboorte van onze jongste dochter.

Uiteindelijk stierf mijn moeder. Ze heeft gevochten als een leeuwin, twijfelde in haar laatste fase zo ontzettend of ze ons wel goed had opgevoed, ze kon niet loslaten. Toen wij naar huis reden na een nacht waken, zag ik een Jacobs ladder aan de hemel, het leek alsof de hemel voor haar open stond. Dat deed mijn gevoeligheid voor God weer ontwaken. Wat ook hielp was dat dezelfde ziekenhuisdominee de uitvaart deed, die ook de uitvaart van mijn vader had gedaan. Herinneringen aan mijn vader die zoveel steun had ontvangen vanuit zijn geloof, kwamen weer boven.
Mijn moeder had me leeggezogen; ik had me laten leegzuigen. Ze was bedreven geweest om me een schuldgevoel aan te praten: wat ik ook deed, het was nooit goed genoeg. Ik had altijd het gevoel geclaimd te worden.

Een paar dagen na haar overlijden werd Rocky erg ziek, hij werd opgenomen in de dierenkliniek. Hij was zo ziek dat we op de dag van mijn moeders begrafenis ook al van hem afscheid genomen hadden. Zijn oogjes waren al gebroken, 95 % van de honden gaat dood aan de ziekte die hij had. Ik schreeuwde het uit, alles kwam eruit, het was teveel geweest. “Here God, hij – mag- niet- doodgaan”.
Mijn moeder had een voltooid leven, Rocky was pas 1 jaar oud. Voor mij was Rocky het zonnestraaltje geweest gedurende dat jaar, hij heeft me erdoorheen gesleept.

Voor het eerst sinds vele jaren ging ik op mijn knieën voor God! Weken later vertelde de dierenarts dat hij het wel ging redden. God verhoorde mijn gebed! Wat waren we blij en opgelucht, we hadden het als gezin met elkaar gedaan. We hadden zelfs onze zomervakantie ervoor opgeofferd en moesten elke dag hard werken voor zo optimaal mogelijke omstandigheden voor hem.

Als gevolg van deze zware tijd voelde ik me moe en uitgeput. Willem had me dan wel gesteund tijdens het overlijden van mijn moeder, maar ging nu weer zijn eigen gang. Hij dronk altijd al veel alcohol, maar ik stelde vast dat dat mij nu ook begon te hinderen. De alcoholdampen kwamen uit zijn poriën. Ik sliep daardoor nauwelijks. Dat interesseerde hem helemaal niets. Hij had alleen energie voor de dingen die hij zelf belangrijk vond.
Hij was dan wel lichamelijk aanwezig, maar emotioneel afwezig: hij sliep ’s avonds veel op de bank. Voor mij voelde het opnieuw dat ik er alleen voor stond. Om toch maar aan wat slaap te komen sliep ik maandenlang 3 nachten per week bij onze jongste dochter op zolder. Maar dat voelde op een gegeven moment ook niet goed.

Ergens in november 2016 zat ik aan de grond, het leven hoefde voor mij niet meer.
Ik was terechtgekomen in een bijna uitzichtloze situatie en was bang dat ik mezelf niet meer in de hand zou kunnen houden.
Ik kreeg het gevoel dat ik dingen zou kunnen doen waar ik spijt van zou krijgen. Ik besefte dat ik ”hulp van Boven” nodig had. Aangezien ik niet actief betrokken was bij een kerk ben ik toen naar onze overburen gegaan. Ik wist dat ze christen zijn en heb hen gevraagd of ze voor me wilden bidden. Ik besloot mee te gaan naar de zondagse samenkomsten: de liedjes raakten me vaak zo dat ik mijn tranen niet kon bedwingen. Mijn verdriet werd aangeraakt. Van het één komt het ander, de buurvrouw stelde voor om mee te gaan naar CR. Dat leek me een goed plan.
Ik voelde dat ik al jaren op een kruispunt in mijn leven stond, niet wetende welke kant op te gaan. Misschien zou ik hier de antwoorden vinden waar ik naar op zoek was.

Ik erkende dat ik machteloos ben, oké, ik kom er zelf niet uit. Met lood in mijn schoenen ging ik naar CR toe …. Wat was de drempel hoog.
Wat zullen de mensen wel niet van me denken. Maar die gedachte veranderde al snel. Wat ik geweldig vind is dat ik open en eerlijk in de opendeelgroep over mijn gevoelens kon praten en dat ik gerespecteerd word. Elke keer beloven we elkaar dat, datgene wat we daar delen, vertrouwelijk blijft en niet doorverteld wordt.
Maar om bij Stap 3 God de leiding te geven over mijn leven, dat zag ik niet zitten. Ik wilde liever zelf de touwtjes in handen houden. Over die Stap heb ik lang gedaan.
Maar gaandeweg ging het groeien. Mijn geloof was eerst zo klein als een mosterdzaadje.
Later had ik weer heel veel pijn van mijn bekkeninstabiliteit. Elke stap deed me pijn, zelfs ’s nachts werd ik wakker van de pijn, elke keer als ik me omdraaide.
God raakte me aan en die erge pijn is nooit meer teruggekomen.
Maar toch bleef ik twijfelen. Totdat ik een preek hoorde over mensen die qua geloof altijd twijfelen. Toen dacht ik: ”Oh … zo iemand ben ik ook”. Toen ging er echt een lichtje van binnen aan. Pas toen begon het tot me door te dringen dat ook ik een kind van God mag zijn. Voor die tijd voelde ik me niet waardig genoeg.

CR is voor mij een veilige plek waar ik graag naar toe ga, ik voel me er welkom, word er niet veroordeeld en ik mag daar zijn wie ik ben.
Langzamerhand groeide mijn geloof, kreeg ik honger naar meer. Samen met andere CR deelnemers bezocht ik conferenties zoals over “wie je bent in Christus”. Toen er werd uitgebeeld dat als God naar je kijkt, dat Hij eerst Jezus in jou ziet, begon ik alles veel beter te begrijpen.

Ik droomde over CR en toen hoorde ik een stem die fluisterde: ”Je moet je moeder vergeven”. Ik dacht: hoe ga ik dat doen, mijn moeder leeft immers niet meer.
De leider van CR adviseerde me een brief te schrijven om haar te vergeven, die vervolgens hardop voor te lezen en daarna te verbranden. Mijn coach adviseerde me om naast de vergeefbrief ook een dankbrief te schrijven, en zo geschiede het.
Mooi was het dat beide brieven even lang waren. Daarna dacht ik veel milder over mijn moeder.

Vaak stond ik op het punt om te stoppen met CR, want ‘het ging wel weer’, maar dan hoorde ik de leider van CR in gedachten zeggen om toch vooral vol te houden. Ook de liefdevolle huggen van de andere deelnemers hebben geholpen om dóór te gaan. En wat ben ik nu blij dat ik dat gedaan heb. De relaties binnen de groep zijn voor mij zo kostbaar geweest. De mensen bij CR overtuigden mij met het gevoel dat ik er toe doe, dat ik belangrijk voor hen ben. Niet alleen voor hen, maar óók voor God. Dat was zo heeeeeeel anders, dan wat ik thuis dagelijks ervoer.

Veel verdriet heb ik gehad van het feit dat Willem totaal niet geïnteresseerd was in mijn ervaringen bij CR. Toch ben ik dankbaar dat ik van hem de vrijheid kreeg om te gaan wanneer ik wilde. Het kan toch niet zo zijn dat het geloof een wig tussen ons zou brengen in een ongelijk span? Toch werd de kloof tussen ons helaas alleen maar groter. Dagelijks werd ik gepest door hem en mijn kinderen met mijn geloof. Naar de kerk gaan werd belachelijk gemaakt. Als de jongste zoon het ergens niet mee eens was zei hij: ”ach ga toch naar die kerk van je”. Opwekkingsliederen noemden ze “propaganda”.

Drie jaar geleden ontspoorde ons tweede kind: hij was toen nog maar 14 jaar.
Wat een verdriet had dat tot gevolg: je kind aan de alcohol, drugs, nachtenlang niet thuis, niet wetende waar hij was. Politie ……gearresteerd, … brommen, …3 x een straf van bureau Halt.

Ik klampte me vast aan God. Vooraf had God me in een droom beloofd dat het goed zou komen met hem. Maar oh wat een diep, donker en eenzaam dal. Als je een kind ontvangt is het ‘vasthouden….., loslaten ……..en vertrouwen’.

Het woord scheiding viel, maar diep van binnen wilde ik geen einde maken aan ons huwelijk. Diverse keren heb ik het in al mijn wanhoop, uitgeschreeuwd naar God: Geef me een teken, …………dat teken kwam...en ik bleef. We bleven maar in dezelfde vicieuze cirkel ronddraaien. We spraken elk een andere liefdestaal.
Wat mij erg geholpen heeft, is de volgende uitspraak: ”Een nood die niet vervuld word, is draaglijk als hij erkend word”. Ik moest ook dit loslaten.

Uiteindelijk kregen we externe, professionele hulp bij de opvoeding.
Deze hulp heeft ervoor gezorgd dat we uithuisplaatsing van onze zoon konden voorkomen. En het bracht ook een tijdelijke verbetering in de relatie tussen mijn man en mij.

Op een bepaald moment las ik een tekst op een brug: ”Bestemming is waar je voor leeft, volharding is waar je voor kiest”. Ik ervaar nu de Vrede van God in mijn hart, die alle verstand te boven gaat. Steeds kwam de tekst uit Jozua 1:9 in mijn gedachten: “Ik gebied je dus wees vastberaden en standvastig, laat je door niets weerhouden of ontmoedigen want waar je ook gaat de Here, je God staat je bij”

Eind 2018 ben ik gedoopt. Want ik wilde voluit “Ja “zeggen tegen Jezus. Hij is de Enige Zekere in mijn leven, Hem wil ik volgen, want Hij is mijn Redder, Bevrijder en Geneesheer. Ik wil verder bouwen aan een persoonlijke relatie met God. Ik wil leren Jezus Christus elke nieuwe dag de leiding te geven over mijn leven. Mijn Dooptekst was Psalm 84: 6-8 : "Gelukkig wie bij U hun toevlucht zoeken, met in hun hart de wegen naar U. Trekken zij door een dal van dorheid, het verandert voor hen in een oase: rijke zegen daalt als regen neer. Steeds krachtiger gaan zij voort om in Sion voor God te verschijnen". Het heeft me veel verdriet gedaan dat mijn man en kinderen weigerden in de doopdienst aanwezig te zijn. Op die manier werd het een gouden dag met een zwart randje.

Ik kan me optrekken aan het symbool van de zonnebloem, een boodschap van God, via iemand anders gekregen. Het betekent: “Volg God zoals de zonnebloemen de zon volgen en richt je niet langer op je omstandigheden”.

Wanhopig probeerde ik ons huwelijk te redden. Daarom koos ik voor een periode van bidden en vasten. Daar werd mij duidelijk dat er een enorme strijd heerst in de hemelse gewesten. Daar heb ik ook Gods liefde lijfelijk ervaren. Toen ook vele profetieën ontvangen dat het goed zou komen met ons vijven. Eén week niet eten, voor mij als liefhebber van eten, viel mij reuze mee. Toen de week voorbij was, smaakte alles nog veel lekkerder. Toen ik thuis gekomen, Willem een compliment gaf over de lekkere soep die hij had gemaakt, reageerde hij met de opmerking: ”duivelskots”. Zijn ogen leken wel bezeten. Ook gaf hij aan dat ik moest kiezen tussen hem of die zgn. “Jezus bende”. En al die profetieën dan? Hoe dan, Here God? Eén ding wist ik zeker, ik wil Jezus volgen, maar Willem wilde ik ook niet kwijt.
Ik was zo codependent…… Op jonge leeftijd van mijn moeder, later van mijn man ……

Enkele maanden later gaf Willem aan dat hij niet wist of hij nog verder met mij wilde. Ik bleef hem liefhebben ook al vond ik dat wel ontzettend moeilijk. Enkele maanden later vroeg ik hem op de man af hoe het ervoor stond. ………Nee, hij wilde niet meer verder met mij. De grond zakte onder mijn voeten weg. Na bijna 25 jaar strandde onze relatie. Iemand had voor mij gebeden dat God de ijzeren poort zou openen, zoals bij Petrus, toen hij in de gevangenis zat. Ik had gedacht dat dat voor ons samen zou zijn. ……
Tot het eind toe heb ik hoop gehouden. Heel moeilijk vond ik het dat hij daarna nog ruim een half jaar bij ons bleef wonen. Ga dan toch ……als je zo graag weg wil. Ik voelde me zo….. Ontzettend…… afgewezen.
Ik heb hem bedankt dat hij mij lief heeft gehad. Ik heb hem gevraagd of hij mij wil vergeven en dat het mij spijt dat het zo eindigt. Zoals altijd, gaf hij geen reactie.
Hoe ik nu op dit alles terug kijk? Misschien had ik nooit met een niet-gelovige man moeten trouwen… Misschien had ikzelf het huwelijk al veel eerder moeten beëindigen. Misschien had ik wat assertiever moeten zijn. Maar hij walste continue over mijn grenzen heen.

Scheiden is ontzettend duur. In de zomer had ik geen rooie cent meer over, maar God voorziet, daar kwam mijn reddingsboei, ik mocht mee naar een conferentie week die georganiseerd werd door christenen.
Daar werd er gebeden o.l.v. de Heilige Geest en al wat degene die voor mij bad vertelde, was waar. God beloofd in Zijn Woord: ”Ik zal een echtgenoot voor je zijn en een vader voor je kinderen”. Ja, ook als mijn kinderen niets van Hem willen weten.

Recent verliet mijn man ons gezamenlijke huis. Ik deed al veel alleen, maar nu was ik echt overgebleven als enige volwassene met 3 puberende tieners.
Heel moeilijk vind ik dat. Ik heb ervaren dat God me overeind hield, die hele lange herfst en winter, Hij geeft mij kracht. Ik was dit voorjaar verschrikkelijk moe. Weer droomde ik, waarbij ik heel duidelijk Jezus aanwezigheid voelde d.m.v. een arm om me heen. Dat heb ik zo gemist bij Willem, een arm om me heen. “Je bent niet alleen”, betekende die arm voor mij. "Kom tot Mij, allen die vermoeid en belast zijn. Ik zal je rust geven". Mattheus 11:28

Mijn man had vaak negatieve, beschuldigende woorden naar mij geuit.
God sprak via een lieve vriendin: “De modder die aan je kleeft, word heel zachtjes van je af gewassen”.

Ik probeer nu Gods stem te verstaan. En zoek naar Zijn plannen en Zijn wil met mijn leven. ’s Nachts had ik veel last van angstige dromen, al jaren. Het werd me duidelijk dat ik occulte voorwerpen in huis had …..een batik schilderij uit Indonesië met maskers ……... . Die moest ik weg doen en dat heb ik gedaan.
Maar na verloop van tijd kreeg ik er opnieuw last van. Wanhopig vroeg ik
me af welke geestelijke deur ik ongewild open had gezet... De geest van de dood zat in me, daarvan ben ik nu bevrijd. Dankzij Jezus die mij HOOP geeft.

Zo grappig ook hoe God werkt. Er werd voor mij gebeden en als gevolg daarvan ontving ik het beeld van een vlinder. De eerst volgende keer dat ik naar de supermarkt ging, hoorde ik het liedje “butterfly”. Tijdens het fietsen vloog er bijna twee keer een vlinder mijn mond in. Dat was me nog nooit overkomen.

Ik ervaar dat God mij herstelt, dat Hij mij kracht geeft. Jesaja 40:30-31 is dan ook op mij van toepassing: "Machtelozen en vermoeiden maakt Hij sterk, de zwakken geeft
Hij kracht. Jeugdigen zullen uitgeput raken en de jonge mannen zullen het opgeven. Maar zij die hun hoop op de Here hebben gevestigd, zullen hun krachten weer terug krijgen. Zij stijgen op met vleugels als van arenden, zij zullen voortsnellen, maar niet moe worden, zij zullen wandelen zonder uitgeput te raken".

God heeft me bevrijd van het ergste verdriet van ons mislukte huwelijk.
Hij verandert mijn denken: …..ik ben geliefd door Hem. Dertig jaar lang ging ik met weinig zelf vertrouwen naar mijn werk. Vaak vroeg ik me af: ”Kan ik het nog wel”?
Maar mijn overtuiging is nu aan het veranderen. Jarenlang heb ik mijzelf slachtoffer gevoeld. Nu ben ik een gescheiden vrouw ……..met toekomst. In bepaalde opzichten wél eenzaam, maar zeker níét alleen!! Sinds dit jaar merk ik dat mijn zelfvertrouwen langzaam groeit. Ik kom tot innerlijke rust, ondanks dat het nog ontzettend druk is in mijn leven.

Dagelijks trek ik mijn geestelijke wapenuitrusting aan, en vier het heilig avondmaal.
Eenvoudigweg door een moment stil te staan, een stukje matses te nemen en een slokje bosbessensap. Het is mijn dagelijkse, persoonlijke moment met de Heer.
Daar zit zoveel kracht in.

Ik blijf voor mijn ex- man en de kinderen bidden. Ik zegen ze in Jezus naam, plaats hen onder het bloed van Jezus Christus en leg ze in Zijn handen.

Ik ben vol verwachting wat God gaat doen in mijn verdere leven, ‘k ben
zo dankbaar dat ik Hem heb leren kennen. Hem komt alle eer en glorie toe.

Dank je wel dat ik mijn persoonlijk verhaal met jullie mocht delen!

Herstellende van boosheid, workaholic-gedrag, minderwaardigheidsgevoelens, codependency en opgroeien in een disfunctioneel gezin

Mijn naam is Hans; ik ben een volgeling van Jezus Christus en herstellende van boosheid, workaholic-gedrag, minderwaardigheidsgevoelens, codependency en opgroeien in een disfunctioneel gezin. Die combinatie van omgevingsfactoren heeft tot gevolg gehad dat ik in een pittige burn-out terecht ben gekomen.
Verder ben ik getrouwd en hebben wij samen een tiener dochter.

In het voorjaar van 2015 had ik het gevoel dat ik op de bodem van mijn bestaan terecht was gekomen. Ik kreeg te maken met een situatie die ik zelfs in mijn stoutste dromen nooit had kunnen bedenken. Misschien dat anderen zo iets zou kunnen overkomen, maar mij toch niet?

In korte tijd was alle vreugde uit mijn leven verdwenen. Het leven had voor mij geen zin meer. Het was uitzichtloos geworden. Ik had het gevoel dat ik niemand meer kon vertrouwen. En dat ik voor niemand nog van enige betekenis was. Mijn zelfvertrouwen was volledig weg, mijn identiteit was ik kwijt en ik voelde mij een nul. Het voelde alsof ik geen enkele toegevoegde waarde meer had. Die overtuiging zorgde ervoor dat ik langzamerhand ten prooi viel aan zelfmoordgedachten. Dat was mede een gevolg van heftige, emotionele pijn.

En daar zat ik dan mei 2015 met de volgende constateringen

Het leven heeft geen zin meer
Wie kan ik eigenlijk vertrouwen?
Ik kan niet iets waardevols doen
Wat voeg ik toe aan deze wereld
Zelfmoordgedachten - Heftige emotionele pijn
Zo ‘n situatie ontstaat niet zomaar. Tot op dat moment was ik een redelijk gelukkig mens met een redelijk gelukkig bestaan.
Ik zal proberen te schetsen wat er aan vooraf is gegaan.

Mijn moeder heeft geen gemakkelijk jeugd gehad, dat vertaalde zich in haar gedrag en houding naar haar man( mijn vader) en de kinderen. Mijn vader ontwikkelde zich als een moeilijk kind binnen het gezin. De oorzaak daarvan lag niet zozeer bij hem zelf, maar aan de gezinssituatie waarin hij opgroeide. Na zijn geboorte kregen mijn opa en oma nog een kind. Die had het syndroom van Down. Dat had natuurlijk tot gevolg dat er veel aandacht en zorg naar die jongen uitging. En mijn vader kreeg dientengevolge soms het gevoel dat hij er niet zoveel toe deed. Hij moest zichzelf maar grotendeels redden.
Mijn grootouders van beide kanten hebben ook heel bewust de tweede wereldoorlog meegemaakt. En wat ik begrepen heb is dat de verwerking daarvan veel impact heeft gehad op hun gedrag en houding. Het ging in die periode van hun leven om ‘overleven’. Ze hebben in die tijd heel veel echte liefde gemist. En dat heeft natuurlijk sporen nagelaten.

Mijn vader en moeder zijn heel jong getrouwd. Ze wisten beiden nog niet wat het betekende op jezelf te wonen en zorg te dragen voor je eigen bestaan. Ze zijn het huwelijk ingerold zonder enige levenservaring.
Ik had een vader die daardoor wel erg jong het huis was uitgegaan. Voor zover ik dat nu kan beoordelen was hij nauwelijks in staat om invulling te geven aan zijn eigen leven. Hij kende zichzelf nauwelijks. Laat staan dat hij van huis had meegekregen hoe hij sociale contacten moest aangaan en onderhouden. Grenzen stellen? Hij had nooit geleerd wat dat betekende. Dat leidde bij hem onder andere tot verslaving, manipulatie en soms een agressieve houding. Over gevoelens praten of je mening geven??? …. Dat gebeurde nooit bij ons thuis. Dat was ongewoon. Het werd zelfs op een bepaalde manier als onwenselijk beschouwd. Niet sentimenteel doen, want dan ben je een zachtgekookt eitje. ……
Binnen het gezin waarin ik opgroeide, ontwikkelde ik daardoor een afstandelijke houding. Ik werd onverschillig en ging mijn eigen weg. Om geen ruzie te krijgen met pa moest ik soms op eieren lopen! Dat betekende aan de ene kant dat ik me zoveel mogelijk conformeerde aan wat er van me verwacht werd, maar aan de andere kant ook mijn grenzen ging verkennen. En die grenzen steeds verder wilde oprekken.
In mijn puberteit moest ik mezelf gaan ontdekken en leren kennen. Steun en hulp van mijn ouders was er nauwelijks en ik moest in grote lijnen zelf op pad om te verkennen hoe het leven in elkaar stak. Een veilige thuisbasis om dingen te bespreken had ik niet. Ik probeerde zoveel mogelijk rationele beslissingen te nemen eigenlijk was ik dus aan het survivalen,, maar tegelijkertijd probeerde ik een bestaan op te bouwen.
Het zou niet eerlijk zijn om alleen negatieve kanten van mijn ouders te benoemen. Op materieel terrein kreeg ik wat ik nodig had en soms nog meer. Ze hebben voor mij gezorgd, waren bij mijn examenuitreikingen, ik kreeg eten en speelgoed. Wat dat betreft had ik dus zeker niets te klagen.

Ik weet eigenlijk niet goed hoe ik mijn ouderlijk huis moet omschrijven als het gaat over vragen rondom kerk, geloof en bijbel.
Er werd elke dag in de bijbel gelezen, gebeden en gedankt voor het eten. Maar nooit gebeden voor anderen of nagesproken over hetgeen we hadden gelezen. Mijn vader liet het daarbij. Mijn moeder en ik gingen regelmatig samen naar de kerk. De reden dat ik meeging was voor mij overwegend loyaliteit naar mijn moeder. Ik had zeker geen persoonlijke relatie met God.

Zolang je nog jong bent, ben je geneigd om een bestaande situatie als normaal te beschouwen. De manier waarop ik leefde, vond ik dus niets bijzonders. Het was immers mijn eigen opgebouwde referentiekader. Ik was daar eigenlijk wel tevreden mee. Later heb ik ontdekt dat ik alles zelf heb moeten uitvinden – het was voor mij een hele klus; ik kreeg een andere kijk op het leven en het functioneren van een gezin. Ik ontdekte dat ik een unieke creatie ben. En dat ik ook mijn eigen, persoonlijke behoeften en verlangens heb. Maar dat is dus iets, wat ik in een later stadium pas ontdekte.

Na mijn middelbare school ging ik aan de slag in het bedrijfsleven. Ik ben een IT’er en mijn werk bestond uit het schrijven van software. Die software is bedoeld voor kleine computers in kasten die je langs de weg kunt zien staan. Het zijn de computers van onder andere de rioolwater zuivering. In dat werk was ik redelijk inventief. Op een bepaald moment kreeg ik te maken met een, door anderen bedacht, plan wat in de praktijk niet uitvoerbaar was. Toen ben ik zelf aan de slag gegaan en daarbij ben ik met een redelijk innoverend concept gekomen. Daarna heb ik een eigen IT platform ontwikkeld, waarmee bijvoorbeeld alle computers op afstand via het internet benaderd kunnen worden. Zodat storingen en andere problemen grotendeels op kantoor konden worden opgelost. Ik vind het erg leuk om nieuwe dingen te bedenken.

Mijn problemen begonnen ergens in 2014 aan de oppervlakte te komen
De collega waar ik het meest mee samenwerkte, ging met pensioen. Achteraf werd mij duidelijk, dat hij mij in zekere zin beschermde. Dat hield in dat hij mijn werkdruk in de gaten hield en ook steeds samen met mij zorgde dat op tijd een weekplanning werd afgeleverd. Ik ben blij dat hij achteraf getuigde dat ik één van de beste medewerkers ben geweest waarmee hij heeft gewerkt. Ik had samen met hem de regie over mijn werkzaamheden en daarmee kon ik de werkdruk, met de complexe werkzaamheden die daarbij hoorden, aan.
Na zijn vertrek kreeg ik een andere werkplek, met veel zwaardere fysieke arbeidsomstandigheden. Die pasten eigenlijk niet bij de functie die ik had. Samen met nog 2 andere collega’s werkte ik vanuit een kleine, benauwde ruimte. Er was daar veel omgevingsgeluid en dat was voor mij een behoorlijk storende factor. Want ik had en heb rust nodig om mijn werk te kunnen doen. Die nieuwe werksituatie putte mij uit. Het maakte dat ik ‘s avonds bijzonder vermoeid van mijn werk kwam.
Daar kwam nog een verandering bij. Ik bespeurde dat andere collega’s zich in toenemende mate gingen bemoeien met mijn werk en de baas over mij wilden spelen. Daar kon ik niet mee omgaan.

Ik begon mij steeds meer te storen aan dat autoritaire gedrag, Af en toe ervoer ik het als manipulatie.
Mijn energie niveau daalde gestaag totdat ik niet meer in staat was om te werken: ik werd mentaal en ook fysiek ziek.
Dat gebeurde niet onverwacht; ik voelde het aankomen. En had het de maanden die daaraan vooraf gingen ook al vaker aangegeven dat deze situatie daartoe zou kunnen leiden. Maar mijn leidinggevenden en collega’s weigerden actie te ondernemen. Vele collega’s leefden in angst voor hun chef en deze situatie is tot op heden nog steeds niet veranderd.

Er brak een juridisch gevecht uit, wat veel energie van mij vroeg. Daarin speelden veel mensen en organisaties een rol. Een arbodienst, arbeidsinspectie, het UWV, collega’s, de financieel directeur een mediator. Ieder speelde zijn eigen rol en ik kreeg het gevoel dat ik gemangeld werd tussen allerlei verschillende organisaties en belanghebbenden. Ik voelde me machteloos. In die periode heb ik de slechte kanten van de samenleving voor mijn gevoel goed leren kennen. Het gevolg is dat mijn vertrouwen in instanties nog steeds hersteld moeten worden. Samengevat kwam het erop neer dat iedereen zijn eigen belang voorop stelde en zijn eigen straatje schoon proberen te vegen ten koste van … mij.
Arbodienst en werkgever dwongen me regelmatig weer te gaan werken. Met als gevolg dat ik dan regelmatig in no-time weer opnieuw af knapte.
Achteraf gezien heeft dat mijn zelfvertrouwen en mijn vertrouwen in de medemens een enorme knak gegeven. Was er eigenlijk wel gerechtigheid? Kortom: ik was boos!

In het begin wilde ik nog niet denken aan de mogelijkheid om zelf ontslag te nemen. Ik voelde me onder druk staan. Logisch natuurlijk, want enerzijds wilde ik ook graag gewoon mijn werk doen, maar anderzijds lukte het niet om dat de omstandigheden slecht waren en de verhoudingen verziekt door omstandigheden waar ik geen invloed op had. Factoren die meespeelden waren onder andere
– Ik had mijn eigen ontwikkelde programma’s laten groeien bij mijn werkgever en wilde ze niet kwijt.
– Het was crisistijd: er moest wel geld op de plank komen voor thuis
– Ik had ook enkele fijne collega’s

Maar ik voelde me dus bedreigd en geïntimideerd door mijn werkgever. Gelukkig had ik thuis een goede uitlaatklep, mijn vrouw heeft me geweldig ondersteund tijdens deze moeilijke periode.
Ik had uiteindelijk geen andere keus om toch maar met wederzijds goedvinden te stoppen. Nog voordat dat in gang werd gezet, werd ik toch weer opnieuw gedwongen om aan het werk te gaan. De financieel directeur ging tegen alle afspraken in en weigerde de interventie van de mediator. Ik zag me toe gedwongen een zogenaamde vóór melding te doen bij de politie. Ik was bijna ten einde raad.

En ik zat ondertussen totaal in de put en had geen enkel vertrouwen meer …. in niets of niemand. Ik was op…. Ik was uitgeput.
Toen kwamen de zelfmoordgedachten. Wie zou mij eigenlijk missen, kon ik er niet beter een einde aan maken? Eerlijk gezegd had ik nooit gedacht dat de mens zulke gedachten kan krijgen, maar in mijn leven werden ze realiteit. En weet je, natuurlijk wil je ze verdringen en er niet aan blijven denken. Maar ik ben toen tot de conclusie gekomen dat ik maar heel weinig invloed had op mijn gedachten leven. Want helaas, dit gevecht vocht ik in eigen kracht. En alhoewel er soms een noodkreet naar God ging was er zeker geen sprake van een persoonlijke relatie met Hem. Ik stond voor mijn gevoel alleen in een onmogelijke situatie, zonder uitzicht op iets beters. Elke vreugde die ik had gehad was uit mijn leven verdwenen en ik stond dus gevoelsmatig alleen met de brokstukken in mijn handen. Was er hoop, was er toekomst voor mij? Mijn levenslust was bijna 0 en ik vroeg me af waar dit zou eindigen…
En toen begon een juridisch gevecht met de werkgever. Dat ging gepaard met bedreigingen. Elke redelijkheid was voor mijn gevoel overboord gezet.
Na een half jaar werd eindelijk het contract met deze werkgever beëindigd. Eigenlijk is het nog best wel snel gegaan…..maar voor mijn gevoel was het een lang traject geworden.

Terwijl dit alles speelde en ik steeds verder in de negatieve vicieuze cirkel terecht kwam, kwam Eddy naar mij toe. Hij is een collega van mij en was van mening dat ik eigenlijk niet aan het werk kon in deze situatie. Hij raadde mij CR aan, hij kende CR en was er erg positief over. Ik aarzelde: niemand had zulke problemen als ik..en waren dat wel gekwalificeerde mensen bij CR? Aan de andere kant realiseerde ik me dat ik eigenlijk niets te verliezen had. Mijn motivatie om naar CR te gaan was niet zo hoog, dat begrijp je. Misschien moest ik heel ver rijden en had ik goede reden om er niet naartoe te gaan. Achteraf gezien dank ik God op mijn blote knietjes dat ik zelfs kon kiezen uit twee CR locaties binnen redelijke afstand. Twee kerken waar ik terecht kon. Ik koos er één uit en al snel ontdekte ik een heleboel nieuwe dingen.

Niet alleen de Bijbelstudies, maar zeker ook de getuigenissen die er elke 14 dagen bij CR worden verteld, raakten mij diep. Het bijzondere in elk getuigenis was dat mensen zo open, zo eerlijk en zo kwetsbaar wilden zijn. En heel eerlijk vertelde wat ze hadden gedaan, wat ze hadden meegemaakt, welke fouten ze hadden gemaakt en hoe God hen door het stappen proces tot herstel had gebracht.
Alhoewel sommige van die verhalen ver bij mij vandaan stonden, waren er zeker ook diverse mensen die dingen benoemden maar ik ook mee te maken had of te maken had gehad. Langzamerhand durfde ik zelf ook mijn masker af te zetten in deze veilige omgeving. Ik ervoer dat hier niemand was die mij verwijten maakte, maar ook niemand die mij zielig vond. Sommige avonden kwam ik thuis met heel veel eye openers , waarover ik dan weer de hele week nadacht.

Bij CR ontdekte ik dat ik het grootste deel van mijn leven codependent ben geweest. Ik was een rasechte people pleaser. Mijn mate van zelfopoffering was zo ongezond geweest dat ik er zwaar onder had geleden. En dat niet alleen ten opzichte van mijn voormalige werkgever , maar ook in de relaties gedurende mijn jeugd en jongvolwassen leeftijd. Dat kwam tot uiting in een veel te grote afhankelijkheid van mijn werkgever en een, in eerste instantie, bovenmatige loyaliteit. Ik deed veel meer op het bedrijf dan van mij verwacht mocht worden. Misschien was ik ook wel daardoor een beetje workaholic geworden. Als tegenprestatie verwachtte ik waardering. Ik wilde graag een complimentje, respect en een bemoediging ontvangen, En alhoewel je dat natuurlijk niet zo formuleert in een werksituatie, verwachtte ik misschien ook wel een soort van liefde. Maar ik kreeg uiteindelijk te maken met het tegenovergestelde: afwijzing. Je zou de door mij ontwikkelde producten als een kindje kunnen zien die me uiteindelijk werden afgenomen. Juridisch gezien waren ze natuurlijk het eigendom van het bedrijf, maar het deed me heel veel pijn om ze los te moeten laten

Welke plaats heeft dit in mijn eigen leven gekregen?
Vorig jaar heeft onze CR-teamleidster op een vrije avond gedurende de vakantie een uiteenzetting over het boek ‘Het vaderhart van God’ van de schrijver Floyd Mc Clung gegeven. Daarin somt hij een aantal uitingsvormen van liefde op. Dingen die je normaal van je aardse vader ontvangt, zoals: erkenning, waarden, waardering, een luisterend oor en respect.
Toen vertelde ze dat als er 3 van de 5 niet aanwezig waren geweest, er emotionele of mentale problemen zouden kunnen ontstaan.
Eerlijk gezegd kwam ik voor mezelf tot de conclusie dat ik ze bijna allemaal kon afstrepen. Dat had mijn identiteit natuurlijk behoorlijk beïnvloed. Ten diepste was ik er onzeker door geworden en dat probeer ik te compenseren.

Maar als je nog jong bent begrijp je dat nog niet allemaal. Toen mij later duidelijk werd dat ik zelf alles heb moeten uitvinden – gingen mijn ogen open voor wat ik vroeger had meegemaakt. Ik kreeg een andere kijk op het leven en het gezin. Ik ben uniek in Gods ogen en heb ook mijn eigen persoonlijke verlangens en behoeften. Het feit er ook mogen zijn, was nieuw voor mij. Ten diepste ontdekte ik dat ik, Hans, er mag zijn.
Toen ik later over de situatie op het werk ging nadenken, moest ik vaststellen dat er een collega was met eenzelfde soort gedrag als mijn vader. Wellicht had hij zijn invloed gebruikt om mij uiteindelijk op non-actief te kunnen stellen.

Ik heb altijd met God opgetrokken, beter gezegd, Hij is altijd sluimerend aanwezig geweest in mijn leven. Maar ik heb vroeger nooit geleerd om echt te bidden of om iemand echte naastenliefde te geven. Waar de naastenliefde vooral om draaide was het doen van iets voor anderen. En als ik dat niet deed of zou doen, dan had dat altijd vervelende consequenties. Eigenlijk had ik ook niet geleerd om naastenliefde te ontvangen. Als iemand er voor mij wilde zijn voelde ik me ten diepste altijd een beetje schuldig…

Vooral na mijn pubertijd ging ik altijd uit eigen beweging naar de kerk.
Later heb ik me bij een gospelkoor aangesloten en heb daar intens gezongen en heb ik God dikwijls ervaren. Ik krijg tintelingen als ik daar aan terugdenk en ik voel dat hierbij een enorme energie vrijkomt. Dat waren momenten waarop God heel dicht bij was …Gods nabijheid is zo groot en geweldig! Dat waren mooie momenten…

Mijn herstel
even een stapje terug.
Toen ik die eerste avond bij CR binnenliep, was ik totaal kapot, leeg – en had in dit leven geen zin meer. Ik was overtuigd dat het allemaal toch niet zou helpen. De situatie zou toch niet veranderen en de negatieve gevoelens en de pijn zouden niet verdwijnen. En eigenlijk wist ik niet wat ik precies bij CR kon verwachten.
Ik had herstel, hoop, vernieuwing en genezing nodig en moest erkennen dat ik die niet in mezelf kon vinden. (Dit kan je terugvinden in Stap 1 tot en met 7 van CR)

Mijn huisarts heeft een praktijkpsychologe. Van haar kreeg ik het advies om meer op mijn gevoel af te gaan en niet alles te beredeneren. Ze raadde me aan om regelmatig een wandeling te maken.
Tijdens de aanbevolen wandelingen ben ik Jan tegengekomen.
Jan nodigde mij uit voor de mannenavonden van de plaatselijke PKN Gemeente. In één van die bijeenkomsten was ik weer bezig met mijn zelfmoordgedachten. Ik heb die sombere gedachten toen naar de andere mannen uitgesproken en er is voor mij gebeden. Na die bijeenkomst hebben we veel gepraat. Ik heb aan Jan en nog iemand anders verteld hoe ik er op dat moment voorstond. Jan werd later mijn coach binnen CR.

Toen de praktijkpsychologe hoorde van mijn zelfmoordgedachten maande ze mij om het de eerste weken zeer rustig aan te doen. Ik moest vooral niet gaan “werken aan mijzelf”; ik was daar eerlijk gezegd ook niet toe in staat.
Bij de CR bijeenkomsten voelde ik me eigenlijk al snel thuis. Het is een veilige omgeving met een warme uitstraling. Meestal kijk ik in de nieuwe situatie gedurende lange tijd de kat uit de boom, maar hier voelde ik me al na enkele avonden veilig, gezien en gewaardeerd. Ik zocht naar een manier om het leven weer op te pakken. Ik ging wekelijks naar de CR bijeenkomsten en sloeg eigenlijk nooit een bijeenkomst over. Op CR voelde ik me thuis en God ging met mij aan het werk. Maar in het begin moest ik het zeer rustig aan doen. En ik liet dus alles maar over me heen komen. Er was herkenning en wat ik fijn vond was dat ik mocht delen waarmee ik worstelde, zonder dat ik gelijk belerende preken of allerlei adviezen over me uitgestort kreeg.
Sinds Jan mijn coach werd bij CR , lopen wij samen om de 2 weken een heel stuk door het bos om dingen door te praten. Ik heb mijn pijn met hem gedeeld. Belangrijke gesprekken waren voor mij de onderwerpen die gaan over naastenliefde en de Liefde van God.
Belangrijk was ook de DVD met daarop 3 preken van Henri Nouwen over “Ook jij bent een geliefd kind van God”. Ik was in een nieuwe wereld terecht gekomen: Gods wereld.

Kort daarna ben ik intensief gaan bidden.
Ik liep vaak hele einden om mijn gedachten weer rustig te krijgen. Wat ik vaak doe is lopen met open armen en de Heer vragen om mij te helpen. Ik spreek dan in principe hardop om mijn gedachten te kunnen constateren en te richten op de Heer. Misschien hebben mensen mij zo wel eens al lopend zien praten en gedacht dat er een steekje los was. In dit proces vroeg ik ook vergeving aan anderen die ik gekwetst heb en vergeving voor mijn eigen fouten en tekortkomingen. Moeilijke en zware wandelingen die mij uiteindelijk Gods bevrijding hebben gegeven. Wat is dit toch mooi!

Wat vooral opviel was dat toen ik veel heb gebeden voor vergeving ik intense pijn kreeg, men noemt dit ook wel zielenpijn. Ik ben door gegaan met bidden, of God deze pijn van me over zou willen nemen. Ik werd vaak met mezelf geconfronteerd; ik was stap voor stap aan het vergeven maar in mijn ziel leefde toch nog een enorme wrok over het onrecht dat ik had moeten ondergaan. Dat was dus de oorzaak van die lichamelijke pijn. Dit proces heeft enkele maanden geduurd, telkens moest ik leren om opnieuw hiervoor te bidden. (Het proces van vergeving, waar Principe 6 over gaat) Wat een strijd! Maar ik hoefde het niet alleen te doen. Bij CR staan we echt “schouder aan schouder”.

Door al het bidden begon ik God weer echt te voelen, echt te beleven. Ik kreeg een heel ander beeld van het geloof. Hij heeft mij echt lief. (Dit staat in Principe 7) ik begreep steeds beter dat geloven niet abstract is, maar heel praktisch een relatie onderhouden met een levende God is.

Inmiddels is die emotionele pijn helemaal weg. Ik wil je graag met je delen hoe dat is gegaan.
In 2016 heb ik 2 dromen gekregen.
De eerste droom ging als volgt:
Nadat we hadden gewinkeld zat ik met vrienden en nog andere personen uit mijn kennissenkring na te praten. De sfeer voelde aan alsof iedereen een beetje ‘losjes’ was. Iedereen sprak zich over zijn gevoel uit en dus ook ik.
Ik vertelde dat ik een zeer zware tijd had en als gevolg daarvan nog steeds die heftige pijn voelde. Het was een soort openbare bekentenis in mijn droom. Nadat ik dat gedaan had werd ik wakker en was de pijn behoorlijk minder.
In de tweede droom was ik bij mijn vader in het verpleegtehuis en toen wilde hij de baas over mij spelen. Toen heb ik hem (in mijn droom!) terechtgewezen in de trant van: Ga weg!, je hoort op deze manier niet in mijn leven thuis. Ook toen werd ik wakker en was de pijn verdwenen.
Al moet ik eerlijk bekennen dat het gevoel van de pijn zo nu en dan in lichte mate terug komt, ervaar ik wel dat er heel veel ten goede is veranderd. God is in mij het proces van herstel begonnen en Hij zal dat ook voltooien.

Wat ik heb meegemaakt heeft ervoor gezorgd dat ik mijn relatie met God opnieuw kan beleven. Dat ik nu op een vertrouwelijke manier met Hem kan omgaan.
Sindsdien lees ik vaak de Bijbel om daarin richtlijnen te zoeken voor het dagelijkse leven. De Bijbelgedeelten, waar ik in mijn jeugd moeite mee had, kan ik nu veel beter begrijpen. Mijn ogen en mijn hart zijn geopend.. De Bijbel leeft! (Principe 7 – volgen en volharding)
Ik mag begrijpen, lezen, vertrouwen, volgen, bidden, danken, dit is voor mij een nieuwe manier van leven geworden waar ik met volle teugen van geniet.

Door alles wat ik heb meegemaakt had ik een behoorlijke bagage op mijn schouders rusten. Boosheid en verontwaardiging hebben een aantal jaren mijn leven beheerst. De boosheid is eigenlijk helemaal verdwenen en de verontwaardiging ook. Maar eerlijk is eerlijk, nog steeds kan ik niet zonder argwaan omgaan met officiële instanties. Alhoewel dat geen excuses is heb ik ook wel ontdekt dat ik niet de enige ben die daar moeite mee heeft 
Nu ik de 12 stappen doorlopen heb, mag ik ervaren dat ik met mijn ervaringen anderen weer mag bemoedigen.
Bemoedigende woorden helpen zoveel.
Naastenliefde is de liefde vanuit God, welke ik mag uitdelen. (Principe 8 – uitdelen) Dat is ook de reden waarom ik nu graag mijn persoonlijk verhaal met jullie deel. Laat me weten als je er iets aan gehad hebt.

Ik ben door een woestijn getrokken en heb naderhand het Licht opnieuw gevonden. Dit Licht met een Hoofdletter heeft mij opnieuw leven gegeven.
Jezus heeft mij opgedragen om te bidden en zijn weg te volgen.
De situatie van het alledaagse leven gaat op en neer, ik hoef niet te wankelen maar alleen maar te vertrouwen.
Door Zijn weg te volgen en te bidden tot God en hierin te volharden is het geloof een vaste brug voor mij, waarop ik kan vertrouwen en waaruit ik liefde mag krijgen en mag geven.
Door dit vertrouwen mag ik het leven weer ervaren als een feest.
Ik mag God prijzen, en mag de dank uitspreken naar de mensen die mij hebben geholpen.
Mijn coach Jan, ons teamleiders echtpaar, de mensen van CR, de mannengroep, mijn psycholoog, mijn gezin en vele anderen... Jullie zijn voor mij goud waard. Ik ben jullie zeer dankbaar en zeer erkentelijk dat je al die tijd met mij hebt wil optrekken.

Ik wil de Bijbelse stappen en principes van CR blijven gebruiken in mijn verdere leven, zodat mijn levensvreugde kan blijven bestaan. En worden uitgediept.
Dit is mijn afsluiting van dit proces van CR, maar ik zal hier nog regelmatig zijn maar niet als deelnemer maar als medewerker; Want ik wil graag dat God mijn ervaring gebruikt om andere mensen te helpen. Dat is ook iets wat ik ontdekt en geleerd heb van Rick Warren: jouw tranen zijn kostbaar en je hebt niet voor niets gehuild. Jouw ervaring wil God gebruiken tot opbouw van anderen. Dat is mijn wens en mijn verlangen! Hoe!
Dit persoonlijk verhaal wil ik eindigen met een lied van Taize, dat ik vaak tijdens mijn wandelingen heb gezongen.
Prijs de Heer mijn ziel
Prijst zijn Heilige Naam
Die mij het leven geeft

Hartelijk dank dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen!

Hersteld van co-dependency en traumatische ervaringen en herstelllende van minderwaardigheid, onzekerheid en perfectionisme.

Hallo, ik ben Manon en een geliefde dochter van God en door Hem hersteld van co-dependency en traumatische ervaringen en met Hem nog in proces om te herstellen van minderwaardigheid, onzekerheid en perfectionisme.

Dank jullie wel, dat ik hier vandaag mijn verhaal mag vertellen over hoe God in mijn leven aan het werk is.

Ik kom uit een gezin, waar ik samen met drie broertjes ben groot gebracht. Al jong kwam ik er achter dat mijn gezin anders was. Mijn broertje heeft autisme, en was in mijn ogen wat ‘raar’. Ik kon prima met hem opschieten, ondanks dat hij anders was dan andere kinderen. Ik nam bijna nooit vriendinnetjes mee naar huis. Dit kwam omdat mijn moeder vaak afwezig was: ze lag vaak op bed en raakte om het minste of geringste boos en geïrriteerd. Ze was vaak narrig, had een kort lontje. Dit had o.a. tot gevolg dat als wij te uitbundig uit school kwamen en onze tas neergooiden in de gang, mijn moeder een schreeuw vanuit haar bed gaf dat we eens wat stiller moesten zijn. Mijn vader legde dan uit dat mijn moeder ziek was en dat we daarom extra moesten helpen in het huishouden. Het was mij destijds niet duidelijk wat er met haar aan de hand was. En er werd door mijn vader alleen vertelt dat ze ziek was en daarom op bed lag.

Ik hielp mee in het huishouden. Jaar in, jaar uit. Ik dacht dat dit normaal was. Maar eigenlijk frustreerde deze gang van zaken mij ook, omdat ik de situatie niet goed begreep. Als ik ziek was, was dit hooguit twee dagen. En als ik bij vriendinnen kwam, zat hun moeder klaar met thee en informeerde belangstellend hoe het op school was geweest. Dat had ik thuis nog nooit ervaren. Ik snapte het niet goed en schaamde mij voor de thuissituatie omdat ik weinig ervoer dat mijn moeder daadwerkelijk belangstelling toonde in ons.

De band met mijn moeder was ronduit slecht. We botsten vaak gigantisch. Dit werd mede veroorzaakt door mijn onvermogen om toen in te zien wat er werkelijk speelde. En later realiseerde ik me dat ik ook haar liefde en aandacht miste. Ik was veel op mezelf en al snel zelfstandig. Ik dopte mijn eigen boontjes wel en voor zover mogelijk loste ik mijn eigen problemen op. Later ben ik tot de ontdekking gekomen dat mijn moeder autisme heeft.

Mijn uitlaatklep was atletiek. Dit deed ik twee keer in de week. Rond mijn 10e begon ik hyperventilatie te ontwikkelen en kreeg ik soms ook paniekaanvallen. Dit heeft mijn functioneren behoorlijk beïnvloed, ook al ging ik altijd gewoon door. Ik zette dan een denkbeeldig masker op door te doen of alles goed met mij ging en er niets aan de hand was. Het kostte me wel veel energie.


Omdat veel aandacht naar mijn moeder en broertje ging, is er voor mij pas laat hulp gekomen door middel van een psycholoog. Ik wist zelf niet goed wat er aan de hand was, ik voelde vaak wel boosheid, maar uitte dit niet. Dat kwam misschien wel doordat ik me toen niet realiseerde dat het boosheid was. De schoolmentor heeft toen aangekaart dat het niet goed met mij ging omdat ik vaak hyperventileerde en dat ze adviseerde om een psycholoog in te schakelen. Ik was 16 toen ik mijn psycholoog vertelde over de thuissituatie. Pas toen hoorde ik dat het niet zo normaal is, als de dochter de rol van huisvrouw op zich neemt. Er werd me aangeraden om zo snel mogelijk uit huis te gaan, dus ging ik op kamers wonen op mijn 17e. Dit viel me in het begin heel- erg- zwaar.

Ik had op mijn 13e God leren kennen. Dit was tijdens Teenstreet; een jaarlijks terugkerend evenement waarbij vanuit verschillende landen jongeren komen om tijd met God door te brengen. Een geweldig tof evenement – een hele week tijd met God. Vóór die tijd gingen we, als gezin, naar de kerk, maar vooral omdat mijn broers en ik op een christelijke school zaten. Dan hóór je immers naar de kerk te gaan. Toen ik vanaf mijn 13e bij een jongeren kring kwam, kwam ik er langzaam achter dat je ook echt een persoonlijke relatie met Jezus kan opbouwen. Op mijn 15e heb ik mij laten dopen. En had een krachtige band met God opgebouwd.

Met God kon ik alles delen, dit deed ik door veel te zingen, te bidden, maar vooral door hele brieven te schrijven over wat er zich binnen in mij afspeelde. Ook ging ik elke week naar de kring toe, ik vond het fijn om met leeftijdsgenoten maar vooral met anderen te delen. Ik genoot ook van de gezamenlijke activiteiten die ondernomen werden.

En toen zat ik opeens alleen op kamers, terwijl mijn leeftijdsgenoten nog bij hun ouders woonden. Mijn ouders hadden weinig contact met mij. En ik moest toen alles alleen doen. Ik voelde mij ontzettend in de steek gelaten. Daardoor werd ik boos op God. Boos op mijn moeder, boos op iedereen. Een jaar lang heb ik niet gepraat met God. Eigenwijs als ik ben, dacht ik: ‘Nou als ik dan toch alles alleen moet doen, dan doe ik dat ook.’

Een vriend nam mij in die tijd mee naar een genezingsdienst voor de hyperventilatie en paniekaanvallen. Dit was nadat ik 1,5 jaar op kamers woonde. Tijdens deze dienst raakte ik weer in gesprek met God en gooide ik Hem al mijn frustraties voor de voeten. Het voelde als een opluchting en uiteindelijk kon ik ook weer dichter bij God komen. Er viel een last van mij af. En die avond genas God mij van mijn paniekaanvallen en hyperventilatie. Maar vooral van de boosheid die ik eigenlijk al mijn hele jeugd had gevoeld, maar vooral had weggestopt, om niet te voelen. Het voelde als een nieuwe start. Een nieuw begin.

Tijdens deze genezingsdienst heb ik Joep ontmoet; hij was ook meegenomen door deze vriend. Hij toonde interesse in mij en we konden uren lang praten. Het voelde goed en we kregen verkering. Ik kende Joep eigenlijk nog maar vaag, omdat hij nog niet lang bij de jeugd/kring van de kerk was aangesloten.

Nadat we twee jaar een relatie hadden vertelde Joep aan mij dat hij een probleem had. Hij keek naar porno……. Tja, daar had ik nu geen kaas van gegeten. Eigenlijk had ik geen idee wat dat precies in hield. Maar Joep zei dat hij er hulp voor wilde vragen en zo gezegd zo gedaan. Hij ging samen met mij naar een behandelaar vanuit GGZ. Daar kwamen we redelijk van een koude kermis thuis. De psych vroeg of we christen waren. Waarop we bevestigend antwoordden en toen deelde hij mee dat het kijken van porno geen probleem is, immers iedereen kijkt ernaar, en wij moesten daar niet zo’n ding van maken.

Joep was het hier absoluut niet mee eens. Hij is daarna nooit meer naar die psycholoog terug gegaan, wat ik wel begrijp. Hij gaf aan: ‘dan kom ik er zelf wel af.’ Ik was trots op zijn moed en doorzettingsvermogen. Eigenlijk was ik op dat moment nog niet goed in staat, om het probleem van porno-kijken te begrijpen. Ik wist niet goed wat het was. Hoewel de psych had aangegeven dat porno kijken in deze maatschappij geen probleem was, vond ik dat Joep niet serieus genomen werd. Dit vond ik teleurstellend. Maar aan de andere kant ging Joep het nu immers zelf aanpakken. Inmiddels waren we verloofd en hadden we trouwplannen. Regelmatig vroeg ik aan Joep hoe het er mee ging en dan vertelde hij dat het prima ging, dat hij geen last meer had en niet meer naar porno keek. Ik had het volste vertrouwen in hem en was gerustgesteld. En ook een beetje trots dat wij zoiets aankonden. Voor mij gaf dat hoop dat wij een sterke relatie hadden, waarin we open konden praten over waar we last van hadden en elkaar konden steunen.

De zondag voor onze trouwen, gedroeg Joep zich heel raar. Hij deed boos en afstandelijk naar mij en bleef op zijn kamer. We zouden die ochtend Bijbelstudie bij zijn ouders hebben. Zijn ouders hebben een huisgemeente en zijn vader gaf elke zondagochtend Bijbelstudie. Als je thuis was op dat moment was je min of meer verplicht om aan te schuiven, tenzij je ziek was. Joep bleef boven zitten. Toen we vroegen of hij wilde komen ontbijten of mee doen met de studie, reageerde hij zich af. Op een gegeven moment heb ik zijn laptop die op bed lag, stiekem mee genomen en die beneden geopend, omdat ik een onderbuikgevoel had, dat er iets niet klopte. Op de laptop trof ik het internet nog open aan en er stonden meerdere pagina’s vol met porno grafisch materiaal open. Ik schok me dood. Hoe – kon - dit? Had hij dan gelogen? Hij was er toch vanaf? Ik werd boos. En sprak hem hier op aan. Hij vond dat ik me niet moest aanstellen. Ik zei dat ik niet wilde trouwen met hem als hij zulke leugens voor me verborgen hield. Ik besloot om weg te gaan, maar Joep draaide bij. Hij en zijn ouders begonnen op mij in te praten. Ze beweerden dat ik het huwelijk nu niet meer kon afblazen. Ik had de volste overtuiging dat dit wel kon. Er werd lang met mij gepraat en er werden veel beloftes gedaan. Tot één dag voor de bruiloft heb ik sterke twijfels gehad of ik moest trouwen of niet. Ik heb veel gebeden, wat ik hier mee aan moest. Had God ons dan voor niets bij elkaar gebracht?

In september 2010 trouwden wij. De eerste maand na het huwelijk was alles goed. In de tweede maand kregen we internetaansluiting. Joep zat vanaf toen hele dagen achter de pc. Al na een paar dagen kwam ik er achter wat voor duistere kanten een computer kan hebben. We waren nog maar twee maanden getrouwd en Joep bleek een afspraakje met een andere vrouw te willen maken. Na smeken en veel boze woorden heb ik deze vrouw benaderd om geen contact op te nemen met mijn man.

Ik zat met mijn handen in het haar. Ik was boos, verward en voelde me in de maling genomen. Nu zat ik in een huwelijk, terwijl het helemaal niet goed ging. Ik begreep niet waarom hij met andere vrouwen aanpapte, terwijl hij met mij getrouwd was. Toen ik Joep’s ouders inschakelde, kreeg ik te horen, dat ik meer mijn best moest doen als vrouw, dan zou hij mij wel weer zien staan. Tja, met dat advies kon ik niet zoveel. Want ik was overtuigd dat je als getrouwde man niet het recht hebt om te proberen geheime afspraakjes te maken met andere vrouwen. We hadden veel ruzie.

Drie maanden na onze bruiloft liep de situatie uit de hand. We hadden ruzie en Joep was zo boos, dat hij vertrok met de auto. In dat uur dat hij weg was, stuurde hij sms’jes dat hij zelfmoord wilde plegen en dat dit mijn schuld zou zijn. Dat ik met mijn “gezeik” hem de dood heb ingepraat. Wederom zijn ouders ingeschakeld die vervolgens snel op de stoep stonden. Op telefonische oproepen reageerde Joep niet meer. Toen werd ik door onbekend nummer gebeld. De brandweer. “We hebben uw man gered; hij was het kanaal in gereden.” Mijn wereld stond even stil. We hebben hem opgehaald en daarna volgde een lang gesprek. Joep wilde op het moment dat hij in het water reed, uit het leven stappen. Maar zijn ouders bagatelliseerde de gebeurtenis en vertelden: ‘je had gewoon even verkeerde gedachten, je raakte de macht over het stuur kwijt, het was een ongeluk.’ Naar de buitenwereld werd verteld dat het een ongeluk was. Maar voor mij was het geen ongeluk…. Er werd me op het hart gedrukt om hier vooral niet over te praten met anderen. Ook niet dat Joep porno keek. Dat is privé, zulke dingen hoor je immers niet te delen met anderen.

Deze gebeurtenis gaf mij een schrikreactie: “Door mijn toedoen, had hij immers uit het leven willen stappen. Ik hield me in, besloot om niet meer boos te worden en deed mijn best. Door bijv. mijn ogen te sluiten als hij uren lang achter de pc zat. Het kwam regelmatig voor dat hij nachten doorhaalde en ik in ons bed lag en me bedacht dat hij op datzelfde moment met andere vrouwen aan het chatten was. Het deed me ontzettend pijn en maakte me bang en teruggetrokken. Ook al deed ik zo mijn best, zijn gedrag veranderde niet. Het leek juist erger te worden. Met mijn pijn kon ik alleen terecht bij God; als ik eenzaam in bed lag, was Hij er om mij te troosten. Bij God kon ik wel eerlijk zijn, Hij kende mijn situatie en wat ik voelde en wat ik dacht. Ik had veel steun aan God. Niet alleen met mijn pijn ging ik naar God, pijn over mijn huwelijk, maar ik deelde met Hem ook de goede dingen waar ik dankbaar voor was. God gaf me de kracht om door te gaan.

De reden dat ik ondanks alles bij Joep bleef, is omdat ik bang was dat hij door mijn toedoen opnieuw een poging zou ondernemen om uit het leven te stappen. Maar ook omdat we fijne momenten samen hadden, waarop we het goed met elkaar konden vinden en dingen ondernamen. Het waren niet alleen moeilijke tijden, we waren ook elkaars maatjes. Ik vond het fijn dat ik hele gesprekken met hem kon voeren, samen sporten, samen spelletjes spelen, op veel vlakken was hij mijn steun en toeverlaat.

Alleen als hij zich uitleefde in zijn verslaving, herkende ik hem niet meer terug als de jongen waar ik ooit verliefd op was geworden. Als hij urenlang achter de computer zat, probeerde ik daar zo min mogelijk aandacht aan te besteden. Ik deed dan het huishouden en regelde de zaken die geregeld moesten worden, want als ik dit aan hem vroeg, lukte hem dat vaak niet. In de perioden dat Joep minder achter de PC zat, ging het weer wat beter en deed hij meer in het huishouden. Sociale contacten en werk gerelateerde zaken gingen dan ook makkelijker. Ook bij het maken van afspraken met vriendinnen hield ik altijd rekening met Joep. Ik bleef daardoor nooit langer dan 4 uur van huis en had altijd mijn telefoon bij de hand, zodat ik snel kon reageren als Joep een bericht stuurde.

Ik heb dit een jaar aangezien, maar de situatie verslechterde. Soms bracht hij 3 nachten per week door achter de computer, waardoor hij overdag niet in staat was om normaal te functioneren. Dit had ook invloed op zijn werk. Zijn sociale contacten verwaterden omdat hij niet kwam opdagen bij gemaakte afspraken. Hij stelde daarnaast eisen binnen onze seksuele relatie, waaraan ik niet wilde voldoen. Zoals trioseks. Als ik dan weigerde, gaf hij aan dat hij wel porno moest kijken, omdat ik niet aan zijn seksuele wensen voldeed.

Maar ook onze financiële situatie holde achteruit. Om financieel het hoofd boven water te houden, bedacht hij dat ik wel een aantal afspraken met andere mannen zou kunnen maken. Hij zou hier dan ook bij zijn, ter bescherming. Ik ontdekte deze ‘oplossing’ ……… pas nadat hij dit contact en de afspraken met andere mannen (uit naam van mij…..) ook daadwerkelijk al had gemaakt. Joep was erg teleurgesteld dat ik hier niet mee wilde instemmen. Ik vond het onbegrijpelijk dat hij mij als een soort hoer wilde ‘uitlenen’ aan anderen. Dit was voor mij de druppel. Uiteindelijk besloot ik om weg te gaan. Op het moment dat ik dit aan hem wilde vertellen kwam er een verrassende wending. Joep had besloten zich te laten opnemen voor zijn porno- en seksverslaving. Hij erkende dat hij verslaafd was en een probleem had wat hij niet zelf kon oplossen. Binnen enkele dagen was hij opgenomen. Dit was in 2014.

De periode dat hij opgenomen was, moest ik sterk zijn. Ik kreeg erkenning van zijn familie dat het wel zwaar was geweest voor mij. We kregen van professionals handvatten over hoe we met de verslaving van Joep moesten omgaan. In de kliniek werd mij uitleg gegeven wat co-dependency was. En dat ik door co-dependent te zijn, de verslaving van Joep in stand hield. Dit hield in, dat als Joep terug viel, ik de dingen ging over nemen bijv. in huis, of dingen die geregeld moesten worden, waardoor Joep zich daar niet meer verantwoordelijk voor hoefde te voelen en tijd beschikbaar had om bezig te zijn met zijn verslaving. Door het geven van mijn liefde, hoopte ik dat het tij zou keren en dat ik daardoor liefde zou ontvangen van hem. Met deze uitleg vielen er al heel wat puzzelstukjes op zijn plaats. De leegte die ik voelde eigenlijk al van jongs af aan, was een gemis naar liefde, waar ik eigenlijk continue naar op zoek was.

In de kliniek was Joep vooruitstrevend. En het ging redelijk goed met hem. Hij was open, en vertelde mij wat er allemaal gebeurd was. Ook dat hij afspraakjes met andere vrouwen had gemaakt, zelfs in de week voorafgaand aan onze bruiloft. Het was ontzettend pijnlijk om te horen.

In de kliniek werd alles opengegooid en daarom besloten we om samen verder te gaan. We hebben toen na de opname relatietherapie gevolgd.

Na de afkickkliniek ging Joep naar meetings. Hij had hier veelvuldig contact met mensen die ook een seksverslaving hebben en zijn buddy/coach met wie hij kon sparren als hij ergens tegen aanliep of de neiging had om terug te vallen. Vanuit de kliniek werd dit aangeraden. Het leek best goed te gaan. Toch was ik heel voorzichtig. Joep was open als hij het moeilijk had. En dan praatte we er over. Ik zag weer langzamerhand de jongeman tevoorschijn komen waar ik verliefd op was geworden, degene die ik als mijn maatje zag.

In 2013 was Joep 1,5 jaar clean, dit hebben we gevierd met een verre reis. Het leek zo goed te gaan. Ik begon na te denken over de toekomst. En ik had weliswaar de periode als zeer zwaar ervaren, toch was ik God ook enorm dankbaar dat het nu beter ging en we er sterker uit leken te komen als man en vrouw. Ik begon steeds meer te geloven in een toekomst en we hadden het over kinderen. Het voelde goed.

Echter een paar maanden later begon Joep opnieuw raar gedrag te vertonen. Verbale agressie richting mij om kleine dingen begonnen steeds vaker problemen te geven in onze relatie. Hij was boos en beschuldigde mij dat ik hem niet meer vertrouwde.

Dit hield een tijd zo aan. Totdat ik hem de suggestie gaf, dat als er iets is wat hij niet met mij kon of wilde bespreken, hij dan iemand anders moest zoeken met wie hij het wel zou willen delen. Dit deed hij vervolgens en hij nam zijn hele familie in vertrouwen. Op het volgende familieweekend, 2 weken later, werd ik verrast, toen Joep plotseling vertrokken was. De andere aanwezigen bleken dingen te weten waar ik, als zijn vrouw, geen idee van had. Joep zei later dat het te heftig voor mij was, om aan te horen. Dit maakte ik in mijn hoofd heel groot. Ik had inmiddels al best veel gehoord in de kliniek, dus ik verwachtte minstens dat hij een affaire had.

Tijdens het familieweekend is Joep van het ene op het andere moment weg gegaan. Zat ik daar met zijn familie, die wel wisten wat er aan de hand was met hem, en ik niet. Uiteindelijk bleek dat hij was terug gevallen. Ik voelde me aardig in de kou gezet. Vooral omdat er tegen mij gezegd werd dat ik immers zelf had gezegd dat hij er met anderen over kon praten als dat met mij niet lukte. Het voelde erg oneerlijk. Als je een relatie hebt, is eerlijkheid en openheid iets wat ik heel belangrijk vind. Gelukkig kon ik op God terug vallen. Ook al had ik vaak geen woorden en kon ik vaak alleen maar huilen omdat ik vol zat met gevoelens van schaamte, machteloosheid, boosheid, hulpeloos en leegte. Als ik geen woorden had, bad ik de volgende psalm, mijn ‘112 gebed’: psalm 121;

Mijn hulp komt van de Heer,
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Hij zal mijn voet niet laten wankelen,
Hij zal niet sluimeren, nee, Hij sluimert niet,
Hij slaapt niet, de Wachter van Israël.
De Heer is mijn schaduw,
overdag zal de zon mij niet steken en in de nacht de maan me niet schaden.
De Heer behoedt me voor al het kwaad,
Hij waakt over mijn leven, over mijn gaan en komen,
voor nu tot in eeuwigheid.

In de zomer van 2016 ontspoorde de situatie. Joep praatte niet langer met mij. Maar uitte wel zijn dagelijkse boosheid door gemene dingen te zeggen, spullen kapot maken; persoonlijke spullen van mij, zoals foto’s, kleding en boeken. Joep manipuleerde mij door te beweren dat zijn verslaving, mijn schuld was. Hij bedreigde mij, maar hij dreigde ook vaak met zelfmoord. Ik zweeg uit angst: Ik wilde voorkomen dat hij zichzelf of mij wat zou aandoen. Aan de andere kant, wilde ik ook graag dat hij weer clean zou worden en gaf ik hem hints om de meetings die vanuit de kliniek waren aangeraden, weer op te pakken, de contacten met followers en zijn oude buddy weer te herstellen. In de hoop dat het tij zou keren. Ook gaf ik hints om met een christelijke therapeut te gaan praten, maar hij wilde inmiddels niets meer van het geloof weten. -God was immers tegen hem-, was zijn mening.

Thuis was ik zeer gespannen. Om kleinigheden kon Joep al uit zijn vel springen. Zijn familie wist dit, maar wilde me overtuigen dat ik geduldig moest blijven; dat ik vertrouwen moest hebben in God. Waar Joep mij het meeste pijn mee deed, was dat hij veelvuldig God vervloekte. Hij maakte mij uit voor Jezus Christus en mijn christelijke boeken en bijbels waren niet veilig. Daarnaast verbood hij mij naar christelijke activiteiten te gaan, zoals naar de kerk of kring. Hij wilde van de één op de andere dag niets meer met God te maken hebben. Hij beweerde regelmatig dat hij de satan aanbad. Satan was namelijk veel sterker dan God, zei hij dan. Het hielp niet mee, dat zijn vader hem preken aanreikte over geloof. Ik vond dit een hele beangstigende periode, dat iemand zich zo afkeerde van God en zulk gedrag kon vertonen, terwijl geloof nooit een issue was geweest tussen ons.

Ik herinner me nog als de dag van gisteren, dat we samen op de bank zaten. Tijdens een gewoon gesprek sloeg ineens de stemming om. Zijn ogen werden kil en strak. Hij pakte de schaar die voor hem lag en zei; “ik moet je neersteken”. Ik keek hem alleen maar aan. Hij trilde… ik bad. In deze stilte werd een strijd gestreden. Later vertelde hij mij dat hij God niet mag. En welke gedachten er in zijn hoofd speelden en hoe deze gedachten hem dan in bezit namen.
Op dat moment kon ik alleen nog maar blind vertrouwen op God. En het heeft me krachtiger gemaakt dat ik ooit had kunnen zijn als mens. Ik voelde God zo dichtbij, Hij omringde me met Zijn liefde. Ondanks de onveilige plek, was ik in Gods armen, compleet veilig!!. Door op God te vertrouwen, kon ik door-leven.
Godzijdank stak hij niet toe. En ik had vertrouwen -waar ik ook terecht zou komen- , het was bij God. Dat gaf rust.

Dat Joep mij fysiek aanviel en zich er na afloop niets meer van herinnerde, was voor mij de druppel die de emmer deed overlopen. Ik ben toen eerst bij mijn ouders ingetrokken en daarna verhuisd naar Leeuwarden. Dit deed ontzettend veel pijn, omdat ik het gevoel had dat ik gefaald had als vrouw. Ik was er niet in geslaagd ons huwelijk te redden. Ik voelde mij vernederd als vrouw, mijn pogingen om de relatie te redden waren mislukt. Ik had mezelf weg gecijferd in onze relatie, maar er niets voor terug ontvangen.

In de periode nadat ik bij Joep weg was, kreeg mijn geloof een diepe deuk. Ik had zo heftig samen met God gestreden. Elke dag voelde ik God, ervoer ik dat God bij me was, en me steunde. Maar na mijn vertrek voelde ik niets meer van Zijn aanwezigheid. Dit maakte dat ik me in de steek gelaten voelde. Ik had ontzettend heimwee naar de band die ik met God had gehad. Toen kwamen ook de vragen. Waarom moet ik dit mee maken? Wat is het nut van een huwelijk als je er zo kapot door wordt gemaakt? Hoe kan God dit toelaten?

Toen ik weer bij mijn ouders introk had ik in eerste instantie weinig behoefte om nog naar de kerk te gaan. Ik was leeg en teleurgesteld. Al snel stelde ik mezelf de vraag: Waar word ik nu blij van? Er ontstond een soort bucketlist. Een aantal punten als voorbeeld:

• Genieten van een kopje thee
• Bouwen aan mijn geloof
• Mezelf ontwikkelen door een opleiding te volgen
• Ontspanning
• Reizen over de wereld

Ik heb een paar maanden bij mijn ouders moeten verblijven voor ik een eigen huisje in Leeuwarden kreeg. In Leeuwarden zat ik binnen 2 dagen weer in de kerk. Daar was ik in tijden niet geweest voornamelijk omdat Joep dit niet goed vond, en ik geen zin had in ruzie, maar ook omdat ik me er niet meer toe kon zetten. In de kerk van Leeuwarden hoorde ik van het programma Celebrate Recovery, waar ik de dag daarop al terecht kon.
Dit voelde als verhoring van mijn gemaakte bucketlist en als gebedsverhoring. Een knipoog van God dat Hij mij niet in de steek liet. Ik kon met mijn vragen over God aan de gang. En ook aan de slag met mezelf. Het CR programma voelde als een warm bad, zonder veroordeling. En aangezien ik mezelf al genoeg veroordeeld had, maar ook al genoeg veroordeeld was geweest door anderen, was dat een hele prettige ervaring toen ik in gesprek was met 1 van de leiders van CR. Ik keek er naar uit om te gaan starten, helemaal omdat het met God was. De eerste avond voelde wel een beetje raar aan, het bidden en zingen, terwijl ik God eigenlijk al een tijdje niet echt meer had gesproken.

Maar vóór het eind van de eerste avond, had ik met iemand samen mogen bidden, wat voor mij de drempel om het samen met God te gaan doen aanzienlijk verlaagde. Het was prettig dat ik mocht aangeven dat ik het moeilijk vond om bij God aan te kloppen. Maar gelukkig werd ik niet raar aangekeken en dat we samen konden bidden ervoer ik als heel prettig.

In overleg ben ik direct op zoek gegaan naar een coach. Ik realiseerde me dat het voor mij heel belangrijk is om een stok achter de deur te hebben. Iemand die met mij oploopt. Ik vond iemand die ik kende vanuit mijn vorige kring. Zij heeft ook een partner gehad met een pornoverslaving. Haar huwelijk is daardoor ook gestrand. De Here Jezus is voor haar nummer 1. Ik vond het heel prettig dat ik op haar mocht terugvallen als ik vast liep in gedachten of gevoelens en dat we dit proces met God mochten delen. Uiteindelijk is hier een waardevolle vriendschap uit voortgekomen.

Ik liep tegen moeilijke dingen aan, zoals vergeving. Dat werd rond die tijd besproken toen ik net begon met CR. Met ‘vergeven’, daar kon ik niets mee. Maar ik ontdekte ook dat ik daar op dat moment gelukkig niets mee hoefde te doen, maar hier in mocht groeien. Van het woord vergeving kreeg ik toen alleen al kippenvel. Ik dacht dat het moeilijkste was om de mensen in mijn omgeving te vergeven, maar het lastigste bleek om mezelf te vergeven. Ook hierin stond ik niet alleen, samen met God en mijn coach mocht ik dit leren.

Het vergeven van Joep ging moeizaam en heb ik ervaren als een moeilijke stap van het CR programma. Mede omdat hij mij stalkte en nog regelmatig voor mijn deur stond. Dit maakte dat ik me niet veilig voelde in mijn eigen huis. Deze angst maakte het er voor mij niet makkelijker op om Joep te vergeven. Ik heb hier lang mee geworsteld.

Ik vind het heerlijk om christelijke muziek te luisteren. Toen ik met Pasen een lied hoorde van THIRD DAY – this is my offering- . Jezus is niet voor niets aan het kruis gestorven, maar voor mijn zonde. Hij heeft mij vergeven. Wie denk ik te zijn, om anderen dan niet te vergeven? Door Jezus kunnen wij immers weer bij God komen, zoals we zijn. God vergeeft, en Hij wil dat ik vrij wordt. Vrij van zonde, pijn en slechte gewoonten. Een slechte gewoonte, die mij vast hield in het verleden, was dat ik Joep niet wilde vergeven. Daardoor was mijn hart nog vol wrok. Ik voelde haat opkomen, als ik weer wat van hem te horen kreeg. Deze last drukte zwaarder op mij dan ik toen had kunnen bedenken. Toen ik het lied hoorde vielen voor mij de puzzelstukjes op zijn plaats. Jezus is voor mijn zonde gestorven, zodat ik vrij ben. Om Jezus voorbeeld te volgen, mag ik ook vergeven. En daarvoor heb ik dan ook gekozen, zonder er verder bij na te denken. Het voelde als een bevrijding. Ook al zorgde het er niet voor dat de angst daarmee volkomen weg was. Die angst hield me nog steeds alert, maar ik had mijn wrok en boosheid laten varen.

Tijdens het CR programma heb ik geleerd, hoe bijzonder het is, dat je God tijdens je strijd zo dichtbij kunt voelen, dat Hij met je mee strijd en met je meeleeft. Elke dag. Nu weet ik dat God er ook wel is, maar hoef ik het niet altijd te voelen. Ik ben altijd welkom bij Hem. Ik ben dankbaar dat God zo om mij geeft en ik Zijn Kind mag zijn.

Ik heb vooral geleerd dat ook al voel ik God niet meer zo dichtbij als toen, ik wel mag weten dat Hij er is en voor mij zorgt. En ik op Hem mag vertrouwen. Vertrouw op God met heel je hart, vertrouw niet op eigen inzicht. Spreuken 3:5 (onderdeel van mijn dooptekst)

-----------------------------------------------------------------------------------------
Inmiddels ben ik verhuist naar het zuiden van ons land, een drastische beslissing, om mijn ex te ontlopen. Het was pittig om hier een nieuw leven op te bouwen. Ik ben mijn huidige partner tegen gekomen. Het was ontzettend spannend om weer te leren vertrouwen en lief te hebben. Hij, maar vooral God, heeft mij geleerd om te ontdekken hoe liefde ook kan zijn. Te leren om van mezelf te houden, maar vooral om weer vertrouwen in de medemens en mezelf opnieuw te ontwikkelen Inmiddels zijn wij in 2019 getrouwd.

De heimwee die ik in de periode dat ik bij mijn ouders woonde voelde, en die toen van korte tijd was, ervoer ik na verloop van tijd opnieuw in mijn nieuwe woonplaats. Dit maakte dat ik wat in paniek schoot. Nadat ik een heel programma doorlopen had, om God opeens niet meer zo te voelen. Ik heb hier geregeld gesprekken over gevoerd met mijn toenmalige coach, maar ook met andere christenen. Destijds had ik het nodig om God dagelijks te volgen, maar nu ik niet meer in een ‘crisis’ zit en het zelfs goed gaat, mag ik groeien in het vertrouwen dat ik God niet zo zeer nodig heb om mij te dragen, maar wel mag weten dat Hij altijd naast me loopt. Het gevoel van heimwee is overgegaan naar een innerlijke zekerheid. Toen werd ik door Hem gedragen en overleefde ik, nu mag ik mijn levenspad met God aan mijn zijde bewandelen.

Onlangs heb ik mijn opleiding afgerond als psycho sociaal counselor. Ook dit was iets wat ik lang heb uitgesteld, omdat ik codependent was. Ik heb God gevraagd hoe ik Hem met deze opleiding mag dienen. Hij heeft aangegeven dat Hij wil dat ik mij inzet voor anderen. Dit maakte dat ik , nu op een andere locatie, Celebrate Recovery weer heb opgezocht en nu hier sta. Daarmee ben ik bij Stap 12 beland; Het gevolg van deze Stappen is dat ik als persoon veranderd ben. Ik probeer deze boodschap van herstel aan anderen door te geven en deze principes in mijn doen en laten in de praktijk te brengen.

Dankjewel dat ik mijn Persoonlijk Verhaal met jullie mocht delen!


Hersteld van angst voor afwijzing en het worstelen met mijn identiteit

Mijn naam is Tamara en ik ben een christen die door God is hersteld van angst voor afwijzing en het worstelen met mijn identiteit.

'Hier met de hemel op mijn netvlies.
Hier in het licht van de eeuwigheid.
Spreekt U mij moed in, om neer te dalen.
Daar te gaan staan waar U mij hebben wilt.'

Met deze woorden wil ik graag mijn verhaal beginnen, want ik vind het best spannend om te delen wat God in mijn leven heeft gedaan. Toch geloof ik dat juist kwetsbaar durven en willen zijn, mij heeft geholpen om uiteindelijk mijn problemen te overwinnen. God wilde dat ik nederig werd en dat ik erken dat ik vastgelopen was en er zelf niet meer uit kon komen.
Vandaag sta ik hier door Gods genade als een sterke jonge vrouw, maar wil ik wat delen uit mijn leven en hoe God de regie in handen heeft gehad.

Ik dacht altijd dat mijn karakter al aardig gevormd was en hield mezelf voor: ‘Ik ben nu eenmaal zo’. Achteraf gezien was dat een slap excuus om mezelf te rechtvaardigen. Vandaag zeg ik ‘Ik ben een hersteld christen die enorm geworsteld heeft met angst voor afwijzing en mijn identiteit.

Sinds mijn 18e zat ik enorm in de knoop met mijn seksualiteit.. Ik ben er altijd van overtuigd geweest dat God seksualiteit en intimiteit bedoeld heeft als iets waardevols voor jou en je levenspartner. Maar hoe graag ik Gods gedachten hierover ook wilde geloven, ik kon er niet van genieten en beschouwde alles wat met seksualiteit te maken had als smerig. Alleen al de gedachte aan seksualiteit


In 2009 kreeg ik een relatie met Donald. Van vriendinnen begreep ik dat zij soms net zo hevig verlangden naar de seks als hun vrienden. Bij mij was dat absoluut niet zo. Pogingen van Donald om intiem te worden wees ik resoluut van de hand. Niet zozeer vanwege mijn principes, maar gewoon omdat ik geen enkele behoefte had op dat terrein. Hij was aardig, hij was lief en geduldig. En hij bleef geduldig. Dat heb ik achteraf als een wonder beschouwd, want tot aan ons huwelijk heeft hij nooit meer van mij gezien dan wat ieder ander ook zag in het zwembad. In 2012 zijn we getrouwd, maar mijn onzekerheid en walging van seksualiteit bleef voortduren in ons huwelijk. Samen spraken we er veel over. Ik voelde me gezegend met een man die zo begripvol was, maar ik zag ook dat het hem pijn deed. Ik was een frigide vrouw, en daarmee zat ik in de knoop. Ik ging op internet zoeken naar het probleem en de oplossing, maar dat bracht me geen stap verder. Hoe graag ik ook wilde, ik kon er niet van genieten en zag in dat het zo niet verder kon gaan. Ik had een goede vriendin die me toevertrouwde dat zij en haar man enorm konden genieten van lichamelijke intimiteit. Als ik dat hoorde voelde ik me rot. Gewoon omdat ik niet kon genieten en daardoor ook mijn man iets ontzegde waar hij eigenlijk wel recht op had.
Waar mijn aversie tegen seksualiteit vandaan gekomen was?? Ik had geen flauw idee. Eigenlijk had ik in mijn kinderjaren en tienerjaren geen enkele ervaring opgedaan met seks, dacht ik oppervlakkig. Niet positief en niet negatief. Bij ons thuis is er eigenlijk ook nooit iets geweest op dat terrein waarvan ik achteraf zou kunnen constateren dat dat misschien de oorzaak is geweest.

Het was voor mij een compleet raadsel. Terwijl ik meedeed aan een vrouwen- gespreksgroep, durfde ik het eindelijk aan om in deze redelijk vertrouwelijke omgeving voorzichtig iets te delen over mijn frustratie. En het feit de slaapkamer voor mij bepaald niet de plek was die iets toevoegde aan ons huwelijk.
Er werd begripvol gereageerd. Een enkeling gaf aan dat er ook wel wat herkenning was. Maar daar bleef het bij.


In het jaar dat volgde heb ik met een aantal vrouwen gesproken over mijn worstelingen en ik merkte dat het iets makkelijker voor mij werd, om het onderwerp te bespreken. De gene bleef, maar gelukkig kreeg ik alleen begripvolle reacties. En helaas ook heel wat tips en adviezen, waar ik in de praktijk eigenlijk niets mee kon. In zekere zin ervoer ik verlichting van mijn frustratie, doordat ik een uitlaatklep had in mijn directe omgeving. Maar tegelijkertijd moest ik constateren, dat mijn lieve man nog steeds veel te kort kwam en moest leven met een seksueel gefrustreerde vrouw.

Vorig jaar besloot ik om Celebrate Recovery te gaan volgen in de hoop dat ik daar misschien uiteindelijk herstel zou vinden. Ik was in de gelukkige omstandigheid dat ik daarvoor niet ver hoefde te reizen. Vlakbij kon ik aanhaken. Ik ontdekte daar dat dat echt een voorrecht was. Er waren ook deelnemers die voor elke bijeenkomst heen en terug bijna 2 uur in de auto zaten.
Het feit dat we iedere avond elkaar beloofden dat wat we deelden in de groep 100% veilig was, maakte dat ik al snel mijn verhaal durfde te delen. Natuurlijk ging dat gepaard met de nodige emoties. Maar het kunnen delen gaf een enorme verlichting.
Al na enkele maanden kwam ik erachter dat seksualiteit en intimiteit met Donald helemaal niet zo'n issue meer was en ik merkte dat ik er gaandeweg echt van kon genieten. Toch besloot ik door te gaan met CR, want het was nooit verkeerd om de rotzooi uit mijn leven op te ruimen. De eerste lessen over de eerste drie stappen van CR gingen mij niet snel genoeg. Beginnen met CR betekende voor mij toegeven dat ik het zelf niet kon, de eerste stap. Daarbij twijfelde ik er niet aan dat God bestaat en ik was ervan overtuigd dat God mij wilde herstellen en radicaal kiezen voor God, dat had ik jaren geleden al gedaan. Dat was allemaal redelijk bekend en inmiddels ook toegepast.

Vanaf stap 4 begon voor mij de uitdaging: mijn leven onderzoeken op een open en eerlijke manier, de goed-fout analyse. In het midden van een groot vel papier schreef ik Jozua 1:9 op: 'Ja! Wees moedig en sterk! Ban angst en twijfel uit uw hart, onthoud dat de Here uw God u overal zal helpen!'

Vervolgens schreef ik in het groen alles op wat ik in mijn leven als positief had ervaren en in het rood alles wat ik negatief had ervaren. Ik legde verbanden tussen de dingen die gebeurd waren in mijn leven en zag terugkerende patronen die ik nog nooit zo helder had gehad. Het werd mij duidelijk dat alle keuzes die ik maakte in mijn leven gebaseerd waren op twee verkeerde denkpatronen: angst voor afwijzing en mijn zoektocht naar een identiteit. Waar kwam dat vandaan?


Mijn ouders zijn er altijd voor mij geweest: Ze waren er als ik gevallen was, ze waren er als ik hulp nodig had, ze waren er als ik advies zocht, maar ze waren er ook als ik ze naar mijn idee níet nodig had… achteraf ben ik daar best blij om. Mijn ouders zijn altijd een afspiegeling geweest van God naar mij. Nog steeds zijn mijn ouders er altijd voor mij en ook voor mijn man. Mijn moeder is inmiddels zo ongeveer mijn beste vriendin en mijn vader is er altijd als ik een knuffel nodig heb. In papa's armen voel ik me heel dicht bij God.
Toch heb ik één ding heel erg gemist: een broertje of zusje (het liefst had ik een oudere broer). Hoewel ik dat als jong meisje misschien niet volledig kon begrijpen, weet ik nu dat mijn ouders dat gemis altijd met mij gedeeld hebben. Het speelde onbewust altijd op de achtergrond.

Op de basisschool was ik een rustig meisje. Ik had leuke vriendinnen en had geen moeite met leren. Ik was erg gesteld op rechtvaardigheid. Als iemand onterecht straf had gekregen deelde ik dat met mijn moeder, en ik was heel open en oprecht over God. Aangezien ik heel makkelijk aan het huilen was te krijgen, was ik het ideale mikpunt voor plagerijtjes en beginnend pestgedrag. Ik herinner me dat ik uitgemaakt werd als ‘heilig boontje’ of ‘melkbus’ en de jongen van een groep hoger die met opzet een basketbal naar mijn hoofd gooide met de woorden ‘ga maar huilen, beertje, ga maar huilen’.

De eerste keer dat ik naar de middelbare school fietste voor een kennismakingsdag met klasgenoten heb ik duidelijk met mezelf afgesproken dat ik niet meer ging huilen om pestgedrag, plagerijtjes of als ik lichamelijk pijn had. Ik wilde hard voor mezelf zijn en dwong mezelf om niet te laten zien wat ik voelde. Ik wilde niet opnieuw afgewezen worden. Ik ging naar het gymnasium en vanaf klas 2 maakte ik echt nieuwe vrienden en was er wat meer ruimte om mezelf te zijn. Maar van binnen bleef ik enorm bang voor mogelijke afwijzing.
Dit resulteerde erin dat ik zowel op sociaal gebied als in mijn werkhouding me ontwikkelde tot een perfectionist. Anderen moesten mij leuk vinden en daar deed ik alles voor. Ik durfde niet voor mijn eigen mening uit te komen, als er een risico was dat een ander die mening stom zou vinden. Want als iemand iets wat ik deed of zei, stom vond, betekende dat namelijk automatisch dat ze mij stom vonden. Discussies of debatten op school , daar liep ik met een ruime boog omheen. Dat was immers veel te gevaarlijk en bracht teveel risico met zich mee.

Tegelijkertijd probeerde ik in deze periode het gemis van een oudere broer op te vullen met vriendschappen. Ik had een goede vriendschap met een jongen die ik kende sinds de basisschool. Door omstandigheden gebeurde het dat ik hem ineens niet meer zag. Het voelde als mijn schuld dat hij het contact verbrak. In werkelijkheid was dat niet zo ontdekte ik later. Maar ondertussen voelde ik me enorm afgewezen en had het gevoel dat ik niemand meer kon vertrouwen. Daar heb ik enorm mee geworsteld en op een bepaald moment zag ik zelfs het nut van leven niet meer in. Onderweg van en naar school dacht ik na over hoe ik er een einde aan kon maken. Ik ben nu zo blij dat ik nooit het lef gehad heb om daadwerkelijk de daad bij het woord te voegen!. Ik was ervan overtuigd dat ik naar de hemel wou, maar bleef worstelen met het feit dat als ik daadwerkelijk mezelf gedood had, ik geen vergeving meer kon vragen. In mijn worsteling leerde ik Hannie kennen. Ik was 14, denk ik, zij ongeveer 21. Ze vertelde mij over haar eigen worstelingen en hoe ze had geleerd daarmee naar God toe te gaan. Dat ze dan even bij God op schoot kroop en Hij als een Vader voor haar was. Hoewel ze niet naast de deur woonde en ik haar niet frequent zag, bad ze regelmatig voor mij en schreef ze brieven om mij te bemoedigen. Vanaf onze eerste kennismaking ging het steeds weer een beetje beter met mij.

Als pubermeisje was ik in gedachten wel bezig met jongens, maar scharreltjes van een paar weken was niks voor mij en ik bad tot God om een ‘serieuze relatie’. Ik was toen 16. Vanuit mijn nieuwe vriendengroep op de middelbare school, kreeg ik contact met een jongen, die resulteerde in een relatie die 3 jaar geduurd heeft. Ook in deze periode worstelde ik met afwijzing. Ik durfde het niet te zeggen als ik het ergens niet mee eens was of als ik iets niet wilde. Op bepaalde terreinen was ik dus ook codependent.

Uit angst voor afwijzing durfde ik geen keuze te maken op het gebied van seksualiteit. Ik heb altijd volgehouden dat ik 'geen seks voor het huwelijk' wilde, maar waar dan de grens lag voor mij, kon ik niet duidelijk maken. Dit heeft tot gevolg gehad dat we intiemer geweest zijn, dan ik zelf eigenlijk wilde. Hoewel ik er altijd van overtuigd ben geweest dat hij zich hier niet bewust van is geweest, heb ik me ondanks dat , toch misbruikt gevoeld. Dit bleek later de angel te zijn in mijn worsteling met seksualiteit.

Over alle dingen die ik opgeschreven had, dacht ik na over wat mijn aandeel is geweest hierin en samen met Hilly, mijn coach, bracht ik alles in gebed bij God: dit was Stap 5. Vervolgens was het weer Gods beurt om met mij aan de slag te gaan en te laten zien van welke denk- en gedragspatronen ik bevrijd moest worden.
In die tijd kwam ik erachter dat Celebrate Recovery geen gezellig reisje is, maar dat er hard gewerkt moet worden. God heeft al het werk gedaan, maar ik kon zeker niet achterover leunen. Hij verwachtte van mij dat ik de Stappen zou nemen. Wat was het waardevol om wekelijks bij elkaar te komen en te delen. Niet alleen onze ontdekkingen en zegeningen te delen maar ook voor elkaar te bidden als we barrières moesten nemen. Achteraf heb ik me gerealiseerd dat het een zegen was om deel uit te maken van onze open deelgroep waarin iedereen bereid was om kwetsbaar te zijn. En we elkaar niet voor de gek hielden.

Ik worstelde ook met mijn identiteit en het gemis van een broer/zus met een gemeenschappelijke familieband, iemand die ook een beetje van papa en een beetje van mama had zoals ik. Hoewel ik het altijd heb geloofd met mijn hoofd, liet God mij nu ervaren in mijn hart dat ik mijn identiteit niet hoef te zoeken in een aardse broer of zus, maar dat Jezus mijn grote Broer wil zijn. God is immers mijn Vader en ik ben zijn geliefde kind, net als Jezus.
Ook in mijn angst voor afwijzing merkte ik dat God aan het werk was. In het verleden liep ik het liefst hard weg voor discussies en oordelen van een ander over mij. Maar langzamerhand merkte ik dat ik nu stappen durfde te zetten naar een ander om te vragen naar feedback, waar ik mee aan de slag kon en ook zelf echt mijn mening durfde te uiten.
Als ik het moeilijk vind om tot God te bidden, ga ik aanbidden. In deze periode hoorde ik het volgende lied:

'You unravel me, with a melody. You surround me with a song
of deliverance, from my enemies, till all my fears are gone.
I'm no longer a slave of fear, I am a child of God.
From my mothers womb You have chosen me. Love has called my name.
I've been born again into Your family. Your blood flows through my veins.
I'm no longer a slave of fear, I am a child of God.'

'You split the sea so I could walk right through it.
All my fears were drowned in perfect love.
You rescued me so I could stand and sing
I am a child of God!'

Dit is precies wat er gebeurde in mijn leven. God liet me zien dat ik opnieuw geboren ben in zijn familie en dat zijn bloed door mijn aderen stroomt. Ik hoef niet meer bang te zijn voor mijn vijanden die afwijzing, onzekerheid en worsteling heetten. Ze zijn verdronken in Gods perfecte liefde. In het begin kon ik niets anders dan huilen bij het horen of zingen van dit lied, maar nu voel ik blijdschap en voelt het als een statement in mijn leven.

Na het doorbreken van verkeerde denk- en gedragspatronen was het tijd voor vergeving. Ik realiseer me dat ik dat eigenlijk in een zin zeg, maar het was een grote worsteling. In theorie had ik het snel voor elkaar, maar de praktijk was soms erg weerbarstig. Dan viel ik toch weer terug in de oude denk- en gedragspatronen. Het wekelijks voorlezen van de stappen op de-CR avond vond ik in eerste instantie kinderachtig. Later besefte ik de waarde ervan. Het bepaalde me elke keer weer bij de kern van mijn herstel proces. Het deed mij ook elke keer weer beseffen hoe dat ik verantwoordelijk was voor het nemen van de stappen en het invullen van de boekjes en het delen in de opendeelgroep en met de coach. En dat God ondertussen zijn genezend en helend werk doet.
In de wetenschap dat God mij heeft vergeven, kon ik anderen vergeven en kon ik ook mezelf vergeven voor de keuzes die ik gemaakt heb en de gevolgen die daarbij hoorden. Na deze stap was het ook tijd om anderen om vergeving te vragen voor de situaties waarin ik hun gekwetst heb. Naar een aantal mensen ben ik persoonlijk toe gegaan. Anderen heb ik een brief gestuurd, waaronder drie vriendinnen van mijn middelbare schooltijd. Hoewel ik geen verwachtingen koesterde, kreeg ik van alle drie binnen een week een eerlijke reactie terug. Ze waardeerden mijn brief enorm en gaven aan dat ze ook best geworsteld hebben met het feit dat ik ineens uit hun leven verdwenen was. Eén vriendin heb ik inmiddels opgezocht, wat ik als heel bijzonder heb ervaren na meer dan 7 jaar geen contact te hebben gehad.

Het voelt goed om een streep te zetten onder het verleden en met een frisse moed de toekomst tegemoet te gaan. Hoewel er vast momenten zullen komen waar ik stil moet staan en opnieuw bepaalde stappen moet doorlopen, zullen de laatste stappen van CR een dagelijks onderdeel van mijn leven blijven. Ik zal mijzelf moeten blijven onderzoeken om verkeerde keuzes en pijn zo gauw mogelijk op te ruimen en ik wil mijn persoonlijke relatie met God blijven verdiepen. Ik ben veranderd, ik ben hersteld en dat is wat ik wil laten zien en waarom ik God wil dienen.
Door Gods leiding in mijn CR-proces, kan ik Hem nu dienen met een hemelse identiteit en weet ik dat ik niet bang hoef te zijn voor afwijzing en dat ik fouten mag maken. God heeft mij een plek gegeven die Hij mij toevertrouwd.

God heeft een doel met mijn leven, maar juist in het proces daar naartoe, gebeuren de mooie dingen. Enkele weken geleden vertelde Donald dat ze een boom hadden verplaatst. Zijn werkgever gaf aan dat die boom eigenlijk niet goed stond en vond dat deze gekapt moest worden. Donald stelde voor om de boom eerst te verplaatsen; kappen kon altijd nog. Het was een mooie boom en de apparatuur om het voor elkaar te krijgen hadden ze voor handen. Zo hebben ze de boom verplaatst en tijdelijk middels touwen verbonden met andere bomen, zodat de boom de tijd heeft om opnieuw stevigheid te zoeken en wortel te schieten.

Mijn CR-avontuur voelt ongeveer hetzelfde. Ik was een mooie boom die tot bloei kwam. Maar de plek waar ik stond was niet goed. Ik werd gevoed door verkeerde denkpatronen, beperkte andere bomen en beperkte mezelf ook om verder te groeien. God heeft mij met wortels en al verplaatst, Hij heeft de kluit met verkeerde denk- en gedragspatronen leeggeschud en mij een nieuwe plek gegeven om te groeien. Hij heeft me andere 'bomen' gegeven om mij te helpen om mijn stevigheid terug te vinden: Donald als mijn man en beste maatje, Hilly als coach, bemoedigende ouders, vriendinnen voor het leven, een geweldige groeigroep die altijd klaarstaat en een aantal mensen in onze kerk die mij helpen groeien en waarin ik op mijn beurt hun weer mag helpen groeien.

Meer dan 70 bijeenkomsten van CR zijn voor mij de sleutel geweest die God heeft gebruikt om mijn leven te veranderen en te vernieuwen. Het waren waardevolle avonden. Maar tegelijkertijd ook bijeenkomsten waar ik soms heel bemoedigd vandaan ging en soms ook heel gefrustreerd. Dat laatste gebeurde als we in de spiegel hadden gekeken. En we met onszelf aan de slag moesten. Ik ben God dankbaar voor al die medewerkers die wekelijks beschikbaar waren voor het leiden van de opendeelgroep, voor het geven van de lessen, voor het gebed na afloop, het verzorgen van de hapjes en drankjes, en het warme welkom iedere avond. Jullie zijn kostbare mensen en ik voel me bevoorrecht dat ik zo dichtbij een veilige plek mocht vinden. Dank je wel voor jullie inzet en liefde en toewijding!
Ik wil afsluiten met een lied wat kostbaar is voor mij:

'Hier met de hemel op mijn netvlies verdwijnen mijn angsten,
verbreekt u mijn ketens, moet de duisternis zwijgen.
Hier met de hemel op mijn netvlies vind ik genezing,
droogt u mijn tranen, zijn er geen zorgen.
Hier met de hemel op mijn netvlies weet ik waar mijn thuis is,
zijn uw armen geopend, hier ben ik veilig.
Hier met de hemel op mijn netvlies maakt u mij vrolijk,
wil ik U bezingen, blijft U alleen over.'

Hartelijk dank dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen.

Hersteld van de gevolgen van een disfunctioneel gezin, emotionele verwaarlozing, een laag zelfbeeld, verslavingen en verschillende soorten geweld.

Ik:
Mijn naam is Tirza, en ik ben hersteld van het opgroeien in de onveilige omgeving van een disfunctioneel gezin, emotionele verwaarlozing, een laag zelfbeeld, verslavingen en verschillende soorten geweld. Ik ben nu 24 jaar, moeder van mijn nu 4 jarig zoontje en ben onlangs gelukkig getrouwd. Ik ben opgegroeid in een liefdevol, maar gebroken gezin. Dit gezin bestond uit 2 oudere (half)zussen, een oudere broer, die jong gestorven is en nu in de hemel is, en natuurlijk mijn ouders.

Kinderjaren:
In mijn kinderjaren heeft er incest plaatsgevonden binnen onze familie. Dat is aan het licht gekomen in de periode tussen de geboorte van mijn broer en mij. Alhoewel ik het zelf niet ondergaan heb, zijn wij als gezin wel slachtoffer geworden van deze gebeurtenissen. Dit heeft er onder andere voor gezorgd dat ik een lastige start in het leven heb gekregen. Mijn grootvader was de dader in dit hele gebeuren. Van die grootvader was ik het enige, ‘echte’ kleinkind, binnen ons gezin. Mijn ouderlijk thuis was verscheurd als gevolg van deze gebeurtenissen en dat kwam vooral omdat mijn broer een half jaar na zijn geboorte is komen te overlijden. Mijn moeder was een emotioneel, labiel persoon en mijn vader juist een emotioneel geremd en erg gesloten persoon. Dat alleen al zorgde voor de nodige spanningen.

Ongeveer een jaar na het overlijden van mijn broer werd ik geboren. Ik heb in mijn latere leven altijd ervaren dat ik een troostkindje was. Of dit ook echt zo was, weet ik niet. Wel heb ik vaak gevoeld dat ik ongewenst was bij één van mijn oudere zussen. Mijn ouders hebben nooit echt tijd voor mij genomen. Fysiek kwam ik niets tekort, maar emotioneel werd ik wel verwaarloosd. Ik groeide op in een wereld waarin veel ruzie plaatsvond. Mijn moeder wilde er juist over praten, maar mijn vader was introvert. Hij wilde bij voorkeur alles wegstoppen. Eén van mijn zussen werd slachtoffer van loverboy praktijken en gewelddadige relaties. Hierdoor kon ik als kind vaak niet buitenspelen. Criminelen wisten waar we woonden en uitten bedreigingen. Als kleuter kon ik het maar niet begrijpen waarom ik dan niet buiten mocht spelen, vaak dacht ik dan dat het kwam omdat ik niet goed had geluisterd of ongehoorzaam was geweest. Ik heb mezelf aangeleerd te overleven in plaats van te leven, ik leerde mij aanpassen aan mijn omgeving en aan de behoeften en verwachtingen van andere mensen. Hierdoor was ik wat onzichtbaar en niemand tot last, er was namelijk al genoeg strijd om mij heen. Ik ervoer vaak dat er daarom geen ruimte voor mij was en keerde ik in mezelf. Hierdoor kreeg ik last van driftbuien als ik even alleen was, ik wist niet waarom ik boos was, maar als ik alleen was kon ik dit wel uiten zonder iemand tot last te zijn. Vaak sloeg ik mezelf, dingen of muren. Ik werd gezien als een rustig kind dat weinig aandacht nodig had, maar niets was minder waar. De muur die ik om mij heen maakte werd alsmaar groter en dikker.

Toen ik zes was speelde ik verstoppertje met vriendjes en ik ben toen meegelokt, door een veel oudere jongen uit onze buurt, de bosjes in. Hier zou niemand ons horen of vinden. Eenmaal in de bosjes begon deze jongen mij te betasten en te zoenen. Ik was bang en durfde geen weerstand te bieden. Wel weet ik nog dat ik mij erg klein, kwetsbaar en schuldig voelde. Ergens binnen in mij wist ik dat wat wij deden niet goed was, maar het tegenhouden kon ik ook niet. Er was een moment waarin hij afgeleid raakte door geluid om de bosjes heen. Op dat moment ben ik gaan rennen voor mijn leven zonder om te kijken, hier was ik namelijk te bang voor. Gelukkig was het ‘slechts’ een aanranding, desalniettemin was het kwaad geschied.
Doordat ik mij steeds aanpaste aan de wensen van anderen, raakte ik mijn identiteit kwijt. Ook werd ik door de jaren heen steeds meer emotioneel verwaarloosd door mijn ouders. Zij hadden dit niet door en hadden trouwens wel andere problemen. Ik wilde graag dat mijn ouders ook trots konden zijn op mij. Ik verborg mijn innerlijke pijn zo goed mogelijk en suggereerde door mijn houding en doen en laten alsof alles goed ging met mij. Mijn oudere zussen wisten wel dat ik anders was, maar konden mijn gedrag ook niet plaatsen. Door hen voelde ik mij niet geaccepteerd als volwaardige zus. Ik dacht altijd dat ik ‘raar’ was. Die opmerking kreeg ik regelmatig te horen en op een bepaald moment ga je dus ook denken dat dat waar is. Tussen neus en lippen door kreeg ik soms opmerkingen te horen als “Wat ben je nog kinderachtig, je bent echt zo raar”. Tot de dag van vandaag merk ik bij mezelf, dat ik onbewust nog steeds mijn best doe om bij hen te horen, geaccepteerd te worden zoals ik ben. Ten diepste ben ik dus codependent geweest en af en toe steekt dat toch nog weer de kop op.

Puberjaren:
Toen ik 11 jaar was, scheidden mijn ouders. Rond die tijd waren mijn oudere zussen al uit huis gegaan en woonden zij op zichzelf. Ik heb dus van dichtbij meegemaakt dat mijn vader ons in de steek liet voor een andere vrouw. Dit betekende natuurlijk ook veel van mijn moeder en door alle frustraties en teleurstellingen had zij geen energie meer over om aan mij te denken. Een echtscheiding is al erg genoeg. Maar voor mij en mijn moeder betekende dit ook nog eens een verhuizing. Want mijn vader had er voor gekozen om samen met zijn nieuwe vriendin in het huis te blijven wonen. Samen met mijn moeder moest ik dus vertrekken. De eerste drie jaar na de scheiding heb ik bij haar gewoond. Een jaar na de scheiding werd ik in ons eigen huis aangerand door de nieuwe buurman. Het gebeurde nota bene in mijn eigen slaapkamer. Toen ik mijn moeder om hulp vroeg, vertelde zij mij, uit angst, dat ik aan niemand mocht vertellen wat er was gebeurd. Mijn moeder was van mening dat de buurman erg gevaarlijk was en ze was bang voor de gevolgen als we hem zouden beschuldigen of aanklagen. Dat betekende dus eigenlijk zand erover en vergeten wat er gebeurd was. De buurman kwam nog dagelijks over de vloer en ik begon ons eigen huis te ontwijken. Het was een mengeling van angst dat het nog een keer zou gebeuren en ook boosheid dat mijn moeder eigenlijk niet voor mijn belangen opkwam. Jarenlang heb ik mijn moeder hiervoor gehaat; het heeft mij erg veel tijd en energie gekost om haar te vergeven. Zij liet zich immers leiden door angst in plaats van mij te beschermen. Hierdoor voelde ik mij zo minderwaardig en waardeloos. Ik werd een boos kind met wrok naar haar moeder. Maar tegelijkertijd was mijn loyaliteit naar haar zo groot dat ik zou haar nooit bewust pijn kunnen doen, ze was namelijk nog altijd mijn moeder.

Ik kreeg op straat steeds meer vrienden, vooral verkeerde vrienden. Ik begon op mijn 12e met roken, daarna probeerde ik eens een blowtje. Het gevolg was dat ik al snel tekenen van verslaving vertoonde. Een jaar na de aanranding heeft een vriendin van mij dit verteld aan mijn vader. Hij heeft me toen bij mijn moeder weggehaald en kort daarna woonde ik bij hem en zijn vriendin. Eindelijk werden mijn pijn en angsten gehoord en erkent. Mijn vader was consequent en gaf mij de structuur die ik toen nodig had. Die structuur had ik bij mijn moeder gemist. Bij haar had ik eerder het gevoel gekregen dat ik niet goed genoeg was. Als ik van school thuis kwam met een zeven op een toets, werd ze chagrijnig en vertelde mij dat het een hoger cijfer had moeten zijn. Mijn vader had helaas ook een negatieve kant, hij was nog altijd een emotioneel geremd en gesloten persoon en ik moest van hem dezelfde houding aannemen, dan zal de pijn vanzelf wel verdwijnen. Hierdoor raakte ik steeds verder verwijderd van mijn eigen identiteit.

Op mijn 16e werd ik verkracht door een voor mij wel bekende jongen. Bij wet is dit geen verkrachting, ik had wel nee gezegd en probeerde hem wel van mij af te duwen, maar daar had hij geen boodschap aan. Hierdoor bevroor ik van angst door de gedachte: “als mijn moeder mij niet kon helpen vroeger, wie nu dan wel?” Ik durfde het niemand te vertellen en begon controle te krijgen over mijn lichaam, althans, dat dacht ik tenminste. Als ik maar ‘ja’ zei tegen mannen was het in iedere geval niet tegen mijn wil in. Ondertussen werd mijn drugsverslaving steeds erger. Desondanks kon ik alles goed camoufleren; het masker dat ik droeg naar de buitenwereld, was voldoende om anderen niet te laten opmerken hoe het werkelijk met mij gesteld was.
Jongvolwassen:
Toen ik 20 jaar was, besloot ik om met mijn beste vriendin in een kleine bovenwoning te gaan wonen. Ik ging gewoon naar school, ik werkte en kwam nog altijd over bij de mensen als een sociaal en gelukkig persoon. Ik zat ondertussen ook al aan de antidepressiva en werd langzaam suïcidaal, want de leegte van binnen werd stap voor stap groter en groter.

Gewelddadige relatie:
In deze suïcidale periode ontmoette ik een jongen die mij volledig inpakte. Hij zat in een Tbs-instelling voor een gewelddadig delict binnen de relationele sferen. Ondanks dat mensen mij waarschuwden voor hem, kon mij dit weinig schelen, want mijn leven kon toch niet verder ontsporen dan het al ontspoord was. Een prettige bijkomstigheid was dat hij de enige was die de tijd nam om mij echt te leren kennen en niet uitsluitend belangstelling toonde voor mijn lichaam. Ik viel als een blok voor hem en hij haalde alles uit de kast om mij in te palmen en tot de zijne te maken. Het duurde niet lang of zijn narcistische aard kwam boven water. Eerst langzaam, maar wat later in een versneld tempo, isoleerde hij mij van alles en iedereen in mijn omgeving. Ondertussen had ik mijn sociale netwerk en veel andere zaken inmiddels voor hem opgegeven. Op een of andere manier kwam ik in huis bij zijn ouders te wonen. In het midden van het land was ik verstoken van mijn weinige kennissen die ik nog had. In zijn ouderlijk huis, werd ik door hem vernederd, mishandeld en soms letterlijk met de grond gelijk gemaakt. Er was veel geweld. Na één jaar relatie werd ik zwanger, maar dat veranderde zijn gedrag niet. Zijn houding veranderde ook niet. Hij had mij volledig in zijn bezit en bepaalde wat ik wel mocht doen en niet moet doen. Zelfs voor dingen als tv kijken en naar muziek luisteren had ik zijn instemming en toestemming nodig. Ik had geen enkele controle meer over mijn leven. Op geen enkel vlak in mijn leven mocht ik mijn eigen beslissingen nemen.

Ontmoeting met God:
Deze gewelddadige vriend vertelde mij dat hij in Jezus geloofde. Ik wist niet wat ik daarmee aan moest; in de praktijk van het leven van alledag was daar niets van te merken. Mijn moeder was naar eigen zeggen ook altijd gelovig geweest. Ook dat begreep ik niet: voor mijn gevoel gaf zij mij een verdraaid beeld mee van deze God. Ik kon en mocht dan wel niets meer, maar bidden kon ik wel en dat deed ik ook. Ik kon veel troost vinden bij God en weet dat hij mij in die tijd heeft gedragen. Zo’n drie maanden voor de bevalling heb ik een huisje weten te krijgen in mijn huidige woonplaats en met veel smoesjes heb ik hem zover gekregen om daarmee akkoord te gaan. Een week voor de bevalling bespeurde ik bij mezelf dat ik minder afhankelijk van hem was geworden. Misschien kon dit wel mijn redding worden, hoewel ik het moeilijk vond om hem los te laten. Dit besef kwam niet alleen bij mij bovendrijven, maar ook bij hemzelf. Hij kwam regelmatig bij mij en dat waren dagen waar ik steeds spitsroeden moest lopen. Het gebeurde dat na een lange dag vol vernederingen, hij mij bedreigde met een mes op mijn keel. Ik was zo bang en fluisterde zachtjes, ‘’Liefje, wat doe je nu?’’. Er was een korte stilte en ik zag dat hij van roofdier gedaante terug kwam in zijn menselijke gedaante. Hij had berouw. Dat kon ik aan alles merken, maar hij wilde niet laten zien dat hij zwak was. Ik walgde van de situatie en wees elke vorm van genegenheid en intimiteit af. Hierdoor werd hij gekrenkt en wilde weggaan. Ik vroeg of hij mij de huissleutel terug wilde geven en liet hem vervolgens gaan. Voor het eerst binnen onze relatie had ik gekozen om naar mijn intuïtie te luisteren. Dit was echter van korte duur, een week erna stond hij opnieuw voor mijn deur. Weer deed hij zijn best om mij ervan te overtuigen dat wat hij deed, buiten zijn invloedssfeer was. Die nacht begon de bevalling en de dag erna waren wij ouders van onze zoon M. Hij heeft zich op z’n best gedragen tijdens de bevalling en ik hoopte en geloofde dat ons kind toch een reden zou zijn voor een positieve verandering. Helaas had ik het weer mis en twee weken na de bevalling werd ik zwaar mishandeld. Door deze mishandeling heb ik 3 maanden lang bloedingen gehad, omdat hij boven op mijn buik is gaan staan terwijl ik nog herstellende was van de bevalling. Ik ben meerdere malen naar het ziekenhuis geweest voor deze lichamelijke beschadigingen, maar tot heden weet ik niet of de gebeurtenissen van toen, een volgende zwangerschap blokkeren. Door deze situatie heb ik toen eindelijk de kracht gevonden te kiezen voor een ander leven en heb ik 2 maanden na de bevalling eindelijk aangifte durven doen van alles wat mij was overkomen. Vanaf dat moment heeft God mij kracht gegeven om hem te laten gaan. Ook begon toen een start met het loslaten van mijn angsten, onzekerheden en alle leugens in mijn leven. Ik was en ben het waard om voor te zorgen en om van te houden.

CR en Nieuw Leven:
Kort na de aangifte hielp mijn moeder mij een kerkelijke gemeente te vinden in mijn huidige woonplaats. Ik werd met open armen ontvangen bij de Christengemeente. Zij kenden mijn achtergrond en mijn ervaringen niet. Ik was voor hen een anonieme, kersverse, alleenstaande moeder, die elke zondag, samen met de baby, de kerk binnen kwam wandelen. Het was een warme gemeente. Een half jaar na de bevalling heb ik mij daar laten dopen en mijn zoontje laten opdragen. Weer een half jaar later ontmoette ik mijn huidige man. Om alle opgelopen schade en trauma’s te verwerken heb ik vervolgens anderhalf jaar lang intensieve therapieën gevolgd bij de lokale afdeling van het GGZ. Ik werd sterker en leerde hierdoor mezelf kennen, maar miste de diepgang met God. Toen gebeurde er iets bijzonders. Het programma Celebrate Recovery werd opgestart in onze gemeente. Groeien in Christus, een veilige omgeving, dat sprak mij aan en ik besloot mee te gaan doen. De eerste avonden dat ik er naartoe ging heb ik als geweldig ervaren. Er was onderlinge liefde, warmte, aandacht en een luisterend oor. Hier waren de mensen echt en authentiek. Alleen merkte ik al gauw dat ik in mijn pas vertrouwde omgeving toch niet alles durfde te delen. Ondanks de veiligheid en vertrouwelijke omgeving die mij werd geboden. Mijn innerlijke blokkades waren kennelijk toch nog behoorlijk groot. Ik had ondertussen al wel een geweldige coach, zij raadde mij aan om CR te gaan volgen in een naburige kerk. Gelukkig woon ik in een omgeving waar meerdere kerken binnen een half uur afstand dit programma faciliteren. Ik wilde graag groeien en herstellen en heb haar advies opgevolgd. Tot de tijd dat ik in mijn nieuwe locatie begon, heb ik veel steun ervaren uit de gesprekken die ik met haar had. Uiteindelijk heb ik op die andere locatie de diepgang en veiligheid gevonden, waar ik naar op zoek was. Ik heb opnieuw mezelf leren kennen, maar dan op een andere manier. Ik mocht ontdekken wie ik ben in Christus en God heeft mijn emotionele wonden geheeld. Het delen in een groep van wat ik allemaal had meegemaakt, was in het begin heel spannend. Maar het gevolg van mijn openheid en transparantie, was dat anderen ook met een pijn en verdriet kwamen. In de groep is er een hechte band ontstaan. We hadden op een bepaald moment een overgave avond. Daarin hebben we symbolisch alles wat we hadden meegemaakt teruggegeven aan God. Ik vond dat een hele bijzondere ervaring. Het was zo fijn dat ik, na dit moeilijke onderdeel, ontvangen werd door de groep meiden waarbij ik even kon leunen en luchten. Alle pijn die mij is aangedaan heb ik toen aan God gegeven. Ik heb Celebrate Recovery ervaren als Gods warme armen om mij heen. Ook ik heb soms weken gehad dat ik dacht, waarom ga ik hierheen en ik wil niet gaan. Gelukkig was er altijd een gesprekleider die mij dan belde om te horen hoe het met mij ging of een coach die mij stimuleerde om wel te gaan. Dit heb ik dan negen van de tien keer ook wel gedaan en ik kwam altijd met dankbaarheid en vreugde terug van zo’n avond.

Afsluiting
Ik hoef de strijd niet te strijden, want God strijd die voor mij, Ik hoef hem alleen te volgen. Hij heeft mij de kracht gegeven om alle mensen te vergeven die mij pijn hebben gedaan. Ook heb ik mensen benaderd waarvan ik wist dat ik hen pijn had gedaan. Ik heb deze mensen om vergeving gevraagd, dit voelde erg bevrijdend. Ook al kon niet iedereen mij vergeven, ik voelde mij bevrijd van schuld. Vandaag ben ik zelf gespreksleidster in een vrouwengroep van Celebrate Recovery in mijn eigen woonplaats. Mijn dooplied wil ik graag nog delen, deze heb ik door middel van gebed van God gekregen. Het is Opwekking 756 en ik kreeg van de voorganger de bijbeltekst Psalm 91, wat perfect op elkaar aansluit. Nu sta ik regelmatig op het podium en leiden mijn man en ik de aanbidding, waarvoor wij gevraagd zijn. Voorheen was ik een bang en angstig vogeltje. Nu durf ik mijn verhaal te delen in de hoop dat ik mensenharten mag raken met mijn verhaal en hierdoor een start in hun herstel mag meegeven. Niets of niemand is onherstelbaar beschadigd in de ogen van onze grote God, want door Christus zijn wij geheiligd en perfect zoals wij zijn. Ondanks dat ik veel heb meegemaakt, weet ik dat het aan mij is om die band te breken om los te komen van pijn en patronen. Ik ben verantwoordelijk voor wat ik nu wel of niet toelaat van anderen of mezelf. Ik neem mijn verantwoordelijkheid op mij en strijd met God voor mijn nieuwe leven in Christus.
Hartelijk dank dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen.


Herstellende van minderwaardigheid, faalangst, depressie, eetproblematiek en codependency.

Zijn ogen
Ik ben een prachtig mens,
jawel, ik mag er zijn
En niet om wat ik zeg of doe
want dat is vaak maar klein
Ik ben Zijn kind, ik lijk op Hem
al ben ik nog niet klaar
Hij kijkt naar mij en denkt al snel
Ik zie van Mij in haar
Met liefdevolle ogen
kijkt Hij altijd naar mij
Geduldig, teder of bewogen
Ik ben in Hem en Hij in mij
En Vader, mag ik U wat vragen
Ik zou zo graag een keertje meer
een bril als U heeft willen dragen
Dan zie ik door Uw ogen Heer
 
Hier het verhaal van hoe leugens over jezelf je identiteit bepalen en verwoestend hun gang gaan.
Het verhaal van iemand het graag goed wilde doen maar er achter kwam dat je het niet zelf kan…
Ik ben Karola en ik loop op de weg van herstel van minderwaardigheid, faalangst, depressie, eetproblematiek en codependency .

Op 4 okt 1969 ben ik geboren als laatste in een gezin van zeven kinderen. Ik heb vijf broers en een zus.
Mijn broers mochten mijn naam kiezen. Ze kozen voor Karola Inge. Karola staat voor vrije vrouw. Inge betekent God toegewijd. Karola Inge: door Christus vrijgezet en aan Hem toegewijd! Ze waren het zich niet bewust maar hebben me een prachtige naam gegeven.
Ondanks mijn naam was er niet altijd vrijheid in mijn leven en was ik vaak aan andere dingen toegewijd.

Ons gezin.
Ik groeide op in een heel gewoon, christelijk, niks-aan-de-hand gezin. Mijn vader werkte in de tuin zoals veel vaders in het Westland, en zorgde daarmee voor zijn gezin. Mijn moeder zorgde voor het huishouden en de kinderen.
Het was geen vetpot maar mijn moeder was zuinig en creatief. Om met Piggelmee te spreken: ´We zijn wel niet rijk maar me hebben het goed.`.
Op zondag gingen we twee keer naar de kerk en je ging mee. Mijn vader bad en dankte voor het eten en las een stukje voor uit de Bijbel. Je deed geen dingen die niet hoorde, zei geen lelijke woorden en als er iets was, dan ging het wel over voordat je een jongetje werd. Niets doen deed je niet. We leerden zuinigheid, dingen zelf oplossen en eerlijk zijn.

Mijn vader.
Mijn vader was voor mij als kind onbereikbaar. In mijn herinnering was hij er wel maar was er geen wezenlijk contact en ik kwam niet bij hem in de buurt. Het was een man die zich moeilijk kon uiten. Drift was voor hem, denk ik, een manier om zijn gezag als vader te laten gelden binnen het gezin. Mijn broers namen hem, en daarmee zijn gezag, vaak op de hak. En mijn moeder suste.
Toen ik een jaar of negen was kwam mijn vader een jaar thuis te zitten vanwege reuma. Ik herinner mij dat hij zich moeizaam kon bewegen en veel klaagde over pijn. Ik kon er niets mee, ook al wilde ik dat wel. Een jaar of zeven later kreeg hij een beroerte en kon hij ook geen 50% meer werken.
Als tiener schaamde ik me voor m’n vader en kreeg een grondige hekel aan hem. Haat. Ik botste met zijn (in mijn ogen onredelijk) gezag, er was geen ruimte voor een gesprek en als hij al wat tegen me zei, bijv. over mijn uiterlijk, dan was het negatief. En mijn moeder suste.
Door psychotherapie in het begin van mijn huwelijk, kreeg ik beter zicht op de achtergronden van mijn vader en zijn gedrag. Het hielp mij om hem meer te accepteren en van hem te houden. Ook hij was beschadigd en slachtoffer van menselijke tekorten waar iedereen elkaar mee lastig valt.
Wat ben ik dankbaar dat ik, toen hij een aantal jaar later longkanker kreeg, voor hem heb mogen zorgen. Voor het eerst kon ik wat dichterbij komen en hij liet het toe. Hij stierf en het was goed zo, ook voor mij.
Mijn moeder.
Mijn moeder kwam uit Zeeland leerde m’n vader kennen, trouwde en kreeg kinderen. Er was altijd plek voor anderen om aan te schuiven en mee te eten. Een leergierige, betrokken vrouw die naast haar drukke gezin zich inzette voor kerk en maatschappij. Ze leefde intensief mee met het leed van anderen en warmde zich aan haar vriendschappen.
Mijn moeder was in de weer, had het druk en altijd bezig. En ze was moe, had vaak hoofdpijn en ook reuma, al klaagde ze niet.
Als kind was ik me dat al snel bewust en wilde niet lastig zijn of in de weg lopen.
Toch was zij voor mij de veilige plek, ik kon dichtbij haar komen en ik deed er toe voor haar. Ze leerde mij haar liefde voor Jezus.
Als tiener en later heb ik altijd veel gedeeld met m’n moeder over wat mij bezig hield. Ik zorgde voor haar en zij voor mij. .
Kleuter
Mijn eerste herinneringen gaan terug naar mijn kleutertijd waarin gevoelens van angst, minderwaardigheid, schuldgevoel en niet lastig willen zijn, al een rol speelden. Ik heb me vaak afgevraagd waarom dat zo was omdat naast het feit dat m’n vader ziek was er toch geen verschrikkelijke dingen aan de hand waren. Veel later heb ik beetje bij beetje antwoorden gekregen. Ook heeft God me twee keer in een beeld meegenomen naar een situatie die ik me niet kon herinneren omdat ik te jong was daarvoor. Hij liet me zien wat er was gebeurd én dat Hij er bij was geweest. Dat was voor mij Liefdevol, helend en troostend.
Als kleuter was ik verlegen en kwetsbaar, niet bestand tegen gehaaide kinderen. Toen al was ik mij bewust dat ik nergens goed in was. Dagelijks was ik bang dat mijn moeder me niet op zou komen halen uit school omdat ze me zou zijn vergeten.
Mijn kwetsbaarheid vertaalde zich in het hebben van buikpijn of te zeggen buikpijn te hebben. Ik kon dan veilig in bed of thuis blijven en m’n moeder zorgde voor mij.

Schoolkind
Op de lagere school was ik een gemiddelde leerling. Ik had vriendinnen en een beste vriendin. We deden veel samen.
Rond mijn negende werd ik geopereerd aan mijn appendix vanwege de zogenaamde buikpijn. Hij bleek erg ontstoken. Omdat ik eigenlijk nooit echt buikpijn had wist ik dat dit niet waar was en het verwarde mij.
Gevoelens van somberheid, minderwaardigheid en falen namen grote vormen aan in mijn hoofd. Schuldgevoelens namen hun plek in. Hoe boos moest God wel niet op mij zijn. Want ik loog over mijn buikpijn. En het werd groter en ik leek het niet terug te kunnen draaien. Ik was bang. De leugen was snel maar wanneer kwam de waarheid om het te achterhalen? En wat zou er dan gebeuren? God was voor mij in die tijd een boze man, ver weg. Jezus was er ook. Hij was milder en ook wat dichterbij. Hij was toegankelijker, veiliger. Maar mijn schuldgevoel en negatieve gedachten leken groter.
In retrospectief was ik in dié jaren al regelmatig depressief. Ik vond het leven zwaar en moeilijk, ook als kind. Al leek dat er aan de buitenkant wellicht anders uit te zien.

Puber
Ik was inmiddels van meisje, jonge vrouw geworden. Een proces waar ik niet mee uit de voeten kon. Ik droeg bij voorkeur wijde kleding om zoveel mogelijk te verbergen. Eerder was ik, op een voor mij beschadigende manier, geconfronteerd met deze fysieke ontwikkeling. Ik schaamde mij voor mijzelf en vond mijzelf afstotelijk.
Waar ik vanaf mijn kleutertijd al heel bewust van was begon in de pubertijd van steeds groter belang te worden. Het beeld dat ik monsterlijk dik was en er niet leuk uitzag begon post te vatten in mijn hoofd. Ik begon te lijnen en merkte dat ik dat kon! Niet of nauwelijks eten! Ik was ergens goed in! Het werd obsessief. Periodes dat ik overdag lijnde en dus tevreden over mijzelf kon zijn wisselde zich af met eetbuien. Schuld, zelfverwijt, verdringing, controle, eigenkracht en zwakte eisten een plek op. Ik heb nooit de indruk gekregen dat mijn omgeving wat door had. En ook ikzelf leefde niet in, maar naast deze realiteit.
Ik kreeg woorden voor mijn identiteit: Dik, dom en lelijk. Dat was mijn waarheid.
Verschillende periodes kampte ik met depressie. Ik voelde me vaak gespannen. En ook in deze tijd was ik veel en vaak moe. Ik sliep veel maar leek nooit echt uitgerust te kunnen zijn.
 
Verliefd
Na het eerste jaar van de MAVO veranderde mijn verlegenheid in een vlotte, vrolijke babbel. Ik ging mij vrij gedragen. Onbewust merkte ik dat er hierdoor deuren opengingen. Ad rem, eerlijk en met een beetje humor wist ik dingen voor elkaar te krijgen. Mijn bange ‘ik’ had een plekje om zich achter te verschuilen.
Ik kreeg verkering met de mooiste, leukste en liefste jongen van de school. Ondanks dat ik erg de behoefte had aan iemand die mij zag en lief voor me was kon ik er met geen mogelijkheid mee om gaan. Het was zo verwarrend want ik was… dik dom en lelijk. Na twee jaar ging het uit. Mijn emotionele afhankelijkheid maakte dat ik me verscheurd voelde.
Toch is dit een goede, positieve ervaring geweest voor mij waar ik God echt dankbaar voor ben.
Ik had eerder, een op zich vrij onschuldige, ervaring gehad met de andere sekse die diepe sporen naliet in mijn toch al verwrongen zelfbeeld. Dat was koren op mijn molen van zelfhaat en minderwaardigheid.
 
Lijstje
Praktisch als ik ben maakte ik een lijstje van de dingen waar m’n volgende vriendje aan moest voldoen. Handig. Kwestie van afvinken en dan moest het goed komen.
En het volgende vriendje kwam. Ik vinkte m’n lijstje af en vocht voor de liefde. Dat zou God altijd goed vinden. Maar het lijstje werkte natuurlijk niet. Na vier jaar tobben met mezelf had ik de moed er een punt achter te zetten.
Tegelijkertijd was ik serieus bang om alleen te blijven. Ik wist niet of ik het wel alleen kon.
Wonderlijk hoe God altijd lieve mensen op mijn pad heeft gezet die er voor mij waren en met me mee liepen.
 
Getrouwd
Heel bewust had ik inmiddels belijdenis gedaan om zodoende zelf de keuze kenbaar te maken met God te willen gaan.
Ik leerde mijn ex-man kennen en in hem vond ik een bijzondere en integere, zachtmoedige man. Er ontstond een mooie, veilige en vrolijke vriendschap. We besloten samen verder te gaan en beloofden elkaar heel bewust trouw voor God en Zijn gemeente.
Ik vond bij hem de veiligheid en ruimte om het aan te durven mezelf te laten zien. Ik weet nog dat hij echt helemaal niets vreemd vond van wat ik vertelde. En ik vertelde alles. Dat gaf ruimte. Ik mocht een beetje meer voor de dag komen.
Hij werd ziek en kon zijn benen niet meer gebruiken. Verschillende onderzoeken, diagnoses en behandelingen volgen, maar het verslechterde. De jaren die volgden waren onbeschrijfelijk en intensief. Pijnaanval na pijnaanval kwam, soms van weken, meestal maanden. Een, twee soms vier keer per jaar. Behandeling na behandeling volgde met bizar pijnlijke gevolgen. Na een jaar of vijf zat hij in een rolstoel. Achteraf het moment waarop ik de verbinding met hem ging verliezen. Ik kon niet meer bij hem kon komen, ook figuurlijk niet.
Jaren van veel pijn, onmacht, strijd om uitkeringen, vergoedingen, aanpassingen regen zich aaneen. Wij leefden een als-dan leven. Als deze aanval voorbij is dan…., als deze behandeling voorbij is dan… Maar als-dan bestaat niet. Er is alleen nu. En nu was niet te tillen zo zwaar.
En al die jaren was God erbij. Ik gaf mijn sores niet uit handen ook al dacht ik dat misschien. Ik knokte door en zat zelf in het zadel. Ik betrok God bij de dingen die mij bezig hielden en vroeg Hem om kracht en wijsheid, liefde, energie. En wij zochten naar mogelijkheden om het vol te houden.
 
Eigen weg
Ik ging met m’n zus op vakantie en we genoten met volle teugen. Het staat me scherp voor de geest hoe ik na zo’n vakantie op Schiphol stond en me realiseerde dat ik weer in mijn eigen leven moest stappen. Knellende schoenen lopen beroerd en pijnlijk maar trek ze nooit uit want daarna pas je er niet meer in. Ik moest die schoenen weer zien aan te krijgen. Ik kon het niet meer.
Ik werd verliefd in Turkije, nadat ik hem voor lange tijd mijn liefste broertje had genoemd. Wat een verwarring. Ik wilde hem niet loslaten. Hij was ‘my sunshine in wintertime`. Ik wilde mijn man niet in de steek laten en ik was uitgeput. Ik zat thuis met een burn-out waar ik niet uitkwam. Ik wilde het zo graag kunnen maar ik kon niet meer.
Ik bad God of Hij me niet in de steek wilde laten ondanks dat ik ook wel wist dat dit niet goed was. Ik leefde een verdeeld leven waar ik niet uit kwam.
Het jaar daarna zijn we gescheiden. Verloren. Aan mijzelf, aan mijn man en aan elkaar. Nooit vergeet ik zijn gezicht toen hij realiseerde dat ik een relatie had. Ik was de oorzaak van díe pijn.
Een jaar later ben ik in Turkije gaan wonen. Na zeven zware en intensieve maanden is mijn broer met m’n neef me komen ophalen in Turkije. Het ging niet goed. En toch liet ik hem niet los. Hij kwam naar Nederland.
Onze relatie eindigde een aantal maanden later en hij moest een jaar in detentie. Samen met vrienden en familie heb ik hem elke week bezocht. Dat was verdrietig, zwaar maar ook goed en voor mij vreemd genoeg genezend.
 
Opstaan
Wederom omringd door trouwe, lieve, hartverwarmende vrienden en familie mocht ik mijn leven weer oppakken. Ik had réden voor een feest op mijn veertigste.
Al die jaren is mijn eetproblematiek een rol blijven spelen in meer of mindere mate. Ik voelde mij dik, at veel en gaf over of at weinig en was aan de lijn. Het was na die tijd dat ik voor het eerst het gevoel kreeg de grip echt te verliezen op het gebied van eten. Ook al was ik nog niet bezig met CR bleek later dit Stap 1 te zijn van het progamma namelijk:: Ik geef toe dat ik machteloos sta tegenover mijn pijn, frustraties en verkeerde gewoonten en dat ik deze niet meer in de hand heb.
En al die tijd had God een rol in mijn leven, Hij was erbij en zorgde voor me. Ik was Hem dankbaar voor wat Hij me gaf en hoe Hij naar me omkeek.
 
Mijn Vader.
Ik kreeg een nieuwe relatie en God was er bij. God ging Zijn weg met mij. Ik leerde God anders kennen, leerde andere waarheid. Stap 3 ontvouwde zich: Ik besluit mijn leven en mijn wil over te geven aan Gods leiding en zorg.
Ik mocht al snel leren dat God op nummer 1 moest staan. Mijn emotionele afhankelijkheid werd de nek omgedraaid. Ik ging bidden en vasten. Ik verlangde zo om dicht bij m’n Vader te zijn. Hij liet Zichzelf liefdevol kennen, zo veilig, zo dichtbij. Jezus bracht mij bij Zijn Vader. Het beeld van de boze God maakte plaats voor een Liefdevolle Vader, een warme, veilige plek om te zijn. Wat een cadeau!
Ik mocht stappen gaan nemen om mijzelf meer en meer over te geven aan Hem. Om mijn ware identiteit te léren en te ontvangen. Hij was niet boos, ik mocht mezelf zijn. Ik mocht mijn foute keuzes in het licht brengen, stap 5 van CR. Vergeving vragen, vergeving ontvangen. Ik mocht lasten afleggen, bevrijd worden, de stappen 6 en 7 bij CR.
Als tiener had ik al begrepen dat de ander vergeven in eerste instantie over jezelf gaat door je eigen pijn, onrecht en boosheid onder ogen te komen en de keus te maken daar je hart niet mee te willen bevuilen. In mijn proces van herstel verdiepte dit besef zich. Vergeven is een keuze je negatieve gevoelens bij je Vader te brengen en ze los te laten. Een keuze om van de ander te willen houden ook al is dat wat hij of zij deed niet goed. Het gaat om het verlangen om met Jezus ogen naar de ander te kijken in het besef dat Jezus van de ander even veel houdt als van jou. En inderdaad dat kun je niet. En ik merkte dat ik het soms niet eens wílde kunnen. Ik had recht op mijn boosheid en de ander die was fout. Ik heb geleerd dat dit soort gerechtvaardigde boosheid je gevangen kan houden, je hart koud kan maken. Het hielp mij om steeds weer aan mijn Vader te vragen mij te willen voorzien van Zijn Liefde voor de ander, van Zijn Liefde voor mijn pijn. Ik had geen liefde genoeg, kon mijzelf niet genezen en kon het er ook niet bij mezelf instoppen. En God deelde uit. Een proces van genezing begon en ging door. En God ging liefdevol voorop.

Herstel in proces
Mijn moeder die op een gesloten afdeling zat vanwege vasculaire dementie overleed. Een jarenlange tijd van zorg en beetjes afscheid was er aan vooraf gegaan. Het was goed. Ze was nu bij haar Vader. En ik was moe.
Ik had me laten dopen. Mijn relatie met God groeide, en de strijd ook. Er volgde tijden van diepe depressie en uitputting waarin het dood was ik m’n kop. Alles was kaal, zwart, leeg en koud. Het was oorlog en woestijn en ik was bang voor mijzelf. Ik wilde dicht bij God zijn maar het lukte vaak niet Mijn genezingsproces ging door en niet zonder strijd. .
Maar ‘Het geknakte riet dat breekt Hij niet’. Die woorden uit Jesaja 42:3. waren vaak troostvol in mijn gedachten.
Wat ben ik dankbaar dat God ook in die tijd lieve mensen in mijn leven bracht waarbij ik mocht uitrusten. Er waren altijd mensen die voor mij baden en Zijn licht lieten schijnen, op zoveel manieren. Lieve substituut ouders waar ik voor gebedspastoraat naar toe kon en altijd welkom was en nog. Zij waren keer op keer bereid om naar me te luisteren of naast me in de put te gaan zitten en me te helpen eruit te komen. Ze namen me mee in gebed en brachten me altijd weer bij Jezus.
Werken lukte niet meer en ik mocht negen weken tot rust komen in een pastoraal centrum. Ik leerde steeds weer dat God mij wilde troosten, dat ik mij niet te pletter hoefde te sjouwen aan alles wat me vasthield. Sloten tranen vloeiden. Hij liet mij steeds meer zien hoe Hij mij ziet. Dat Hij blij met mij is, veel van mij houdt. Oprecht bewogen is. God ruilde, als in het 5e principe van CR, Zijn waarheid voor mijn leugens en verkeerde denkpatronen. Van dik, dom en lelijk mocht ik leren dat ik geliefd, mooi gemaakt en kostbaar ben. En ik ervoer ook hier dat Zijn Waarheid vrij maakt.

Tegemoet
God is me vaak tegemoet gekomen in beelden, daar waar ik zo murw en verward van woorden was geworden.
Ik mocht het kleine, bange meisje in mij meegeven, aan Jezus hand. Ik hoefde haar niet langer te beschermen achter mijn rug. Hij liet mij weten dat Hij veel beter voor haar kan zorgen. Waar ik alleen maar kon beschermen kon Hij haar vrijheid geven en laten groeien, spelend in de zon. Hoe troostvol is dat!
Hij liet mij zien dat ik niet alleen zat bij mijn poel aan moddertranen maar dat Jezus erbij zat, naast me. En ik wist ineens dat als Hij erbij was ik mijn tranen onder ogen durfde te komen. Hij liet mij weten dat daar waar nu nog modder en tranen zijn, gras zal groeien. Bloeiend gras, dat mag ik zijn. Vastberaden, volhardend, stevig geworteld. En zelfs als het afbrand komt het weer terug. Van de modder bakt Hij stevige potten. Ik mag ze vullen met Zijn Liefde en er vanuit delen.

Hij gaat Zijn weg
Hij genas mij van mijn depressies! Hij leerde mij dat Hij de Baas is en niet het zwart in m’n hoofd. Ook hier was het Zijn waarheid die mijn leugens de baas werden.
Ik ging een weekend naar het klooster voor gebedspastoraat. Daar mocht ik een volle rugzak bij het kruis leggen. Niet een voor een alle stenen eruit, analyseren, toetsen, afwegen. Ik was na alle therapie dat graven zo beu. Heel m’n volle rugzak mocht ik achterlaten bij m’n Vader! Hij ging er voor zorgen. Wat een enorme opluchting! Ik voelde fysiek die ruimte op m’n schouders ontstaan. Wat een God is Hij!
Via via werd ik bepaald bij een digitaal christelijk programma voor mensen met eetproblematiek. Het leerde mij wat er schuil gaat achter eetgedrag en het zette er Gods Waarheid tegenover. God bevrijdde mij van schuldgevoel en zelfverwijt want dat is wat je gevangen houdt in verslavingsgedrag. En soms komt de verleiding voorbij en soms ga ik voor gaas maar ik weet op hartsniveau ‘U verzadigt mij met Uw Liefde Heer’. En schuld en schaamte is alleen maar lelijk bezoek wat niet thuis hoort bij mij.
En ik ging naar CR. Tijdens het doorwerken van de boekjes werd duidelijk dat God al heel veel had genezen en opgeruimd. Zo bemoedigend! Hij kwam mij met Zijn Waarheid tegemoet in de verwarring die er vanuit een relatie was ontstaan. De zinnetjes die bleven rondsuizen in mijn hoofd ontmaskerde Hij heel concreet met Zijn Waarheid. God liet zich wederom kennen als een God van aandachtsvol, persoonlijk maatwerk. Ontroerend en troostend en bovenal bevrijdend. En wat was het fijn en waardevol om elke week met m’n lieve CR-zussen te kunnen delen, elkaar te bemoedigen en voor elkaar te mogen bidden.

Toekomst
En God gaat door. Tijdens tien dagen bidden en vasten maakte God mij vrij van bindingen, liet mij Zijn waarheid zien en werd ik steviger in mijn identiteit in Hem gezet. Bovenal liet Hij mij Zijn liefde en veilige vriendschap merken.
Ook nu in een prachtig beeld waar ik samen met Jezus voor de spiegel sta, arm in arm. We dragen dezelfde hermelijnen mantel, dezelfde kroon. Jezus kijkt naar mij en zegt ‘Ik zie in jou de Glorie van Zijn naam’.
Van klein, kwetsbaar meisje naar Koningskind in Hem krachtig op m’n benen. Ik geniet van de veiligheid en rust die ik mag ervaren. Mijn identiteit is hersteld. Ik verlang om uit te delen van wat Hij mij geeft. Ben dankbaar voor Wie Hij is en wat Hij heeft gedaan! Wie ik mag zijn en meer en meer worden door Jezus!
Ben blij dicht bij m’n Vader te mogen leven. Te leven vanuit Zijn Waarheid. Ik kijk uit naar de plannen die Hij voor mij heeft en bid om moed niet in de weg te lopen bij de uitwerking ervan. Stap 12 van CR in mijn eigen woorden.

En of ik dat nu allemaal altijd in de pocket heb? Wat zou ik daar graag met ‘Ja’ op antwoorden. Maar nee, ik zie het soms niet, ik twijfel, snap het niet. Ik loop soms tegen mijzelf op, tegen oude patronen, gevoelens, gedachten. Er komt soms strijd voorbij. De verbouwing is nooit helemaal klaar maar de verkoop gaat door! Ik mag leven uit zijn Waarheid!
En misschien is het juist goed. Het houdt mij afhankelijk van mijn Vader en de genade die Hij uit wil delen. Het houdt mij op de plek dicht bij Hem, de plek voorbij het kruis, de plek voor Zijn troon, aan Zijn voeten. Daar moet ik het zoeken. Daar vind ik het en niet bij mijzelf én ongelofelijk veel meer dan ik bedenken kan.
Ik mag mijn naam leven.
Als vrije vrouw, toegewijd aan God.

Tot slot.
Dit is mijn verhaal waarin ik Zijn waarheid heb leren oefenen en kennen over mijn identiteit en wararin mijn eigen waarheid leugens werden.
Een verhaal over mijn herstel en genezing. Een verhaal waar eigen kracht niet veel waard bleek, mijn eigen wil geen goed idee, mijn gevoel onbetrouwbaar, mijn eigen gedachten me vaak bedrogen.
Maar vooral een verhaal van de warme, Liefdevolle, veilige nabijheid van de Liefste Vader. Een troostende Vader die niets liever wil dan dat ik dicht bij Hem blijf in Zijn Vrijheid zodat Hij kan uitdelen van al Zijn goeds.
En mijn verlangen is dat het ook jouw verhaal zal zijn. Jouw verhaal van de Liefde van jouw Vader voor jou. Van Zijn Waarheid en genezing voor jou. Jouw verhaal van Zijn veilige, blije vriendschap in jouw leven.
Dank je wel dat ik mijn persoonlijk verhaal met jullie mocht delen.
 
Uit mijn woestijn
Ik heb je uit je woestijn gehaald
jouw kale vlakte vol van doffe kleuren
niet veel leven te bespeuren
ook al was jouw dood reeds lang betaald

Kom, aan Mijn arm daar mag je steunen
weg bij je kerkers van verdriet
want mijn kind hier leef je niet
tegen mijn Liefde mag je leunen

Jouw veelkleurig zwart en grijs
dat ruim Ik voor je weg
luister goed wat Ik je zeg
kijk nooit meer achterom Mijn meis

Ik heb je witgewassen
Mijn bloed maakte jou vrij
de keuze die je maakt voor Mij
maakt jou van Koningsklasse

Pak nu mijn kroon maar aan
Ook Mijn mantel staat je prachtig
hij maakt je mooi en krachtig
zo waardig, in Mijn naam

Kom dochter, Ik wil dat je kijkt
goed naar je spiegelbeeld
Mijn Liefde heeft je zo geheeld
Zie je, dat je op Mij lijkt

Je bent Mijn kind, Mijn zus, Mijn bruid
Mijn kostbaarste bezit
Mijn lieve dochter Ik hoop dit
deel veel van Mijn Liefde uit!

Hersteld van de gevolgen van pestgedrag, alcohol en erotiek en het opgroeien in een disfunctioneel gezin

Mijn naam is Heleen. Ik ben een dankbare gelovige die is opgegroeid in een disfunctioneel gezin en onder andere hersteld is van angstgevoelens en de gevolgen van pesten.

Toen ik met CR begon, nu 3 jaar geleden, zag ik het totaal niet zitten. Ik dacht, hier kom ik nooit meer uit. Ik had geen enkel inzicht in de dingen die vroeger gebeurd waren, en naar de toekomst durfde ik al helemaal niet te kijken. Ik had eigenlijk niet veel hoop. Maar wat is er veel veranderd in deze periode. Ik zal iets vertellen over mijn leven, zodat ik duidelijk kan maken wat God heeft gedaan in mijn leven.
Ik ben opgegroeid in een gelovig gezin. Ik heb drie oudere zussen. Er waren veel spanningen in ons gezin. Mijn vader was vrij dominant, en mijn moeder probeerde dit gedrag te veranderen en de gevolgen van die dominantie voor ons enigszins in te perken. Mijn zussen hadden ontzettend veel ruzie, waarbij mijn vader partij trok voor mijn ene zus, en mijn moeder voor één van de andere. En ik, ik hield me stil.... Ik voelde me niet gezien. Ik voelde me soms verwaarloosd en was in verwarring over de situatie thuis. Soms werd ik boos, soms werd ik angstig. We verhuisden op mijn 8e naar een dorpje in de Alblasserwaard. We kwamen op een klein schooltje terecht en op dag 1 begon het pesten. Dit duurde van de 2e klas tot aan het eind van de basisschool. Geen dag was te voorspellen hoe die zou verlopen. Dit ging van schelden tot gras eten. Mijn vader is een paar keer op school geweest om dit aan te kaarten. Natuurlijk beloofde de schoolleiding om erop te letten en zo mogelijk te voorkomen. Maar het haalde niets uit. Het continue pesten maakte dat ik me heel onzeker ging voelen. Dus niet teveel opvallen, geen rare dingen doen, en het maar laten gebeuren. Overleven. Masker op en vooral niet laten zien dat het je verdriet doet, pijn doet. Nee, blijven lachen en doorgaan. Maar nooit weten hoe de dag zal verlopen. En op de achtergrond dus altijd de angst: wat zal er vandaag weer gebeuren?

Toen ik naar de middelbare school ging, nam ik me voor om mezelf vooral niet te laten kennen. Ik was vast besloten om niet achter mijn maskers vandaan te komen. Als ik ook maar iets van mijn onzekerheid en angst zou laten blijken, zou het pesten zeker weer beginnen. Ik stopte met overdag te eten, dat kon ik niet meer, ik had te veel angst en er ging teveel adrenaline door mijn lichaam. Ik begon met roken en ging van groepje naar groepje. Want oh, wat wilde ik er graag bijhoren en geaccepteerd worden. Natuurlijk had ik op de achtergrond de angst dat ze me leerden kennen en mij niet meer leuk zouden vinden, met alle gevolgen van dien. Ik haalde van alles uit, spijbelde wel eens, ging wel eens sigaretten stelen, maar speelde thuis de rol van het brave meisje. Zoals mijn moeder altijd zei: nee dat doet Heleen niet. Mijn moeder hield altijd een hand boven mijn hoofd. En ik denk ook wel eens dat ze niet wilde zien wat ik deed. Er waren al genoeg spanningen en mijn moeder liep door de spanningen thuis ook op haar tenen. Ze kon het allemaal niet aan. Ik heb haar wel eens gevraagd hoe ik als kind was. Haar antwoord was dat ik niet echt aanwezig was, deed wat ik moest doen, maar vroeg niet om aandacht. Dus thuis was ik heel anders dan op school. Op school kon ik het compenseren door mij anders voor te doen, mijn maskers vooral op te houden en bovenal door te gaan. Maar ik heb me niet gelukkig gevoeld.

Toen ik 17 was gingen wij naar een andere kerkelijke gemeente. Ik ging daar naar de jeugdgroep en begon het zowaar naar mijn zin te krijgen. Maar wat vond ik het moeilijk om mijzelf te zijn en mezelf te laten zien. Ik had nog steeds mijn maskers en muren. En bewaakte ze zorgvuldig. Ik leerde daar een jongen kennen, en toen ik 18 was kregen wij een relatie. Vanaf het begin begon hij mij te vertellen dat ik toch eigenlijk best dom was en lelijk en niet lang daarna begon hij seks met mij te eisen. Dat vond ik enerzijds wel spannend, anderzijds voelde ik me ook misbruikt gedurende die periode. Mijn ouders zagen wel dat ik veranderde maar konden hier totaal niet mee omgaan. Ze waren ook druk met de bruiloft van mijn zus en ik sloot me steeds verder af. Ik weet niet veel meer van die periode, want ik leefde in mijn eigen wereld. Misschien ook maar goed. Na de bruiloft kwam mijn vader erachter wat er speelde en ik moest het uitmaken met die knul en er niet meer over spreken. En daar stond ik dan, geen steun, geen idee hoe hier mee om te gaan, en ik kon gevoelsmatig niet naar mijn ouders toe. Want zo iets, daar schaam je je voor en praat je liever niet over.

Zo’n 4 weken later gingen we op vakantie. Op een avond zaten we bij de overbuurman wat te drinken. Mijn ouders gingen weer terug naar de caravan en ik moest naar het washok. De buurman liep met me mee en daar aangekomen pakte hij me vast en probeerde me te zoenen. In paniek liep ik naar mijn ouders en kwam daar huilend de caravan binnen. Ik vertelde wat er was gebeurd maar ik kreeg niet de reactie die ik zo nodig had. Mijn moeder zei dat ik de situatie vast niet goed had ingeschat en dat ze zou opletten. En dat ik maar moest gaan slapen. Huilend ben ik de tent ingegaan en begreep totaal niet waarom mijn ouders zo reageerden. De volgende dag zei mijn moeder dat ik niet meer alleen in de buurt van de buurman mocht zijn want ze had gezien dat de buurman reageerde op mij en daarmee was het weer klaar. Maar er volgde geen enkele reactie naar de buurman toe. En ze zeiden hem daarna ook gewoon gedag. Weer voelde ik me ontzettend in de steek gelaten door mijn ouders. Niet gezien, niet gehoord. Dus er was maar 1 optie: doorgaan. En daar kwamen de muren weer. Vooral niemand vertrouwen. Niemand laten zien welke emoties je hebt. Hard worden. Maar wat was ik eenzaam thuis. Op school ging het redelijk goed, en ik had een goede vriendin. Met haar kon ik steeds beter praten en die vriendschap is ook gebleven.

Op mijn 20e leerde ik mijn ex-man kennen. Hij was attent, gaf aan mij te respecteren en ik kon heel goed met hem praten. Het voelde goed en toen hij vroeg of ik met hem wilde trouwen, zei ik dan ook volmondig ja. In juli1995 en op die dag voelde ik me best gelukkig. Er wacht ons een zonnige toekomst; hij was niet gelovig maar zeker ook niet anti kerk. Hij gaf eerder aan dat hij voor de vorm met mij mee ging. Daar kon ik wel mee leven. Maar ………………. al in onze wittebroodsweken draaide hij om als een blad aan de boom. Het respect was er niet meer. En ook hier was sprake van misbruik. Hij gaf aan dat hij de baas was in onze relatie en dat hij bepaalde wat ik kon en mocht doen. Hij bepaalde grenzen en behandelde mij, in tegenstelling tot de voorafgegane verkeringstijd, bijna als een lijfeigene. Hij maakte duidelijk dat ik ook lichamelijk aan hem toebehoorde en zijn wensen en eisen op seksueel terrein moest inwilligen.
Verder moest ik op tijd thuis zijn, kreeg een kaartje mee, met daarop het aantal centimers wat er maximaal af mocht, als ik mijn haar liet knippen, hij controleerde als ik had schoongemaakt en corrigeerde mij als ik het niet goed had gedaan. Ik mocht nog geen afwasrek uitzoeken, want dat kon ik toch niet. En ook hij vertelde me dat ik niet echt slim was, te dik was en ook niet de mooiste was. En dat kreeg ik zo vaak te horen, dat het wel waar moest zijn. Toen ik zwanger raakte van mijn zoon, was hij allesbehalve blij. Hij had hele andere plannen en daar paste een kind niet in. Het doorkruiste zijn plannen ten aanzien van zijn werk. Dit terwijl we er samen over hadden gesproken en hij had ingestemd met een eventuele zwangerschap. Kort na de geboorte van onze dochter meende hij voor zichzelf te moeten beginnen. Hij startte een zaak en was steeds vaker een langere periode van huis.

Na 2,5 jaar werd onze zoon geboren. En ook hier was mijn ex-man niet blij mee. In de kraamtijd was ik ook alleen, want hij was aan het werk. Ons huwelijk was toen al heel slecht. We hadden nauwelijks meer contact. En ik voelde me emotioneel verwaarloosd. Toen mijn dochter een jaar was zijn we in therapie gegaan. Het leek beter te gaan en ik kreeg weer wat hoop. Ik ontdekte dat ik zelf ook wel in een aantal dingen tekort was geschoten naar hem toe. En zette mijn beste beentje voor om hem man te laten zijn in ons huwelijk. Het leek werkelijk alsof zijn inspanningen en mijn inspanningen vruchten afwierpen. In die periode praten we af en toe zelfs over God, geloof en de preek van afgelopen zondag in de kerk.
Na verloop van tijd werd ik opnieuw zwanger. Maar de blijdschap daarover ebde al snel weg. Mijn ex-man zag het totaal niet zitten en was razend. En toen kreeg ik een miskraam. Helaas duurde het bijna 3 maanden voordat het loskwam. De reactie die ik die avond kreeg toen het loskwam van mijn ex-man was voor mij de druppel en ik heb dat jaar de tijd genomen om tot de beslissing te komen om te gaan scheiden. Ik vertel dat nu met een paar woorden, maar daaraan voorafgaand had ik een enorm innerlijk conflict. Ik was zelf ook niet volmaakt geweest, had hem best een paar keer teleurgesteld en tijdens ruzies heb ik ook harde woorden gebruikt. Daar heb ik inmiddels vergeving voor gevraagd. Ik ben toen een paar weken bij mijn ouders ingetrokken met de kinderen en tot 2 x toe was het een periode waarin hij mij gouden bergen beloofde….. Maar zodra ik weer thuis was, was alles weer bij het oude . In 2005 heb ik hem gevraagd weg te gaan. Dat was geen eenvoudig besluit; maar ik zag er geen gat meer in. God was ondertussen in mijn leven op de achtergrond geraakt; eerlijk gezegd was ik ook wel teleurgesteld en speelde ik continu met de gedachte waarom God zo iets toeliet. Maar eerlijk gezegd waren die vragen ook weer niet de juiste vragen, want God had geen fouten gemaakt, maar mijn ex en ik hadden er een puinhoop van gemaakt. In die periode begon ik steeds meer te drinken, en zat tot laat in de avond achter de computer. Het was mijn manier om te vluchten uit de realiteit en het werkte. Ik hoefde niet meer continu te denken aan de nare situatie. De alcohol verdoofde. En ik, ik die was misbruikt, liet me in met Bouquet romannetjes en keek af en toe wat erotische videoclipjes. Op die manier creëerde ik mijn eigen schijnwereld.

Overdag sliep ik vaak en was alleen wakker om de kinderen naar school te brengen en te halen. En natuurlijk was ik wakker als ze thuis waren. Twee jaar later was de scheiding officieel geregeld. Er viel een pak van mijn hart. En ik dacht: nu ga ik het anders doen. In 2008 verhuisde ik met de kinderen naar de provincie Groningen. Maar er veranderde helemaal niets.... Ik ging door met drinken, niet eten, 's nachts wakker en overdag slapen. Op een of andere manier was ik volledig gedesillusioneerd. En misschien wel een beetje depressief. Ik had volkomen gefaald, was minderwaardig. Ik deed immers dingen die ik helemaal niet wilde doen, maar op een of andere manier kon ik er niet los van komen. Mijn levensstijl was zeer ongezond. Ik had geen normaal dag en nacht ritme, at bijzonder ongezond en verspilde mijn tijd met onzinnige dingen/zonde. Maar ik heb toen ervaren dat het niet gemakkelijk is om te breken met een schijnwereld die je zelf hebt opgebouwd. Mijn lichaam ging protesteren en na verloop van tijd kreeg ik een klein herseninfarct. En nog was ik niet in staat mijn leven op de rails te krijgen. Ik wilde het nog steeds zelf doen. Achteraf durf ik wel te zeggen dat ik zo heel af en toe een stemmetje hoorde die ik niet kon thuisbrengen. Maar dat was de stem van God die aan mijn hart klopte en liefdevol vroeg: Mag ik het van je overnemen? Maar met die optie was ik niet bepaald serieus bezig. Er zal een tijd komen dat ik het anders zou doen en dat zou ik dan ook echt zelf doen! Een klein beetje de houding van mijn kinderen toen ze klein waren: Ikke doen! Wat natuurlijk niet lukte!

Toen ik in de provincie Groningen kwam wonen leerde ik een echtpaar kennen. Ik wilde in 1e instantie heel hard van ze wegrennen. Want zij hadden wat ik zo graag wilde: rust, liefde, geborgenheid... Al die dingen waar ik zo'n behoefte aan had, maar voor mijn gevoel nooit heb gekregen. Maar ik vond het ook eng. Want ik was ervan overtuigd dat ook zij, als ze mij beter zouden leren kennen, zouden laten zitten. Ik had dus argwaan. En ik heb ze getest. Maar zij lieten me zien dat het anders kon. En voorzichtig aan begon ik weer vertrouwen te krijgen. Maar wat zij vooral lieten zien, was dat ik God nodig had. Ik kon het niet alleen, ik moest leren om God te vertrouwen, en het met Hem samen te doen. Na verloop van tijd attendeerden ze mij op het programma van CR. We hadden al wat ervan doorgenomen samen, maar zij stimuleerden mij om het volledige programma te volgen. En daar stond ik dan. Geen idee wat ik ervan moest verwachten, geen hoop, geen uitzicht, maar toch was er iets waardoor ik ging en bleef gaan. Ergens diep in mijn hart wist ik dat hier, in de 12 stappen, ten diepste de oplossing van mijn probleem lag.

Wat heb ik een hoop meegemaakt in de 2 ½ jaar dat ik in de groep zat. De allereerste avond hier kreeg ik “een beeld” van iemand. En dat beeld klopte exact met hoe ik het ervaarde. Ik stond achter een waterval, met troebel zicht, maar waar ik wel doorheen moest , want achter die waterval, daar stond Jezus te wachten op mij. Er zouden nog wel een aantal dingen gebeuren maar ik kwam er doorheen. Ik kreeg weer een beetje hoop; ik zou er dus komen. De open deel groep was super. H.. en M.. leidden de groep en de groep werd steeds hechter en opener. We konden alles delen met elkaar en voor elkaar bidden. In deze periode leerde ik om los te laten, te vergeven, opnieuw te kijken naar de toekomst en te leren om vertrouwen te krijgen. Ik mocht mezelf zijn, en leerde stukje bij beetje steeds meer om mezelf te zijn. En weer kreeg ik een beeld van iemand. Dat Jezus me boven alles zou uittillen. En dat gaf me weer meer hoop. Ik heb ook in deze periode getwijfeld aan mezelf. Zou ik de eindstreep wel halen? Soms luisterde ik naar een getuigenis en dacht ik erover om te stoppen met deelnemen aan CR. Het leek wel alsof ik soms maar niet vooruit kwam. Ik heb ook tijdens de behandeling van de thema’s veel moeilijke, pijnlijke dingen meegemaakt. Soms kreeg ik flashbacks. Maar ik moest ook eerlijk onder ogen zien en ook onder woorden brengen dat niet alles wat mij was overkomen de schuld van anderen was. Zelf had ik ook keuzes gemaakt die op zijn minst niet correct waren geweest naar anderen toe in mijn omgeving. Maar ik kon daar nu over praten in de opendeelgroep. En ook met mijn coach. En zij wezen me elke keer weer op feit dat ik het niet alleen zou redden. Ik had Hem nodig. Ik kreeg ook een droom, waarin Jezus me vroeg wat ik zou willen. Ik wilde eerst allerlei dingen roepen, zoals ik wil dat mijn huis verkocht wordt, ik wil een baan, ik wil..... Maar ik vroeg Hem of hij mij een kus wilde geven op mijn voorhoofd. Dat deed Hij ook. En toen Hij weg ging, zei Hij mij dat ik Hem alles mocht vragen. En dat heb ik gedaan en doe ik nog. Ik leerde steeds meer te vertrouwen op Hem. Dat Hij een plan heeft met mij. Ik kon rust vinden in de muziek, opwekkingsmuziek en in tekenen. Ik kon steeds een stapje verder te gaan, maar wel samen met Hem. Ik ben ook in therapie gegaan. Om mijn emoties weer te leren uiten. Want die had ik ver weggestopt en woorden als eenzaamheid, verdriet, nare gevoelens, angst en zelfverwijt had ik uit mijn woordenboek geschrapt voor waar het mij zelf betrof. Ik merkte dat van binnen herstellen niet automatisch betekent dat je ook je masker afzet. Je masker voelt vertrouwd en veilig. Het beschermt je tegen afwijzing, tegen pestgedrag en tegen het gekwetst worden door anderen. Ik moest en ik wilde ook weer leren om mijn gevoelens onder woorden te brengen..

Een paar jaar geleden stopte mijn baan, toen moest ik een keuze maken, of ergens solliciteren of een opleiding gaan volgen. Ik heb voor het 2e gekozen. Ik heb me ingeschreven voor de opleiding onderwijsassistent en die opleiding begon in augustus. Een half jaar later moest ik worden geopereerd en dat verliep in 1e instantie goed. Ik werd gevraagd of ik bij CR wilde helpen bij het leiden van een opendeelgroep voor vrouwen. Ik heb daarvoor gebeden en kreeg daar ook bevestiging op. Maar toen moest ik negen maanden later weer geopereerd worden en kon ik niet anders dan stoppen met groepsleidster zijn. Ik begreep niet waarom. Daarna heb ik even rust genomen en moest ik dingen op een rij krijgen. Wat wilde God dat ik zou gaan doen? Ik werd gevraagd om te zingen. Dat is iets waar ik echt alles in kwijt kan. Ook hier weer voor gebeden en heb toen besloten om dit te doen. Helaas moest ik weer geopereerd worden. Het leek wel of alles wat ik begon spaak liep. Ik begreep er helemaal niets meer van. En weer was het een langlopend proces na de operatie. Ik knapte niet goed op en ik zat thuis met een berg aan vragen. En ondertussen moest ik wel de opleiding volgen en stage lopen. Uiteindelijk kon ik het zingen weer oppakken maar ik had wel vragen. Ik ben daarmee naar God gegaan en na een lange periode kreeg ik daar rust over. Ik kon mijn opleiding afronden en ook mijn stage. Later kreeg ik mijn diploma en in februari kon ik aan het werk. Maar toen kwam het nieuws dat ik opnieuw geopereerd moest worden. Maar ik had wel de rust hierover en wist dat het goed kwam. En na enkele weken ben ik begonnen aan mijn nieuwe baan. Het contract is voor 4 maanden, dus is het nog onzeker of ik daar kan blijven werken, maar ik weet dat ik er niet alleen voor sta. Ik heb ook geen zorg daarover. Ik heb geleerd om los te laten, om het aan God terug te geven en me geen zorgen te maken. Ik heb altijd zelf het stuur in handen willen houden, de controle, maar ik kwam daar niet ver mee. Steeds weer kwam ik tot de conclusie dat ik het zelf niet kan. En nu weet ik dat ik alles aan Hem kan geven en dat Hij het beste met mij voor heeft. Er zijn echt zo veel momenten geweest dat ik het tot Hem uitriep en dat hij mij hoorde en mij zag en mij antwoord gaf. En soms was Hij stil. En dan moest ik leren om te vertrouwen op Hem. Zoals de afgelopen jaren, als er dingen waren die ik niet begreep of als ik huilend zat te bidden. Maar ook hier heb ik veel van geleerd. Net alsof Hij wilde zeggen: vertrouw je mij nog? Weet je wel dat ik een plan voor jou heb? Laat je de controle nu eindelijk helemaal los?

Ik kan zeggen dat ik ben hersteld van de gevolgen van het pestgedrag. En ook van alcohol en de erotiek en het opgroeien in een disfunctioneel gezin. Maar mijn proces loopt door. Het omslagpunt voor mijn herstel lag bij Stap 9, vergeving. Toen ik leerde te vergeven, en ook ging vergeven kwam er ruimte in mijn leven en kon Gods herstel plaatsvinden. Ik blijf de stappen van CR toepassen in mijn leven, op elk moment dat ik het nodig heb. De wonden in mijn leven zijn littekens geworden en die doen soms nog een beetje pijn. Maar ik kan dit aan God terug geven. God is en blijft met mij bezig, met elke schil die er van mij afvalt, kom ik met elke stap dichter bij de kern, zoals God mij heeft bedoeld. Mijn coach was een geweldige vrouw, ze had altijd geduld en een luisterend oor. Op moeilijke momenten gaf ze me precies het nodige duwtje in de rug. Dank je wel, Marja!

Laatst realiseerde ik me dat ik een bevoorrecht mens ben. Ik belde met een van mijn zussen. Zij heeft ook heel duidelijk de verandering in mijn leven gezien en ervaren. Zij wil ook graag deel gaan nemen aan het CR programma. Maar ze woont in een heel ander deel van het land waar nog geen kerk is waar CR ook wordt aangeboden. Jammer… Ik probeer nu wat vaker met haar te bellen en te delen van de principes die ik geleerd heb.

Hartelijk dank dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen!


herstellende van codependency, relatieverslaving, verschillende vormen van misbruik en echtscheiding

Mijn naam is Sarah, ik ben een geliefde dochter van God, herstellend van codependency, relatieverslaving, verschillende vormen van misbruik en echtscheiding.

Ik ben opgegroeid in een gelovig gezin met twee jongere broers. Mijn vader werkte zes dagen per week en vaak ook nog de avonden om zijn gezin te onderhouden. Ook was hij regelmatig op pad voor de kerk. Mijn moeder was de perfecte huisvrouw, die het huis brandschoon hield, elke dag heerlijk kookte en zorgde dat we netjes gekleed gingen. Elke zondag gingen we twee keer naar een degelijke hervormde kerk en in de zomers gingen we drie weken naar het buitenland op vakantie. Een perfect plaatje, zowel naar de buitenwereld toe als in mijn rationele beleving. Toch heb ik van jongs af aan geworsteld met gevoelens van schaamte en schuld en voelde ik me niet gehoord, gezien en begrepen. En omdat zij ‘perfect’ waren, moest dat dus aan mij liggen en was ik dus slecht. De spanning tussen hun ‘goedheid’ en mijn ‘slechtheid’ vormde een rode draad door mijn leven.

Ik voelde me emotioneel gezien niet veilig als kind. Als er gecommuniceerd werd, was het om te uiten dat er iets niet goed was. Er werd niet gepraat over gevoelens, emoties, gedachten, er was geen ruimte en respect voor grenzen en er was geen emotionele veiligheid en geborgenheid. Zowel mijn vader als mijn moeder waren emotioneel onbereikbaar. We mochten hun ge- en verboden niet ter discussie stellen of om uitleg vragen en als we dat toch probeerden kwam er zo’n heftige reactie dat ik dat na verloop van tijd opgaf. Zo leerde ik al jong confrontaties te vermijden. Mijn motto werd: slikken of stikken, waar je niet dood aan gaat dat maakt je sterker. Omdat op het uiten van gevoelens en emoties afwijzing volgde, leerde ik al jong om mijn eigen gevoelens en behoeften aan de kant te zetten en ondergeschikt te maken aan die van anderen. Dat we in de kerk leerden dat we de ander altijd hoger moesten achten dan onszelf, deed daar nog een schepje bovenop. Mijn moeder was vaak ziek en mijn vader kon, soms uit het niets, zomaar ontploffen. Ik probeerde zo onzichtbaar en stil mogelijk te zijn en zo min mogelijk in de weg te lopen en vooral niets te doen waardoor mijn ouders boos of geïrriteerd of ziek van zouden kunnen raken. Dat lukte natuurlijk niet. Nu weet ik dat het hun onvermogen was waar zij mee worstelden en geen raad mee wisten. Maar tóen wist ik dat natuurlijk niet. Ik voelde mij verantwoordelijk voor hoe zij zich voelden en zelfs voor hun gezondheid en leerde om mijn eigen behoeften en emoties te onderdrukken en zoveel mogelijk rekening te houden met anderen, ook als dat ten koste van mijzelf ging. Het meest gunstige scenario werd voor mij als er niets tegen mij gezegd werd, want dan had ik blijkbaar niets verkeerd gedaan. Ik trok me meestal terug op mijn kamer en was aan het zingen, muziek luisteren, lezen, of tekenen en leefde dus in mijn eigen wereldje. Het beeld naar buiten toe, vooral naar de andere kerkleden en de familie, moest een perfect plaatje zijn, er mocht niets op ons aan te merken zijn door de kerkelijke gemeenschap en de familie.

De herinneringen die ik heb aan momenten dat ik me wel geliefd en veilig voelde, door en bij mijn ouders, hadden te maken met fysieke ervaringen. Bijvoorbeeld als ik tijdens de kerkdienst met mijn arm door die van mijn vader heen zat en hij mijn hand streelde, of als hij ‘s nachts bij mijn bed kwam om mijn kuiten te masseren als ik kramp in mijn benen had. Mijn moeder kwam als ik ziek was naast mijn bed zitten om koffie bij mij te drinken. Daardoor trok ik onbewust de conclusie dat als iemand fysieke aandacht aan mij besteedde deze persoon van mij moest houden, en interpreteerde mijn brein dit onbewust als emotionele verbondenheid. Dit patroon bleef zich ook herhalen in de relaties die ik later kreeg.

Ik heb er rationeel gezien nooit aan getwijfeld dat mij ouders van mij hielden; het was een optelsom, ik kreeg te eten, onderdak, kleding en ik ging naar school en naar de kerk. In praktische zin zorgden ze goed voor ons. Ook verwijt ik mijn ouders niets, ik weet dat ze het beste met ons voor hadden en dat ze roeiden met de riemen die ze hadden. Ze wisten niet hoe zij met hun eigen en met onze emoties om moesten gaan, ze hadden dat zelf ook niet geleerd.

Maar dat ik me als kind niet emotioneel veilig en verbonden voelde met mijn ouders, heeft wel grote gevolgen gehad in mijn verdere leven. Het proces van authentiek worden en gezonde grenzen ontwikkelen die definiëren wie je bent als mens, was verstoord geraakt. De strategieën die ik als kind ontwikkelde om emotioneel gezien te overleven maakten die gevolgen alleen maar groter.

Ik was net een kameleon, wat ik deed was een reactie op mensen en omstandigheden om mij heen, ik wist simpelweg niet ik ook een stem had, dat ik mijn eigen normen en waarden mocht hebben, laat staan ervoor uitkomen. Acht de ander altijd hoger dan jezelf was voor mij hetzelfde als: ik heb niets te willen en in te brengen, ik moet stil zijn en me aanpassen, mijn mening telt niet, hoe ik dingen zie of voel is altijd fout, de ander heeft altijd gelijk en ik ben verantwoordelijk voor hoe een ander zich voelt. Dat werd regelmatig letterlijk geschreeuwd, dat ik de oorzaak was van de ziekte, het slechte humeur of het ongepaste gedrag van anderen. Dit soort leugens zette zich in mijn brein vast als waarheden. Ik wist niet hoe ik voor mezelf op moest komen, wist niet eens wie ik was, had geen idee dat ik ook ‘nee’ mocht zeggen, omdat dit thuis in mijn beleving gewoon geen optie was.

In plaats van de gezonde ontwikkeling naar volwassenheid, was er in mij voornamelijk één programmering: de nooit aflatende zoektocht naar emotionele verbondenheid, naar het echt voelen en ervaren van de liefde, ongeacht de kosten. Ik was een half mens op zoek naar de andere helft waardoor ik me eindelijk compleet zou kunnen voelen. Zo werd mijn codependency dus geboren. Ik kon anderen niet liefhebben als mezelf, ik hield helemaal niet van mezelf, voelde me altijd tekort schieten, niet de moeite waard en niet goed genoeg. Ik werd ook een People pleaser – probeerde op die manier onbewust om liefde, bevestiging en goedkeuring te verdienen. Mijn pogingen om mij emotioneel verbonden te voelen met mijn ouders door zo braaf en lief mogelijk te zijn en me verantwoordelijk te voelen voor hoe zij zich voelden, werden op onbewust niveau een geautomatiseerd proces dat mijn gedrag de rest van mijn leven zou blijven bepalen.

Codependency is een echte verslaving; ik zocht naar emotionele verbondenheid zoals een drugsverslaafde op zoek is naar drugs. Het was een honger die nooit gestild werd. Keer op keer probeerde ik me te verbinden met emotioneel onbeschikbare mensen. De afgelopen jaren en tijdens het hele CR proces, heb ik stap voor stap inzichten gekregen in de schadelijke patronen waarin ik gevangen zat. Bijvoorbeeld waarom ik steeds opnieuw in tot mislukken gedoemde relaties terecht kwam met mensen die emotonioneel niet beschikbaar waren. Dat vond ik moeilijk te bevatten en te accepteren, maar psychologisch is het wel te verklaren. Ik werd aangetrokken door wat voor mij ‘bekend’ en vertrouwd voelde, dat wat ik van huis uit gewend was. Het scenario uit mijn kindertijd moest herschreven worden met een goede afloop. Die drang is zo sterk dat het ook wel omschreven wordt als de kracht van een trance. De behoefte aan emotionele verbinding was zó sterk dat zelfs de schuld en schaamte van mislukte relaties niet konden voorkomen dat ik het toch bleef proberen. Ik kón het niet opgeven, de hoop en het verlangen dat het toch een keer zou moeten lukken waren letterlijk niet kapot te krijgen.

De combinatie van niet authentiek zijn, geen grenzen hebben plus de grote honger naar liefde, aandacht en affectie, maakte mij heel kwetsbaar voor manipulatie en misbruik. Ik was erg naïef, vertrouwde iedereen tot het tegendeel was bewezen en was zelf naar anderen toe een open boek.

In mijn tienertijd was mijn vader ook vaak op pad voor de kerk, om mensen te helpen. Dat zijn eigen dochter zijn aandacht zo hard nodig had zag hij niet. Ik weet nog dat ik vaak stikjaloers was als hij weer trots aan iemand vertelde hoe hij iemand ‘geholpen’ had. Ik vond het vreselijk om te horen dat hij anderen zo goed begreep en dat zij hun hart met hem konden delen, terwijl wij nooit een gesprek van hart tot hart hadden terwijl ik daar zo naar snakte.

Toen ik in de pubertijd kwam stopte ook de enige vorm van liefde die ik wel had ervaren van mijn vader, hij stopte abrupt met elke vorm van lichamelijk contact. Op mijn dertiende was daar ineens de twee jaar oudere broer van mijn vriendin, die mijn hand vast wilde houden en mij wilde knuffelen en zei dat hij mij zo lief en mooi vond. Ik was zo groen als gras en had geen idee van wat er zich in de ‘echte’ wereld afspeelde. Ik had alleen vrienden die naar dezelfde kerk, jeugdclub, cathechesatie gingen, verder kwam ik nergens. Ik was smoorverliefd en had me nog nooit zo geliefd en zo goed gevoeld. Als hij mijn hand vasthield voelde ik me letterlijk in de zevende hemel. Maar hij wilde al snel meer dan mijn hand vasthouden. Ik wilde dat niet maar hij nam daar geen genoegen mee. De relatie stond al snel in het teken van manipulatie en seksueel misbruik. Mijn stem werd niet gehoord of gesmoord, mijn wil werd de kop ingedrukt, door de ander of door mijzelf, ik had geen rechten, alleen maar plichten en moest de minste zijn, altijd en overal, zodat niemand boos op mij zou worden. Toen hij naar een paar maanden genoeg van mij had liet hij mij van de één op de andere dag zitten zonder het uit te maken en zonder uitleg. Ik bleef in totale verwarring achter. Het enige dat ik me afvroeg is: Wat heb ik verkeerd gedaan dat hij mij ineens volledig negeert? Ik heb mezelf daar lange tijd mee gepijnigd. Na verloop van tijd kwam er een andere jongen in beeld, ook van onze kerk. Hij werd mijn grote jeugdliefde. Ook in deze relatie was er sprake van zowel emotioneel als seksueel misbruik, als het hem uitkwam gaf hij mij wat aandacht zodat hij kreeg wat hij wilde en als het hem niet uitkwam zag of hoorde ik niets meer van hem. Dit ging zo jaren door. Ondertussen, in de periodes dat hij mij niet meer moest, meldden zich steeds andere jongens die ‘verkering’ met mij wilden. Soms probeerde ik dat, in een poging om ‘hem’ te vergeten, maar ik maakte het altijd snel uit zodra ik merkte dat ze meer wilden dan een beetje zoenen. Daardoor kreeg ik de naam een jongensgek te zijn. Dat vond ik vreselijk omdat ik ervan overtuigd was dat ik alleen maar van iemand wilde houden die ook van mij hield. Ik zag mezelf als een heel serieus meisje, bezig met het geloof, met de minste zijn, met zichzelf wegcijferen, met geven, opofferen. Ik was me niet bewust dat ik geen identiteit had, geen grenzen en wanhopig op zoek was naar iemand die mij het gevoel zou geven dat ik er wel toe deed. Ik verloor mijn maagdelijkheid aan een jongen die precies wist hoe hij mij dat gevoel moest geven. Meteen daarna vertrok hij en ik heb nooit meer iets van hem gehoord.

Ondertussen was ik actief in jeugd- en koffiebarwerk. Ik speelde gitaar en zong samen met mijn vriendin een christelijk repertoir en we traden ook op. Geloof me, dat was echt niet alleen buitenkant, ik geloofde oprecht en hield echt van God en wilde Hem dienen. Maar ik had ook een verkeerd beeld van God. Ik zag Hem als een strenge, snel boze vader die mij continue in de gaten hield en die al mijn falen zag en voor wie ik moest blijven proberen om mijn best te doen. Ik geloofde gewoon, heb nooit aan Zijn bestaan getwijfeld, maar ik wist niet dat God een relatie met mij wilde, dat Hij zoveel van mij hield dat niets wat ik ooit deed daar iets aan kon veranderen.

Op mijn negentiende wilde ik het huis uit, weg van het strenge regime en de stilte. Mijn ouders zaten (als mijn vader al thuis was) te lezen of tv te kijken, echte gesprekken waren er niet, gezelligheid zoals spelletjes doen of zo, ook niet. De zaterdagavonden waren anders, dan maakte mijn moeder verse soep voor de zondag en het hele huis rook lekker. Ook was er iets lekkers bij de koffie. We keken dan als gezin naar amusement programma’s en dat was wel leuk. Maar ik kan me niet herinneren dat we gezellig een spelletje deden of echte gesprekken hadden.

Na de Middelbareschool ging ik aan het werk als boekhoudkundig medewerker. Een oudere vrouwelijke collega had een kamer te huur en ik voelde de vrijheid lonken. Ik raapte al mijn moed bij elkaar en zei tegen mijn ouders dat ik op kamers wilde. Wat een misrekening! Ik kreeg daar geen toestemming voor, er werd duidelijk gemaakt dat er maar één manier was om fatsoenlijk het huis uit te gaan en dat is trouwen. ‘Wat zullen de mensen wel niet denken als je zomaar op kamers gaat? Dat je het thuis niet goed hebt? Dat wij geen goede ouders zijn? Geen sprake van!’

Zelfs op die leeftijd kwam de gedachte nog steeds niet in mij op dat ik een keuze had, dat ik ook had kunnen zeggen: ‘jammer dat jullie er zo over denken, maar ik ben 19 en ik wil op mezelf wonen en dat ga ik ook doen’. In plaats daarvan dacht ik, ‘okay, de enige manier om uit huis te komen is dus trouwen’. Als ik eenmaal weg ben, dan kan ik doen en laten wat ik zelf wil, dan hebben zij niets meer over mij te zeggen. Ik had een vriend en een jaar later trouwden we. Hoewel hij niet gelovig was en mijn ouders daar verre van blij mee waren, hielden ze de trouwplannen niet tegen. De avond voor ons huwelijk kwam mijn vader wel naar mijn slaapkamer en sprak zijn twijfels uit. Ik denk dat dit het enige serieuze gesprek is dat ik me kan herinneren uit de tijd dat ik thuis woonde, alhoewel, het was eigenlijk een monoloog. Hij voelde blijkbaar aan dat het helemaal niet goed zat en hij vroeg of ik het wel zeker wist en zei dat ik nu nog terug kon. Ik had geen idee hoe ik moest reageren, werd lamgeslagen door dat bekende gevoel dat ik in de val zat en geen kant meer op kon, ik had A gezegd en moest ook B zeggen. Ik wist gewoon niet wat ik ermee aan moest, we hadden nog nooit zo’n gesprek gehad! Daarbij, als ik het wel zou afzeggen kon ik nog steeds het huis niet uit. Dus ik hield de schijn op en zei dat alles in orde was. Toen ik de volgende dag in de trouwzaal stond in mijn witte trouwjurk, dacht ik letterlijk: Dit is afschuwelijk! Ik wil helemaal niet met hem trouwen! Maar het moet, het is de enige manier om het huis uit te komen. Doorzetten, slikken of stikken. Zodra je de ‘ware Jacob’ tegenkomt, ga je gewoon scheiden. Dan zal alles goed komen. Ik werd door hem al seksueel misbruikt voordat we trouwden en toen we eenmaal getrouwd waren kwam ik erachter dat hij ook nog met zijn vorige vriendin seks had. Daar bleef hij ook mee doorgaan nadat we getrouwd waren. Door CR heb ik pas kunnen erkennen dat ik hem net zo goed had misbruikt, ik trouwde immers alleen met hem om het huis uit te kunnen.

Eenmaal het huis uit, ging ik niet meer naar de kerk. Hoewel mijn geloof altijd is gebleven en ik zeker achteraf duidelijk kan zien dat God mij nooit heeft losgelaten, was ik alle dwang en verplichtingen, waarin ik al mijn hele leven gevangen had gezeten, zo ontzettend zat, dat ik het, eenmaal in de vrijheid, niet op kon brengen om nog naar de kerk te gaan. Samen met een collega begon ik een band; hij manager, ik zangeres en muzikanten vonden we door audities te houden. Al snel hadden we een complete bezetting. We speelden soms in café’s maar meestal op besloten feesten. De drummer van onze band had het al snel op mij voorzien. Ik was nog steeds vreselijk naïef. Anton was een knappe wereldwijze doorgewinterde charmeur die alle trucjes kende en precies wist wat hij moest doen en zeggen om mij in te pakken. Hij bracht mij zó van mijn stuk dat ik er al snel van overtuigd was dat hij de al eerder genoemde ‘ware Jacob’ was. Ik had wel zoveel moreel besef dat ik niets met hem wilde beginnen zolang ik nog getrouwd was, zelfs al stelde mijn huwelijk in de praktijk niets meer voor. Dus ik besloot dat ik wilde scheiden. Ik voelde me daar niet schuldig over omdat hij toch al die tijd al vreemd ging en we als twee vreemden in één huis leefden. Maar de schaamte was des te groter. Ik schaamde me mijn ogen uit mijn hoofd en durfde niemand van mijn familie en vriendenkring meer onder ogen te komen. Als er nog iets over was van een ‘reputatie’, dan was die nu wel helemaal om zeep geholpen. Anton woonde in een afgelegen dorp in een andere provincie en haalde me over om bij hem in te trekken. Hij zei dat hij zijn schaapjes op het droge had, directeur van een succesvol bedrijf was en voor mij kon en wilde zorgen. Ik moest mijn werk opgeven en hoefde er alleen maar voor hem te zijn en mij verder nergens druk over te maken. Het leek mij de hemel op aarde, maar het bleek al snel een hel op aarde te zijn. Hij had geen inkomen en ook geen werk, en het duurde niet lang voordat hij mijn zuurverdiende spaargeld er doorheen had gedraaid. Hij isoleerde me van familie, vrienden en werk totdat ik zelf geen geld en geen inkomen meer had, geen vervoer, geen telefoon, soms zelfs geen elektriciteit. Hij was de baas en deed wat hij wilde en ik moest doen wat hij zei. Onze relatie werd geregeerd door zowel emotioneel als seksueel misbruik, veel verbaal geweld en soms ook fysiek geweld. Hij deed zelfs een poging om mij voor de ramen te krijgen om geld voor ‘ons’ te verdienen, maar dat was een grens die ik weigerde over te gaan. Hij was zo agressief dat ik wist dat ik het misschien met de dood zou moeten bekopen als ik weigerde, maar ik ging liever dood dan dat ik prostituée moest worden. Na een paar jaar raakte ik zwanger. Er was nog steeds geen geld en dus werd er ook geen babykamer klaargemaakt. Ik verzamelde soms lege flessen op straat zodat ik van het statiegeld nog wat melk, brood en eieren kon kopen. Af en toe kwam zijn moeder langs met een doos boodschappen en hoewel haar zoon niets deed om geld te verdienen, verweet ze hem niets, maar ze vond wel dat ik ondanks mijn dikke buik maar moest gaan werken. Toen ik hoogzwanger was en alleen thuis, stond er ineens vier man recherche in ons huis. Ze haalden het hele huis overhoop en ik werd stevig aan de tand gevoeld. Ik had geen flauw benul waar het over ging en wat er aan de hand was, maar Anton bleek vast te zitten in verband met diefstal en fraude. Ik kreeg te horen dat hij ook al in de bak had gezeten voor poging tot doodslag; hij had iemand levenslang de rolstoel in geslagen. Op zich verbaasde mij dit niet eens zo heel erg, ik had inmiddels wel ondervonden hoe agressief hij kon zijn en ook al kreeg ik maar een enkele keer te maken met zijn fysieke agressie, de dreiging die van hem uitging was enorm, genoeg om ervoor te zorgen dat ik voortdurend in angst leefde. Uiteindelijk, ik weet niet meer hoe, ben ik toch in contact gekomen met mijn ouders. Zij hadden nog een spaarrekening op mijn naam staan, met 450 gulden erop. Ze zijn gekomen en namen me mee en we hebben van dat geld inkopen gedaan bij een warenhuis voor de babykamer. Mijn moeder naaide een dekentje, gordijnen en een hemeltje voor een tweedehands ledikant dat mijn vader schilderde en zo zo kwam er toch iets van een babykamer net op tijd klaar. Ik ben eigenlijk pas tijdens CR echt gaan beseffen hoe vreselijk het voor hen moet zijn geweest om hun dochter in zo’n situatie te zien.

Inmiddels was Anton weer vrijgelaten, had spijt betuigd en beterschap beloofd en mij weten te overtuigen dat hij echt van me hield etc. en wilde met me trouwen. Ik trapte erin, geloofde dat zijn spijt echt was en zei ‘ja’. Dat had ook te maken met mijn schaamte. Ik had inmiddels weer wat contact met mijn ouders en ik had hen al de schande aangedaan van een echtscheiding, ik kon hen niet ook nog eens de schande van een buitenechtelijk kleinkind aan doen. Mijn beslissingen waren nog steeds niet van mijzelf, niet authentiek.

Nadat de baby thuis geboren was mocht er van Anton geen kraamhulp in huis komen. De dag na de geboorte werden we ‘s ochtends wakker en eiste hij van mij dat ik de trap af naar beneden ging om voor hem ontbijt op bed te maken terwijl ik bijna niet kon lopen van de pijn. Er was dus geen kraamtijd, ik was door mijn huwelijk een soort huis- en seksslavin geworden, gevangen in mijn eigen huis. Ik mocht alleen samen met hem de deur uit op zondagmiddag, op bezoek bij zijn ouders waar dan de hele familie in de woonkamer zat, ik de meeste tijd gewoon genegeerd werd en niets te zeggen had over mijn eigen baby. Twee weken na de bevalling bracht hij onze baby bij de buren en nam mij mee naar een feest waar een zangeres was uitgevallen en dwong mij om daar te zingen. We kwamen diep in de nacht thuis waar boze buren ons opwachtten. Anton had hen verteld dat het maar voor even was en niets meegegeven, geen flesvoeding, zelfs geen luiers. De baby huilde hartverscheurend en mijn hart brak en op dat moment nam mijn moederinstinct de overhand over mijn angst voor hem en wist ik dat ik moest vluchten om mijn baby te beschermen. Het enige moment dat ik alleen de deur uit mocht was om met de baby naar het consultatiebureau te gaan, hij vond dat zo’n onzin dat hij weigerde om mee te gaan. Toen de baby twee maanden oud was kwam ik onderweg naar het consultatiebureau een vrouw tegen waar Anton mij tijdens mijn zwangerschap een keer mee naartoe had genomen. Ze sprak mij aan en vroeg hoe het met mij ging. Eerst vertrouwde ik het niet, ik was bang dat ze iets aan hem zou doorvertellen. Maar ze drong aan en ik zag dat ze echt bezorgd om mij was en ik brak in tienduizend stukken en huilde tranen met tuiten midden op straat. Ik vertelde haar een klein beetje van het hele verhaal. Ze zei dat ik eruit zag als een lopend lijk en dat dit zo echt niet kon, dat ik daar weg moest met de baby. Maar ik had met niemand contact, de telefoon was afgesloten, er was toen nog geen internet en er waren nog geen mobieltjes. Zij vroeg het telefoonnummer van mijn ouders en beloofde dat ze hen zou bellen om te kijken of ze iets kon regelen. Hoe ze het voor elkaar heeft gekregen om weer in contact met mij te komen weet ik niet meer. Wel dat Anton waarschijnlijk iets vermoedde, want hij begon vreselijk te dreigen dat als ik hem ooit zou verlaten hij mij zou vinden al ging ik naar het einde van de wereld. De hele onderwereld zou achter mij aan komen, er zou een prijs op mijn hoofd komen en ik zou mijn dochter kwijtraken en het zelf niet overleven. Ik was doodsbang en probeerde hem van het tegendeel te overtuigen zodat hij voldoende zou ontspannen om mij de ruimte te geven die ik nodig had om te ontsnappen. Uiteindelijk werd een ontsnapping op touw gezet. Er was hulp van de politie gevraagd, maar zij wilden mij niet uit huis halen, ze waren ook bang voor Anton. Alleen met wat de baby en ik aan hadden en met achterlating van alles, zelfs de fotoalbums van mijn geboorte totdat ik het ouderlijk huis verliet, werd ik naar een leegstaande flat in een ander dorp gebracht. De flat was van de vrouw die mijn ouders had gebeld en mijn ouders hadden de flat voor mij ingericht met tweedehands spullen. Dat was een moment dat ik hun liefde voor mij weer kon zien in zijn praktische vorm, dat ze dat voor mij en mijn baby hadden gedaan. Ze namen ons ook mee op vakantie naar Italië, omdat ze ons niet alleen achter durfden te laten uit angst dat Anton ons zou vinden. Dat zo’n verknipte relatie echt een verslaving is bleek wel toen ik, ondanks alle ellende die ik daar had meegemaakt en ondanks het feit dat ik nu vrij en veilig was, toch nog maandenlang een echte ‘craving’ heb gehad, zoals ook andere verslaafden hebben die aan het afkicken zijn. Soms stond ik bijna letterlijk op het punt om terug te gaan maar gelukkig heeft God mij daartegen beschermd. Op mijn 26ste had ik al een heel leven achter de rug. Ik was nu een alleenstaande moeder en was voor de tweede keer gescheiden en zat met een schuld opgescheept die Anton op mijn naam had gemaakt en die ik van mijn bijstandsuitkering af moest gaan lossen.

Na een jaar kreeg ik een eigen flat. Inmiddels had ik de weg terug naar de kerk gevonden, belijdenis gedaan, mijn dochter laten dopen en ik deed mee aan bijbelstudies en kringen.
Ondertussen ging de ellende met foute relaties gewoon door, ik bleef verlangen naar en hopen op de liefde.

Toen ik voor de eerste keer mijn persoonlijk verhaal opschreef volgde vanaf dit punt nog zeven pagina’s die een aanéén schakeling waren van steeds weer hetzelfde patroon.
De namen van de mannen in mijn leven veranderden. Maar de patronen herhaalden zich.
Mijn derde huwelijk begon best wel goed, maar ook die echtgenoot is in enkele jaren van een nette man veranderd in iemand die mij en mijn dochtertje dusdanig bedreigde dat ik op mijn 30e voor de derde keer was gescheiden.
Toen kwam de vierde man in mijn leven, Marc; iemand die een goede man wilde zijn en een goede vader voor mijn dochter. Zijn woorden waren als balsem voor mijn gewonde ziel. Ik herkende weer niet de signalen dat dit ook weer verkeerd zou aflopen. De waarheid kwam helaas snel aan het licht nadat ik in het huwelijksbootje was gestapt.
Op het moment dat we trouwden werd ik zonder dat ik het wist medeaansprakelijk voor een schuld van tienduizenden guldens. Ook bleek al snel dat hij seksverslaafd was. Ook in deze relatie was weer sprake van seksueel en emotioneel misbruik. Op een dag was ineens onze telefoon afgesloten. Toen ik op mijn werk naar de KPN belde dat mijn telefoon niet meer functioneerde, bleek dat hij voor meer dan 1000 gulden gebeld had met sekslijnen en de rekening had verstopt.

Ik werd zwanger en tijdens mijn zwangerschap bleek dat hij naast zijn seksverslaving ook verslaafd te zijn aan harddrugs. Hij had dat zorgvuldig verborgen gehouden, maar het liep steeds meer uit de hand. Bedreigingen en manipulatie waren schering en inslag en soms stal hij mijn bankpas en haalde mijn rekening ook leeg, zodat ik de rekeningen niet kon betalen en soms zelfs niet eens eten kon kopen. Ook had hij regelmatig hallucinaties en wanen en maakte mij meerdere keren per nacht wakker omdat er demonen voor de ramen waren. Mijn ouders moesten toestemming aan hem vragen om langs te mogen komen en heel af en toe stond hij dat toe, maar dan liet hij ons nooit alleen. Tijdens één van die zeldzame bezoekjes gedurende mijn zwangerschap ging mijn vader een blokje om en liep langs een huis waar hij mensen in een kring zag staan met hun handen in de lucht. Hij belde daar zomaar aan en vroeg of ze Christenen waren. Dat was zo. Hij vertelde hen dat hij zich zorgen maakte over zijn dochter die bij hen in de buurt woonde en dat hij zelf ver weg woont en vroeg hen of ze een oogje in het zeil wilde houden. Dat wilden ze. Ik wist daar niets van, dat ontdekte ik pas later. Mijn ouders wisten niet wat er allemaal aan de hand was maar zagen wel dat ik niks durfde te zeggen en ze kregen mij nooit alleen te spreken. Ook zagen ze hoe slecht ik eruit zag en ze maakten zich grote zorgen maar wisten niet wat ze moesten doen. Er was heel veel spanning tijdens de zwangerschap. De gynaecoloog zei dat een baby al in de baarmoeder kan aanvoelen dat de buitenwereld niet veilig is en dan als het ware niet naar buiten wil komen. Tweeënhalve week na de uitgerekende datum wilde de gynaecoloog niet langer wachten en werd de bevalling kunstmatig ingeleid. Ik ging aan het infuus en zo begon de zwaarste dag uit mijn leven. Het was alsof de baby er alles aan deed om maar niet geboren te hoeven worden terwijl het infuus het tegenovergestelde voor elkaar probeerde te krijgen. Uiteindelijk, halverwege de avond, kwam de baby gelukkig toch gezond ter wereld. Daarna moest ik meteen naar de OK omdat de placenta niet loskwam. Toen ik weer bij kwam lag de baby naast me in een doorzichtige bak. We keken urenlang in elkaars ogen. Alsof we toen al wisten: wij moeten het samen gaan rooien! We hebben nog steeds een hele bijzondere band met elkaar.

Mijn lichaam was door alle spanningen in het huwelijk en de zware bevalling totaal uitgeput en ingestort. Ik wist niet of Marc mij en de baby zou komen ophalen uit het ziekenhuis, hij was weer verdwenen om cocaïne te scoren, met mijn bankpas. Nog geen twee weken na de geboorte verdween hij en kwam niet meer terug. Ik lag helemaal in puin, lichamelijk en geestelijk. Na twee maanden belde hij op om te zeggen dat de baby en ik een HIV test moesten laten doen want dat hij tijdens mijn zwangerschap onbeschermde seks met prostituées had gehad. Zes maanden heb ik met de spanning geleefd dat mijn baby en ik misschien HIV positief zouden kunnen zijn, maar uiteindelijk kwam de uitslag dat wij niet besmet waren. Na drie maanden stond hij ineens weer op de stoep, om drie uur ’s nachts. Ik liet hem binnen en gaf hem weer een nieuwe kans, onder de voorwaarden dat hij meteen zou stoppen met de cocaïne en dat als hij nogmaals zomaar zou verdwijnen het echt over en uit zou zijn, ik kon dat niet meer aan. Het leek 2 maanden goed te gaan maar toen verdween hij weer. Na weer een doorwaakte nacht, tevergeefs wachtend, hopend, biddend dat hij thuis zou komen, belde ik bij de mensen aan bij wie mijn vader hulp had gevraagd. Ik vroeg hen om mij bij Jezus te brengen en dat deden ze… en meer dan dat. Ze namen me mee naar een Evangelische Gemeente, zorgden dat mijn sloten veranderd werden, mijn telefoonnummer gewijzigd werd en dat mijn ouders ingelicht werden (wat hebben die mensen veel met hun dochter door moeten maken!) en ze vormden een buffer tussen mijn man die verdwenen was en mij zodat hij mij niet meer kon beïnvloeden. Mijn ouders kwamen en er werd een plan de campagne opgesteld. Uiteindelijk ging ik samen met mijn baby, voor vijf maanden naar een therapeutische christelijke leefgemeenschap om te herstellen van al het misbruik en alle ellende die we hadden meegemaakt. Mijn oudste dochter werd opgevangen door mensen uit onze kerk en in de weekenden waren we met z’n drieën thuis. Ik gaf mijn leven helemaal over aan God en liet me dopen in geloof. Mijn ouders noemden dat overdopen, want je was al gedoopt als baby, zeiden ze. Maar ze waren er toch bij en dat was weer zo’n praktisch teken van hun liefde voor mij. De doop door onderdompeling was voor mij heel erg belangrijk om letterlijk mijn oude leven, wie ik was, wat ik had gedaan en wat mij was aangedaan, weg te doen, te begraven in het watergraf en weer uit het water te mogen komen als nieuwe schepping in Christus.

Mijn lichaam had inmiddels het bijltje erbij neergegooid, het was uitgeput. Na allerlei onderzoeken kreeg ik de diagnose ME (ook wel Chronisch Vermoeidheids Syndroom genoemd). Vijf jaar lang zat ik 100% afgekeurd in de WAO. Ik had hulp in de huishouding en kon zelf weinig tot niets. Elke dag moest ik aan het eind van de ochtend weer naar bed en sliep dan tot ver in de middag. Dit had natuurlijk ook weer impact op mijn oudste dochter. Ik was erg veranderd nadat ik mijn leven aan God had gegeven en ook mijn dochter vond haar weg naar God en liet zich dopen door onderdompeling. Toen mijn jongste dochter ongeveer anderhalf jaar oud was kreeg ze een epileptische aanval midden in nacht, terwijl ze naast me in bed lag omdat ze meer dan 40 graden koorts had. Ik was alleen, ik had haar in mijn armen. Eerst schokte haar hele lichaam en haar ogen draaiden weg en tussen haar opeengeklemde kaken vandaan kwam schuim naar buiten. Daarna werd ze van top tot teen stijf en stopte ze met ademen. Haar gezicht kleurde blauw en ik was ervan overtuigd dat ze in mijn armen zou sterven. In paniek belde ik de huisarts die meteen kwam. Inmiddels was de aanval afgezwakt en was ze met horten en stoten aan het ademen. De huisarts gaf een spierverslapper en vertrok weer toen de aanval voorbij was. Uiteindelijk werd epilepsie vastgesteld die zich meerdere keren herhaalde . Ze is heel wat keren met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Voor mij waren het traumatische jaren waarin ik mij ontzettend afhankelijk van God wist, maar ik kon mijn angst niet aan Hem overgeven.

Na mijn doop en de tijd in de christelijke therapeutische leefgemeenschap was ik veel bezig met het zoeken naar God’s wil voor mijn leven. Desondanks viel ik een paar jaar later weer in dezelfde valkuil. Via een artikel in het blad ‘Eva’ leerde ik op een internationale website voor christenen een nieuwe man kennen. Na een periode mailen kregen we contact via MSN. Damian kwam uit een land met een totaal andere taal en cultuur, we communiceerden in het Engels. Na een paar jaar bijna dagelijks uren contact te hebben gehad kwam hij naar Nederland en ontmoetten we elkaar voor het eerst in levende lijve. Niet lang daarna zijn we getrouwd. Het leek een match made in heaven. Hij leek een wedergeboren christen te zijn en wist erg veel van de Bijbel. Eenmaal getrouwd leek het drie jaar lang alsof dit inderdaad een goed huwelijk was. De communicatieproblemen werden wel steeds groter, maar die weet ik aan onze verschillende culturele achtergronden. In zijn geboorteland had hij een zoon uit een eerdere relatie en de jongen kwam na een paar jaar bij ons wonen. Toen Damian eenmaal zijn Nederlandse paspoort had begon hij nog meer te veranderen. Hij leefde alsof hij single was en niets met de kinderen en mij te maken had. Hij bleek ook occulte achtergronden te hebben, keek naar films over hekserij en hoe je door middel van vervloeking iemand in het ongeluk of de dood kon storten. Ik bleef naar God roepen om in te grijpen en ook in de kerk en door mijn vrienden en familie werd er veel gebeden voor ons huwelijk. Ik begreep er niets van. Hoe kon God dit toelaten? Wat deed ik verkeerd, wat kon ik nog meer doen? Steeds weer vroeg ik God om mij te veranderen, om mij te helpen om toch respectvol en liefdevol te blijven naar hem ondanks alles, ik bleef de oorzaak bij mezelf zoeken en proberen om me aan te passen zodat hij maar niet meer boos zou worden en van mij zou houden, precies zoals ik dat vroeger thuis deed naar mijn ouders toe. De jaren van ellende die toen volgden werden gekenmerkt door dreiging, verbaal geweld, manipulatie, financiële schulden, vervloeking van zijn eigen zoon en uiteindelijk echtscheiding. Zijn zoon bleef bij mij wonen.
Ik begreep nog steeds niet hoe het weer zo mis had kunnen gaan, ondanks dat ik zo naar God’s wil had gezocht en zo overtuigd was geweest van Zijn leiding. Toen ik in 1998 mijzelf en mijn leven helemaal overgaf aan God dacht ik: ik ben nu een nieuwe schepping, ik vraag dagelijks om de leiding van God, nu ligt al die ellende achter me, ik zal geen verkeerde keuzes meer maken, want God zal mij leiden. Ik wilde geen verkeerde keuzes meer maken, ik wilde Jezus volgen en doen wat Hij van me vroeg.
Begrijpen waarom God ook dit nog toeliet doe ik nog steeds niet, maar God heeft mij in het CR proces wel geleerd om het los te laten en aan Hem terug te geven.

Op dit punt van mijn levensverhaal ben ik dus vijf keer gescheiden en heb ik twee dochters en een (pleeg)zoon.

Mijn voorganger kwam regelmatig langs voor pastorale gesprekken. Hij noemde het woord Codependency en adviseerde mij om mee te gaan doen met Celebrate Recovery. Hij zei: ‘Ga nu eens een jaar apart zetten voor God en voor jezelf en doe dat hele jaar niets voor anderen, leg alles neer wat je neer kunt leggen.’ Dat bleek later het beste advies te zijn dat ik ooit gekregen heb. Inmiddels was ik met een burnout in de ziektewet terecht gekomen en was zo extreem vermoeid dat ik lichamelijk opnieuw tot bijna niets in staat was.

Eerst wilde ik niet naar CR. Ik dacht: dan doe ik weer iets omdat een ander dat wil. Ik heb er met vrienden over gepraat, voor gebeden en ging boeken lezen over Codependency en Grenzen, waarin ik veel herkenning vond. Uiteindelijk besloot ik dat ik echt zelf naar CR wilde gaan.

De eerste avond was het meteen al raak bij
Stap 1. Ik geef toe dat ik machteloos sta tegenover mijn pijn, verslavingen en verkeerde gewoonten en dat ik deze niet meer in de hand heb. Ik ben namelijk God niet.
Ik weet nog dat ik dacht: duh, natuurlijk ben ik God niet, dat heb ik nooit gedacht! Maar tijdens de studie kwam ik erachter dat ik me wel zo had gedragen. God liet me zien dat de compulsie (dwangmatig handelen) om anderen te helpen en te fixen voortkwam uit de behoefte om hun gemanipuleer onder controle te krijgen, maar dat ik daarmee zelf ook de ander manipuleerde en het hen juist in staat stelde om hun problemen in stand te houden. Ik ruimde liever hun troep op dan dat ik de confrontatie aanging en hen zelf verantwoordelijk liet zijn voor hun eigen leven, zodat ze ervan konden leren en groeien, zoals God het bedoeld heeft. Jezus heeft de straf voor onze zonden gedragen, maar Hij laat de consequenties van onze zonden bij ons, zodat wij daarvan kunnen leren. Alleen God kan mensen veranderen en zelfs Hij respecteert hun vrije wil en kan hen alleen veranderen als ze dat zelf willen. Pas toen kon ik alles loslaten en aan God overgeven. Ik erkende dat ik het nooit in de hand had gehad en dat er niets was dat ik kon doen om anderen te veranderen of mijn huwelijk te redden. Tijdens CR mocht ik een begin maken om niet meer de verantwoordelijkheid voor het gedrag van anderen op mij te nemen, maar ook ontdekken welke verantwoordelijkheden God wél bij mij neerlegt, zoals het bewaken van mijn hart door het ontwikkelen van gezonde grenzen.

Stap 2. Ik geloof dat God bestaat, dat ik belangrijk voor Hem ben, en dat Hij kracht heeft om mij te herstellen. Ik heb altijd geloofd dat God bestaat, nooit een moment aan getwijfeld. Ik heb ook altijd geloofd dat Hij de kracht heeft om mij te herstellen, maar wist niet zeker of Hij dat ook zou doen, want ik geloofde niet dat ik belangrijk voor Hem was. Ik was immers in mijn beleving ook niet belangrijk voor mijn ouders. Dat is een hele belangrijke stap geweest, het ontdekken, accepteren en aanvaarden van het feit dat ik, Sarah, als persoon, belangrijk ben voor God, dat Hij van mij houdt, wat ik ook gedaan heb of doe. Nog steeds moet ik mezelf dat herhaaldelijk inprenten en zijn er momenten dat ik dat even niet kan pakken.

Stap 3. Ik besluit om mijn leven en mijn wil over te geven aan Gods leiding en zorg.
Dat had ik deels al gedaan toen ik volwassen gedoopt ben. Ik had mijn leven en wil overgegeven aan Gods leiding, maar niet aan Zijn Zorg, ik vroeg Hem wel om leiding, maar nam toch steeds weer zelf de touwtjes in handen omdat ik er niet op durfde te vertrouwen dat Hij voor mij zou zorgen. Ik dacht nog steeds in geboden en verboden en zag God nog steeds als een liefhebbende, maar ook strenge en veroordelende Vader aan wiens eisen ik nooit zou kunnen voldoen en die ik dus maar steeds bleef teleurstellen. Ik kon alleen maar zingen over vrijheid en hopen en bidden dat ik die vrijheid in Christus op een dag echt zou gaan ervaren. Ook dit proces heeft tijdens CR plaats gevonden. Ik leerde God kennen als Degene die van mij houdt en voor mij zorgt, die mijn welzijn op het oog heeft en niet mijn ellende, die vóór mij is, niet tegen mij, die het beste met mij voor heeft. God’s liefde voor mij is echt onvoorwaardelijk, ik wist dat in theorie. In een Amerikaans CR boek dat is toegespitst op Codependency, stond een schema dat ingevuld moest worden en door dát schema zakte het van mijn hoofd naar mijn hart. Er stonden twee kolommen, één met daarboven ‘Jezus’ en boven de andere kolom moest ik mijn eigen naam invullen ‘Sarah’. Bij de eerste kolom moest ik de kenmerken en eigenschappen van Jezus invullen en in de tweede kolom die van mijzelf. In mijn rijtje stond een hoop ellende, echtscheidingen, manipulatie, leugens, angsten, wantrouwen, ongeduld, hoogmoed, etc. Toen moest ik de namen boven de kolommen doorstrepen en omwisselen. Al Jezus’ prachtige kenmerken en eigenschappen stonden nu onder mijn naam en al mijn ellende, fouten en zonden stonden nu onder Jezus’ naam! Toen ik daarnaar keek was het alsof de bliksem insloeg. Ineens besefte ik echt tot in mijn diepste wezen wat er werkelijk gebeurd was aan het kruis. Ik had wel eens gehoord over ‘de omwisseling aan het kruis, maar nu pas drong de betekenis tot mij door. Ik kan niet uitleggen wat een bevrijding dat gaf! Het gaat helemaal niet om wie ik ben of wat ik doe of wat ik gedaan heb! Het gaat alleen om wie Jezus is en om wat Hij gedaan heeft aan het kruis! Wat een ongelooflijke last viel er van mijn schouders toen ik eindelijk besefte dat het helemaal niet van mij afhangt! Dat ik mag rusten bij de Vader op schoot, dat Hij voor mij zorgt en van mij houdt, dat Hij te vertrouwen is, dat ik mag leven vanuit wie Jezus is en dat ik niet meer gebonden ben aan wat ik gedaan heb! Wat een heerlijke vreugdevolle bevrijding!

Stap 4. Onder Gods leiding onderzoek ik mijn leven op een open en eerlijke manier.
Deze stap bracht de ongezonde schadelijke patronen aan het licht die ontstaan zijn in mijn kindertijd en die de rest van mijn leven mijn doen en laten bepaald hebben. Ik moest keihard onder ogen zien wat een puinhoop ik van mijn leven had gemaakt, niet alleen van mijn leven, maar ook het leven van mijn kinderen die ook nog steeds de gevolgen dragen van mijn verkeerde keuzes. Dit is een heel moeilijk maar noodzakelijk proces, waar ik heel lang over gedaan heb. Nog steeds voel ik de last op mijn schouders drukken over de gevolgen die het voor mijn kinderen heeft gehad en nog steeds heeft, het lijden dat mijn keuzes ook bij hen en bij mijn ouders heeft veroorzaakt. Dan ga ik weer terug naar het besef dat het niet van mij afhangt, maar alleen van God, dat ook zij God’s kinderen zijn en dat Hij ook voor hen zorgt en ook met hen Zijn weg gaat. Dat Hij alles, dus ook alle ellende die ze door mijn keuzes hebben ondervonden, in hun leven kan laten meewerken ten goede als ze Hem zoeken. Dat ook, hoe hun leven verder verloopt, niet afhangt van wat ik heb gedaan, maar van wie God is en wat Jezus ook voor hen heeft gedaan.

Stap 5. Ik geef mijn fouten toe, precies zoals ze zijn, aan God, aan mezelf en aan anderen.
Dat was voor mij in eerste instantie een niet zo moeilijke stap. Toen ik eenmaal mijn leven had onderzocht en eerlijk onder ogen had gezien, kon ik dat vrij gemakkelijk toegeven omdat ik gewend was om de schuld bij mezelf te zoeken zodra er iets fout ging. Toch bleek dit lastiger te zijn dan ik dacht. Je fouten toegeven is één ding, maar erkennen dat je verantwoordelijk bent voor de fouten die je hebt gemaakt, daar had ik meer moeite mee.
Ik ben er diep van doordrongen dat ik veel fouten en verkeerde keuzes gemaakt heb. Maar was ik voor allemaal 100% verantwoordelijk toen ik nog niets wist van de schadelijke patronen waarin ik gevangen zat en die een gevolg waren van hoe de relatie tussen mij en mijn ouders was? Daarmee bedoel ik niet dat ik mijn ouders de schuld geef van wat er in mijn leven is misgegaan, want zij konden eenvoudigweg niet aan ons geven wat ze zelf ook niet hadden ontvangen. Er waren wel veel dingen die ik mocht belijden als zonde, ik had geprobeerd om het gedrag van anderen onder controle te krijgen, ik durfde de ander niet te confronteren uit angst voor hun reactie, ik was een people pleaser in plaats van een God-pleaser en ik probeerde voor God te spelen door altijd maar mensen te willen fixen. Mijn welzijn, humeur en leven werden bepaald door wat anderen al dan niet deden of wilden, Anderen waren mijn idolen, God stond niet op de eerste plaats. Ik zocht de vervulling van mijn behoefte aan veiligheid, liefde, aanvaarding en geborgenheid niet bij God, maar bij mensen en probeerde hun goedkeuring en liefde te verdienen door de ellende die zij veroorzaakten voor hen op te ruimen.

Stap 6. Ik geef God de ruimte om mij te bevrijden van mijn verkeerde denk- en gedragspatronen. Dit is een voortdurend proces dat dagelijks plaatsvindt en nog heel lang door zal gaan. Steeds opnieuw word ik me bewust van verkeerde denk- en gedragspatronen doordat God me erop wijst, door een lied, door een bijbelgedeelte, door een gedachte, door een preek, een artikel, een video of een boek. Op allerlei manieren komen er kleine of grote hints die mij steeds weer bijsturen. Steeds meer leer ik om niet meer zo krampachtig te zoeken naar informatie om zoveel mogelijk te leren, maar te ontspannen en te wandelen aan God’s hand, in het vertrouwen dat Hij mij leidt en voor mij zorgt. Tijdens CR en daarna werd ik voortdurend gedreven om het ene na het andere boek te lezen, video’s te kijken, preken te luisteren, ik was zo hongerig naar het Woord en de Wijsheid van God. Ik dacht ik ben ten onder gegaan door een gebrek aan kennis, zoals in de Bijbel staat. Op een zondag preekte onze voorganger over het Manna in de woestijn, dat God precies genoeg gaf voor elke dag en dat als ze meer verzamelden dan ze die dag nodig hadden, omdat ze zichzelf wilden verzekeren van eten ook voor de daarop volgende dagen, het dan ging stinken. God gebruikte dat voorbeeld als eyeopener voor mij, om te laten zien dat ik moest stoppen met zo krampachtig bezig te zijn om informatie te verzamelen om te voorkomen dat het in de toekomst weer mis zal gaan. Hij liet mij zien dat ook dit ‘eigen inspanning’ was, dat ik het van Hem mag verwachten, dat Hij voor me zorgt en mij genoeg geeft voor iedere dag en dat ik mag genieten van mijn relatie met Hem.

Stap 7. Ik vraag God om vergeving van mijn zonden en om mij te herstellen waar ik in gebreke bleef. Ik heb God om vergeving gevraagd en weet dat Hij mij heeft vergeven en dat Hij bezig is om mij te herstellen. Ik vind het moeilijker om mezelf te vergeven, omdat het niet alleen gevolgen heeft gehad voor mezelf maar ook voor mijn kinderen en mijn ouders. Dat is iets waarmee ik soms nog aan het worstelen ben. Maar ook daarin mag ik dan steeds weer terug naar de wetenschap: het hangt niet van mij af, God houdt ook hen in Zijn hand, Hij zorgt ook voor hen en Hij kan alles laten meewerken ten goede, Hij kan met kromme stokken rechte slagen maken.

Stap 8 Ik maak een lijst van alle personen die ik schade heb berokkend en ben bereid om het met hen in orde te maken en Stap 9. Ik maak het, indien mogelijk, weer goed met die mensen, tenzij ik hen of anderen hierdoor opnieuw beschadig. Dit is een proces dat ik nog niet heb afgerond, het gaat met kleine stapjes en het is in meerdere gevallen niet mogelijk. Ik merk dat God mij soms weer iemand in gedachten brengt, het is een proces dat nog steeds doorgaat.

Stap 10. Ik ga door met mijn persoonlijk zelfonderzoek en als ik fouten tegenkom, belijd ik die meteen. Dit is ook een dagelijks en levenslang proces, alert blijven en elke dag opnieuw God vragen om mijn hart te doorzoeken op dingen die niet tot Zijn eer zijn en mij weer op Zijn weg te leiden.

Stap 11. Ik zoek manieren om mijn persoonlijke relatie met God te verdiepen door bidden en bijbellezen, om zo Zijn wil te leren kennen en de kracht te krijgen om Zijn wil te doen. Vroeger deed ik deze dingen vaak plichtmatig, nu is het net zo noodzakelijk voor mij als ademhalen. Het is ook belangrijk om te weten wat het Woord van God zegt om de aanklachten van de Satan te kunnen weerleggen.

Stap 12. Het gevolg van deze stappen is dat ik als persoon veranderd ben. Ik probeer deze boodschap van herstel aan anderen door te geven en deze principes in mijn doen en laten in de praktijk te brengen. Hiermee maakte ik een begin toen ik besloot om een PV te schrijven omdat God mijn hart zo vol liefde en genade vult dat het overstroomt en ik zo graag wil uitdelen van wat Hij aan mij geeft. Dat ging niet zonder slag of stoot. Keer op keer overviel mij een gevoel van diepe schaamte en de overtuiging dat ik het niet waard ben en niet in staat ben om mijn verhaal te delen met anderen, dat ik het niet zal kunnen verdragen dat anderen mijn verhaal horen en mij misschien zullen veroordelen. Dat ze er misschien weer met anderen over zullen praten en dat steeds meer mensen zullen weten wat ik zo zorgvuldig probeer te verbergen: dat ik de Samaritaanse vrouw ben. Maar steeds weer gaf God mij bijbelteksten, preken, liederen, die mij hielpen om die gedachten te bestrijden en mijn denken te vernieuwen; het gaat niet om jou, het gaat om God. Het gaat om wat God gedaan heeft, niet om wat jij gedaan hebt. Het gaat om God’s eer, niet om jouw schaamte. Je opdracht is om aan andere mensen te vertellen over de bevrijding die God wil geven aan een ieder die zich aan Hem overgeeft en Hem de ruimte geeft om herstel te brengen. Dat is je boodschap, het is niet een boodschap van schaamte, maar een boodschap van bevrijding door God!

Pas na de vijfde mislukking ontdekte ik in welke patronen ik al mijn hele leven gevangen had gezeten en kreeg ik de tools in handen om deze patronen te doorbreken. Is dit nu allemaal het gevolg van CR? Nee, het is God’s werk dat Hij in mij kon doen zodra ik Hem toeliet in zelfs de meest verborgen hoekjes van mijn hart en leven. Hij gebruikte daar onder andere CR voor. Maar ook diverse boeken. Hij gebruikte ook de mensen om mij heen, mijn coach, mijn kinderen, die ik zo liefheb en die Goddank ondanks alles ook mij liefhebben en meebewegen in het herstelproces. Mijn ouders, mijn echte vrienden, die mij trouw bleven en van mij bleven houden in alle omstandigheden. De voorganger en oudsten die mij bleven steunen en aanmoedigen. Gemeenteleden die voor mij baden. Alles bij elkaar heeft meegewerkt aan het hele proces van herstel. En dat is zo’n bijzondere en helende ervaring voor mij geweest. Nooit eerder heb ik mij zo gedragen en gesteund gevoeld door mensen om mij heen, dat was heel erg waardevol.

Ik heb mij lang op een negatieve manier verwant gevoeld met de Samaritaanse vrouw uit de Bijbel. Ook zij had vijf mannen gehad. Als er over dit verhaal werd gepreekt voelde ik mij zeer ongemakkelijk, overweldigd door schaamte en schuld. Totdat een jaar geleden iemand over de Samaritaanse vrouw preekte op een manier die mij wat verlichting gaf. Hij zei dat Jezus de hunkering naar liefde zag die de vrouw had en hoe zij die liefde maar niet kon vinden. Hoe haar vertrouwen steeds weer was beschaamd en zij steeds weer teleurgesteld werd. Maar Jezus kon en wilde haar geven waarnaar ze zo verlangde! Dat maakte dat ik met wat meer hoop en wat minder schaamte naar mijn eigen verhaal kon kijken.

Tijdens een van de momenten dat ik weer vastliep in het schrijven van mijn PV, overweldigd door schaamte en het gevoel van ‘hoe kan ik, met mijn verleden, anderen nu iets te vertellen hebben?’ gebruikte God opnieuw de Samaritaanse vrouw om mij iets te leren. Ik keek op YouTube naar een preek die toevallig weer over de Samaritaanse vrouw ging en weer een andere benadering had, precies wat ik op dat moment nodig had! De spreker vertelde dat de Samaritaanse vrouw zich zo schaamde over haar verleden dat ze alleen naar de waterput kwam op een tijdstip dat er geen andere mensen bij de put zouden zijn. En daar zat Jezus. Een Jood, die normaal gesproken niets met een Samaritaan te maken wil hebben. Maar Hij ziet haar dorst naar liefde en Hij veroordeelt haar niet, maar biedt haar het Levende Water aan, zodat zij in eeuwigheid geen dorst meer zal hebben. Omdat Hij weet wat voor leven ze heeft geleid en haar niet veroordeelt maar juist wil geven waarnaar ze haar hele leven op zoek is geweest, verliest ze op slag haar schaamte en rent terug naar het dorp om iedereen over Jezus te vertellen! De vrouw die zo gebukt ging onder schaamte en veroordeling dat ze zich voor de mensen verborg, wordt door haar ontmoeting met Jezus ineens de evangelist van het dorp! Haar schaamte is vervangen door passie voor Jezus!
Nu kon ik weer verder met mijn PV. Ook mijn schaamte is vervangen door passie voor Jezus. En door die passie moet ik mijn verhaal vertellen, Zijn liefde uitdelen, hoop brengen aan mensen die ook zo’n groot verlangen hebben naar liefde, hen vertellen dat er Iemand is die hun verlangen zo kan vervullen dat ze nooit meer dorst zullen hebben.

De veiligheid, liefde, aanvaarding, geborgenheid en verbondenheid die ik mijn hele leven heb gezocht in relaties heb ik gevonden in God. Ik ben niet langer een slaaf van angst voor afwijzing en verlating, ik ben niet langer een slaaf van wat mensen vinden en willen. Ik mag nu elke dag de echte vrijheid van God ervaren, ik ben vrij en voel me vrij, zo vrij dat ik soms door het huis dans of een gat in de lucht spring of mijn armen in de lucht gooi. Het is heerlijk om je zo vrij te voelen en dat is iets wat ik iedereen gun, die vrijheid in Christus te vinden. Dat is de reden dat ik ondanks de diepe schaamte die mij soms nog steeds overweldigt, toch mijn verhaal kon delen, zodat God de eer krijgt voor mijn herstel, voor mijn blijdschap in Hem, voor mijn bevrijding uit de slavernij van mijn schadelijke patronen. Nu mag ik Hem dienen vanuit de vrijheid en niet omdat ik anderen moet fixen zodat ze mij liefde kunnen geven. Ik ben geen slachtoffer meer, ik ben vrijgezet door de liefde van God!

Ik hoop dat mensen die mijn verhaal horen denken ‘als God dit voor jou kan doen, dan kan Hij het ook voor mij doen! Dan is er voor mij ook hoop!’ Ook al ben je al jarenlang christen maar ervaar je nog niet de echte vrijheid in Christus, kan ik je van harte aanraden om deel te gaan nemen aan Celebrate Recovery. Ieder mens heeft herstel nodig, ieder huisje heeft zijn kruisje, en er zijn geen perfecte mensen, niet één. CR is voor iedereen, ook of misschien juist voor mensen die denken dat zij zoiets niet nodig hebben. Het is een discipelschapstraining, waarin je je relatie met God mag gaan verdiepen,

Dank je wel dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen.

Hersteld van een extreem gevoel van verlegenheid, gevoelens van minderwaardigheid en de gevolgen van het opgroeien in een disfunctioneel gezin.

Mijn naam is Alie. Ik geloof in Jezus Christus met heel mijn hart, en ben hersteld van een extreem gevoel van verlegenheid, gevoelens van minderwaardigheid en de gevolgen van het opgroeien in een disfunctioneel gezin.
Toen ik een aantal jaren geleden instapte in het CR programma, was mijn gevoel van eigenwaarde erg laag. Dat had gevolgen voor mijn sociale omgeving. Mensen komen over het algemeen eerder op iemand af die spontaan is, dan iemand die rustig is en aan de zijlijn staat. Dat deed mij best wel eens pijn. De vragen die daarbij boven kwamen waren dan: wat ben ik eigenlijk waard? Waarom zien mensen mij eigenlijk niet staan? Ondertussen heb ik ontdekt dat bij God ieder mens evenveel waard is. Ik mag zijn zoals ik ben. En ik ben kostbaar in Zijn ogen. Het is een heel proces geweest voor ik die woorden met overtuiging kon uitspreken. Maar met deze waarheid en ervaring wil ik nu anderen bemoedigen, want er zijn veel meer mensen die een laag gevoel van eigenwaarde hebben.

Mijn wieg stond in Leeuwarden en ik werd geboren in 1965. Volgens mijn moeder was ik een lieve, rustige baby. Mijn gedrag veranderde behoorlijk toen ik ongeveer 10 maanden oud was. Op die leeftijd maak je dingen niet bewust mee, maar ervaar je wel wat er in je omgeving gebeurt. Toen ik 10 maanden oud was verloor mijn moeder haar moeder; mijn oma dus. Het overlijden van mijn oma heeft een hele grote impact gehad op het leven van mijn eigen moeder; ze had intens verdriet. Waarschijnlijk heb ik dat aangevoeld en hebben bepaalde gebeurtenissen en de pijn van mijn moeder impact op mijn jonge leventje gehad. Want de periode van lief zijn en rustig zijn veranderde in veel huilen. Ik werd een echte huilbaby. Tijdens de lessen van Celebrate Recovery heb ik ontdekt dat een kind moet weten, horen en voelen dat er van hem wordt gehouden. Ik twijfel geen seconde dat mijn moeder wel van mij hield, maar door haar eigen verdriet was zij waarschijnlijk niet meer in staat om die liefde aan mij te tonen. Het lijkt erop dat ik die verandering in mijn onderbewustzijn heb aangevoeld.

Enkele jaren later, ik was een kleuter, had mijn moeder het verlies van haar moeder nog steeds niet verwerkt. Ze raakte daardoor uiteindelijk overspannen. Het gevolg was dat ze thuis niet meer kon functioneren en werd opgenomen in het ziekenhuis. Het overlijden van haar eigen moeder heeft ze eigenlijk nooit een plek kunnen geven, ze heeft ze dus niet kunnen verwerken. Uiteraard had de opname van mijn moeder grote gevolgen voor ons gezin. Er brak een moeilijke periode aan, maar ik heb aan die periode alleen maar vage herinneringen. In mijn onderbewustzijn hebben deze gebeurtenissen zeer waarschijnlijk een grote invloed gehad op mijn ontwikkeling als kind.
Als kleuter en later op de basisschool was ik extreem verlegen. Ik las later in een damesblad dat ik toen een probleem had wat ook wel ‘selectief mutisme’ wordt genoemd. Dat is een zeldzame stoornis in de kinderleeftijd, die gekenmerkt wordt door het echt niet kúnnen spreken in bepaalde sociale situaties waarin dit wel verwacht wordt. Het kind spreekt dan wel in een voor hem bekende en veilige omgeving. De duur van zo’n stoornis is minimaal een maand, maar kan ook veel en veel langer duren.
Om je een idee te geven: ik had een buurmeisje waar ik graag mee speelde. Als haar moeder mij iets vroeg durfde ik daar geen antwoord op te geven. Dan moest ze het eerst aan mijn buurmeisje vragen en die vroeg het dan weer aan mij. Dan gaf ik mijn buurmeisje antwoord en zij gaf dat weer door aan haar moeder. Mijn buurmeisje functioneerde ongemerkt als tolk. Een andere buurvrouw wilde mij graag helpen met praten, ze vroeg dan aan mij of ik een snoepje wilde hebben. Uiteraard met de bedoeling om mij te verleiden positief te antwoorden. Maar daar trapte ik niet in en hield mijn mond stijf dicht.
Op de kleuterschool werden iedere dag de namen van de kinderen opgelezen en dan moest je vervolgens “ja juf “ antwoorden. Dat durfde ik niet en hield mijn mond stijf dicht. Ik had een lieve juf, die het niet wilde forceren en dan door ging naar het volgende kind. Wij woonden op dat moment in een nieuwbouwwijk, de school groeide en op een gegeven moment zaten er teveel kinderen in de klas, waardoor er een aantal kinderen naar een andere school moesten. Daar zat ik ook bij en moest dus verhuizen. Dat vond ik heel vervelend, want ik vond mijn juf erg lief. Op de nieuwe school kreeg ik natuurlijk een nieuwe juf. Deze vond ik niet aardig, ze had er geen begrip voor dat ik geen “ja, juf” durfde te zeggen. Ik moest er zelfs een paar keer voor in de hoek staan. Het had geen enkel effect… ik reageerde niet.
Dat patroon herhaalde zich toen ik door omstandigheden opnieuw naar een andere school moest. Deze juf was wel aardig, maar niet zo lief als mijn eerste juf. Alle verhuizingen van school naar school waren niet bevorderlijk voor mijn verlegenheid. Toen ik naar de basisschool ging begon mijn oudere zus mij te helpen. Ze hield me voor: “In de eerste klas hoef je alleen maar op de eerste schooldag ‘ja juf’ te zeggen. Probeer het nou, het is helemaal niet eng”. Ze heeft me zover gekregen dat ik het uiteindelijk durfde en dat was een hele grote overwinning voor mij.
In de klas hardop praten, terwijl iedereen luisterde, bleef ik eng vinden. We moesten de tafels leren en als je er één kende, mocht je die opzeggen in de klas en dan kreeg je een sticker als beloning. Die sticker mocht je vervolgens op een groot vel papier plakken, dat in de klas hing. Je kon dan precies zien welke leerlingen de tafels al kenden en wie niet. Dat stimuleerde om de tafels te leren, maar ik durfde niet hardop in de klas te spreken, dus had ik een probleem. Ik herinner me dat ik dan na schooltijd tegen de juf zei dat ik de tafel die we moesten leren, uit mijn hoofd kende. Zij stemde dan toe dat ik de tafel hardop tegen haar mocht opzeggen. Dat vond ik veel minder eng dan in de klas.

Op mijn vierde was ik al eens verhuisd en op mijn negende verhuisde ik voor de tweede keer in mijn jonge leventje. Ik zag er erg tegenop. Want dat betekende natuurlijk dat ik mijn veilige omgeving, mijn vriendinnen en de buurt achter moest laten. En natuurlijk ook mijn school waar ik inmiddels geaccepteerd was. We gingen in een nieuwbouwwijk wonen waar nog geen school was, zodoende moest ik in een andere wijk naar een nieuwe school. Gelukkig kreeg ik er wel een paar nieuwe vriendinnen.. Na verloop van tijd was de school in de nieuwbouwwijk klaar; uiteraard een stuk dichterbij. En weer moest ik van school veranderen. Elke verandering was een behoorlijke emotionele barrière. Door mijn verlegenheid en gevoelens van minderwaardigheid waren deze barrières voor mij veel groter dan voor een ander kind in dezelfde situatie.

Mijn ouders waren kerkelijk meelevend. We gingen in de regel zondags samen als gezin naar de kerk. Mijn ouders hadden vijf kinderen gekregen. Ik was de vierde in de rij. De binding met de kerk was voornamelijk iets van mijn moeder; mijn vader was niet zo gemotiveerd, maar ging voor de vorm ook mee. In de eerste 12 jaar van mijn leven kreeg ik dus best veel mee van God, van de bijbel en de kerk. Daar is mijn Godsbesef tot stand gekomen en ontwikkeld. Daar ben ik vertrouwd geworden met de bijbel en het geloof. Een bewuste keuze om Jezus te gaan volgen is iets wat pas later in mijn leven heeft plaatsgevonden.
Mijn vader en moeder hadden geen harmonieus huwelijk. Ik merkte dat er regelmatig wat spanningen waren. We hadden een druk gezin, want één van mijn broers heeft een verstandelijke beperking, en had dus extra aandacht en zorg nodig.
Er was geen ruzie met harde woorden, maar veel meer een stilzwijgende ruzie en verwijdering tussen mijn ouders. Toen ik 12 jaar was, nam mijn moeder mij apart en liet mij weten dat ze iets wilde vertellen. Ik schrok. Aan de toon bemerkte ik al dat het geen prettige boodschap zou zijn. Ze informeerde mij dat zij en mijn vader waarschijnlijk uit elkaar zouden gaan. Deze mededeling kwam hard binnen en ik was in tranen. Want dit had ik nou ook weer niet verwacht. Natuurlijk had ik wel gesignaleerd dat het niet goed tussen hen ging, maar dit is iets waar je als kind toch eigenlijk geen rekening mee houdt. Temeer omdat in die tijd echtscheiding nog redelijk zeldzaam was. Ik wist eigenlijk nog maar net wat het woord betekende; de ouders van een van mijn schoolvriendinnen waren net gescheiden en dat vond ik heel erg voor haar. Maar nu werd dit dus ook realiteit voor mij.
Het was een ingrijpende periode, ook moesten we weer verhuizen. Mijn vader bleef in het huis wonen en mijn moeder moest dus een andere woonruimte gaan zoeken. Mijn moeder kocht een flat. De oudste twee kinderen waren de deur al uit en wij als jongste drie, gingen met moeder mee.
Achteraf gezien hebben we toen best een fijne periode gehad. De spanningen waren verdwenen en er was rust in ons gezin. Maar al snel werd ons duidelijk dat onze moeder het niet zo gemakkelijk vond om alleen te zijn. Er kwam een andere man in haar leven. Die woonde in Hengelo en had twee kinderen. Al snel moesten wij ook kennismaken met deze nieuwe liefde van mijn moeder. Daarna kwamen die man en zijn kinderen ook af en toe bij onsVerhalen van. Na verloop van tijd zijn we naar Hengelo verhuisd. Ik was toen 14 jaar en mijn jongste broertje zeven. De kinderen van oom Dick, zoals we de vriend van mijn moeder toen noemden, waren een paar jaar jonger. Opnieuw was er spanning, zijn kinderen en wij hadden vaak ruzie. Mijn moeder kon daar niet goed mee omgaan. Na een half jaar wilde mijn moeder dan ook alweer terug naar Leeuwarden. En dat terwijl ik net een beetje gewend was op mijn nieuwe school. Ik wilde niet weer terug verhuizen. Sterker nog: ik wilde bij mijn oom blijven wonen, want mijn moeder had verteld dat het misschien tijdelijk was en dat we daarna weer terug zouden gaan naar Hengelo. Ik was dus van mening dat ik daar net zo goed konden blijven, maar daar stemde mijn moeder niet mee in. Ik werd gedwongen mee te gaan. Ik was boos op mijn moeder en vertikte het om mijn spullen in te pakken of om mee te werken. Mijn moeder wilde toch verhuizen, dan deed ze het maar mooi zelf. We kwamen weer te wonen op onze oude flat, deze was nog niet verkocht. Langzamerhand voelde ik me ontheemd; waar was ik nog thuis?

Weer terug in Leeuwarden kon ik weer terugkomen in mijn oude klas. Enkele dagen later kwam de directeur van de school in de klas en vertelde dat ik toch naar een andere klas moest. Uiteraard zag ik daar tegenop en ik begreep ook niet waarom ik niet in mijn oude klas mocht blijven. Opnieuw moest ik wennen, wat wonderwel redelijk goed lukte, mede vanwege het feit dat ik daar een vriendinnetje kreeg met wie ik veel plezier kon maken. Ik had mijn boosheid over alles wat er gebeurd was opzij gezet en begon mijn dozen uit te pakken. Dat had mijn moeder niet voor mij gedaan; zij vond dat ik dat zelf moest doen. Toen ik me met de situatie had verzoend, bleek dat mijn moeder toch niet kon aarden. Zij miste de man uit Hengelo, oom Dick, en wilde eigenlijk wel weer terug. Daar voelde ik uiteraard niets meer voor. Maar mijn moeder overtuigde mij dat ze zouden gaan trouwen en was van mening dat het dan wel beter zou gaan in de relatie. Dat vond ik onzin; ik was net weer wat gewend in Leeuwarden en wilde niet opnieuw verhuizen, maar het moest! Ik liet mijn moeder opnieuw alle dozen inpakken. Want ik kon best koppig zijn als puber.
Zoals ik al had voorspeld aan mijn moeder waren de ruzies tussen de kinderen direct weer terug. Als het mijn moeder te veel werd, ging ze er af en toe een week tussen uit.

Alle verhuizingen en nieuwe situaties kon ik niet meer verwerken. Op mijn 18e besloot ik op mijzelf te gaan wonen. Eigenlijk was ik te jong, maar ik kon niet meer goed omgaan met al die veranderingen en ruzies thuis. Mijn stiefbroer vroeg ook veel aandacht, achteraf gezien denk ik dat hij een bepaalde mate van ADHD had, maar in die tijd was je gewoon ‘druk’. Ik zou weer terug gaan naar Leeuwarden, had daar al een kamer gevonden, maar toen het moment van verhuizen dichterbij kwam, vond ik de stap toch wat te groot. Zover van huis van mijn moeder maakte me onzeker. Toen ben ik een kamer in Hengelo gaan zoeken en vond die in een studentenhuis. Ik moest daar beginnen met een eigen bestaan op te bouwen en in het begin vond ik dat best wel moeilijk. Alle weekenden ging ik naar huis, maar na verloop van tijd werd dat minder. Uiteindelijk heb ik daar een plezierige tijd gehad, we aten vaak gezamenlijk, wat ik heel gezellig vond. Na vijf jaar besloot ik dat het tijd werd om iets voor mezelf te gaan zoeken. Dat vond ik een moeilijke beslissing, want ik zat te aarzelen tussen Hengelo of terug gaan naar Friesland. Mijn moeder en stiefvader waren ondertussen naar Friesland verhuisd en ik woonde al twee jaar alleen in Hengelo.
Op dat moment besloot ik om te bidden en zei tegen God: ik laat mij inschrijven bij een uitzendbureau in Heerenveen. En ik zei ook tegen Hem, dat als hij wilde dat ik terug zou gaan naar Friesland, het uitzendbureau dan maar moest bellen. Bij het uitzendbureau lieten ze weten dat ze zelden een vacature hadden voor een voedingsassistent, dus ik had niet zoveel hoop. Maar ik was nog niet thuis of het uitzendbureau belde al. Dat had ik niet verwacht. Het was een vacature in een ziekenhuis in Friesland, waardoor ik toch uiteindelijk zou moeten verhuizen naar Friesland. Het was overigens een tijdelijke baan; na verloop van tijd moest ik weer wat anders gaan zoeken.
En zo kwam ik na het ziekenhuis terecht in een verzorgingstehuis als huishoudelijke hulp. Daarna deed ik een opleiding voor bejaardenverzorging. En uiteindelijk kreeg ik een gecombineerde baan als huishoudelijk werker en verzorgende in dezelfde instelling. Prettig werken was het er niet; er was geen klik en ik kreeg veel commentaar. Uiteindelijk ben ik daar vastgelopen en ging ik solliciteren naar ander werk. Veel verschillende banen volgden in de jaren daarop. Er zijn nogal wat baantjes, waar ik nu met gemengde gevoelens naar terugkijk. De relaties met collega’s waren soms aangenaam, maar vaak was er ook spanning en soms zelfs ontslag.
Daar had ik veel verdriet van. Ik vroeg me af wat ik fout deed, en ging vaker bidden. Ik vroeg me af of ik goed naar de stem van God had geluisterd. Want ondertussen had ik ontdekt dat het goed is om God te vragen mij te helpen als ik voor een moeilijke keuze sta. Ik wil graag doen wat Gods wil is.
Nu was het fout gelopen en hoe kon dat eigenlijk?
Toen besloot ik aan te haken bij Celebrate Recovery. Ik wist eigenlijk niet wat ik moest verwachten, maar uiteindelijk bleek dat een goede keuze. Daar leerde ik heel veel. Ik ervoer dat God mij troostte in mijn ellende en verdriet. Uiteindelijk heb ik er ook geleerd dat God mijn pijn en mijn verdriet op een positieve manier wil gebruiken voor anderen, die ook in moeilijke omstandigheden verkeren, om hen hoop en moed te geven. Ik ontdekte daar dat God met alles wat er in mijn leven gebeurde, een doel heeft. Daar ging de tekst voor mijn leven dat “alle dingen meewerken ten goede”.
Ik bewaar goede herinneringen aan de gesprekken met mijn coach. Aan haar kon ik alle vragen stellen. Zij luisterde geduldig en hielp me om de lessen praktisch op mezelf toe te passen. De sfeer was prettig en ook nadat ik Stap 12 had gezet, ben ik me blijven inzetten voor het CR programma. Maar dan nu als medewerkster.

Mijn gevoelens van minderwaardigheid nam God gedurende de jaren stapje voor stapje weg. Een van mijn favoriete liederen was Opwekking 789 over “lopen op het water”. Ik heb daar heel vaak naar geluisterd en leerde dat ik, juist ook in de storm, moest blijven vertrouwen op Hem.

Ondertussen ben ik een heel nieuw traject ingestapt: ik ben de opleiding voor gastouder gaan volgen. Ik heb altijd graag iets met kinderen willen doen, maar het was er nooit van gekomen. Bij CR kreeg ik te horen: “Ga je passie achterna, ga doen wat je leuk vindt”. Dat gaf mij destijds de bevestiging dat het een goede keus was om met die opleiding te beginnen.
Via een bijzondere samenloop van omstandigheden, waarvan ik geloof dat God daar de hand in had, ben ik werkzaam voor een zorg-Bureau. Het was een nieuwe kans. Ik heb nu het diploma voor gastouder behaald, en wil heel graag als volledig gastouder aan de slag. Inmiddels heb ik ook een aantal gastkinderen voor wie ik mag zorgen.

God heeft me geleerd om niet op te geven, maar om mijn hoop op hem te blijven vestigen. Ik houd mij vast aan een regel uit het lied: 'houd vol, Hij laat niet los. God is voor mij, God is naast mij, God is altijd om me heen'.

Mijn extreme verlegenheid behoorde al langer tot het verleden… God heeft de gesprekken, Celebrate Recovery, mijn coach, maar ook andere cursussen en programma’s gebruikt om mij te herstellen van mijn minderwaardigheidsgevoelens en de gevolgen van het opgroeien in een disfunctioneel gezin. Ik mag er zijn en ik ben kostbaar en waardevol in Gods ogen. En mag nu in mijn kerkelijke gemeente én bij CR én voor de kinderen die aan mijn zorg worden toevertrouwd, iets betekenen. God heeft mij hersteld en daarvoor komt Hem alle eer toe.

Hartelijk dank dat ik mijn Persoonlijk Verhaal met jullie mocht delen.

Herstellende van emotie-eten, faalangst, angst voor kritiek en gevoelens van minderwaardigheid.

Mijn naam is Maarten. Ik ben een dankbaar kind van God en ben herstellende van emotie-eten, faalangst, angst voor kritiek en gevoelens van minderwaardigheid.

Mijn wieg stond in het gezin van een drukke transportondernemer. Toen ik werd geboren, werd ik welkom geheten door vader, moeder, een broer van 15 en een zus van 10 jaar oud. Misschien was ik een nakomertje . Mijn vader had samen met zijn broers en andere familieleden door hard werken een bedrijf opgebouwd met ongeveer 20 man personeel. Dat was een hele verantwoordelijkheid. Wat ik me herinner als kind, was dat hij ‘s morgens al voor dag en dauw vertrok en ‘s avonds pas ergens rond 7 uur weer moe thuiskwam om te eten. Hij was een man van weinig woorden; een echte binnenvetter. Volgens mij was hij een goede werkgever, want als het personeel moeilijkheden had, was hij altijd beschikbaar. Ik denk dat hij wel van zijn kinderen hield, maar dat moeilijk tot uiting kon brengen. Mijn moeder was thuis om ons als kinderen op te voeden. Bij haar kon ik altijd terecht; daar bewaar ik goede herinneringen aan.

Ons gezin was wat je noemt onkerkelijk. Mijn vader en zijn familie hadden helemaal niets met God -of kerk- of geloof. Mijn moeder was van huis uit wel hervormd. Maar mede onder invloed van mijn vader ging zij maar af en toe naar een kerkdienst. Wat ik me wel kan herinneren was dat ik dan altijd meeging. Mijn basisschool was een openbare school; daarna ging ik naar een christelijke middelbare school.

Toen ik op de basisschool zat was mijn broer al volwassen en het huis uit en werkte hij mee in de zaak. Het was een echt familiebedrijf. Ook mijn zus was al aardig op weg naar volwassenheid toen ik op de basisschool zat. Materieel gezien kwam ik niets tekort thuis. Maar ik heb aan die periode op zijn zachtst gezegd toch gemengde herinneringen overgehouden. Mijn broer was de beoogde bedrijfsopvolger. Hij was daardoor voor mijn vader de belangrijkste van ons drieën. Naar hem ging alle aandacht en waardering uit en ook mijn zus ging meewerken in het bedrijf. En ik? Ik werd gezien als dom en ik voelde me regelmatig gekleineerd. Als ik kleine klusjes mocht doen en het lukte niet, kreeg ik verbaal de wind van voren. Ik kreeg dan de wind van voren. “Ik had geen ondernemersbloed, kon misschien zelfs geeneens bijrijder worden” in de ogen van mijn vader. Ik was maar dom, want ik kon helemaal niets. Dat beeld werd versterkt doordat ik niet mee kon komen op de basisschool. Voor mij ging alles te snel. Daarom moest ik na het eerste jaar van de basisschool overstappen naar de LOM-school. Mijn vader en mijn broer lieten niets na om het kleine beetje zelfvertrouwen dat ik had, bij me weg te nemen. Ik deed het nooit goed, het zou nooit wat met mij worden en ik deugde nergens voor.

Wat ik me nog meer kan herinneren uit die tijd was dat ik als astmapatiënt regelmatig moest vluchten naar de tuinkamer vanwege de vele sigaretten die door vader en broer gerookt werden. Ondanks dat ik soms overtuigend probeerde aan te geven dat ik soms nauwelijks kon ademhalen, kwam er geen verandering in hun rookgedrag. Alhoewel de intenties van mijn vader denk ik wel goed waren, kon hij soms de emotionele en werkdruk van het bedrijf maar nauwelijks aan. Dan greep hij naar de fles en in mijn kindertijd heb ik weleens gezien dat hij zoveel alcohol dronk dat hij dronken op de bank hing. Hetzelfde patroon zag ik ook bij een oom van vaderskant; die lustte er eigenlijk ook een paar teveel.. Dat heeft zo ‘n indruk op me gemaakt, dat ik al heel jong besloten heb dat ik in mijn latere leven nooit een druppel alcohol zou gaan drinken. En dat is iets waar ik me tot op heden aan heb gehouden en ook nooit spijt van heb gehad.

Op school werd ik niet geaccepteerd door leeftijdgenoten. Wat precies de redenen waren, kan ik me niet meer zo goed voor de geest halen. Maar wat ik me wel herinner is dat ik me toch ook wel schaamde voor mijn moeder. Zij was 42 toen ik werd geboren en ik had dus (in vergelijking met andere leeftijdgenoten) een oudere moeder. Ook kon ik eigenlijk niet meedoen met sport gezien mijn zware astma. Dat maakte waarschijnlijk dat ik mijzelf al snel achtergesteld voelde in de klas. Ik werd meer en meer een eenling, die in een sociaal en emotioneel isolement terecht kwam. Ik was achtergesteld en dat zou zo blijven. En elke fout die ik maakte had tot gevolg dat mijn broer mij gewoon op een uiterst pijnlijke manier denigreerde.

Na de basisschool zou ik naar de LTS gaan. Maar dat werd de Ito. Dat was een goede school. Daar was goed onderwijs. Daar had ik positieve ervaringen in de klas en met de andere leerlingen. En ik werd ook niet meer gepest. Alhoewel het zeker niet gemakkelijk voor me was, heb ik me ook door de vierjarige ITO heen geworsteld. En achteraf gezien denk ik dat ik dat heb gered dankzij goede motivatie, want ik wilde mezelf toch bewijzen. Uiteindelijk wilde ik graag de zogenaamde chauffeursschool gaan doen. Maar daarvoor moest je Mavo niveau hebben. En dat had ik niet. Na het afronden van de middelbare school (ITO) mocht ik toch naar de chauffeursschool. De reden was dat ik een oom had die consulent was op de chauffeursschool en die mij min of meer heeft geholpen om toch binnen te mogen komen. En op mijn 20e kwam ik bijna automatisch bij mijn vader in de zaak. Ik kreeg de oudste rammelende bakwagen om mee te gaan rijden; want naar de overtuiging van mijn vader en broer was ik toch niet meer waard. Al snel werd mijn moeder ernstig ziek. En toen ik 23 was, overleed zij aan de gevolgen van maagkanker. Dat was in de periode dat ik op mezelf ging wonen. Dat mijn moeder overleed raakte mij heel diep. Zij had een moeilijk leven gehad en toch ook wel een moeilijk huwelijk, denk ik. Ik ben er zeker van dat mijn moeder het als heel lastig heeft ervaren dat mijn vader zo anti-kerk en anti-geloof was. Maar ze had een vriendelijk karakter en was altijd zorgend naar haar omgeving. Haar houding werd echter ook gekenmerkt door tobben en piekeren. Die zwaarmoedige houding kenmerkte ook in de laatste fase van haar leven. Ze was bezorgd over van alles en nog wat en ook over het welzijn van haar kinderen. En dat ondanks dat wij als kinderen inmiddels volwassen waren.

Aan mijn vader heb ik ook wel een paar goede herinneringen overgehouden. Een hele enkele keer gingen we op zondagochtend samen ergens naartoe. Gewoon om een ijsje te eten of zo. Dat waren de zeer schaarse momenten waarin ik wel iets proefde van zijn liefde voor mij. Hij heeft het echter nooit op een andere manier kunnen duidelijk maken en was waarschijnlijk ook sterk beïnvloed door de omgeving waarin hij zelf was opgegroeid.

Toen ik na militaire dienst besloot op mezelf te gaan wonen (ergens rond mijn 23e ) was ik inmiddels in een behoorlijke identiteitscrisis belandt. Ik was ondertussen enorm angstig geworden om te falen. Ik had een angst om bekritiseerd te worden, neergesabeld te worden, afgewezen te worden. Als ik tegen moeilijke dingen aan liep, durfde ik aan anderen geen vragen te stellen maar probeerde ik het zelf op te lossen. Anders zou ik toch weer bestempeld worden als ‘die domme jongen’. Dat is overigens nog steeds iets wat ik niet gemakkelijk vind. Een beroep op een ander doen voor advies of ondersteuning is voor mij nog steeds een hoge drempel. Uiteindelijk was ik geneigd om moeilijke zaken voor mij uit te schuiven en bleef ik piekeren, piekeren en nog eens piekeren. Afgezien van de contacten op mijn werk was ik in die tijd best eenzaam. Om het gebrek aan liefde en warme relaties te compenseren en om de emotionele pijn te verzachten, begon ik te eten zonder limieten of grenzen. Het zogenaamde emo-eten.

Even een stapje terug in de tijd. Toen ik nog thuis woonde, kregen we een nieuwe buurman. Het was een gezinnetje met drie kleine kinderen en de man was predikant. Hij heette Benno. Er ontstonden goede relaties met dit echtpaar. Ik mocht regelmatig op hun kinderen passen. Met hem heb ik eigenlijk de eerste diepgaande gesprekken gevoerd over God en geloof. De warme contacten die we hadden resulteerden soms in het feit dat ik hem op zondag naar een spreekbeurt reed als hij ver weg moest preken. Hij gaf mij dieper inzicht in wie God is en hielp me de weg vinden naar de Hervormde kerk. Ik vertel dit maar met twee zinnetjes, maar ik denk daar nog steeds met diepe dankbaarheid aan terug. Want hij en zijn vrouw hebben in mijn leven de basis gelegd voor een relatie met God. Toen ik later in mijn eigen flat woonde, is hij nog diverse keren langs geweest voor persoonlijke gesprekken over God. Het leidde ertoe dat ik ook regelmatig naar de kerk ging en me ook aansloot bij een kring van de kerk. In 1998 deed ik de Alpha cursus en in 1999 legde ik geloofsbelijdenis af in mijn kerk. Dat was het begin van mijn geloofsavontuur. Ten diepste heb ik daar mijn leven overgeven aan Jezus Christus, maar ik wist nog niet wat dat precies allemaal zou gaan betekenen.

Hoewel ik werkte in het familiebedrijf, had ik een slechte relatie met mijn vader en mijn broer. Je zou kunnen zeggen dat er gewapende vrede was. Maar ik voelde me continu gekleineerd door hen. Denigrerende opmerkingen maakten dat ik nogal eens in mijn schulp kroop. Toen er twee nieuwe vrachtwagens werden gekocht mochten de chauffeurs die daarop zouden gaan rijden hun wensen voor de inrichting en accessoires kenbaar maken en die werden gehonoreerd. Ik kreeg één van de afdankertjes. En toen ik vroeg of daar wat aan mocht worden verbeterd, werd me gezegd dat ik die aanpassingen dan maar uit eigen zak moest betalen.

Toen mijn moeder was gestorven, zakte gevoelsmatig de grond onder mijn voeten weg. De verbindende kracht was er niet meer. Het verdriet kon niet worden gedeeld. Er was geen mogelijkheid voor tranen en emoties. Dat paste gevoelsmatig niet in de cultuur van ons gezin. We gingen na de crematie weer over tot de orde van de dag. En hoewel ik dagelijks mensen ontmoette op de zaak en tijdens mijn werk, had ik in die periode soms het gevoel dat ik alleen op de wereld was. Inwendig was ik boos. Soms was ik ook boos op God. Waarom ging het zo beroerd in mijn leven? Zulke depressieve perioden werden dan weer afgewisseld met een fase van berusting. Waren er dan helemaal geen lichtpuntjes? Ja, de man van mijn zus die ook in het familiebedrijf werkte gaf mij wel kansen op mijn werk en was heel wat menselijker in zijn benadering naar mij. Maar ook in de kerk en op de kring van de kerk, kon ik voor mijn gevoel mijn hart niet delen. Achteraf gezien heeft dat waarschijnlijk ook aan mijzelf gelegen. Uit zelfbescherming had ik me afgesloten en flinke muren om mijn hart geplaatst.

Drie jaar na het overlijden van mijn moeder, overleed ook mijn vader. Ik was toen 27. Het ouderlijk huis was gevoelsmatig nu helemaal weg. Ik was een wees. En zo voelde ik me ook. De afwikkeling van de erfenis van onze ouders ging op zijn zachtst gezegd niet erg soepel. Het versterkte de kloof die er al was tussen mijn broer en mij. En het versterkte ook de gedachte dat ik het derde wiel aan de wagen was.

Op 27 jarige leeftijd kreeg ik te maken met de voortekenen van een burn-out. Met de dag verminderde mijn zin om naar het werk te gaan. Mijn concentratie ging stapje voor stapje achteruit. En ik was altijd moe, mijn energie niveau was tot het nulpunt gedaald. Werken, (te veel) eten, in mijn schaarse vrije tijd voor de televisie hangen, nauwelijks sociale contacten. Dat was in grote lijnen mijn dag- invulling. In 1998 moest ik stoppen met werken als gevolg van een volledige burn-out. Natuurlijk was er geen begrip in de familie. Hoe kon uitgerekend ik nu een burn-out krijgen? Ik had naast mijn werk immers nauwelijks verplichtingen, dan kan zoiets toch niet? Dat was dus nog meer reden om mezelf schuldig en waardeloos te voelen. En eigenlijk voelde ik me ook wel een beetje slachtoffer. De escapes versterkten zich. Eten en apathisch naar de tv kijken. Daar vulde ik mijn dagen mee. Mijn wekelijkse gang naar de kerk leed er ook onder: mijn kerkgang en het bezoek aan de kring werd steeds onregelmatiger. En als alleengaande zonder partner ging ik in deze periode ook mijn leefpatroon omdraaien. Lange periodes gedurende de dag bracht ik lusteloos in bed door en ‘s avonds en ‘s nachts zat ik vele uren door op de bank achter de televisie. Wat ik in die periode ook deed was ‘emotie kopen’. Gewoon om mezelf een beetje gelukkiger te voelen, kocht ik allerlei (soms dure) elektronica, die ik niet nodig had. Kortom: ik probeerde mezelf een beetje te verwennen.

Ik kreeg van de GGZ wel wat hulp. Een assertiviteitstraining, een psychiater en later ook groepstherapie. Dat beviel eigenlijk niet zo goed. Ofschoon God eigenlijk niet meer op de eerste plaats stond in mijn leven gedurende die periode, had ik er wel veel moeite mee dat de begeleider van de groepstherapie een echte New-Ager was. Hij was van mening dat Boeddha, Allah en God toch eigenlijk allemaal hetzelfde waren. Dat ging voor mij een brug te ver, daarom ben ik daar afgehaakt. Na enige tijd ben ik verder gegaan met therapie bij de christelijke GGZ. Dat heette toen Gliagg en nu Elios. Zij hebben me geholpen zo goed ze konden en ik volgde daar onder andere een assertiviteitstraining. Zij legden de basis dat ik nu minder introvert ben dan voorheen. Dat introvert-zijn heeft me overigens ook altijd verhinderd om langdurige relaties met vrouwen aan te gaan. Op één of andere manier heb ik wel wat pogingen gedaan, maar de dames met wie ik probeerde een relatie aan te knopen, waren zo mogelijk nog introverter dan ik. Dat ging dus niet werken.

Zo rond de eeuwwisseling (na anderhalf jaar niet gewerkt te hebben) kon ik weer op therapeutische basis aan de slag bij een taxibedrijf. Na een paar jaar kwam ik in contact met Arie en Louise; een wat ouder echtpaar met wie het bijzonder goed klikte. Arie en Louise waren toegewijde christenen die richting hun pensioen gingen toen ik hen leerde kennen. Ze nodigden me uit om eens naar hun kerk te komen. Dat was ‘de Bron’; een kleine evangelische gemeente in Gorinchem. Nu 13 jaar geleden kwam ik daar voor het eerst. En het voelde als thuiskomen. Niet alleen vanwege de goede bijbelstudies en de goede preken. Maar zeker ook vanwege het feit dat ik het gevoel had dat ik hier terecht kon met mijn vragen. En dat er oprechte interesse en warme belangstelling was voor iedere bezoeker en lid. Dat had ik voor een deel toch wel gemist in mijn kerk. Arie en Louise werden gevoelsmatig een beetje mijn tweede vader en moeder. En bij hen maakte ik een inhaalslag. Zij gaven me wat ik thuis eigenlijk nauwelijks had ontvangen; liefde, betrokkenheid, aandacht en ondersteuning. Met Arie heb ik onnoemelijk veel uren gepraat over allerlei zaken in het leven. Die soms nachtelijke uren hebben veel voor mij betekent. Zij waren de basis voor een betere relatie met God en ook een voorzichtige start van de ontwikkeling van mijn zelfvertrouwen.

En toen begon Celebrate Recovery in Gorinchem. Op de uitnodiging kwam ik diverse dingen tegen die ervoor zorgden dat ik besloot om daaraan deel te gaan nemen. Want “samen met God en met elkaar op weg naar herstel” , dat wilde ik wel! Op de allereerste avond was dominee Kees van Velzen aanwezig. Zijn toespraak gaf de doorslag. Wat ik fijn vond, was dat ik eerst een poosje de kat uit de boom mocht kijken. Er zijn twee dingen die me uit het begin zijn bijgebleven. Het eerste was dat ik daar ook warmte en belangstelling kreeg en dat de bijbel open ging en ik nieuwe inzichten kreeg die precies van toepassing waren op mijn situatie. Maar er was ook een andere kant: ik vond het loodzwaar. De rol van de deelnemersboekjes was me niet precies duidelijk, evenmin als de samenhang tussen de lessen, de map met uittreksels, de gesprekken, de Celebrate Recovery bijbel en de coach. De lessen vond ik wel erg goed. Met name de Powerpoints van de lessen en het bijbehorende uittreksel mapje. Ik zat tijdens de lessen voortdurend aantekeningen te maken. Ik ben erg visueel ingesteld, dus goede Powerpoints met goede uittreksels helpen mij om dingen te begrijpen en toe te passen. Om dezelfde reden vind ik het fijn Powerpoints en een goede hand-out te hebben tijdens een preek.

Ondertussen liep ik nog steeds bij de psychiater. Eigenlijk met steeds grotere onvrede. Hij heeft me nooit gediagnosticeerd, maar gaf me wel medicijnen om de emotiepieken en -dalen af te vlakken. Het zou me ook moeten helpen om beter om te gaan met kritiek. Want ook dat was best wel zorgelijk in mijn leven. Ik leefde in continue in angst om op mijn falie te krijgen. Dat was niet alleen thuis zo geweest, maar ook bij de volgende werkgevers waar ik werkte als taxichauffeur, vrachtwagenchauffeur of buschauffeur. Nog steeds ben ik erg gevoelig voor kritiek. Mijn ervaring is dat ik door terechte of onterechte kritiek veel sneller krasjes krijg op mijn ziel, dan andere mensen. Ik ervaar dan afwijzing en het minderwaardigheidsgevoel komt dan weer bovendrijven.

Toen ik bij CR kwam, kreeg ik stapje voor stapje meer zicht op mijn eigen problematiek. In één van de deelnemersboekjes heb ik opgeschreven dat ik probeerde mijn identiteit te vinden in mijn werk en mijn prestaties. Ik ontdekte toen dat ik al vele jaren naar de buitenwereld een masker had gedragen. En ik zorgde er wel voor dat niemand te dichtbij kwam, want ik wilde me absoluut niet kwetsbaar opstellen. Stel je voor; ik kon mezelf toch wel redden? Langzamerhand liet ik in de veilige omgeving van de opendeelgroep mijn masker zakken. Voorzichtig deelde ik steeds meer dingen uit mijn leven waar ik mee worstelde. Ik probeerde te veranderen… maar het bleef in eerste instantie bij pogingen. Achteraf gezien omdat ik het in eigen kracht probeerde. Want ik had ook moeite om de controle over mijn eigen leven los te laten en mezelf helemaal over te geven aan Jezus Christus.

Wat het voor mij ook wel lastig maakte, was dat ik bij CR veel informatie in korte tijd kreeg. Dat kon ik niet allemaal zo snel verwerken en toepassen. Uiteindelijk heb ik bijna drie jaar bij CR als deelnemer mogen meelopen en elke ronde deed ik nieuwe ontdekkingen. Mijn wekelijkse CR bijeenkomst verzuimde ik vrijwel nooit. En eerlijk gezegd gingen mijn luiken steeds verder open. Soms heb ik op de avonden een feest van herkenning beleeft. En ik heb daar ook ontdekt dat ik niet de enige was, die worstelde met deze problematieken. De lessen waren heel duidelijk. Soms een beetje, maar soms ook 100% toegesneden op mijn eigen situatie. Na een aantal maanden begon ik ook voorzichtig mee te praten in de opendeelgroep. Mijn relatie met de Heer werd sterker tijdens CR. En ik begon ook weer opnieuw te bidden. Tijdens CR moest ik anderen gaan vergeven, maar ook leren om mezelf te vergeven. Ik was immers ook zelf medeverantwoordelijk voor de situatie waarin ik terecht was gekomen. Ik had immers niet altijd verstandige keuzes in mijn leven gemaakt.

Wat ik soms nog best heftig vind, zijn de Persoonlijke Verhalen van oud deelnemers van CR. (Ik had nooit gedacht dat ik het een voorrecht zou gaan vinden om mijn PV te mogen delen met anderen). Ik snapte wel dat mensen een uitlaatklep zoeken als ze pijn lijden. Mijn pijn werd veroorzaakt door afwijzing, continue kritiek, minderwaardigheidsgevoelens en faalangst. En mijn uitlaatklep was emotie-eten, tv-kijken en mezelf verwennen door dingen te kopen die ik helemaal niet nodig had. Andere hadden gekozen voor uitlaatkleppen als gamen, alcohol, seks, sigaretten of zelfmedelijden. Maar in feite zijn het dezelfde soort escapes. Tijdens de tijd van aanbidding binnen de CR bijeenkomsten, raakten de liederen me soms heel diep. Tijdens het zingen van ‘Tienduizend redenen’, of, “Stil, mijn ziel wees stil” kwam God soms heel dichtbij.

Waar ik verder met heel positieve gevoelens aan terug denk, is dat ik veel mensen heb leren kennen en met een aantal van hen een familiegevoel heb gekregen. Gastvrijheid, een warm welkom, af en toe een gezamenlijke maaltijd of een mooie film ertussendoor, maken dat ik me echt thuis voel bij CR. God is daar echt aan het werk met alle deelnemers. Niet dat het altijd even gemakkelijk was. Bij Stap 4 over inventarisatie heb ik soms best wel een aantal keer moeten slikken. Soms was ik zelfs geneigd om maar te stoppen. Wat ben ik nu dankbaar dat God me steeds de kracht heeft gegeven om door te gaan. Anders was ik nooit bij Stap 12 terecht gekomen. Ik zou dan ook heel graag tegen iedere deelnemer willen zeggen: “Geef God een kans; Hij gaat binnen het CR-programma echt met je aan de slag”! En als je aarzelt om verder te gaan als deelnemer: hou dan vol! Ik heb er geen seconde spijt van gehad. “

Door omstandigheden heb ik drie coaches gehad. De eerste was Arie. Hij is twee jaar geleden naar de Heer gegaan. Mijn volgende coach moest ook door ziekte afhaken. Mijn derde coach heeft me ondersteund tijdens het laatste stukje van 12 stappen. Ik ben dit P.V. heel bewust begonnen met te vermelden dat ik herstellende ben. Dat betekent dus nog niet helemaal hersteld. Het emotie-eten (ik noem het liever ‘troost-eten’) en het voor de tv hangen zijn nog niet helemaal uit mijn leven gebannen. Hetzelfde geldt voor de faalangst , de angst voor kritiek en het minderwaardigheidsgevoel. Soms steekt het zomaar ineens de kop weer op. Ik zou het fijn vinden als God die angst en negatieve emoties bij mij weg zou willen nemen. Zover is het nu nog niet helemaal, maar bij CR heb ik mogen ontdekken, dat ik als kind van God in de overwinning mag staan. En heb ik ook geleerd dat ik er mag zijn en dat ik dankzij het verlossende werk van Jezus Christus een geliefd kind van God ben. Ook zou ik graag nog twee andere dingen met jullie willen delen. Sinds een half jaar werk ik bij een groot transportbedrijf. Voor het eerst in mijn leven heeft God mij de kracht gegeven om niet weg te lopen of in mijn schulp te kruipen voor kritiek. Ook heb ik eindelijk op een eerlijke manier mijn eigen grenzen durven aangegeven voor wat betreft het soort werk en de bereidheid om over te werken. Dat zou ik vroeger nooit gedurfd hebben. En inmiddels heb ik ook mijn roepnaam veranderd. In mijn paspoort staan de namen Maarten Johannes. Dat werd door iedereen altijd afgekort tot Majo. Daar werd ik niet erg blij van. Sinds ruim een jaar heb ik gekozen om mijzelf Maarten te laten noemen. Ook als een soort markeringspunt van het nieuwe leven dat God in mij is begonnen. Soms hoor ik van mensen om mij heen dat zij de veranderingen in mijn leven bemerken. Hij gaat door met het bewerken van positieve veranderingen terwijl ikzelf soms niet eens gemotiveerd was om door te gaan. Hij gaf me een andere kijk op mezelf en heeft CR en andere gelovigen gebruikt, om mij sterker te maken. Vroeger dacht ik wel eens dat God mij als gevolg van mijn stommiteiten volledig in de steek had gelaten, nu weet ik dat Hij dat nooit zal doen.

Het is verbazingwekkend wat God in mijn leven heeft gedaan. Een deel van de pijn in mijn leven is veroorzaakt door wat anderen mij hebben aangedaan. Een ander deel is het gevolg van mijn eigen foute keuzes. Ik weet dat God weliswaar verdriet heeft gehad van mijn verkeerde keuzes, maar dat Hij mij niet veroordeelt. Ik mag weten dat Hij mij op basis van het volbrachte werk van de Here Jezus mijn fouten heeft vergeven. Toen ik ooit belijdenis van mijn geloof deed in de kerk, kreeg ik als persoonlijke tekst mee: Ik ben ervan overtuigd dat Hij die dit goede werk begonnen is, dat ook zal voltooien op de dag van Jezus Christus. (Filippenzen 1:6) Wat ik nog graag zou willen leren is om niet af en toe, maar regelmatig stille tijd te houden. En op regelmatige basis ook een goed boek te lezen voor mijn verdere vorming. In mijn eigen leven heb ik ontdekt dat discipel van Jezus Christus zijn, ook veel te maken heeft met discipline. Het ‘gebed van innerlijke rust’ is dan ook erg belangrijk voor mij. Want ik realiseer me dat ik zelf moet veranderen wat ik kan veranderen, en al het andere moet overgeven in de handen van God. En dat ik dag voor dag uit genade mag leven. Ook ik mag inmiddels duidelijk de verschillen zien met vroeger. Dat maakte heel dankbaar! Ik weet nu dat ik niet meer de fout moet maken om opnieuw in mijn werk te vluchten of opnieuw mijn neiging tot perfectionisme ruimte moet geven. Maar tegelijkertijd besef ik, dat ik ook nog veel te leren heb. Maar God is nog niet klaar met mijn leven; ik strek me uit naar meer van Zijn kracht en zijn invloed. Ik wil graag de klei zijn in de hand van de pottenbakker en weet dat Hij het goede met mij voor heeft!

Nu ik dankzij Gods genade Stap 12 heb bereikt, wil ik verder gaan groeien in het volgen van Jezus. Ik mag nu assistent open-deelgroepleider worden en ga beginnen met de deelnemers gidsen 5-8. De deelnemers boekjes hebben mij praktische handvaten gegeven om inzicht te krijgen en langzamerhand ook laten zien hoe ik mijn gedrag, samen met Jezus Christus, kan veranderen.

Dank je wel dat ik mijn persoonlijk verhaal met jullie mocht delen!!


Herstellende van seksueel misbruik, een echtscheiding en van mijzelf pijn doen.

Goede(morgen) , mijn naam is Jenny en ik ben herstellende van seksueel misbruik, van een echtscheiding en van mijzelf pijn doen.

Ik ben geboren in een katholiek gezin. Ik heb een oudere broer. Hij is verstandelijk gehandicapt en kreeg heel veel aandacht. Daardoor voelde ik mij vaak alleen en heb ik weleens uitgeroepen: “He ik ben er ook nog” Mijn vader is niet zo’n prater en hij zegt alleen het hoognodige. Mijn moeder hield wel veel van praten en ze was dan ook duidelijk aanwezig. Ook kon ze, als ze het ergens niet mee eens was, nogal boos worden en dan gooide ze uit frustratie spullen in het rond. Omdat ik het thuis niet fijn vond, heb ik zelfs gedurende een bepaalde periode rondgelopen met de gedachte dat ik geadopteerd was. En dat ik ergens anders lievere ouders had.

Wel hadden we een huis vol dieren o.a. met kleine zoogdieren zoals: konijnen, cavia’s marmotten en een poes. Daarnaast hadden we goudvissen en kleine vogels Ik vond het vooral leuk om een poes te hebben, want daar kon ik lekker mee knuffelen en daar ontving ik ook liefde van.

Op school werd ik gepest. Ik werd uitgescholden en ik werd geschopt en geslagen. Ook werd ik nogal eens buitengesloten en met gym werd ik ook altijd als laatste gekozen. Ik werd gepest omdat mijn broer anders is en omdat ik niet voldeed aan wat zij belangrijk vonden. Ik vond het niet leuk en het zorgde ervoor dat ik niet naar school en ook niet naar huis durfde te gaan. Ik voelde me dus nergens thuis. Aangezien we tussen de middag warm aten, kwam het nogal eens voor dat mijn vader mij kwam ophalen, want anders werd het eten koud. Toen ik in de 6e klas zat, moest iemand mij tijdens een gym-oefening opvangen. Maar die persoon had daar (denk ik) geen zin in en toen viel ik met als gevolg dat mijn arm brak.

Om die redenen wilde ik graag dood. Ondanks dat ik gepest werd had ik wel vriendinnen. Een daarvan was Sandra en soms speelden we samen dat we dood waren. Toen we 8 jaar oud waren, heeft zij een ernstig ongeluk gekregen.
Ze is wel blijven leven. Maar heeft lange tijd in coma gelegen. Waarom weet ik eigenlijk niet maar ik heb haar nooit bezocht en ook geen contact meer met haar ouders gehad.
Later hoorde ik dat ze mentaal de leeftijd van een baby had toen ze weer uit coma ontwaakte.

Na vijf jaar zag ik haar weer voor het eerst. Ondanks dat ze ouder was geworden, herkende ik haar direct. Ik schrok enorm toen ik haar zo zielig in haar rolstoel zag zitten. Vlak daarvoor had ik nog een vervelende ervaring over Sandra gehad. Ik zat inmiddels op de middelbare school en zij was verhuisd naar een ander dorp en er waren meisjes van mijn klas die ook in dat dorp woonden. Die meisjes uit dat dorp spraken met elkaar op een negatieve manier over haar. Aangezien ik ook gepest werd door die meisjes, durfde ik niet te zeggen dat ik vriendin met Sandra was geweest.

Vele jaren later kwam bij mij de vraag bovendrijven of Sandra wel een echt ongeluk had gekregen of gewoon een zelfmoordpoging had ondernomen. Het ongeluk had plaats gevonden op een wat raadselachtige manier. Helaas heb ik nooit een antwoord op die vraag gekregen en daar heb ik het soms nog best moeilijk mee.

Ik had ook nog een andere vriendin die Diana heette. Ik heb haar leren kennen toen ik 3 was en zij is lange tijd mijn vriendin geweest. Ik kwam graag bij haar thuis, want ik zag daar dan dat het ook anders kon. Vaak kwamen er op zondagmiddag een heleboel gezinnen met kinderen bij hen thuis. Dan speelden Diana en haar zus met al die kinderen buiten en ik mocht dan ook meedoen. Dat was een fijne tijd.

We gingen als gezin naar de katholieke kerk en ik vond het bij de zondagsschool erg leuk. Tot mijn 14e woonde ik in Noord-Holland. In dat jaar gingen mijn ouders scheiden.
Ik dacht dat ik de oorzaak daarvan was en dat ik niet aardig genoeg was geweest. Ook voelde ik mij eenzaam en in de steek gelaten.

Omdat mijn vader ergens anders ging wonen, had hij een busje geregeld en hij was bezig om zijn spulletjes in het busje te laden.
Toen hij daarmee bezig was liep een meisje dat ik kende, voorbij.
Ze zei:” je ouders gaan toch scheiden?” en ik antwoordde: ”nee hoor mijn ouders gaan niet scheiden”. Ik weigerde de realiteit te aanvaarden, terwijl het toch duidelijk was dat mijn vader niet maar voor een paar dagen wegging.

Wat de meisjes betreft die nogal eens negatief over Sandra spraken, heb ik later ontdekt dat God van iets negatiefs iets moois kon maken alleen wist ik dat toen nog niet.
Het pesten op school en de scheiding van mijn ouders zorgden ervoor dat al mijn levenslust verdwenen was
Aangezien ik toen nog niet wist wat zelfmoord was, besloot ik om weg te lopen. Ik ging met de bus naar het dorp waar Sandra woonde. Eerst om haar op te zoeken. Om daarna te proberen met de trein verder te reizen, want in dat dorp was het dichtstbijzijnde treinstation. Eerst ging ik dus op zoek naar Sandra, maar ik heb haar niet gevonden.

Wel zag ik die meisjes uit mijn klas. Blijkbaar gingen ze ook buiten schooltijd met elkaar om en ze vroegen aan mij waarom ik daar was. Ik gaf daar eerlijk antwoord op en ik heb het ook over Sandra gehad. Ze waren tot mijn verbazing toen erg aardig en begripvol. Daarna zijn we met zijn allen met een van de meisjes naar haar huis gegaan en ik heb een hele leuke middag gehad. Ik heb wel moeten beloven om gelijk weer naar huis te gaan en dat heb ik gedaan en mijn moeder heeft toen niet geweten dat ik van plan was om weg te lopen.

Mijn verstandelijk gehandicapte broer woonde op dat moment in een tehuis. Ik bleef bij mijn moeder wonen en zij wilde graag terug naar haar geboorteplaats in Friesland. Ik vond dat geen goed idee, want ik kende daar, behalve mijn moeders familie, niemand en met die familie had ik geen klik. Verhuizen zou bovendien betekenen dat ik mijn beste vriendin Diana moest achterlaten. Ondanks dat we niet naar dezelfde kerk en daardoor ook niet naar dezelfde school gingen, is ze vele jaren mijn beste en soms ook mijn enige vriendin geweest.

Helaas kon ik niet bij mijn vader blijven wonen, want hij had maar één kamer tot zijn beschikking en daarom was ik wel verplicht om met mijn moeder mee te gaan. Na de verhuizing heb ik mijn vader 9 jaar niet gezien omdat mijn moeder dat niet wilde. Mijn vader zocht mij ook niet op en dat vond ik echt verschrikkelijk. Vanaf de scheiding ging mijn moeder niet meer naar de katholieke kerk. Ik ging ook niet meer. Toch liet ik God niet los en Hij mij ook niet, maar dat heb ik pas later ontdekt.

Door de scheiding raakte ik ook het contact met mijn vaders familie kwijt. Daar had ik een aardige opa en oma en ook met mijn ooms en tantes (mijn vader is 1 van de 9) en hun kinderen had ik het altijd goed kunnen vinden. Ik logeerde nogal eens bij mijn opa en oma en ook bij een oom en tante omdat ik een goede klik had met hun oudste dochter.

Toen we net In Friesland woonden, moest ik als gevolg van de keuzes van mijn moeder regelmatig bij familie van haar logeren. Dat vond ik niet leuk; met hen had ik geen enkele klik. Zelfs niet met hun kinderen die leeftijdsgenoten van mij waren. Toen mijn broer weer bij mijn moeder ging wonen, kwam ik ook weer bij mijn moeder terug.

Ik kwam na verloop van tijd op een christelijke middelbare school terecht. Eén van de vakken die we daar kregen was godsdienst en dat vond ik een heel leuk vak.

Toen ik 16 jaar was, zag ik een advertentie in de krant staan. Daarin werd een zomervakantie week aangekondigd. Samen met andere tieners zouden ze een week gaan varen. Ik wilde graag mee en mijn moeder stemde toe dat ik meeging. Het begon met een informatiebijeenkomst. Daar ontdekte ik dat het een christelijk initiatief was en dat het uitging van een evangelische gemeente (ik noem het vanaf nu EG). Ik proefde daar iets van de positieve sfeer die daar heerste. Ik wist niet precies wat het was, maar ik wilde het ook hebben. Nu weet ik dat daar de geur van Christus werd verspreid.

Vanaf dat moment had ik dus een plek waar ik mij thuis voelde.
Ik had een fantastische week. Na afloop vroegen ze of ik ook naar de tienerclub van de EG wilde komen en dat wilde ik wel.

Ik ging na de zomervakantie dus naar de club en ik sloeg bijna nooit een bijeenkomst over. Op een gegeven moment ging het thema over vriendschap; en daar werd verteld dat als je geen vrienden hebt, dan kun je toch een vriend van Jezus zijn..

In die periode was ik de enige tiener van de club, die nog niet de zondagse samenkomsten van de EG bezocht. Veel gesprekken tijdens de koffiepauzes van de club gingen over wat er in de diensten van de EG was gebeurd.

Ongeveer een jaar later werd er een baby opgedragen. Het betrof de baby van het echtpaar dat leiding gaf aan de tienerclub. Zij nodigden ook mij uit voor de dienst. Ik was best wel nieuwsgierig geworden en ik besloot om er ook naar toe te gaan. Maar dat viel een beetje tegen. Eerlijk gezegd vond ik het maar niets, want het duurde nogal lang en ik irriteerde me aan die handen die tijdens het zingen omhoog gingen. Ik ging naar huis met de gedachte: ik kom hier nooit weer tenzij ik mee mag werken met de zondagschool. Toch ben ik daarna nog 2 keer naar de EG gegaan omdat ik door anderen was uitgenodigd.

Ongeveer een jaar nadat ik voor de eerste keer naar de samenkomst was gegaan, groeide toch het verlangen om vaker te gaan. Ik kwam daar op een bepaald moment binnen en iemand die ik kende begroette me met de woorden: ”Wat ben ik blij dat God je heeft gebracht” . Die taal kende ik nog niet en ik reageerde verbaasd: “Nee hoor, ik ben zelf komen lopen”. Ik begreep toen nog niet dat God je hart ergens klaar voor kan maken.

Toen ging ik naar de zaal waar de samenkomst was en ik kwam erachter dat de volwassenen eigenlijk precies hetzelfde gingen doen als de kinderen. Ik dacht terug aan wat ik ongeveer een jaar daarvoor uit overtuiging had besloten, namelijk dat ik alleen terug zou komen als ik naar de zondagsschool zou kunnen gaan. Toen wist ik zeker dat God deze gedachte had bewaard en mij had overtuigd. Ik voelde mij echt thuis en ik voel mij daar nog steeds thuis. Vanaf dat moment ging ik regelmatiger naar de samenkomsten van de EG en later ben ik ook lid geworden.

Op zondag 18 september 1988 ging de preek over het thema verkeerde dingen doen en zondigen. Ik begreep het niet helemaal, maar toen er een oproep werd gedaan om je hart en je leven aan de Heer te geven heb ik dat van harte gedaan.

Ik dacht ook terug aan de bijbeltekst die in Johannes 14: 6 staat:
Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door mij. Die tekst had ik toen ik 8 jaar was voor de allereerste keer gehoord en gedurende al die jaren was die tekst nooit uit mijn gedachten geweest.
En toen pas begreep ik, wat er eigenlijk mee bedoeld werd. Ik ontdekte dat het om Jezus gaat en dat Hij voor mij gestorven is en dat je door Hem bij God kunt komen.

Diezelfde middag gebeurde er meer. Er was ondanks de blijdschap over het feit dat ik mijn hart aan de Heer had gegeven, iets wat anders was dan anders. Dat had met eten te maken, want ik kreeg het gevoel dat mijn maag op slot zat. Ik wilde wel eten, maar ik durfde niet, want ik was bang dat het ergens vast ging zitten. Ik moest natuurlijk wel eten, maar ik zag tegen elke maaltijd op als een berg. En zelfs als ik dan net met moeite de ene maaltijd op had, dan dacht ik al “O, over zoveel uur moet ik weer eten”. Voor iemand die er nooit mee te maken heeft gehad is het bijna onvoorstelbaar. Ik was er eigenlijk continu mee bezig, ook als ik niet aan tafel zat en niet hoefde te eten. Ik kwam in die periode niet in de samenkomsten van de EG.

Mijn moeder maakte zich na verloop van tijd ook zorgen over mijn eetgedrag. Zij wilde graag weten wat ik mankeerde. Daarom heb ik vele uren in het ziekenhuis doorgebracht voor de nodige onderzoeken en het stellen van een diagnose. Al die onderzoeken hadden geen enkel resultaat: er kwam geen enkele lichamelijke afwijking aan het licht. Toen las ik een keer in de Libelle over de eetstoornis Anorexia. Ik herinner me dat ik toen heb gebeden: “Heer ik wil dat niet hebben”.

Op 1e Kerstdag (ik zou het zelf niet bedacht hebben) werd ik wakker en mijn maag begon te knorren en dat was iets wat ik al die maanden ondanks het weinige eten niet meer had gehoord. Vanaf dat moment ging ik langzaam weer meer eten. Uiteindelijk is het met mijn eetprobleem en gewicht weer goed gekomen.

In de loop van het nieuwe jaar ging ik opnieuw weer naar de EG. Ook ging ik weer naar de tienerclub waar ik inmiddels een leidinggevende taak had gekregen.
Doordat ik eerder eetproblemen had gehad, raakte ik ontmoedigd wat mijn geloof betrof. Toen zag ik overal een kruis in, waar ik ook maar in of naar keek zoals: spiegels, bakstenen, huishoudelijke apparaten en nog meer. Ik heb toen opnieuw een keuze voor de Heer gemaakt en daarna was dat meteen over.

Ook maakte ik de keuze voor de volwassen doop en op zondag 26 november 1989 was het zover. Mijn getuigenis was alleen: “Ik wil de Heer volgen”. Mijn dooptekst staat in Romeinen 8:35:Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus! Tegenspoed, ellende en vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?. In Romeinen 8:38 staat het antwoord, want daar staat dat niets ons kan scheiden van de liefde van God door Jezus onze Heer!

Toen ik bijna 21 jaar was wilde mijn moeder dat ik een vriend zou zoeken, want zo zei ze: “ Als je geen vriend hebt, krijg je geen verkering en als je geen verkering hebt, ga je je niet verloven en als je je niet verlooft ga je niet trouwen en als je niet trouwt krijg je geen kind en als je geen kind krijgt, wordt ik geen oma”. Ik heb toen nog wel de gedachte gehad: “O, maar om een kind te krijgen hoef je toch niet te trouwen”?.

Ik ging toch maar op zoek naar een man en zo kwam ik terecht bij de christelijke correspondentie club. Eerst heb ik met een paar mannen geschreven. Eén van die mannen (ik noem hem maar even JB) vroeg nadat we anderhalf jaar met elkaar geschreven hadden of hij langs mocht komen om eens nader kennis te maken. Daar stemde ik in toe. Daarna bleven we contact houden en na 3 maanden hebben we ons verloofd. Eigenlijk ging het daarna al heel snel mis. Zo had ik mij voorgenomen om geen seks voor het huwelijk te willen, maar dat heb ik dus wel gedaan.

Ondanks vele waarschuwingen van verschillende mensen, ben ik in 1992 toch met JB getrouwd. Hij heeft mij seksueel misbruikt en ik heb dingen gedaan waarvan ik nog nooit gehoord had en waarvan ik ook gewild zou hebben dat dat zo gebleven was. Ook heeft mij geslagen en met woorden vernederd. Ik werd heel erg gecontroleerd en ik moest voor bijna iedere stap die ik deed, toestemming vragen en verantwoording afleggen. Tijdens mijn huwelijk schakelde ik steeds vaker mijn emoties uit. Het was mijn manier om te overleven. Ik voelde niets meer en ook dacht ik niet meer diep na over de dingen die mij overkwamen. Ik zat langzamerhand gevoelsmatig gevangen en werd wanhopig. In die periode kwam opnieuw de gedachte bij me op om een einde aan mijn leven te maken.

Toen we 9 maanden getrouwd waren, heb ik alle pillen (en dat waren er heel veel) die in huis waren, in één keer ingenomen. Ik was eerst op bed gaan liggen, maar toch durfde ik niet dood te gaan. JB was ook thuis en ik heb hem geroepen met als gevolg dat ik daarna snel naar het ziekenhuis werd gebracht. Daarna heb ik geen nieuwe pogingen meer gedaan. De belangrijkste reden was dat ik bang ben voor de dood en ik ook niet zeker wist of je dan wel naar God gaat en dat wil ik toch wel heel graag.

Vervolgens gingen mijn gedachten een andere kant op. Ik ging nadenken over hoe ik JB zou kunnen vermoorden. Natuurlijk realiseerde ik me dat als ik dat zou doen, ik in de gevangenis terecht zou komen. Want ik was wel van plan om na die daad mijzelf direct aan te geven bij de politie. Maar zelfs in de echte gevangenis zou ik gevoelsmatig toch vrij zijn.

Ik ben eerlijk gezegd niet getrouwd omdat ik zoveel van JB hield, maar om het huwelijk zelf. Ik wilde niet de enige zijn die niet getrouwd was en ook ben ik getrouwd om mijn moeder tevreden te stellen.

In 1995 kregen we een dochter. Laat ik haar Julia noemen. Het seksueel misbruik stopte abrupt vanaf de dag dat we wisten dat ik in verwachting was. Maar alle andere mishandelingen bleven wel doorgaan. Samen hadden we toen al gesprekken bij het RIAGG. En omdat JB mij overal de schuld van gaf, kreeg ik via de EG een pastoraal medewerkster om gesprekken mee te voeren.

Toen Julia een baby van ongeveer 8 maanden was, werd het zomervakantie en omdat mijn pastorale hulp op vakantie ging, kreeg ik tijdelijk een andere pastorale medewerkster. Zij zag meteen dat er iets niet klopte en signaleerde dat ik angstig werd op het moment dat JB thuis kwam uit zijn werk. Zij was ervan overtuigd dat zij externe hulp moest inschakelen en ze wist ook dat ze niet met ons kon overleggen. Toen heeft zij zonder overleg met ons en zonder ons medeweten met de raad van de kinderbescherming gebeld en de volgende dag werd Julia uit huis gehaald en in een pleeggezin geplaatst. Ik heb het gewoon laten gebeuren, want ik had mijn emoties en gevoel uitgeschakeld.

Ook werd JB verplicht om gedurende drie weken ergens anders te gaan slapen. Julia had via pleegzorg een begeleidster en zij heeft ervoor gezorgd dat JB na 3 weken op zoek ging naar een andere plaats om te slapen. Hij is later nog wel eens bij mij geweest, maar hij heeft nooit meer bij mij geslapen. Julia is 4 maanden in een pleeggezin geweest en daarna is ze weer bij mij teruggekomen.

Ik heb later nog wel geprobeerd om de relatie met JB te herstellen en tot iets goeds te maken, maar uiteindelijk bleek dat toch niet haalbaar te zijn. Daarom heb ik toch een echtscheiding aangevraagd. Nu zijn we ruim 15 jaar gescheiden. Later was ik dankbaar voor deze ontwikkelingen, want ik weet nu dat scheiden beter is dan iemand vermoorden.

Eind 1990 ben ik er mee begonnen om mijzelf pijn te doen en wel om de volgende redenen:
Het seksuele misbruik achtervolgde mij en ik wilde de emotionele pijn die ik van binnen voelde, niet langer voelen maar ik wilde in plaats daarvan echte, fysieke pijn voelen.
Het was steeds een ander geweest die bepaalde wanneer het misbruik begon en wanneer het weer stopte. Nu wilde ik zelf de controle hebben wanneer ik zou beginnen en weer stoppen.

Ook dacht ik dat ik niet goed genoeg was en dat ik straf verdiend had. Omdat een ander mij niet langer pijn deed, besloot ik om mezelf pijn te gaan doen.
In mijn gedachten ging ik ook God beschuldigen van alles wat er gebeurd was. Waarom had Hij de ander geen halt toe geroepen? Waarom had Hij niet beter op mij gepast?.

Ik leidde een dubbelleven, want op zondag ging ik naar de kerk en zei ik vol overtuiging dat het allemaal goed ging. Maar op doordeweekse dagen deed ik mezelf pijn en ik had dus regelmatig een terugval.
Iedere keer als ik het weer gedaan had, voelde ik mij ook schuldig en ik schaamde mij dan ook naar God toe.

Ik had een keer een gedicht voor iemand geschreven over hoe je als christen zou moeten leven. Toen ik erover nadacht vroeg ik mijzelf af of mijn eigen leven er wel zo uitzag als ik voor die ander had geschreven? Tot mijn teleurstelling en verdriet moest ik vaststellen dat dat niet zo was; het was een mooi plaatje maar helaas niet van toepassing op mijn eigen leven. Straks aan het einde lees ik het betreffende gedicht voor.

Ongeveer 8 jaar geleden heb ik JB vergeven, maar ik worstelde nog steeds met schuld en schaamte gevoelens en ik bleef mijzelf pijn doen.

Ongeveer 6 jaar geleden hoorde ik over Celebrate Recovery
Mijn eerste gedachte was dat CR vast iets was voor ‘zielige mensen’. Dat beeld moest ik snel bijstellen nadat ik positieve verhalen over CR had gehoord van andere mensen.
Toen heb ik besloten om mee te gaan doen. CR zou hier in deze kerk gaan starten en ik was de eerste om te melden dat ik mee zou gaan doen. De eerste zijn; dat past eigenlijk niet zo bij mij. Maar achteraf gezien was het een goede keuze.
Eventjes was ik bang dat ik de enige zou zijn. Maar al snel bleken er meer mensen te zijn die ook de moed hadden om mee te gaan doen.

Ik had mijzelf moed ingepraat en zo ging ik dus vol goede moed naar de eerste CR bijeenkomst. Ik was die avond best wel zenuwachtig en gespannen. Dat was omdat ik niet precies wist wat ik moest verwachten. Ook wist ik niet wie ik daar verder zou ontmoeten. Met verbazing zag ik dat er best veel mensen waren. De eerste bijeenkomst was een informatieavond over wat je kon verwachten als je deel zou gaan nemen en ook wat er van jou werd verwacht.

Ook werd ons gevraagd of je op een briefje wilde schrijven aan welke doelen je wilde gaan werken. Omdat er heel veel vrouwen waren, gingen de medewerkers daarna bekijken wie in welke groep kwam. Ondanks dat ik nog een week moest wachten voordat ik wist in welke groep ik kwam, ben ik toch niet meer zenuwachtig geweest.

Eerst zag ik er wel tegenop omdat er elke week een bijeenkomst is en dat je in principe elke 2 weken een persoonlijk gesprek met je coach moest hebben.
Ook vond ik het moeilijk om iemand te vragen om mijn coach te zijn. Uiteindelijk heb ik toch de stap gezet en de tweede die ik vroeg, reageerde meteen positief. Ik wilde haar nog bedenktijd geven en vertellen dat ze er best even over na mocht denken. Maar haar antwoord was dat zij die morgen al had besloten dat ze mijn coach wilde zijn.

Het kostte me geen moeite om elke week naar CR te gaan en om regelmatige gesprekken met mijn coach te hebben.
Het was fijn en bemoedigend om te ervaren dat ik door andere vrouwen werd geaccepteerd zoals ik ben en dat ik herkenning vond.

Ondertussen zijn mijn gedachten over Celebrate Recovery behoorlijk veranderd. Ik weet nu dat CR juist niet voor zielige mensen is, maar dat het een programma is dat bestemd is voor moedige mensen, die de stap durven zetten om te willen veranderen. Mensen die samen met God en anderen willen werken aan Zijn plan voor hun leven.

Wel vond ik het soms moeilijk om in de open-deelgroep aan de andere vrouwen te vertellen wat ik voelde en wat ik dacht.

De stap die voor mij het moeilijkst was, was om te stoppen met mijzelf pijn te doen. Ik bleef in mijn gedachten maar herhalen dat ik straf had verdiend.

Soms zat ik in de algemene CR samenkomst en dan dacht ik: het klinkt allemaal zo mooi, de woorden over God, maar het is toch niet voor mij. Op sommige avonden wilde ik zelfs heel hard naar huis terug rennen om mijzelf thuis pijn te gaan doen. Maar gelukkig was er dan de onzichtbare hand van God, die mij tegen hield. Hij liet aan mij weten dat het ook voor mij is. Dus dan bleef ik zitten en ging ik ook naar de open deelgroep en daarna pas naar huis en dan deed ik mezelf dus geen pijn meer.

Ik overlegde regelmatig met mijn coach en vertelde haar dan dat ik mijzelf pijn deed. Zij bleef dan herhalen dat Jezus ook voor mij gestorven is en dat Hij daardoor mijn straf gedragen had. Ook wist ze mij te overtuigen dat je niet de ene dag God kunt prijzen en de andere dag jezelf pijn kunt doen.

Ongeveer drieënhalf jaar geleden kwam er een ommekeer en sindsdien heb ik mijzelf geen pijn meer gedaan.
Die ommekeer werd veroorzaakt door Stap 4. Daar staat: Onder Gods leiding onderzoek ik mijn leven op een open en eerlijke manier. Ik realiseerde mij toen dat alle fouten kunnen worden vergeven en dat het is een leugen dat het misbruik mijn schuld was en die waarheid is mijn nieuwe realiteit geworden. Ik weet het zeker: het is niet mijn schuld.

Ook kwam ik tot de ontdekking dat het niet mogelijk is om alles onder controle te hebben en dat je je leven moet laten leiden door God, want dan is het goed.
God houdt van je zoals je bent, maar Hij houdt teveel van je om je zo te laten als je bent!
Ik heb een lieve Hemelse Vader en een fijne Vriend Jezus.
Toch vind ik het soms nog moeilijk om te geloven dat God van mij houdt, maar keer op keer overtuigt Hij mij, dat het wel zo is.

Ongeveer 3 jaar geleden ben ik verhuisd en toen kwam ik erachter dat ik een hele leuke buurvrouw heb. Lang geleden zaten we bij elkaar in de klas en toen heeft zij mij gepest. Een aantal jaar daarvoor heeft zij mij daar al voor om vergeving gevraagd. Dat heb ik als heel bijzonder ervaren. Sindsdien hebben we al een paar keer met elkaar gesproken.

Ik heb de laatste jaren een goed contact met mijn moeder gekregen en we zagen elkaar toen regelmatig. Dat duurde tot 2 jaar geleden, want toen is zij overleden.
Met mijn vader en mijn broer heb ik ook nog af en toe contact.
Mijn opa’s en oma’ zijn inmiddels overleden.
Met sommige van mijn ooms en tantes van mijn vaders kant heb ik ook af en toe weer contact en ook met de nicht bij wie ik vroeger nogal eens logeerde.
Ondanks dat ik heel veel mensen ken o.a. via de EG en mijn vrijwilligerswerk, heb ik nog steeds niet zoveel vrienden.
Ik ben nog steeds alleen, want een nieuwe relatie met een man aangaan, vindt ik toch best wel spannend.

Ik ben wel dichter naar God gegroeid en ik laat Hem ook steeds meer toe in mijn leven. Er was lange tijd een muur tussen God en mij en die is nu weg. Ik laat ook meer Gods liefde toe in mijn leven. Eerst was ik altijd bang dat als ik dat zou doen, ik dan zou gaan huilen. Nu zou ik het niet meer erg vinden als er tranen zouden opkomen. Ik heb ook de keuze gemaakt om voluit te willen leven; dus de gedachte om er zelf een einde aan te maken is ook verleden tijd.

Nog steeds ga ik verder met mijn herstel en nog steeds ben ik bezig met Stap 12. en ik ben nu medewerker bij CR en ik ben bij het ondersteunende gebedsteam. Ik vind het fijn dat ik op die manier anderen mag dienen en ondersteunen in hun weg naar herstel.

Zoals beloofd is hierbij mijn gedicht:

Weet dat God alles maakte en ook jou
dus wees Hem altijd trouw
Weet dat God heel veel om jou geeft
en dat Hij Zijn Zoon voor jou gegeven heeft
Weet dat God van je houdt
Ook al maak je wel eens een fout
Weet dat je met alles naar Hem toe kunt gaan
en dat Hij altijd naast je zal staan
Weet dat je kunt vertrouwen op Hem
en kan luisteren naar Zijn stem
Weet dat Hij je dan altijd leidt
op de weg die Hij van tevoren heeft bereidt.

Dank je wel dat ik mijn Persoonlijk Verhaal met jullie mocht delen!

Hersteld van pesten, emotionele blokkades, onzekerheid en machogedrag

Mijn naam is Bob en ik ben hersteld van de gevolgen van pesten en emotionele blokkades. Ook heb ik te maken gehad met onzekerheid en machogedrag. Ik ben getrouwd met Tineke en wij hebben twee kinderen. Ik ben pas op latere leeftijd tot geloof gekomen en daarvoor kwam ik zelden in een kerk.

Ik ben geboren in Veenendaal en ben opgegroeid in een niet-christelijk gezin. Ik heb wel op een christelijke basisschool gezeten en zo enig bijbel onderwijs meegekregen. Zo rond mijn zesde jaar verhuisden wij naar Harderwijk.

Ik was vroeger een heel klein, witblond, mager mannetje met een brilletje op en ik ben in mijn jeugd heel veel gepest. Dit begon op de basisschool in Harderwijk en toen ik later naar de middelbare school ging bleef het doorgaan. Ik weet niet meer hoe vaak ik wel niet onder ben getuft, groepjes medeleerlingen mij op stonden te wachten om mij te grazen te nemen, mijn fiets in elkaar werd getrapt. Ik werd altijd als laatste gekozen in de gymzaal en heb ervaren dat ik op verschillende manieren ben vernederd.

Mijn ouders vonden het pijnlijk en hebben geprobeerd er met de beste wil van de wereld iets aan te doen. Maar dit leidde alleen maar tot nog grotere problemen voor mij. Uiteindelijk besloot ik om maar de schijn op te gaan houden en niks meer met wie dan ook te delen. Laat staan dat ik aan mijn klasgenoten liet merken wat het pesten met mij deed. Ik werd een erg gesloten jongen.

Zo rond mijn 15e jaar kreeg ik een groeispurt en daarna werd het pesten geleidelijk minder.
Mijn vader was altijd aan het werk om geld te verdienen zodat ons gezin het hoofd boven water kon houden. Dus hij was weinig thuis. Het is overigens wel een hele lieve man met het hart op de goede plaats. Ook heb ik een lieve/ goede moeder, maar zij heeft wel een passief karakter.

Er werd bij ons thuis niet geknuffeld, weinig gesproken over gevoelens, laat staan dat ik gecoacht werd om mij op mijn toekomst voor te bereiden of dat er waardering werd uitgesproken als ik iets goed deed.

Ook al die jaren dat ik gepest ben, hebben mijn vader en moeder er nooit eens goed met mij over gesproken, laat staan professionele hulp voor mij gezocht.

Meerdere malen heb ik erover nagedacht om mijzelf van het leven te beroven. Maar ik was toen en ben nog steeds een vechter. Dus ik bleef mijzelf er toe zetten om door te gaan, ook al wist ik wat mij te wachten stond als ik naar school ging.

Deze jaren op school hebben bij mij diepe sporen achtergelaten. Ik had een emotionele blokkade ontwikkeld, en iedereen was voor mij (of diegene het nou kwaad bedoelde of niet) een potentiële vijand geworden. Dit uitte zich in mijn pubertijd in vervelend gedrag zoals drankgebruik, roken en grof taalgebruik richting mijn omgeving. In mijn vrije tijd ging ik allerlei rottigheid uithalen.

Na mijn school en studie kreeg ik een kans om een eigen bedrijf te starten en ben ik als zelfstandig ondernemer aan de slag gegaan.

Dag en nacht was ik bezig om mijn bedrijf op te bouwen en dit lukte heel goed. Maar ongemerkt gaf het mij de mogelijkheid om alles wat ik in mijn jeugd had meegemaakt te verdrukken en dit te compenseren met allerlei andere zaken.

Want ik kreeg nu ineens aanzien, verdiende veel geld, reed een mooie auto en had altijd dure kleding aan. Elk weekend vertoefde ik in nachtclubs en had veel vrienden en ook bij de dames deed ik het niet slecht.

Ik werd daarin nog eens extra bevestigd toen ik werd uitgenodigd voor een schoolreünie en mijn oude klasgenoten van de basisschool een compleet nieuwe Bob voor zich zagen staan. Een ogenschijnlijk zelfverzekerde jongeman die het in zijn leven voor elkaar had. De reacties en blikken die ik toen kreeg zijn mij lang bijgebleven...

Voor mijn idee was ik als winnaar uit de strijd gekomen…., had ik alles wat ik had meegemaakt overwonnen en er was er helemaal niks meer met mij aan de hand. Problemen voorbij … dacht ik…

…….Ik spoel nu vooruit naar het jaar 2003…..

Ik had steeds vaker last van gevoelens van onvrede, last van spontane woede uitbarstingen en ook voelde ik mij vaak van het ene op het andere moment zomaar ineens diep ongelukkig en depressief.

De drijfveren zoals kleding, auto’s, gadgets, maar ook de heftige nachten stappen in combinatie met drank en allerlei andere zaken waren hun effect kwijt geraakt.

Ik kwam tot de ontdekking dat ik jaren in een schemerwereld had geleefd en ik besloot dat het tijd was om mijn leven weer op orde te gaan brengen. Een periode van ontwenning, afstand nemen van mijn oude “vrienden”, niet meer stappen en thuis op de bank zitten, brak aan.

Begin 2004 kregen Tineke en ik een relatie. Tineke had van huis uit een katholieke achtergrond en zij was al een aantal jaren op zoek naar haar identiteit. Ik wist dat een goede vriend van mij christen was, dus ik heb Tineke en hem op een gegeven moment aan elkaar voorgesteld en dit resulteerde uiteindelijk in een uitnodiging voor een dienst in wat nu ‘onze kerk’ is geworden.

Ik had dit nog nooit zo meegekregen en ook nog nooit opwekkingsliederen gehoord…., laat staan gezongen. Maar wat misschien nog wel het meest verbazing bij me opriep en niet te bevatten was, was dat er ook een God van liefde en vergeving bestond in plaats van alleen maar een God van veroordeling.

Want God was in mijn ogen een God van toorn en wij waren allemaal zondaars en we zouden linea recta naar de hel gaan! Dus waarom al die moeite doen om je op zondag in de kerk in de put te laten praten?

Naar een jaar van regelmatige bezoeken aan de zondagse samenkomsten besloten wij om de introductiecursus te gaan doen. Zo “radicaal” als ik altijd was geweest in mijn standpunten TEGEN het geloof, zo “radicaal” werd ik er van overtuigt dat Jezus ook van mij houdt en Hij aan het kruis stierf voor mijn verschrikkelijke zonden!

En uiteindelijk heb ik dan mijn hart opengesteld voor de Heer Jezus en ben ik niet lang daarna gedoopt.

Ik vertelde u net dat het in deze periode al niet goed met mij ging. Maar dankzij de introductiecursus binnen onze kerk, de prachtige weg richting mijn bekering en doop was ik ook echt veranderd. En dit begonnen de mensen in mijn omgeving ook waar te nemen!!!

Er begon een periode aan te breken waarin ik Jezus meer en meer ging toelaten te werken aan allerlei facetten van mijn leven.. Ook in de eerste periode na mijn doop bleef het goed gaan.

Maar terwijl ik eigenlijk nooit tegenslagen in mijn leven had gehad, stapelden die zich nu ineens op. Tegenslag op tegenslag. En ondanks dat ik enthousiast en overtuigt aan mijn “Reis” was begonnen, verdwenen mede daardoor mijn Geestelijk Basis van dagelijks gebed en bijbel lezen. Langzamerhand maakten bidden en Bijbellezen steeds minder deel uit van mijn leven.

Na 10 jaar hard werken was ik genoodzaakt om mijn onderneming failliet te laten verklaren. Alles wat ik had opgebouwd en waar ik keihard voor had gewerkt was in één klap weg. Dan ben je voor je gevoel echt ‘terug bij af’!

Tineke en ik kwamen in een relatiecrisis terecht. Ik had nooit leren communiceren, laat staan gevoelens te uiten of te delen. Beide gelegenheden dat Tineke haar emoties/ gevoelens met mij deelde, ervoer ik dat vaak als een persoonlijke aanval. Dit resulteerde dan in een heftige explosie van boosheid van mijn kant, en dat is iets waar ik haar erg veel pijn mee heb gedaan. Zonder het te willen en vaak ook zonder me dat op dat moment bewust te zijn.

Tineke komt uit een gezin met een vader die zijn kinderen angst inboezemde, waardoor er thuis altijd een zekere mate van spanning was. En dankzij mij kwam die spanning van vroeger nu ineens tussen ons in te staan als we ruzie kregen.

Het was echt een “bijzondere” mix van de twee meest tegenstrijdige karakters die bij elkaar waren gebracht in een liefdesrelatie. Uit elkaar gaan was voor ons op dat moment geen optie. We besloten om met pastorale hulp en een relatietherapeut voor onze relatie te gaan knokken.

Wij wilden graag een gezin stichten met kinderen maar we raakten niet zwanger. Er was geen duidelijke medische reden te vinden voor het uitblijven van een zwangerschap. We besloten om medische hulp te zoeken en vele jaren van consultaties, onderzoeken en gesprekken volgden. En ja, wij hebben inmiddels twee prachtige kinderen van Hem gekregen.

Maar het hele proces van meer dan 5 jaar onzekerheid, het gevoel van “waarom overkomt dit ons?”, elke keer weer de spanning of het dan eindelijk deze keer gelukt was, dat hakte er emotioneel behoorlijk diep in.

Ook de onvrede die ik ervoer over mijn failliete onderneming bleef aanhouden. Ik had voor mijn gevoel gefaald. Hoe het voor mijn relatie met Tineke was zonder alle ruzies en alle materiële zaken die ik niet meer bezat, dat bleef maar aan mij trekken. Ik zocht allerlei uitvluchten door me in allerlei hobby’s te storten. Daar ging veel tijd en geld in zitten, maar het was een prima manier om mijn gevoelens van onrust te onderdrukken.

Ook kon ik maar niet aarden als werknemer bij een bedrijf. Ik was immers gewend om zelf de lijnen uit te zetten in plaats van orders te krijgen. Bij ieder bedrijf waar ik ging werken liep ik tegen van alles aan. Ik leerde heel snel, maar ik was ook weer snel uitgekeken en als de uitdaging weg was, dan werd ik weer rusteloos. Ik “hopte” dus van baan naar baan. Tot overmaat van ramp raakte ik binnen een jaar twee keer mijn baan kwijt door gedwongen ontslag. Dat knaagde nogal en ik voelde me eigenlijk wel mislukt.

En ongemerkt zat er steeds vaker iemand in mijn oor fluisteren: “Bob, ben jij wel een goede Christen?”.

En zo kwam ik uit bij een punt dat ik de controle volledig kwijt was, ik werd erg onzeker, durfde mij helemaal niet meer te uiten tegen mensen, ik was boos op alles en iedereen, en ik had zelfs de neiging om God de rug toe te keren. Ik wist simpelweg niet meer wie ik was…….

Ik moet eerlijk bekennen dat ik met lood in mijn schoenen een keer bij CR bent binnengelopen. CR was toch iets voor ‘losers’, watjes en zielige mensen? Het zal je duidelijk worden dat ik daar ondertussen wat anders over denk. Maar wat God in dat jaar voor mij heeft gedaan heeft tot rijke zegen geleid.

Ik heb langere tijd lief en leed gedeeld met een geweldige groep mannen. We hebben naar elkaar geluisterd, elkaar bemoedigd, soms elkaar ook gescherpt en met elkaar gebeden. En God heeft in die periode bij mij voor herstel gezorgd. En ik mocht ook waarnemen dat God zijn herstel werk deed in de levens van andere mensen… Het was genieten!

Ik heb tijdens het stappenproces in alle eerlijkheid mijn leven tegen het licht gehouden. Levens-inventarisatie noemen ze dat bij CR. En het was behoorlijk confronterend om alles wat ik al die jaren had weggestopt weer naar boven te halen.

Toen ik met CR begon, dacht ik dat mijn “pestverleden” de reden was van alle ontsporingen en blokkades. Maar na de enkele lessen over ontkenning en machteloosheid, kwam ik er achter dat het pesten niet de reden, maar juist de oorzaak was, waardoor er van alles in mijn leven verkeerd was gegaan. Het beeld wat ik had over mijn CR periode heb ik toen behoorlijk bij moeten stellen.

Het onderdeel “overgave” was voor mij een grote uitdaging. Want ik was een “trots” en “zelfstandig” individu . Ik had een flink ego. Waarom zou ik , iemand die zijn hele leven voor zichzelf had gezorgd, me er toe zetten om “het stuur” van mijn leven over te geven aan Jezus? Maar toen deze stap aan de orde was, was ik er helemaal klaar voor!

Dankzij CR heb ik in alle eerlijkheid, openheid en zonder schaamte durven kijken naar mijzelf. Alles heb ik uit mijn donkerste kamers gehaald om aan Jezus te laten zien en Hem de kans gegeven om mij te helpen met mijn herstel.

In de gesprekken die ik met mijn coach heb gehad, hebben we gesproken over mijn jeugd en over hoe het pesten mij gehard had en welk negatief effect dit had op mijn dagelijks leven.

En ja, natuurlijk als ik aan mijn jeugd terug denk ervaar ik nog steeds onprettige gevoelens. Want dat is en zal altijd een vervelende periode van mijn leven blijven. Maar ik heb mogen leren, dat ik vanuit genade leef in het hier en nu.

God is mij echt genadig geweest…. want Hij heeft mij de ruimte gegeven om mijn verleden te leren accepteren, die pestkoppen te vergeven en vooruit te kijken. Bovendien liet hij mij zien dat Hij mij wil gebruiken voor de toekomst. Mijn pijnlijke en negatieve ervaringen wil HIJ inzetten voor het doel wat HIJ voor ogen heeft met mijn leven. Dat is stap 12 van het programma, waar ik nu volop mee bezig ben.

Wat ik ook echt als een zegen ervaar is dat ik dankzij CR “sensoren” heb gekregen waardoor ik nu direct in de gaten heb wanneer het weer verkeerd dreigt te gaan. Want mijn herstelproces zal waarschijnlijk mijn hele leven gaan duren. Ik ervaar dit echt als een cadeautje van God waarmee ik mijzelf scherp kan houden. Dat had ik echt nodig!

Dankzij CR kunnen Tineke en ik eindelijk praten met elkaar zonder dat ik mij direct aangevallen voel en we kunnen nu gesprekken van hart tot hart met elkaar voeren. Het afgelopen jaar zijn we ook voor het eerst mee geweest als leiding tijdens een jonggehuwden weekend van onze kerk. Dus wij (die zoveel problemen hebben gehad) mogen nu met anderen delen vanuit onze ervaringen en wat er wellicht aan bijdraagt dat problemen in het huwelijk van een ander worden voorkomen.

In mijn werk en in de persoonlijke omgang met mensen heb ik dankzij CR meer rust gevonden. Waar ik voorheen altijd achterdochtig was als mensen met mij wilden praten, durf ik nu meer open en transparant te zijn. En ja, natuurlijk komt het nog wel eens voor dat ik een discussie heb. Maar in tegenstelling tot vroeger durf ik nu wel achteraf naar diegene toe te gaan en het uit te praten in plaats van mijn “trots” te laten bepalen wat ik doe.

Dus ja, mijn gevoel van minderwaardigheid, persoonlijk aangevallen voelen en de onzekerheid komen soms weer naar boven en dat is niet fijn. Maar ik heb nu de hulpmiddelen in handen die mij altijd kunnen helpen op die momenten als het wat minder met mij gaat.

Ter afsluiting wil ik een vers uit het bijbelboek Spreuken met jullie delen wat in een enkele zin samen vat waar mijn CR periode voor een groot deel om draaide.

Het is Spreuken 28 vers 13 en daar staat:

“Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen, maar wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving”.

Na mijn CR periode heeft onze coördinator mij gevraagd of ik CR- gespreksleider wilde worden. Van alles wat ik heb geleerd in mijn CR-periode zijn er twee dingen die ik graag met u wil delen en waar ik “mijn mannen” ook altijd toe uitdaag:

Als eerste: “Houd vol en betrek God in iedere stap die je neemt.
Als tweede: “Lees dagelijks Zijn Woord en wees trouw in je gebeden”.

Herstellen doe je niet eventjes; CR is geen marathon. Het gaat stapje voor stapje. Toen ik het zwaar had, heb ik zelfs op het punt gestaan om op te willen geven. En toen zei één van mijn open-deelgroepleiders tegen mij: “Bob, in het dal daar groeien de mooiste bloemen” en deze woorden heb ik voor altijd in mijn geheugen gegrift.
Want juist wanneer je het zwaar hebt geeft dit, wanneer je het toelaat, God de mogelijkheid om je te vormen en te veranderen naar het beeld wat Hij met jou voor ogen heeft.
Dank u dat u naar mijn Persoonlijk Verhaal hebt willen luisteren en aan Hem alle eer.

Herstellende van pestgedrag, pijn, verdriet, afwijzing en angst.

Mijn naam is Tamara*. De meesten kennen mij nu zo langzamer hand wel.
Ik ben opgegroeid in een disfunctioneel gezin en ben herstellende van pestgedrag, pijn, verdriet, afwijzing en angst.

Mijn kinderen leerde ik om dingen waar ze mee zaten niet in een dekenkist te gooien er op te gaan zitten.
Want er komt een moment dat je moet plassen. En dan ga je van de dekenkist af, floep open…. Nnneeee, nee alles er weer gauw in en er gauw weer op zitten.
Maar je wil er toch wel eens vanaf: om iets moois te zien en te ontspannen.
Tja.. en dat wil dan niet! Maar ondertussen zat ik zelf op die dekenkist en bleef er zelf nog wel het meest op zitten.

Als kind ben ik op de lagere school echt heel veel gepest. Ik werd vaak aan een boom vast gebonden en mijn rug werd blauw geslagen. Ik had geen vriendinnen en verjaardagsfeestjes waren voor mij niet weg gelegd. Daardoor werd ik een einzelgänger en voelde me afgewezen. Ik ben niks, ik zie er niet leuk uit, ik kan niks en ga zo maar door.
Die overtuiging beïnvloedde ook mijn school keuze…….

Tussen mijn ouders ging de relatie ook niet meer al te best. Ik werd tussen hen beiden als spreekbuis ingezet en liep van het hok(vader) naar de keuken (moeder) en weer terug.
Voor mij was flauwvallen de makkelijkste optie om aandacht te trekken. Mijn ouders waren dan lief voor elkaar en alle zorg en liefde was voor mij. (al deed ik dit toen der tijd zeker niet bewust)
Mijn moeder liet mij opnemen en ik belandde in de daaropvolgende jaren in diverse tehuizen, heb nachten in een isoleercel doorgebracht. Daar was het koud, stil en leeg.
Ik voelde me afgewezen door mijn moeder, weg gestopt.
Uiteindelijk heb ik mijn school niet afgemaakt. Opnieuw een bevestiging dat ik waardeloos was. Zie je wel, ik kan toch niks!
Ik verlegde mijn pijn en liet mij (achteraf) verleiden door valse liefde.

In mijn verkeringstijd ging ik dingen doen die ik voor mijn gevoel gemist had.
Ik dacht dat het bij het leven hoorde. Je moet het allemaal meegemaakt hebben.
Deze Liefde bestond uit seks, mannen en geld toe, hoe simpel kan het zijn.
Maar dit was valse liefde. Ik verloor mijn eigenwaarde steeds meer en meer.
Ik hield er andere normen en waarden op na, dan die ik diep van binnen had en van huis uit had meegekregen.
Inmiddels waren er kinderen en ik voelde me smerig.
Ik stopte met mijn activiteiten en verlegde weer mijn pijn, maar het hielp niet.

Wat een narigheid had ik mee gemaakt, dat waren Boek delen…… .
Ik ging op zoek naar ….. Naar iets…. God…. Er was voor mijn gevoel maar één weg: Bidden,…. God.
Ik kreeg een vriendin, kwam weer in de kerk, liet me dopen ..… en ging aarzelend naar Celebrate Recovery
Dit vond ik wel moeilijk, omdat ik wist dat er dan wat zou gebeuren. Als ik daaraan deel zou gaan nemen zou ik gaan veranderen was mijn overtuiging. (Die bleek later te kloppen )
Wilde ik dat wel; was het niet beter om alles weg te stoppen?
Maar toen….. wat was kinderen opvoeden moeilijk. Ik wilde ook mijn kinderen wegstoppen, ze waren onhandelbaar. Laat een ander het maar doen. Ik kan het niet.
Ik voelde weer wat ik vroeger voelde. Bang dat ik zou falen,….. Angst…. om afgewezen te worden… Steeds maar weer handelen uit angst…… En eigenlijk geen beslissingen durven te nemen. Bang dat het de verkeerde beslissingen zouden zijn.

Hoe moeilijk het ook was, ik koos er voor om mijn kinderen niet af te wijzen. Maar ze lief te hebben in voor- en tegenspoed en ze groot brengen samen met God, met God als Vader.
Soms als er iets mis ging met de kinderen (niet op bed willen)… dan bad ik tot God en zei ik: Heer:.. Treed u eens even op. Geef ze een schop onder de kont.. doe iets. Het moet nu gebeurd zijn…. En dan draaide ik me om en liet het aan God over. Niet zelden was het 10 minuten later stil; God trad op! . Wauww….Hij bestaat echt, hier kan ik niet tegen op.
Ik ben God hier heel dankbaar voor.

De kinderen die vroeger bij mij in de klas zaten, herken ik niet meer nu ze volwassen zijn. Ik heb ze verbannen uit mijn leven. Velen zijn nu ook vader en moeder en hebben zelfs kinderen op de school waar mijn kinderen naar school gaan. Ik loop ze straal voorbij, ik ken ze niet meer.
Kent u het programma nog: wie is mijn pester….(of zo iets……)
Nou, is niet voor mij weg gelegd… mooi niet.. Maar ik heb wel gebeden: God, waarom… ik begrijp het niet… … waarom,… waarom…. Zeiden ze maar sorry…..
Op een dag ben ik op de boerderij bij de paarden. Er komt een mevrouw met dochter binnen lopen. Haar dochtertje behoorde tot de poetsdames van de boerderij. De mevrouw was duidelijk haar moeder, die mij schaapachtig aan zat te kijken.
Ik klets honderd uit, ben spontaan…. niets vermoedend… Tot ze zei, wie ze was ……… ik stond stijf aan de grond genageld…… Slik…. Ik zei niks meer… en ging door met mijn werk.
Haar dochtertje mocht even pony rijden en ik hield toezicht….dus ging ik daar op een bankje zitten langs de bakrand. De moeder kwam naast me zitten….
Deze moeder had vroeger bij mij in de klas gezeten en was één van mijn voormalige pesters.
Ze zei:….... Het spijt mij zo voor wat wij jou hebben aangedaan…. Ik reageerde heel nors: Nou dank je wel…. Door jullie toedoen ben ik naar een verkeerde school gegaan. Jullie hebben mij ongekend pijn gedaan, wat ik nooit heb begrepen.
Ze vertelde haar verhaal : hoe dit tot stand was gekomen en hoe het van kwaad tot erger werd. En de hele klas ging hier in mee, bang voor die ene jongen.
Alles was te doen om mijn naam: …… Ze hadden me nog niet eens gezien, wisten niet wie ik was….. Maar de grondslag was gelegd. Ze vertelde ook dat ze mij wel eens bespioneerde als ik naar een paard ging.. Ze was jaloers, dat ik dat soort dingen deed. Ik had dit nooit gemerkt. Ze zag me later veel bij school staan en vertelde me dat er meer ouders bij stonden uit diezelfde periode. Ik zei haar die niet meer te herkennen. Ze vertelde me ook hoeveel verdriet zij hier van heeft gehad en dat ze bang was, mij dit nooit te kunnen vertellen. We hebben samen gehuild en ik heb haar een knuffel gegeven, en vertelt dat deze woorden mij zo goed doen, dat het voor alle anderen er niet meer toe doet en ik heb het haar vergeven.
Terwijl ik de principes van CR leerde, kwam ik gaandeweg verder in mijn herstel proces.
Het was niet altijd makkelijk; het invullen van de vragen in de deelnemersgidsen was emotioneel gezien soms best pittig.
En ik voelde dat ik mijn vieze kleren uit moest trekken en mijn schaamte kwijt moest raken.
Mijn pijn en verdriet, mijn afwijzing, mijn angst.
Alhoewel ik nooit mijn narigheid aan de grote klok durfde te hangen vond ik het niet moeilijk om de dingen aan God te vertellen. Ook had ik een coach gevonden waar ik mee durfde te spreken.
Maar ondanks dat, bleven er dingen op mijn lippen liggen. Die ik nog niet durfde te delen,,
Er was nog maar één persoon waar ik het aan zou durven te vertellen; mijn vriendin.
En dat heb ik gedaan. Wat heb ik jammerlijk gehuild…. Wat voelde ik opnieuw die pijn.
Het koste me een dag om mijn lippen te legen. En na afloop zei ik huilend…. Nu wil je zeker niet langer mijn vriendinnetje zijn. Maar die afwijzing kwam er gelukkig niet.
Ze was juist blij,…. En ze drukte dat met warme woorden uit: nu begrijp ik je gewoon veel beter….
Wauw, Wat een liefde heeft zij voor mij….

Ik heb mij altijd vast gehouden aan de Bijbeltekst 1 Kor 10: 13
Het gaat over beproeving en hoeveel je aan kunt:
De beproevingen die u hebt ondergaan, zijn niet ongewoon. God is trouw. Hij zal ervoor zorgen dat de beproevingen u niet te veel worden. Hij zal ook een uitweg uit de beproevingen geven, zodat u er tegen opgewassen bent.

Laatst hoorde ik een studie over Passie.
En ik kreeg het op mijn hart om meer met Coachen te gaan doen.
Paarden coachen, mensen coachen het maakt allemaal niet uit. Het komt voor een deel op het zelfde neer.
Hoe dit een invulling gaat krijgen laat ik aan God over.

Bij CR heb ik de tools geleerd, hoe ik beter met moeilijke situaties om kan gaan. Het was geen gemakkelijk proces, soms heb ik geneigd om te stoppen. Maar wat ben ik blij dat ik dat niet heb gedaan. Het zou me opnieuw tot een looser hebben gemaakt. En nu merk ik, dat ik verder kan met mijn leven. Ik leef vanuit Gods Kracht en wil dienen vanuit mijn ervaring.
Dat is de laatste van de 12 stappen…

Laatst las ik ergens iets waarbij het coachen opnieuw volop aan bod kwam
Het leek wel een bevestiging. Ik wil dan ook graag een coach zijn voor nieuwe deelnemers aan CR. Ik ben dankbaar dat ik deze genade van God mag ontvangen.
Mijn blijdschap, mijn vreugde, mijn geluk, dat is allemaal gebaseerd op Gods passie voor mij!

Ik wil iedereen bedanken die dit CR programma mogelijk hebben gemaakt.
Ik wil mijn Coach bedanken voor het geduld en liefde die ze voor mij had tijdens dit proces.

En ik wil eindigen met een zelfbedachte vraag zoals ook elk hoofdstuk in de uittrekselmap eindigt: Ik heb zelf ontdekt, wanneer ik niet meer kan, dat God het dan overneemt. Hoe ervaren jullie dat?

*Tamara is een gefingeerde naam

Hersteld van een game verslaving, schuld- en schaamtegevoelens, perfectionisme en codependency

Hallo, ik ben Carla,
Ik ben een kind van God en ik ben hersteld van een game verslaving, schuld- en schaamtegevoelens, perfectionisme en codependency.

Ik heb het programma van Celebrate Recovery zelfs twee keer doorlopen. De eerste keer was in 2013 en daar vertel ik straks wat meer over. De tweede keer was in 2015-2016. De aanleiding om voor de tweede keer naar CR te gaan was mijn verslaving aan een online spel. Ik speelde dat spel van 2011 tot halverwege 2016. Het was eigenlijk niet alleen een spel; het was ook een community waar je met elkaar kon chatten en je in groepen kon verenigen. Ik heb daar veel vrienden gemaakt. Soms bracht ik wel 5 uur per dag online door met chatten met deze virtuele vrienden. Ik leidde zelf ook een chatgroep. Maar ik ging hoe langer hoe duidelijker voelen dat ik dit spel gebruikte om weg te lopen voor de realiteit van het echte leven. De verslaving aan dit spel was niet het echte probleem. Het was meer een symptoom. Een manier van omgaan met - en proberen te vermijden van- dieperliggende pijn.

Toen ik twee jaar was kwam mijn moeder tot geloof. Sindsdien ben ik christelijk opgevoed. Daar ben ik nog altijd dankbaar voor. Toen ik acht jaar was heb ik zelf mijn hart aan de Heer gegeven.

Ik ben opgegroeid in een emotioneel instabiel gezin. Zowel in mijn eigen gezin als in mijn familie komen veel mensen voor die kampen met psychiatrische problemen. Daarnaast was er in voorgaande generaties sprake van seksueel misbruik en mishandeling. Ook hebben familieleden zich ingelaten met de occulte wereld. Het fijne weet ik daar niet precies van, maar ik heb het wel van meerdere kanten gehoord. Deze voorgeschiedenis heeft mij opgezadeld met een kwetsbaarheid voor seksuele en occulte problemen. We hebben het hier over hetzelfde mechanisme waardoor wij allemaal leven in een gebroken schepping. De consequenties van de zonde van Adam zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar in ons leven. De consequenties van de fouten die mijn familie maakten op seksueel en occult gebied, hebben mij extra kwetsbaar gemaakt. Juist op deze terreinen was ik gevoelig voor misleiding en ben ik daarom ook gevallen voor de zonde. Bijvoorbeeld: Toen ik een jaar of negen was heb ik drie keer hardop aan satan gevraagd om over mij te komen. Ik schrok me rot en direct daarna zei ik: “Jezus, nee!, Dit wil ik niet”. Maar ik heb me van jongsaf aan altijd aangetrokken gevoeld tot de duisternis en was erdoor gefascineerd. Ik besefte heel goed dat het gevaarlijk was om me daarmee in te laten. Ik was er bang voor en hield me er dus verre van. Ik zat ook vast in seksuele zelfbevrediging en voelde me aangetrokken door seks, seksueel geweld en mishandeling. Dit alles maakte dat ik me altijd schuldig en vies voelde.

De instabiliteit in mijn ouderlijk huis uitte zich in veelvuldige en langdurige ruzies in huis waar ik getuige van was. Talloze keren zat ik op mijn kamer en luisterde naar het geschreeuw. Ik probeerde me altijd zo goed mogelijk te gedragen, zodat ik niet zelf in eindeloze ruzies terechtkwam. Ik ontwikkelde een zeer sterk normbesef, geweten en intuïtie. Uiteindelijk werd ik totaal afhankelijk van de goedkeuring van mijn moeder. Dat was dus echt codependent gedrag. Maar de eerlijkheid gebiedt me ook te zeggen dat er toch ook veel liefde was in ons ouderlijk huis. Mijn ouders hebben ook heel veel dingen wel goed gedaan. Maar de stemming kon zomaar omslaan. Ik leerde daarop te anticiperen en ik liep vaak op mijn tenen, letterlijk en figuurlijk.

Zo lang ik me kan herinneren had ik last van schuldgevoelens. Ik had altijd wel iets in gedachten wat ik verkeerd had gedaan en waarvan ik vond dat ik het in orde moest maken. Ik voelde me dan gedrongen tegen de betreffende persoon te gaan vertellen wat ik gedaan had. Bijvoorbeeld als ik onaardig was geweest of als ik een seksuele gedachte had gehad over iemand. Dat 'in orde maken' voelde als een enorm zware last en dus probeerde ik om kost wat kost te vermijden dat ik ergens schuld aan had. Dit resulteerde in extreem perfectionistisch gedrag en in afhankelijkheid van anderen. De mensen om mij heen moesten mij dan gerust stellen dat ik echt niets verkeerd had gedaan, of dat het niet zo erg was, of dat het begrijpelijk was dat ik dat gedaan had. Ik ging steeds meer bevestiging vragen en werd onrustig en bang als ik die niet kreeg.

Maar de geruststelling was altijd maar van korte duur. Elke keer opnieuw bleven er nieuwe dingen in mijn gedachten komen die ik niet goed had gedaan. In mijn tienertijd ging ik hier zo aan onderdoor dat ik depressief werd. Natuurlijk had dit ook te maken met de emotionele instabiliteit in ons gezin die nog steeds voortduurde. Het duurde vijf jaar voordat ik hier hulp voor ging zoeken. Het heeft zo lang geduurd, omdat ik vond dat ik me niet aan moest stellen en gewoon wat beter mijn best moet doen. Andere mensen hadden immers veel ergere problemen?. Ik hield me voor dat ik al mijn problemen verzon om aandacht te vragen. Daarnaast was ik toch christen. Dan moest ik toch ook weten hoe ik daar allemaal mee om moest gaan? Ik mócht niet depressief zijn, God had mij toch immers gered? Pas toen ik huilend aan mijn moeder vertelde dat ik hoopte dat Jezus snel terug zou komen omdat ik er niet meer wilde zijn, kwam er verandering. Mijn moeder had een ingang gevonden om met me te bespreken dat ik hulp nodig had. Ook zij had al die tijd niet opgemerkt dat het met mij veel erger was, dan alleen de werkdruk op school, vermoeidheid en wat perfectionisme.

Ondanks een lang traject van gesprekken, raakte ik mijn perfectionisme niet kwijt en bleef ik zeer hoge eisen aan mezelf stellen. De gesprekken hielpen wel om een groot deel van de pijn te verwerken die ik thuis had opgelopen. Ik was in die tijd ook in staat om mijn moeder te vergeven voor de fouten in de opvoeding. Maar ik bleef dus nog steeds gebukt gaan onder gevoelens van schuld, schaamte en falen. Ik werd voortgejaagd door mijn misvormde geweten en ik was nog steeds van mening dat dit volkomen normaal was. En dat het aan mijzelf lag, dat ik daar zo onder leed. Ik was overtuigd dat er vast iets fundamenteel mis was met mij als persoon. Ik was nog steeds afhankelijk van andere mensen. Zij moesten mij continu bevestigen dat ik wél de moeite waard was en dat ik geen slecht persoon was.

Ondertussen worstelde ik mij door mijn studie geneeskunde heen. Ik was begonnen met verpleegkunde omdat ik dacht dat geneeskunde te hoog gegrepen was voor mij, maar al snel begon ik me daar te vervelen en heb ik de overstap gemaakt. Ik vond namelijk ook dat ik mijn talenten moest gebruiken. Ik vond de opleiding heerlijk, maar ook verschrikkelijk zwaar vanwege het extreme perfectionisme waar ik nog steeds mee worstelde. Maar elke keer als ik volledig dreigde vast te lopen, was het blok of de stage van dat moment weer voorbij en kon ik op een andere afdeling weer opnieuw beginnen. Na mijn opleiding ging ik aan het werk, maar al snel bleek ik niet in staat om goed te functioneren. Ik bleef maar controleren of ik alles wel goed gedaan had en ik kreeg smetvrees. Ik heb toen opnieuw hulp gezocht om nu eindelijk eens af te rekenen met dat perfectionisme. De psycholoog stelde vast dat perfectionisme niet het enige probleem was. Er bleek ook sprake te zijn van een angst/dwangstoornis. Dit is een psychiatrische aandoening waarbij je geregeerd wordt door angst en alles doet om die angst binnen de perken te houden. Je ziet verstandelijk wel in dat je angsten volledig ongegrond zijn, maar het lukt je niet om ze uit je gedachten- of gevoelsleven te bannen. Ik was bijvoorbeeld vaak bang dat ik ziek zou worden van eten of dat ik zelf een ernstige ziekte had en anderen ziek zou maken. Ik heb nog geprobeerd om aan het werk te blijven, maar dat lukte niet meer. Uiteindelijk kon ik helemaal niet meer functioneren en was de hele dag bezig om de angst binnen de perken te houden. Ik kwam totaal kapot van de stress en de angst thuis te zitten en ik werd doorverwezen naar het academisch ziekenhuis. Er volgden vier maanden dagbehandeling en ik kreeg medicatie. Dat heeft heel veel opgeleverd, omdat ik eindelijk kon accepteren dat er sprake was van een verkeerde ontwikkeling in mijn kindertijd en een disbalans van stofjes in mijn hoofd. Ik bleek gewoon ziek te zijn! Door de medicijnen en verschillende therapieën werd het mogelijk om redelijk vrij van angst en schuld te leven, maar tot op de dag van vandaag is mijn leven behoorlijk prikkelarm. Teveel druk en teveel verantwoordelijkheden maken me te kwetsbaar en laten de symptomen terugkeren. Terugkeer naar mijn werk als arts bleek niet mogelijk. Het lukte wel om ander werk te gaan doen en ik begon een bedrijfje als boekvertaler wat met vallen en opstaan best goed loopt. Ik vind het zo bijzonder om te zien hoe God me op dit werk heeft voorbereid. Hij heeft mij namelijk een voorliefde en talent gegeven voor de Engelse taal. Er gingen zoveel deuren open toen ik voorzichtig een eerste poging waagde om als vertaler aan de slag te gaan. En als ik kijk naar mijn huidige opdracht gever, zie ik hoe God daar al twintig jaar geleden de basis voor legde door mij toen boeken te laten lezen over het onderwijs dat ik nu vertaal. Daarnaast is mijn medische achtergrond ook al reden geweest voor uitgevers om juist mij te vragen voor een vertaling. Vrijwel alle boeken die ik op mijn bureau krijg, leveren een grote bijdrage aan mijn geestelijke groei als discipel en kind van God. Ik zie dit als één van mijn grootste zegeningen en bewijs van Gods liefdevolle zorg voor mij. Hij was degene die dit plan bedacht en het past helemaal bij mij.

Ik was aan het eind van mijn opleiding getrouwd en vier jaar na ons trouwen was ik zo stabiel dat we het aandurfden om kinderen te krijgen. Onze zoon werd geboren. Het leven was rustig, stabiel en hanteerbaar. Toen werd ons tweede kindje geboren en ze was nog geen twee weken oud toen onze relatie op scherp kwam te staan. Mijn man bleek gevallen te zijn voor de verleiding van internetporno. We hebben direct hulp gezocht en via onze kringleider en zorgcoördinator kwamen we terecht bij Celebrate Recovery. Ik wist al van het bestaan van dit programma en wist dus dat we hier best wel eens op onze plek zouden kunnen zijn. Want we wilden graag afrekenen met het verleden en loskomen van verslavingsachtige patronen in ons leven. Naast mijn huwelijk had ik nog een andere belangrijke relatie verwaarloosd en dat was mijn relatie met God. Sinds mijn huwelijk las ik eigenlijk geen Bijbel meer en bad ik ook niet echt meer. Ik ging wel naar de kerk, geloofde nog steeds in God en zag absoluut tekenen van Zijn aanwezigheid in mijn leven. Maar daarnaast voelde ik me meestal alleen maar schuldig naar God toe, omdat ik dus niet groeide in mijn relatie met Hem. Daarnaast nam ik Hem ook veel kwalijk. Ik had immers niet gevraagd om de problemen waar ik mee geconfronteerd werd. Wanneer ging Hij daar nu eindelijk eens wat aan doen? Riep ik soms niet hard genoeg om hulp? Ik ging deelnemen aan CR met een soort ultimatum aan God. Als U nu niets doet dan geef ik het op. Eigenlijk verwachtte ik niets. Ik hoopte alleen maar dat God nu eindelijk eens zou ingrijpen in mijn rottige leven.

In CR kwam ik eerlijk gezegd niet verder dan de eerste stap, namelijk erkennen dat ik het leven en de problemen die daar bij horen, niet in mijn eentje kan hanteren. Ik heb toen al getuigd over de enorme bevrijding die dat opleverde. Door omstandigheden heb ik CR toen niet afgemaakt. Onze dochter was nog maar vier maanden en het was gewoon teveel. Maar ik was al heel tevreden met het resultaat van Stap 1. Mijn echtgenoot maakte het af en met Gods hulp rekende hij in één klap af met zijn porno verslaving. Tot op de dag van vandaag is hij er vrij van en mijn vertrouwen in hem is daarin volledig hersteld.

Twee en een half jaar gingen voorbij. Ons huwelijk kabbelde een beetje voort en mijn relatie met God bleef eigenlijk wat het was. Maar innerlijk trok ik me steeds verder terug en bracht dus steeds meer tijd door in de virtuele wereld van het online spel, waar ik al eerder over heb gesproken. Ik chatte daar met andere spelers en langzaam maar zeker werd ik daar populair en geliefd en vond dus de bevestiging waar ik zo naar zocht. Toch voelde ik me ook al die tijd schuldig en probeerde minder tijd online te zijn, maar het lukte niet. Ook mijn relatie met God voldeed niet aan mijn eisen en verwachtingen. Uiterlijk leek het rustig, maar diep van binnen voelde ik me steeds leger en leger worden.

Eind september besloot ik dat het zo niet langer kon en dat ik mijn verslaving aan het online spel moest gaan aanpakken. Zo doorgaan was geen optie. Mijn tijdrovende verslaving ging ten koste van mijn huwelijk, mijn kinderen en andere relaties. Trillend stond ik bij het gebedsteam om te vertellen dat ik terug wilde naar CR. Ik werd gelukkig met open armen ontvangen.

Nog geen 24 uur later kwam ik in een zeer diepe depressieve episode terecht. Ik werd ontzettend wanhopig. Ineens drong tot me door hoe intens eenzaam ik was. Ik heb het uitgeschreeuwd op een christelijk forum en daar maakte iemand de volgende opmerking: Hef je lege handen op naar God en vraag aan Hem waarmee ze gevuld moeten worden. Nadat ik dat gelezen had, moest ik in de auto stappen om mijn zoon op te halen. De radio staat altijd op Groot Nieuws en de eerste zin van het eerste lied dat erop kwam was: “Ik kom met lege handen bij U. Ik heb helemaal niets te geven.” En zo ging het elke dag! Voortdurend kwamen er liedjes op de radio die precies omschreven wat ik voelde. Liedjes die precies gelijk liepen met de dingen die ik leerde en de voorzichtige stapjes die ik zette. Ik begon deze liedjes te verzamelen in een afspeellijst en luisterde daar naar zo vaak ik maar kon, maar met name voor ik ging slapen. Hierdoor en omdat er iemand was die mij voortdurend op Jezus bleef wijzen, lukte het mij om overeind te blijven. Voor het eerst begreep ik wat het betekent om je blik alleen maar op Jezus gericht te houden. Dagen gingen voorbij dat ik niets anders kon bidden dan: ‘Jezus, help mij, ik kan dit niet.’ En toen werd mij duidelijk dat God mij al die jaren niet heeft losgelaten en dat ik toch gegroeid was gedurende al die tijd. Ineens zag ik hoe Stap 1 niet alleen betekent dat ik het niet zelf hoef te kunnen. Het betekent ook dat ik het dus volledig van Hem mag verwachten. Voor het eerst stond ik mezelf toe om het totaal op te geven en tot mijn verrassing resulteerde dat niet in wanhoop, maar in een rotsvast vertrouwen dat God de controle heeft. (Dat legde de basis voor Stap drie waar ik mij opnieuw volledig overgaf aan God. Dat is overigens geen eenmalige keus. Keer op keer merk ik dat ik terug keer naar deze Stap, maar nu zonder veroordeling of schuldgevoel)

Ik bleef dus overeind, ondanks het feit dat de storm nog steeds tekeer ging. Ik besefte heel goed dat dit niet zomaar een depressieve episode was, zoals ik die wel vaker meemaak. Dit was een regelrechte aanval van satan om mij weg te houden van CR. Maar in plaats van erdoor overweldigd te worden, kwam er een diep besef dat ik dus de goede kant op ging! Satan gaat nooit zomaar zonder reden een gevecht aan. Hij zag hoe ik terugkeerde naar het kruis van Jezus en probeerde daar een stokje voor te steken. Maar het werkte averechts! Hoe heftiger de storm werd, hoe meer ik leerde dat ik werkelijk niets van mezelf of anderen kan en hoef te verwachten en ik alleen maar mijn blik op Jezus gericht hoefde te houden. Ik ervoer een enorme honger en dorst naar meer van Jezus. Alles wat ik ooit geprobeerd had op eigen houtje te doen, ging ik in dat licht zien. Alles in mij was gefocust geweest op geliefd en aanvaard worden. Ik wilde zo graag waardevol zijn. Alle manieren die ik daarvoor gebruikt heb, hoe goed en christelijk misschien ook, kregen dat niet voor elkaar. Eindelijk begreep ik tot op de bodem van mijn ziel dat Jezus echt het antwoord is. En begon in te zien dat Hij de vervulling wil zijn en kan zijn van al mijn diepste verlangens (Rom 12:2). Ik had geen idee hoe ik de volgende stappen zou moeten doen of wat God verder nog allemaal aan het licht zou gaan brengen of me zou gaan leren. Maar voor het eerst was ik daar niet bang meer voor en had ik ook niet de behoefte om dat onder controle te houden. God had een proces op gang gebracht dat echt helemaal door Hem geleid en uitgevoerd werd. Het enige dat ik hoefde te doen was mijn hart openen en Zijn Heilige Geest aan het werk te laten gaan.

Opnieuw zette ik Stap 1; maar dit keer volledig en diep doorleeft.

Ik stopte met het ontkennen en weglopen voor de pijn en begon met het erkennen van mijn machteloosheid om het zelf op te lossen.

Ik ging ontdekken dat de pijn die ik meedroeg, meerdere lagen had.

1. De pijn van mijn zondige aard waardoor ik niet in staat ben om op eigen houtje een zuiver en goed leven te leiden. Ja, ik geloofde in vergeving (Ik was immers echt een wederom geboren christen) maar gaf God geen toegang tot de schuld en de schaamte over mijn verleden en alle dingen die ik verkeerd had gedaan. Die bleef ik zélf met me meedragen en probeerde daar op allerlei manieren vanaf te komen. Dat leidde tot allemaal laagjes nieuwe pijn die bovenop dit fundament gestapeld werden.

2. Ik gebruikte namelijk allerlei ineffectieve manieren om van die basispijn af te komen, van het online spel, tot shoppen, tot mezelf terugtrekken uit belangrijke relaties of juist totaal afhankelijk maken van de goedkeuring van anderen. Allemaal leverden ze hun eigen pijn en moeite op, Niet alleen voor mij maar ook voor anderen. Ik deed hen pijn met mijn falende overlevingsmechanismen.

3. Daarnaast maakten anderen mensen in mijn leven armzalige keuzes waardoor ik pijn ondervond. Ja - ik had die mensen vergeven - , maar wéér had ik God nooit toegelaten om de pijn echt te genezen. Ik heb al die tijd geprobeerd om dat zelf te hanteren en een plekje te geven. Ik dacht dat ik faalde als ik hier pijn van ervoer. Ik was toch immers christen, dan weet je toch perfect hoe je daarmee om moet gaan?

4. Tot slot moest ik leven met de pijn en de last van de depressie en de dwangstoornis. Ze zijn het gevolg van de gebroken schepping en wat heb ik het daar moeilijk mee gehad!

De pijn was helder, tot aan de allerdiepste wortel en ik loop er niet meer voor weg. Mijn onmacht is helder en ik heb het opgegeven om het zelf (dus zonder God) te proberen op te lossen. Ik dacht altijd dat ik dit zelf moest kunnen, nu zie ik dat ik dat helemaal niet kan en dat het ook nooit de bedoeling is geweest dat ik dat in mijn eentje doe. Het is geen falen, het is de realiteit! Ik hoef het niet zelf te doen.

Stap 2 zegt dat ik oprecht geloof dat God bestaat en echt in mij geïnteresseerd is en de kracht heeft om mijn leven te veranderen.

Ik begon te beseffen dat hier het één en ander aan schortte en dat ik daarom eigenlijk nooit meer verder gegroeid was in mijn geloof. Al die jaren heb ik met mijn verstand geloofd dat God van me houdt. Met mijn mond heb ik beleden wat de kern van het Evangelie is, maar ineens ging ik zien dat het nooit tot op de bodem van mijn hart was doorgedrongen of dat ik dat besef volledig was kwijtgeraakt. Eigenlijk wist ik al heel lang hoe dat kwam. De banden uit voorgaande generaties en de fouten die ik op die gebieden zelf ook gemaakt had (occult en seksueel) stonden in de weg. Ik besloot om daar eindelijk voor eens en voor altijd mee af te rekenen. Ik ben naar onze zorgcoördinator gegaan en samen hebben we deze banden met het verleden verbroken die mij het zicht op Gods liefde ontnamen.

Daarnaast bracht God aan het licht dat ik Zijn genade eigenlijk nooit volledig begrepen heb en om stap 3 (Totale overgave aan God) echt te kunnen zetten, wilde ik daar meer over weten en schafte cursus materiaal aan dat helemaal gericht is op het doorgronden van Gods genade. Alles wat ik daarin lees, heb ik inderdaad altijd met mijn verstand geweten en beleden, maar nooit volledig met mijn hart omarmd. Ik ontdekte dat schuld een term uit de rechtspraak is. Schuld gaat over je daden en schuldgevoel dus ook. – Ja- ik heb fouten gemaakt en – ja- ik stond dus inderdaad schuldig tegenover God, maar op het moment dat Christus stierf , heeft Hij de hele straf voldaan. Daarmee werd ik onschuldig verklaard en was er dus geen reden meer om mij schuldig te voelen over mijn fouten. Vergeven is vergeven en echt helemaal weg. Het bestaat niet meer. Precies één van de dingen waar ik dus zo hevig naar verlangde.

Bleef de schaamte over. Ik leerde dat schaamte iets zegt over wie je bent als persoon (en niet zozeer wat je gedaan hebt). Het is het gevoel dat er iets fundamenteels mis is, met mij als persoon. Maar Christus bleef niet dood, hij werd weer levend. Ik ben met Hem gestorven (eind van de schuld) maar ook met hem opgestaan. En niet zomaar opgestaan, maar als een compleet nieuw mens met een compleet nieuwe identiteit. Helemaal zonder gebreken en met de identiteit van Christus. Helemaal niets op aan te merken! En dus helemaal niets om je voor te schamen. In een klap beide kernpunten van mijn aller diepste pijn volledig weggevaagd!

Dit is waar ik nu ben en ik ben totaal verbijsterd over het proces dat God op gang gebracht heeft en de rust en de vrede die ik ervaar. Het enige dat ik deed was tot op de bodem van mijn bestaan bereid zijn om Hem het werk te laten doen en Hij doet het!

Mijn grootste angst was Stap 4. Het opmaken van de balans van je leven en vaststellen waar je het eventueel met anderen in orde moet maken. Doodeng vond ik dat. Dat was immers wat ik mijn hele leven al had proberen te vermijden. Maar nu zie ik het juist als een belofte van nog meer herstel en ik ben niet meer bang, God heeft immers alles onder controle.

God is aan het werk op het diepste niveau van mijn pijn en eenzaamheid en nu al heeft het effect op alle lagen erboven! Maar eerst moest ik volledig teruggeworpen worden op Jezus zelf en leren om in Hem ten diepste de vervulling van elk hartsverlangen te zoeken. De wanhopige fase van depressie waarin ik geen coach had en me niet mocht vastklampen aan mijn tijdelijke coach (het was een man) hebben me dit geleerd. Ik had nooit verwacht dat ik het ooit zou zeggen, maar wanhoop kan echt een godsgeschenk zijn!

Langzaam maar zeker begin ik een juist Vaderbeeld van God te ontwikkelen.
Langzaam begin ik alle leugens die ik geloofd heb te doorzien en te vervangen door Gods waarheid.

Langzaam begint zich een totaal nieuw zelfbeeld te vormen waarbij ik niet meer afhankelijk ben van de goedkeuring of geruststelling van anderen. Ik hoef niet mijn uiterste best te doen om positiever over mijn oude ik te denken, ik mag gaan leven vanuit mijn nieuwe identiteit.

Er was een zin in de CR boekjes die mij erdoorheen heeft gesleept en dat is deze:
‘Don’t stop untill the miracle happens’. Dat betekent: stop nooit voordat je het wonder ziet gebeuren!

Dank je wel dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen!

Hersteld van de worsteling met afwijzing, de gevolgen van opgroeien in een disfunctioneel gezin en seksueel misbruik

Hallo, ik ben Jordy; een gelovige die is hersteld van de worsteling met afwijzing, de gevolgen van opgroeien in een disfunctioneel gezin en seksueel misbruik. Ik vind het fijn om mijn verhaal met jullie te mogen delen.
Ik ben geboren in 1961 en groeide op in Bunschoten Spakenburg, in een nieuwbouwwijk van dit uitermate christelijke dorp. Ik ben geboren als oudste van 3 kinderen. Mijn ouders kregen daarna nog twee jongens. Dat betekent dus dat ik twee broers heb. Ik denk dat je als kind altijd de situatie thuis ‘normaal’ vind. Je hebt immers geen ander referentiekader. Ik was me er op dat moment dus niet van bewust dat wij niet zo normaal waren. Maar achteraf bleek ik deel uit te maken van toch wel een hele bijzondere, misschien zelfs wel rare familie. Om het in formele termen te zeggen: het was een disfunctioneel gezin.
Mijn vroegste herinneringen aan mijn kindertijd zijn dat ik me niet erg gelukkig voelde. Mijn moeder was een gokverslaafde. Niet dat ze in casino’s zat, of uren achter de computer. Ook dat niet, want een computer hadden we niet. Maar ook in die tijd was er lotto, Toto, staatsloterij en kon je al bij de sigarenboer lootjes kopen voor van alles en nog wat. Daar ging heel wat geld in zitten, maar dat realiseerde ik me toen nog niet. Ik denk achteraf dat mijn vader daar ook niet gelukkig mee was, maar er was eigenlijk ook nooit ruzie over. Mijn vader wilde eigenlijk zo rustig mogelijk leven en hij trok zich terug uit het gezin. Hij had een rustig karakter, en was zeer regelmatig. Wat ik me kan herinneren was dat hij bijna elke avond zo rond 21:00 uur het huis uitstapte om (zoals hij zei) een gezellig potje bier te drinken in de kroeg. Mijn positieve herinneringen over mijn vader betreffen die keren dat ik op zijn knie mocht zitten als hij mij voorlas uit een kinderboekje. Dan fluisterde hij mij ook wel eens in: ik hou van je, mijn kleine jongen. Zulke positieve en liefdevolle woorden heb ik mijn moeder nooit horen zeggen. Ik kan me niet herinneren dat zij ooit haar liefde voor mij heeft uitgesproken. Wat ik wel kan herinneren was dat ze er in een boze bui eens heeft uitgegooid dat ze eigenlijk nooit kinderen had gewild. Mijn oma vertelde me dan ook vele malen dat we de kinderen van mijn vader waren. Ik denk dat ik toen de betekenis daarvan nog niet zo goed begreep. Dat was toch iedereen? Later begon ik te begrijpen en te ontdekken dat ze daarmee bedoelde dat ik eigenlijk ten diepste één ouder had en dat was mijn vader. Maar ook in die tijd zorgde het wel voor een stukje verwarring en pijn.

Als ik iets verkeerd gedaan had strafte mijn moeder mij, in mijn beleving, buitensporig hard. Ik denk dat ouders die dat nu zouden doen waarschijnlijk uit hun ouderlijke macht zouden worden ontheven wegens kindermishandeling. Ik werd ook emotioneel mishandeld. Woorden die ik hier niet wil herhalen, vielen mij regelmatig ten deel. En ik wist eigenlijk niet wat ik daarmee aan moest. Moeder had in mijn kindertijd ook bovenmatig veel belangstelling voor de inhoud van mijn onderbroek. Tot aan het einde van de basisschool kwam ze regelmatig in de douche controleren of ik me wel goed waste. En dan werden de intieme delen extra goed gecontroleerd. Achteraf denk ik dat ze daarmee door is gegaan tot ik in haar bijzijn mijn eerste zaadlozing had. Toen stopte het langzamerhand. Ik denk dat ik toen 11 of bijna 12 jaar was. Was het seksueel misbruik? Ik weet het niet maar ik denk dat het wel van negatieve invloed is geweest op mijn emotionele- en mijn gevoelsleven.
Zowel het verbale geweld als het fysieke misbruik vond altijd plaats op het moment dat mijn vader aan het werk was. Ik vertelde hem er eigenlijk nooit over. En liet alles gelaten over me heen komen.
Al rond mijn zevende/achtste levensjaar moet ik verplicht allerlei taken in huis doen: schoonmaken, eenvoudige boodschappen op de hoek van de straat, huishoudelijk werk. Op zich niks mis mee, maar de wijze waarop zij dat aan mij opdrong, heb ik als bedreigend ervaren. Ik was achteraf gezien altijd onbewust aan het uitzoeken in wat voor soort stemming ze was. Meestal was dat een negatieve stemming. Ik kan me nauwelijks herinneren dat ik ook maar één keer waardering of een compliment van haar heb gekregen. Haar standaard reactie was bijna altijd dat ik het niet goed had gedaan. Afwijzing dus.
Mijn broers en ik schelen allemaal anderhalf jaar. Mijn jongste broer is dus drie jaar jonger dan ik. Toen zij seksuele spelletjes begonnen te ontdekken, dwongen ze mij om mee te spelen. Misschien klinkt het gek dat je als oudste broer wordt gedwongen door je twee jongere broertjes, maar zo was het nou eenmaal. Misschien was dat in die tijd ook wel een probleem van mij: ik liet heel veel dingen gelaten over me heen komen. Ik was apathisch en toen kende ik het woord assertief nog niet, maar als ik het wel gekend zou hebben, zou ik wel durven hebben vaststellen dat ik dat totaal niet was.
Omdat ik niet mijn eigen grenzen durfde te stellen (had ik eigenlijk wel grenzen?) werd ik het doel van hun seksuele spelletjes. Het ging van kwaad tot erger toen één van mijn broers me verraadde door kinderen in zijn klas te vertellen wat we met elkaar deden. Dat was al gauw “het geheim van het schoolplein”. Ik begon me goedkoop en vies te voelen !! Ik werd een schichtig, verlegen jongetje wat zich het liefst op de achtergrond bewoog. Geen aandacht trekken. Ik vertrouwde eigenlijk niemand meer. Niet binnen ons gezin en ook niet daarbuiten.

Eén van mijn broers werd op een bepaald moment bij een vriendje waar hij speelde, naar huis teruggestuurd. Hij mocht daar nooit meer binnenkomen in het huis van die vriend. Hij was toen nog maar acht of negen jaar. Ik kreeg te horen dat de reden was dat hij in dat huis niet meer te hanteren was. De moeder van die vriend had hem diverse keren gewaarschuwd, maar hij wilde niet luisteren. Wat hij gedaan had weet ik niet, daar kan ik alleen maar naar raden. Ik werd angstig. En ik leefde in voortdurende angst dat ik ook weggestuurd zou worden. Door wie, dat wist ik eigenlijk niet. Maar langzamerhand begon ik wel te ontdekken dat wat er in ons huis gebeurde in ieder geval niet de goedkeuring kon hebben van de buitenwereld. Of mijn vader weet heeft gehad van het seksueel misbruik ben ik nooit te weten gekomen. Hij is redelijk jong gestorven.

Het was in die tijd wel zo dat mijn moeder steeds een appel deed op mijn zwijgzaamheid. Denk erom dat je nooit spreekt over wat er hier in huis gebeurt. Denk altijd na over wat de buren zouden kunnen zeggen over ons. Mijn moeder benadrukte dat we naar buiten toe zoveel mogelijk een normaal gezinnetje moesten lijken. We mochten niet praten over het chronische geldgebrek en de spelletjes die in huis gespeeld werden. Masker opzetten dus! Alles wat daaronder zat moest zoveel mogelijk onzichtbaar zijn. Bij Celebrate Recovery heb ik vaak gehoord : “we zijn zo ziek, als onze geheimen zijn”. Nou…. geheimen om te verbergen naar de buitenwereld waren er bij ons meer dan genoeg.

Mijn façade heb ik goed ontwikkeld, maar desondanks werd ik voor mijn gevoel afgewezen en verworpen door mijn school, mijn lokale vrienden, mijn broers en moeder. Vader was eigenlijk de grote afwezige die we elke dag wel een uurtje zagen, maar zelden of nooit inhoudelijk een gesprek mee hadden.

Toen was het alsof er een bom insloeg. Ik zat in de zesde klas, zoals dat toen nog heette. De hoogste klas van de basisschool. Mijn moeder arriveerde in het voorjaar op een gewone vrijdagmiddag op school en haalde mij uit de klas. Mijn moeder was eigenlijk al die jaren nauwelijks op school geweest, ook niet voor ouderavonden. En nu dit, waarom eigenlijk? Wat was er aan de hand. Terwijl ik naast haar naar huis liep vertelde ze dat ze mijn vader zou verlaten en dat ze mij mee wilde nemen. Honderden vragen bestormden mij, maar wat ik mijn moeder ook vroeg: ik kreeg geen antwoord.

We stapten zonder te betalen met 2 koffers op de bus en we kwamen aan in Utrecht, geen geld en geen huisvesting. Waar zouden we naartoe gaan? Hoe het precies is gegaan weet ik niet, maar uiteindelijk konden we een kamer huren in het huis van een voor mij onbekend gezin. Wat ik wel weet is dat mijn moeder aan de lopende band loog over haar situatie en meelij opwekte bij de mensen waar we waren ingetrokken. Waar waren mijn broertjes? Hoe was het met mijn vader? Ik kreeg als twaalfjarige geen antwoord. Voor mij waren de mensen waar we waren ingetrokken, vreemden en mijn nachtmerrie begon.
Omdat we maar één kamer hadden sliepen we allebei in dezelfde kamer. Al na een week vroeg mijn moeder seksuele handelingen van mij. Nog een paar weken later kwam de man van het huis zich daar ook mee bemoeien. Omdat ik ondertussen seksueel als man functioneerde moest ik me onderwerpen aan zijn grillen op dat terrein. Ondertussen had mijn moeder ervoor gezorgd dat ik wel weer naar een school kon gaan, maar had daar geen enkele aansluiting met wie dan ook. Het was al voorjaar, dus enkele maanden later zou ik deze school alweer verlaten om naar een middelbare school te gaan. Toen bleek dat er door de overgang van de ene school uit Bunschoten naar de andere school in Utrecht geen enkele actie was ondernomen naar welke middelbare school ik toe zou gaan. Daar had niemand aan gedacht. De onderwijzeres riep mij bij zich en informeerde vriendelijk hoe het met me ging en of ik het een beetje naar mijn zin had op school en naar welke school ik volgend jaar zou willen gaan. Ik wist van niets. Misschien was het wel haar vriendelijkheid die ervoor zorgde dat ik in huilen uitbarstte. Liefde en vriendelijkheid was ik niet gewend. Wat er toen is gebeurd weet ik niet meer precies. Maar misschien ben ik wel helemaal leeggelopen en heb ik bijna alles wat mij overkomen was, aan haar verteld. Alle instructies en regels over geheimhouding, niet vertellen etc. had ik nu verbroken. Het enige wat ik niet vertelde aan de onderwijzeres was de rol van mijn moeder in dit hele proces. Achteraf denk ik dat ik dat niet heb gedurfd. In mijn onderbewustzijn was ik misschien bang om ook haar kwijt te raken. Dan zou ik niemand meer hebben..

Zo kwam het dat wel de politie werd ingeschakeld en de man bij wie we onderdak hadden gevonden werd gearresteerd. Ik weet zelfs nu nog niet hoe mijn moeder en deze man elkaar hadden leren kennen. Dat heeft ze nooit willen vertellen.

Wonderlijk genoeg gingen we na een half jaar weer terug naar mijn vader. Die woonde nog steeds in Bunschoten in hetzelfde huis. Mijn twee broertjes woonden ook nog bij hem. Wat ik wel vreemd vond was dat mijn moeder niet meer bij mijn vader wilde slapen maar op dezelfde kamer als ik. Mijn vader tekende geen bezwaar aan voor zover ik weet.

Ik was diep in mijn hart wanhopig op zoek naar liefde, genegenheid en aanvaarding. Ondertussen was ik in de puberteit terechtgekomen. Mijn seksuele gevoelens begonnen te ontluiken. Maar hoe moest ik daarmee omgaan? Ik raakte verslaafd aan liefde en romantische gevoelens. Innerlijk had ik tegenstrijdige gevoelens. Mijn ene stem zei: pak alles wat je pakken kan. Mijn andere stem die ik diep verborgen had, fluisterde dat er meer was dan oppervlakkige seks. Ik begon promiscue (losbandig) te worden. Dat ging door tot ik was getrouwd.

Tijdens mijn tijd op de middelbare school raakte ik bevriend met een meisje die Sandra (niet haar echte naam) heette en die me op een weekendje-weg uitnodigde. Ze zou samen met haar vrienden een weekend op een boerderij doorbrengen. Ik was 16 en gaf thuis aan dat ik mee zou gaan met een vriendenweekend van schoolvrienden. Ik noemde thuis de plaats waar we naartoe gingen en met wie ik weg zou gaan. Dat weekend verliep wat anders dan ik had gedacht. Sandra was 16, maar haar vrienden bleken van allerlei leeftijden te zijn. Variërend van 14-25. Op vrijdagavond begonnen we met een spelletje strippoker. Het bleek een seksweekend te zijn. Waar ik ook aan mee deed. Met opnieuw gemengde gevoelens. Enerzijds was het spannend en avontuurlijk. Maar ik voelde aan dat wat er gebeurde, toch eigenlijk ook niet goed was. Er waren meer meiden dan jongens. Ik ga niet uitweiden. Maar ik stond samen met de vijf andere aanwezige jongens in het midden van de belangstelling van de meiden. Aan het einde van het weekend was ik moe, leeg en ging met een schuldgevoel huiswaarts. Eén van de ouders bleek na afloop aangifte te hebben gedaan bij de politie. Het waren immers grotendeels minderjarigen die aanwezig waren geweest. De twee meerderjarigen bleken degenen geweest te zijn die de boerderij hadden gehuurd voor het betreffende weekend. Voor de tweede keer in mijn leven was ik betrokken bij een politieonderzoek. Er kwam een verslag in de regionale krant en al snel was in mijn omgeving bekend dat ik daar ook bij geweest was. Schaamte en vernedering bleven me achtervolgen. Wat zouden de buren zeggen? Ik was zo boos en gekwetst. Niemand bood steun of liefde aan. Iedereen plakte een etiketje op me. Ik werd boos, boos op alles en iedereen.

Wat moet ik nou? Ik was de bonte hond. Wat me nog het meest stak, was dat de betrokkenen uit de kerk in de schaduw bleven. Maar mijn naam bleef negatief circuleren in de dorpsgemeenschap. Was het dan echt mijn eigen schuld. Achteraf gezien was het duidelijk: ik had nee moeten zeggen. Maar wist ik vooraf wat er zou gebeuren?

Ik begon mezelf te verwijten: het moet je eigen schuld zijn dat al deze dingen gebeuren. Dat mensen zo negatief over je zijn. En ik ontdekte dat ik langzamerhand probeerde om extra aardig en extra vriendelijk te zijn, zodat mensen mij zouden gaan accepteren en aanvaarden. Ik heb altijd geloofd in God en wist diep in mijn hart dat Hij echt was.
Ik werd ondertussen een erg onzeker, boos, emotioneel individu. Ik begon codependent te worden. Mijn broers zochten ondertussen hun afleiding in drank en drugs.
In plaats van drugs of drank, had ik mijn eigen verslavingen: goedkeuring van mensen. Ik moest acceptatie vinden. Ik moest aardig gevonden worden.

Net na mijn 17e verjaardag overleed mijn moeder plotseling. Ze was 39.
Ik kwam in de jaren daarna in een verdovende situatie terecht.. Ik realiseerde me dat ik eigenlijk tegen haar had willen zeggen dat ik van haar hield, ondanks wat ze mij allemaal had aangedaan. Ik kwam van het één in het ander terecht, maakte kennis met spiritisme en werd in mijn gevoelsleven heen en weer geslingerd tussen allerlei gedachten, ervaringen en overtuigingen. Af en toe kwam ik een meisje tegen wat ik aardig vond. Maar na een vluchtig contact was het dan weer over.

Ondertussen trouwde ik. Anderhalf jaar na de huwelijksdatum werd onze zoon Paul geboren. Maar ook toen bleef mijn leven nog een puinhoop. Met mijn broers is het niet goed afgelopen. Mijn oudste broer pleegde twee weken voor zijn bruiloft zelfmoord. Hij was toen nog geen 22 jaar. Een jaar later overleed mijn jongste broer door een overdosis drugs. Ik was compleet verdoofd door al deze gebeurtenissen. Ik werd continu achtervolgd door gevoelens van afwijzing, een honger naar liefde, een honger naar acceptatie en ook het gevoel van onmacht.

Door een Alpha cursus kwam ik tot geloof. Eind goed, al goed? Vergeet het maar. Nu nog niet in ieder geval. Ik had echt mijn leven aan Jezus gegeven. Zonder zelf ook maar iets van theologie te weten, werd mij duidelijk gemaakt dat als Jezus in je leven is, al je problemen voorbij zijn. Jezus was in mijn leven gekomen. Daar was ik zeker van en daar ben ik zeker van. Maar ik had zoveel bagage in mijn huwelijksrelatie meegenomen dat van enige stabiliteit geen sprake kon zijn… Ruzies met mijn vrouw, onzekerheid, boosheid naar God toe. Van binnen was het alsof er continu een orkaan woedde.

Maar ik hield mijn masker aardig overeind, want de buitenwereld merkte weinig of niets. In die tijd had ik een gewone baan, leidde een ogenschijnlijk normaal leven met mijn vrouw en ons zoontje. En mijn vrouw, die ook tot geloof gekomen was, zorgde ervoor dat we eigenlijk elke week wel in de kerk zaten. Later hoorde ik wel eens dat sommige mensen in de omgeving ons als voorbeeld hadden genomen: een ideaal stel. Tja, de buitenkant ziet er soms aardig anders uit dan de binnenkant. Maar ik had sterke muren gebouwd. Daar braken mensen echt niet zomaar doorheen. Ik had geleerd om bepaalde antwoorden te geven op lastige vragen. Die lastige vragen kon ik op die manier handig ontwijken. En eigenlijk trapte iedereen erin. Als je me in die tijd gevraagd dat wie mijn Heer was, had ik zonder aarzelen geantwoord: Jezus Christus. Maar ondertussen was ik het slachtoffer van het fysieke, verbale, emotionele en seksuele misbruik. Mijn vrouw zei in een ruziënde bui wel eens dat ik verknipt was. Achteraf gezien denk ik dat ze misschien ook wel gelijk had. In het jaar 2000 stierf mijn vader na een korte ziekte. Ik was toen net 40 geworden.

Ik had geen rust in mijn leven; Ik was kritisch over alles en iedereen en erg eenzaam. Er was niets meer wat ik onder controle had. Ik leefde als een leugenaar en eigenlijk wist niemand anders dan God, wat er echt gebeurd was in mijn leven. In die tijd ging ik nadenken over het beëindigen van mijn leven. Dat was in mijn ogen de enige manier om verlost te worden van de voortdurende strijd in mijn geest en in mijn hart. De kerk….. Dat waren immers ook maar hypocriete mensen. En toen kwam Celebrate Recovery bij ons in de stad. Weliswaar in een andere kerk dan de onze; maar er werd wel reclame voor gemaakt in het folderrek van de kerk. Ik was sceptisch. Misschien moest ik maar de raad opvolgen die iemand mij ooit eens gegeven had om naar een goede psycholoog te gaan. Ik had vriendelijk gereageerd en geglimlacht. Dat was niets voor mij. Ik was niet meer te herstellen, te repareren, te genezen. Thuis functioneerde ik ook al niet meer; mijn vrouw vergeleek mij een keer met een zombie.

Toch maar eens gaan kijken bij CR. Ik viel neer op de achterste bank; klaar om gelijk weg te vluchten als er iets zou worden gezegd of gedaan wat mij niet beviel. Tot mijn verrassing was er die avond een levensverhaal van iemand op video. En waren er een paar regels die werden voorgelezen. Die eerste regel vergeet ik nooit meer : Ik erken dat ik zelf niet bij machte ben om mijn pijn, frustraties en verkeerde gewoonten onder controle te krijgen. Ik ben namelijk God niet. Er ging een wereld voor me open die avond. Ik was verward. Mede ook vanwege het feit dat de mensen die hier waren, voor mijn gevoel niet hypocriet waren. Zij voerden geen goed nieuws show op. In de pauze ben ik naar huis gegaan, niet wetend of ik weer terug zou gaan. Want zo erg als met mij, zo erg zou het met de andere mensen niet zijn. Toch ging ik terug, en weer terug.

Uiteindelijk besloot ik aan te haken en ging ik meedoen in de opendeelgroep. Opnieuw een verrassing. De mannen met wie ik aan tafel zat beloofden elkaar 100% geheimhouding. Maar dit was een andere geheimhouding dan die ik thuis had moeten betrachten. Hier ging het om veiligheid en vertrouwen in plaats van onveiligheid en wantrouwen. Langzamerhand begon ik ook te vertellen wat mijn probleem was, waar ik mee worstelde. Dat was niet makkelijk. Maar wat had ik eigenlijk te verliezen; zelfmoord kon ik altijd nog plegen, toch?

Ondertussen had ik de deelnemersboekjes gekocht en moest ik een coach zoeken. Zou ik iemand kunnen vinden? God leidt alle dingen. Dat wist ik toen nog niet maar daar ben ik later wel achter gekomen. Mijn vrouw had op een andere kerkelijke bijeenkomst iemand ontmoet, die zijn levensverhaal had verteld. Zij was al langere tijd aan het bidden voor mij, wetend dat het niet goed met me ging. Toen ik thuis voorzichtig vertelde dat ik voortaan elke woensdagavond wel naar Celebrate recovery zou gaan, maar ook nog op zoek moest naar een coach, zei ze in eerste instantie niets. Later suggereerde zij dat ik misschien eens aan deze man kon vragen wat hij voor mij zou kunnen betekenen. Deze man is mijn coach geworden. Hij is anderhalf jaar jonger dan ik en ik beschouw hem als mijn broer. Biologische broers heb ik niet meer, maar God heeft mij deze man gegeven om samen mee op te trekken. Stap 4 van het programma was een hele moeilijke voor mij: Ik belijd open en eerlijk mijn fouten tegenover mijzelf, tegenover God en tegenover iemand die ik vertrouw. Dat had ik immers nooit gedaan. Maar samen kwamen we eruit. Alles wat gebeurd was, ging ik identificeren, benoemen en uiteindelijk ook belijden.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik over dat proces van Stap 4 wel een half jaar heb gedaan. Maar gelukkig mag je CR in je eigen tempo volgen. Sommigen gingen sneller, anderen gingen langzamer dan ik. God raakte de diepere niveaus van mijn pijn en mijn angsten aan. Hij was de perfecte psycholoog die in mij aan het werk was. Als ik terugkijk ben ik onder de indruk van Gods psychologie. Hij had mij op een plaats gebracht waar ik geaccepteerd en geliefd werd. Een veilige omgeving waar ik steeds meer naar uit ging zien. Met fantastische mensen die echt waren. Ik accepteerde de realiteit van het leven en realiseerde me dat ik ook een aantal foute keuzes had gemaakt. Ik begon vergeving te vragen aan mijn vrouw voor de wijze waarop ik met haar was omgegaan. Ons zoontje had ik verwaarloosd gedurende een bepaalde tijd. Hij was nog te jong om alles te begrijpen maar ik heb hem duidelijk gemaakt (en maak hem nog steeds elke dag duidelijk) dat ik heel veel van hem hou.

In die tijd kwam er een bijzondere bijbeltekst op mijn pad. Jes. 51:6: Kijk omhoog naar de hemel, kijk naar de aarde beneden: al vervliegt de hemel als rook, al valt de aarde uiteen als een oud gewaad en sterven haar bewoners als muggen, de redding die ik breng, zal voor altijd blijven en mijn recht zal geen einde hebben. Die tekst heb ik uit laten vergroten en hangt nu boven mijn bureau in huis.

Was het altijd makkelijk? Nee! Soms dacht ik er wel eens over om ermee te stoppen. Een groot deel was nu toch immers opgelost. Ik was toch in het reine gekomen met mijn verleden? Ik had toch mijn fouten al beleden? Gelukkig heeft mijn coach me er van kunnen weerhouden om na driekwart jaar te stoppen. Nu sta ik hier als iemand wiens wonden vrijwel genezen zijn. Ik begrijp nu wat christelijke liefde is. God is op nummer één gekomen in mijn leven. Mijn vrouw en mijn gezin op nummer twee. Jezus is mijn beste vriend geworden en ik twijfel nooit meer aan Zijn liefde voor mij.
Stap 6 luidt: Ik geef God de ruimte om mij te bevrijden van mijn verkeerde denk- en gedragspatronen.
Dat is een stap waar ik eigenlijk nog steeds mee bezig ben. Want je denken laten vernieuwen kost tijd. Dat is in mijn leven wel duidelijk geworden. Toch heb ik ook hier een tekst gekregen van God die mijn leven heeft veranderd en vernieuwd Jesaja 40:31:
maar wie de HEERE verwachten, zullen hun kracht vernieuwen, zij zullen hun vleugels uitslaan als arenden, zij zullen snel lopen en niet afgemat worden, zij zullen lopen en niet moe worden.
Stap 9 van het programma heeft me geleerd om te vergeven en hoe ik mezelf en anderen kan vergeven. Ik heb ervaren dat ik bevrijd ben van alles waaronder ik gebukt ging. God helpt me om mezelf te accepteren en te houden van mezelf; zodat ook mijn liefde voor andere mensen kan groeien. Regelmatig ontmoet ik nu mensen in de kerk en vertellen ze iets van hun pijn en frustratie. Dan denk ik: ga alsjeblieft naar CR . Er is hoop; ook voor jou. Als ik dat soms wel eens suggereer bij zo iemand krijg ik helaas niet altijd positieve respons. Ik zit al jaren in de hulpverlening vertelde iemand mij niet zo lang geleden. Op mijn vraag wat het effect tot nog toe was, kwam er een vaag antwoord. Ga eens kijken bij CR om af te tasten . Geef het niet op. Ik wil God en mijn vrouw en mijn coach vanuit het diepst van mijn hart danken. En alle mannen die ik daar heb mogen leren kennen.. Ik noem ze “echte Mannen” .

Het CR-programma was een perfect hulpmiddel voor mij en dat zal het ook voor jou kunnen zijn. Mijn coach heeft me laten zien wat echte vriendschap is, en zonder zijn liefde, steun en gebeden had ik het nooit afgemaakt. Lisa, lieve vrouw, dank je wel dat je me niet in de steek hebt gelaten . Ik had het kunnen begrijpen als je het wel gedaan had, maar jij was een voortdurende bron van aanmoediging en voorbeeld van Gods genade en barmhartigheid.

En nu ben ik eindelijk aangekomen bij stap 12. Ik had nooit gedacht dat ik mijn levensverhaal zou kunnen en willen delen met mensen die mij niet kennen. Maar ik heb ontdekt dat ik niet de enige ben met zulke ervaringen. Dat ik niet de enige ben met zo’n verleden. Mijn enige motivatie om hier te staan, is dan ook dat ik hoop dat iemand die dit hoort of leest ook zal besluiten om de eerste stap te zetten op weg naar hoop, herstel en zegen. God heeft het CR programma in mijn leven gebruikt om zijn liefde te ontvouwen en mij een heel nieuw leven te geven. Dat wil Hij ook voor jou doen..

Hartelijk dank dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen.

Note websitebeheerder: Namen en woonplaatsen in dit verhaal zijn gewijzigd


Herstellende van faalangst, angst voor afwijzing en een negatief zelfbeeld

Mijn naam is Kirsten, ik ben 32 jaar. Dankzij God ben ik aan het herstellen van faalangst, angst voor afwijzing en een negatief zelfbeeld. Vandaag mag ik iets vertellen over wat God heeft gedaan en doet in mijn leven.
Een aantal jaren geleden heb ik een ommekeer ervaren. Het was een hele lastige periode en het ging heel geleidelijk. Ik heb ervaren dat ik daar op een goede manier ben uitgekomen, maar wil alle eer aan God geven. Hij heeft me gesterkt en verder gevormd als persoon.

Van jongsaf aan zou je mij kunnen typeren als een onzeker en verlegen persoon. Het liefst hield ik mij op de achtergrond en niet in de schijnwerpers. En onbewust was ik altijd bezig met wat anderen van mij zouden vinden. Ik was dus echt codependent in mijn gedrag en houding. Ik ben iemand die van nature veel denkt, en ben snel geneigd om te piekeren. Daarnaast heb ik eigenlijk nooit geleerd om mijn gevoelens te uiten. In mijn jonge jaren heb ik mij eigenlijk onbewust laten leiden door mijn gevoelens en gedachten. Die waren vaak somber; ik was bepaald niet positief over mezelf.
Dat gevoel en die gedachten over mezelf waren eigenlijk niet te rijmen met de situatie in mijn ouderlijk huis. Want ik heb een goede jeugd gehad, maakte deel uit van een liefdevol gezin waar het altijd gezellig druk was. Ik denk dat ik alleen wat meer bevestiging nodig heb gehad in wie ik was als persoon en met de gevoelens die ik had. Het geloof heb ik ook van jongsaf aan meegekregen. We gingen iedere week naar de kerk en ik zat op een reformatorische basisschool. Daarnaast ging ik regelmatig naar een clubmiddag in een evangelische gemeente. Hier heb ik goede herinneringen aan en ervoer ik meer van Gods liefde en warmte.
Na de basisschool ging ik over naar een 'gewone christelijke' middelbare school. Dat was een totaal andere wereld voor mij in vergelijking met mijn reformatorische basisschool. Eigenlijk kun je die overgang wel een soort cultuurschok noemen. Ik kwam in een hele andere wereld terecht en voelde mij erg anders. Daardoor werd ik onzeker en had het gevoel dat ik nooit echt bij de groep hoorde. Ik kon mijn plekje niet vinden en wist eigenlijk niet wie ik nou echt was. Ik kon mij ook niet echt uiten en deed mee met alles. Net zoals iedere andere tiener van mijn leeftijd, alleen van binnen overheerste meestal dat sombere gevoel.
Na de middelbare school begon ik aan een opleiding in Utrecht. Ik was nog maar 16 en tijdens een avondje stappen, leerde ik Wilco, mijn huidige man, kennen. Hij studeerde en woonde ook op kamers in Utrecht en ik ging op mijn 18e bij hem wonen.
Achteraf was dit eigenlijk een veel te impulsief besluit. Al snel kwam ik tot de ontdekking dat ik veel moeite had om ineens die veilige plek van thuis kwijt te zijn en in de stad te wonen met zijn tweeën. Deze gevoelens uitte ik niet, maar negeerde ze. Het gevolg was dat ik mij vaak neerslachtig voelde. Wanneer we uitgingen in het weekend, had ik de neiging om vooral veel alcohol te drinken en me te focussen op de harde muziek, ik voelde me dan zo anders. Mijn gedachten en mijn gedrag in die tijd waren niet om trots op te zijn. Het voelde als een soort vlucht, een soort opstandigheid. Ik was altijd zo meegaand en aardig geweest en deed en durfde nooit iets te doen dat niet mocht. In die periode wist niemand wat er eigenlijk in mij omging.
Veel met het geloof waren we ook niet meer bezig. We focusten ons op het hier en het nu; dat was belangrijk geworden. Maar ondertussen knaagde het van binnen. Ik heb altijd een heel sterke overtuiging gehad. Diep van binnen wist ik dat ik niet goed bezig was. God en het geloof had ik dan wel op een zijspoor gezet, maar ik wist diep in mijn hart, dat ik dat eigenlijk niet wilde. Ik ben daarom ook heel dankbaar voor die basis die ik heb meegekregen. We zochten na verloop van tijd toch een kerk op waar we af en toe heen gingen. Het was een dubbel gevoel, want we gingen niet uit overtuiging. We deden het vooral ‘omdat het zo hoorde’ en ik me anders schuldig voelde.
Toen ik 21 was, trouwden we en verhuisden we naar Woerden, waar ik vandaan kwam. Op mijn 23e kregen we onze zoon en bijna twee jaar later onze dochter, ze zijn nu bijna 9 en net 7 jaar. We leefden ondertussen volgens de regeltjes van 'hoe het hoort' en deden belijdenis van ons geloof toen onze zoon werd gedoopt.

Vanaf die periode ging het bergafwaarts met mij, en is er veel gebeurd. Misschien ook door het moeder worden en de donkere wolk die ik toen ervoer, maar ik raakte emotioneel gedesoriënteerd. Ik raakte mezelf helemaal kwijt. De enige manier hoe ik het destijds kon omschrijven is dat ik gewoon niet meer wist wie ik was. Fundamentele levensvragen drongen zich aan me op: wie ben ik eigenlijk? Wat is het doel van mijn leven? Een echte identiteitscrisis dus.
Ik zat helemaal in de knoop met mezelf. Ik was het helemaal zo ontzettend zat om te leven en doen 'zoals het hoort', dat ik mijn grenzen uit het oog verloor. Ik herkende mezelf niet meer. Ik heb toen grote fouten gemaakt. Ik verschool me daarbij eigenlijk achter mijn onzekerheid: ik kon er toch zelf niets aan doen want ik voelde me nu eenmaal zo rot. Dat alles had uiteraard ook invloed op onze relatie. Ons huwelijk stond op klappen en we hadden een jong gezin dat veel energie van mij vroeg. Die periode was een heel groot dieptepunt in mijn leven.
Vanaf een bepaald moment kon ik geen enkele reden bedenken waarom we nog verder zouden gaan met elkaar. In die tijd ben ik begonnen met gesprekken bij een christelijke psycholoog. Ik dacht nog dat hij het vast belachelijk vond dat ik kwam voor hulp en dat ik me aanstelde. Dat bleek gelukkig anders en uiteindelijk ben ik 1.5 jaar bij hem geweest.
De crisis was zeker niet direct voorbij. Onze dochter was 3 maanden oud toen ik voor een aantal maanden de avonden en nachten naar een andere plek ben gegaan om tijd en ruimte voor mezelf te creëren. Achteraf een bizarre tijd waarvan ik me nog wel eens af vraag hoe we dit volhielden. Tijdens mijn gesprekken met de psycholoog leek er niet heel veel hoop te zijn. Mijn gedachten en gevoelens hadden zich inmiddels helemaal gekeerd tegen mijn huidige leven en mijn man. Ik wilde het allerliefst wegrennen en niet meer terugkomen. Ik voelde me erg alleen en kon het aan niemand uitleggen. Ik had het gevoel dat ik in een soort cocon had geleefd, me altijd had aangepast. En dat ik dus eigenlijk had geleefd ‘zoals het hoorde’; zoals anderen het van mij verwachtten.
Maar wat was mijn eigen mening eigenlijk? Ik ontdekte langzamerhand dat ik eigenlijk geen eigen mening had. Ik had geleerd om mijn oordeel altijd te baseren op de mening van de mensen in mijn omgeving. Ik wist gewoon niet wat ik zelf vond. Ik had geen flauw idee. En ik was er zo klaar mee. Mijn eigen wil die nu ineens tot uiting kwam, was heel sterk. Het leek wel of er van alles uit mij kwam dat ik wilde doen, en vooral niet verder wandelen op het paadje zoals het ‘hoort’; zoals anderen van mij verwachtten. Ik moest gaan ontdekken wie ik zelf was en wist niet hoe ik verder moest. Ik kon gewoon niet meer kiezen voor mijn huwelijk. Toch was Wilco er voor mij, en liet mij niet in de steek. Hij maakte duidelijk dat hij er nog steeds voor wilde gaan, ondanks de emotionele pijn die ik hem had aangedaan. Ik begreep er niets van. Tegelijkertijd is er altijd iets geweest, diep van binnen, waardoor ik de knoop niet kón doorhakken om uit elkaar te gaan, terwijl alles in mij dat wel wilde. Dat was een hele vreemde gewaarwording. Achteraf weet ik zeker dat dit de bescherming van God is geweest.

Op een bepaald moment kwam de ommekeer. Ik kan mijn vinger er niet goed op leggen wat het was, en juist daarom ben ik ervan overtuigd dat God het was, die iets heeft veranderd in mij. Het kwam door een opmerking van mijn moeder. Zo tussen neus en lippen door vertelde ze dat je soms met je verstand een keuze maakt naar de wil van God, ook al is dat niet jouw wil, maar dat Hij het dan ten goede kan keren. Die uitspraak zette zich vast in mijn gedachten. Toen ik thuiskwam heb ik tegen mijn man gezegd, met mijn verstand, dat ik onze relatie toch nog een kans wilde geven.
Dit was ook voor hem een bijzondere situatie. Hij had juist die avond naar God geroepen dat hij nu echt niet meer kon en als ik dan echt niet meer wilde, hij de knoop maar door zou hakken. Vervolgens kwam ik binnen met mijn opmerking. Dit hebben wij, achteraf gezien, ervaren als Gods leiding.
Wat voor mij hierin een groot en heel moeilijk leerpunt was, is dat ik mijn eigen wil en gevoelens heb moeten onderwerpen aan de wil van God. Ik moest me overgeven en wilde me uiteindelijk ook overgeven aan Hem en Hem gaan vertrouwen. Herkenbaar in principe 3 van CR. Want heel diep van binnen wist ik dat het Gods wil niet kon zijn dat wij uit elkaar zouden gaan, alleen wilde ik dat eigenlijk nog niet erkennen omdat het zo sterk tegen mijn gevoel in ging. Ik wist niet beter dan mijn gevoel te volgen, dat was ik immers altijd gewend. Tegen mijn gevoel in, en dus verstandelijk die keuze maken, was echt enorm moeilijk. Zeker omdat de omstandigheden niet direct veranderen als gevolg van die keuze. We hadden nog een lange weg te gaan, die zeker niet altijd makkelijk en leuk was. Wel kan ik met overtuiging zeggen dat God het ten goede heeft gekeerd. En dat geeft zo veel hoop! Ik ben gaan leren om met mijn gevoelens om te gaan en deze te gaan delen met mensen uit mijn omgeving. Heel langzaam aan veranderden mijn gevoel en gedachten en met hulp van mijn psycholoog en gezamenlijke gesprekken met Wilco kwamen we langzaam uit het dal.
Sindsdien is mijn geloof in God levend geworden en gaan groeien. Ik ervaar een diepe dankbaarheid voor Zijn genade en vergeving en liefde voor mij.
In die tijd ontstond ook onze nieuwe kerkelijke gemeente en hier gingen we naartoe. We ervoeren voor het eerst een soort thuiskomen-gevoel. Na een tijd kwam ik in contact met iemand van het pastorale team waarmee ik meer ging leren over God en hoe Hij werkt, over zijn liefde voor mij en mijn identiteit in Hem.
Toen nog weer een tijd later het CR programma ging starten binnen onze gemeente, leek mij dit iets dat mooi aansloot bij het proces waar ik eigenlijk al mee bezig was. Het was bijzonder hoe ik sommige stappen die in CR beschreven staan, eigenlijk al had doorlopen. Ik leerde binnen de veilige omgeving van CR om biddend en eerlijk naar mezelf te kijken en mijn fouten te erkennen (God bracht de dingen zelf naar boven merkte ik) en te belijden. Ook dus naar een ander. Om dat in de praktijk te brengen, was in het begin best moeilijk.
Maar het was zeer bemoedigend om te ervaren dat dit in vertrouwen kon met mijn coach. Zij was liefdevol en zonder veroordeling. Dat vind ik sterk en mooi aan CR. Dat er veiligheid en vertrouwen is. In de eigen groep beloven we elkaar elke avond 100% geheimhouding. Dat is erg waardevol.
CR is een hulpmiddel geweest om mij bewust te maken dat God vol liefde is. En dat dat dus ook is hoe God wil dat wij met elkaar omgaan. Het is zo mooi om te merken dat je langzaam verandert in je manier van denken. Dat was Stap 6: ik geef God de ruimte om mij te bevrijden van mijn verkeerde denk- en gedragspatronen.

Zo’n drie jaar geleden merkte ik dat ook op andere terreinen mijn denken aan het veranderen was.
Ineens kwam regelmatig de vraag bovendrijven: ‘Is dit nu hoe God mijn rol als moeder en vrouw heeft bedoeld?’ Want ik was constant aan het jagen vanwege de drukte in ons gezin en ons werk. Het voelde een beetje alsof alles langs ons heen ging. We waren ons nauwelijks bewust van wat we eigenlijk deden en of we de kinderen wel gaven wat zij nodig hadden.
Deze vragen vond ik eigenlijk wel apart want ik had nooit op die manier nagedacht. Het ging gewoon zoals het ging en iedereen doet dit toch zo? Het leven gaat zijn gangetje ….Ik begon hier over na te denken en het zat me niet lekker. Daarbij moest ik ook langzamerhand concluderen dat ik op mijn werk een beetje vast begon te lopen. Ik zat niet meer op de goede plek. Maar zomaar iets veranderen of ingrijpende beslissingen nemen wilde ik niet. Ik heb anderhalf jaar hierover gepiekerd en geworsteld met God over hoe dan verder. Ook dat was een nieuwe ervaring. Zou ik vroeger dat denkproces alleen doorlopen hebben, nu deed ik het voor het eerst in mijn leven samen met God. In plaats van altijd maar zelf de dingen te bedenken en beslissen, ging ik Hem steeds meer vertrouwen. Hierdoor heb ik juist weer veel geleerd over God. De tekst in Spreuken 3 vers 5 en 6 ging echt leven voor mij. Vertrouw op de Heer met heel je hart en steun niet op je eigen inzicht. Denk aan Hem bij alles wat je doet, dan zal hij je paden rechtmaken. Dit heb ik vaak gebeden, hardop uitgesproken recht vanuit mijn hart. Op die manier kon ik steeds meer mijn beslissingen echt aan God gaan geven. En zelf de controle meer gaan loslaten. Centraal stond daarbij steeds de vraag: Maar wat zijn nu je eigen verlangens en wil, en wat is Gods verlangen en weg voor mij?
Ik vond het erg lastig om daarin een weg te vinden, maar toch is die zoektocht voor mij wel nodig geweest om te kunnen ontdekken hoe dit dan werkt tussen God en mij. Vooral ook heb ik geleerd dat bepaalde verlangens die in mijn hart ontstonden in combinatie met de rust en vrede die ik daarbij ervaar, een manier kan zijn waarop God mij leidt.

Tegelijk met dit proces waren wij samen op een punt gekomen dat we nog een wens hadden voor gezinsuitbreiding. Maar dit keer niet op basis van onze wens; alleen als het ook Gods wil zou zijn voor ons gezin.
Ook hierin heb ik geleerd om mijn worstelingen en gedachten aan God over te geven. Ik wilde Hem vertrouwen en geloofde dat Hij het beste voorheeft voor ons. Ook als dat betekende dat ons gezin nu al compleet zou zijn. Mijn gebed werd vooral dat Gods verlangen voor mij ook mijn eigen verlangen zou worden. En als mijn eigen verlangens niet Gods verlangens waren, of hij ze dan weg wilde nemen uit mijn hart.
Op mijn werk ben ik uiteindelijk gesprekken aangegaan en dit bleek prettig, en haalde veel druk weg. Uiteindelijk ben ik, in goede afstemming met mijn leidinggevenden, gestopt met mijn baan. Deels omdat ik meer thuis wilde zijn om in de rust te kunnen nadenken over hoe verder, en deels omdat ik helemaal niet meer op mijn plek zat. Achteraf zag ik dat God hierin dingen heeft gedaan en geleid, die ik vooraf absoluut niet had kunnen bedenken. Maar ik moest het wel eerst aan God overgeven, Hem vertrouwen om die stap te zetten. Wat een rust en vrede ervoer ik daarna, en alles viel op zijn plek. Het was mooi want precies op het moment dat ik ben gestopt met werken, ben ik zwanger geworden van ons 3e kind. Wat is het enorm bemoedigend om God te gaan ervaren in mijn leven. Ik heb ook hierin wel echt moeten leren om zelf, biddend en in vertrouwen, stapjes te zetten. Anders gebeurt er niets en kan God me ook nergens heen leiden. En om dus de neiging, om vanwege angst, niets te durven doen, niet te laten heersen.
Ik wil verder leren meer te leven met Hem en Zijn wil voor mijn leven ontdekken. Dat vind ik ook vaak nog lastig en ik ‘vergeet’ de dingen soms met God te doen. Voor ik het doorheb, zit ik weer zelf alles uit te denken en te plannen. Terwijl ik zoveel meer rust ervaar, als ik de dingen in mijn leven samen MET God doe. En bij elke keuze overleg met Hem.

God blijft aan het werk in mijn leven. Tien maanden geleden is ons derde kindje geboren en wat viel ook dat op zijn plek. Ik kan genieten van haar en ons gezin als nooit eerder. Ik ben een jaar thuis geweest en heb innerlijke rust gevonden.
In dat jaar heb ik ook met een loopbaancoach een traject gevolgd om meer te ontdekken over mijzelf als persoon, mijn doelen in het leven en welk werk het beste bij mij zou passen.
Ik kon me soms best angstig voelen als ik naar vacatures keek. Het onbekende maakte me wat onzeker en dat maakte dat ik eigenlijk niet wilde gaan solliciteren. Tot ik me er weer bewust van werd dat ik HEM wilde volgen. En als Hij mij wel naar een baan zou leiden, dan mag ik toch weten dat die plek ook goed zou zijn voor mij en mijn gezin, voor dat moment? En als ik niets tegen kwam, ook prima. Weer dat loslaten. Dat gaf rust. Op enig moment kwam er ineens iets op mijn pad. Mijn eerste reactie was schrikken: ik zag vooral alleen maar de onmogelijkheden in deze vacature. Ik heb voor mezelf ook echt de avond voor dat eerste gesprek mijn angst en onzekerheid opzij moeten zetten, wat eigenlijk gewoon niet echt lukte. Maar als ik dat negatieve gevoel had gevolgd, dan had ik nu die baan niet gehad. Wonderlijk genoeg bleek toen vanaf het eerste oriënterende gesprek dat stap voor stap de mogelijkheden vanzelf kwamen. Qua werkuren, werkdagen, opvang van onze kinderen, men kwam mij zo tegemoet! Ik kon er echt niet omheen dat God hierin aan het werk was. Ik kreeg uiteindelijk dan ook de baan. En ik voel me er op mijn plek, het past goed qua balans met ons gezin. Bijna tegelijkertijd vond mijn man ook een nieuwe baan, die ook zoveel meer past bij hem en ons gezin. Dit scenario voor wat betreft ons werk en de zorg voor ons gezin, hadden we zelf nooit kunnen bedenken. Dat maakt me zo dankbaar. Soms snap ik het nog steeds niet. Wat geeft het een blijdschap om God zo te ervaren, na zo oprecht zoekend met God te zijn geweest.
Ik denk weleens dat God onze basis en stabiliteit van ons als gezin aan het vormen is, zodat we daarna ook verder kunnen groeien op andere gebieden. Daar is eerst die rust voor nodig.

Ik zie vooral telkens achteraf wat God deed en hoe hij mij leidde. De keus in mijn verstand makend dat ik Hem vertrouw, hoe het dan ook loopt. Ben ik oprecht in mijn hart naar God toe. Dat verlangen wat ik ben gaan voelen in mijn hart, dat wil ik volgen, daar wil ik wat mee. Dat heeft Hij daar gelegd, het is wat me vooruit krijgt. Daar moet ik ook bewust iedere keer naar terug. Ik leer mijn valkuilen kennen. De omstandigheden waardoor ik, zonder dat ik het haast door heb, weer afdwaal, signaleer ik nu wel eerder. Maar ik moet ook eerlijk zijn: vooral in drukke periodes van mijn leven en in ons gezin lukt het mij niet altijd om tijd met God te reserveren. Dat is ook mijn strijd. Ik ben dus eigenlijk ook nog steeds met Stap 11 van het CR programma bezig: “Ik zoek manieren om mijn persoonlijke relatie met God te verdiepen door bidden en bijbellezen, om zo Zijn wil te leren kennen en om kracht te krijgen om Zijn wil te doen.” Wanneer ik met God en het geloof bezig ben, dan voel ik dat verlangen, die vreugde en dat enthousiasme, dan wil ik het wel uitroepen. Dat is niet van mezelf. Ik heb ontdekt dat op zulke momenten er soms vanzelf een glimlach op mijn gezicht komt, zonder dat ik het doorheb. Terwijl als het niet goed lukt om bij God te zijn of stille tijd te hebben, of ik veel met andere dingen bezig ben, dan voel ik die vreugde niet, dan voel ik me veel flauwer. Ik leer langzaamaan wat de gedragspatronen zijn die voor mij helpen om iedere keer weer terug dicht bij God te komen. Ik leer daardoor mezelf beter kennen, en hoe ik op mijn manier kan groeien in mijn relatie met God. Ik wil geen lauwe christen meer zijn, waarbij God en de bijbel er een beetje bij hangt. Ik wil niet langer mijn eigen leven bepalen, maar het graag aan Hem overlaten om mijn leven te besturen.
Je zou kunnen zeggen dat dat de consequenties zijn van Stap 3: Ik besluit om mijn leven en mijn wil over te geven aan Gods leiding en zorg”
Het verlangen om te groeien, om te leren, om meer van Hem te ontdekken, Hem te volgen, om dienstbaar te worden is nu echt aan het groeien. Ik heb behoefte aan diepgang, aan het tot de kern komen, aan echtheid. Het is een diepe voldoening en zingeving in mijn leven geworden, die de innerlijke leegte heeft opgevuld.
Wat dat betreft ben ik dus ook gaan begrijpen waarom CR ten diepste een discipelschapsprogramma is waarin je leert om in de voetsporen van Jezus te treden.

Het eerste hoofdstuk uit de deelnemersgids vond ik meteen ook een confronterende. Die vragen over controle, die je juist wél of niet denkt te hebben over onderdelen in je leven, en over het benoemen van dingen die je nog ontkent. Ik vond het een helder beeld dat zolang je dingen diep van binnen niet wilt zien of voelen, en dus in de ontkenningfase blijft, dat dát stukje van je leven dan in het duister blijft. Toen ik mijn problemen en worstelingen ging erkennen en benoemen veranderde er iets. Het kwam in het licht te staan en dat gaf me een enorme vrijheid. Ik ben er mee naar God toe gegaan en naar mijn coach en daar heb ik geen spijt van. En het heeft ook mijn visie op mijn eigen situatie en mijn omgeving veranderd.
Wat dat betreft is het meteen een start die aan het nadenken zet, en tot actie aanzet. De tweede Stap ging hier mooi op door en het geeft rust om te gaan accepteren DAT je de controle niet hebt, DAT je machteloos staat. Ik heb geleerd en probeer steeds meer de gebeurtenissen in mijn leven bij God te brengen en te proberen ze vervolgens zelf los te laten. Dat is nog niet zo makkelijk, maar het er bewust van zijn is de eerste stap. Het haalt de kramp er zo van af. Ik had eigenlijk al een coach voor ik aan CR begon, vanwege het contact met diegene van het pastoraat, en ik heb ervaren dat dit zo belangrijk is. Dat er iemand is die je verder kan helpen groeien, je kan bemoedigen als het even helemaal niet lukt of als je ergens mee zit. Ik ben er achter gekomen dat ik het helemaal niet alleen kan. Dat ik andere gelovigen nodig heb. Dat is ook het waardevolle van CR: je werkt samen aan herstel en draagt elkanders lasten. Ik ben iemand die van nature best vaak in zichzelf gekeerd is, ik kom dan in de vicieuze cirkel terecht met mijn gedachten. En het typische is dat ik, door de tijd heen, steeds meer ga merken hoe fijn het juist is om wel te delen met anderen. Het helpt me verder.
Een mooie treffende tekst over wat ik heb meegemaakt vind ik het begin van Romeinen 12. Daar staat: ‘u moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is’. Dat vind ik zo mooi en zo herkenbaar. Het is alsof ergens onderweg mijn ogen ineens zijn opengegaan. Alsof ik ineens dingen zo scherp zie en gebeurtenissen in een ander daglicht komen te staan. Gods daglicht! Het maakt me enorm gepassioneerd.

Inmiddels heb ik ook de laatste hoofdstukken van CR afgerond in de deelnemers gidsen. Dat is ook de reden dat ik nu mijn persoonlijk verhaal met jullie mag delen! Die laatste hoofdstukken zijn meer gericht op de toekomst, in plaats van op het verleden. Hoe ga je verder? Hoe kun je alert blijven dat je niet terugzakt in oude gewoontes. Hoe kun je verder groeien naar geestelijke volwassenheid en steeds meer gaan leven voor God en een levenshouding ontwikkelen waarin je je richt op de leiding van de Heilige Geest in je leven. Ik word er blij van, en ik wil graag gaan ontdekken hoe verder.
God; de relatie met Hem is echt mijn doel in het leven geworden, het is waar ik voor wil gaan, en het geeft houvast en hoop om deze zekerheid te hebben.

Bedankt dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen.

Hersteld van depressiviteit, perfectionisme, minderwaardigheidsgevoelens en een eetstoornis.

Hallo, mijn naam is Birgitte. Ik ben een christen die is hersteld van depressiviteit, perfectionisme, minderwaardigheidsgevoelens en een eetstoornis. Daarnaast was ik zeer inefficiënt in het omgaan met mijn tijd: het was een continue chaos in mijn leven.

Vóórdat mijn herstelproces begon was ik geregeld depressief en had dan vaak de gedachte ‘was ik maar dood’. Mijn leven was het leven eigenlijk niet waard. Ik voegde immers niks toe aan de maatschappij, aan mijn familie of aan wie dan ook. Die gevoelens van nutteloos zijn en waardeloos zijn probeerde ik een beetje te verdoven. Mijn escape was eten, eten en nog eens eten. Ik at niet, maar ik vrat soms. Ongelimiteerd lekkere dingen kopen en als je je rot voelt, dan ga je naar de koelkast of naar de chips en dan dan ga je los. Ongezond eten, teveel eten. Alleen maar om dat nare gevoel een klein beetje weg te kunnen stoppen. Het ging van kwaad tot erger. Natuurlijk vlogen de kilo’s eraan. Ik werd veel en veel te dik. En het logische gevolg was gezondheidsproblemen. Gek genoeg was ik daarna weer gemotiveerd om op dieet te gaan en te lijnen. Dat hield ik dan weer een paar weken vol en dan sloeg de balans weer helemaal over naar de andere kant. Normaal eten om mijn lichaam te onderhouden zoals andere mensen deden, kende ik eigenlijk niet. Ontspannen lukte helemaal niet; ik was eigenlijk altijd in de stress en dacht altijd veel te veel en te diep na over datgene wat er met mij en in mijn omgeving gebeurde. Een andere eigenschap waar ik onder leed was perfectionisme. Alles wat ik deed moest 100% goed zijn. Als dat niet lukte kwamen de zelfverwijten boven. Natuurlijk was nooit iets perfect genoeg. Dat versterkte de negatieve spiraal van de depressie weer. Alle problemen bij elkaar leken een negatieve spiraal die ik eigenlijk niet kon doorbreken. Ik probeerde het wel, en soms lukte het om mijn gedrag, en mijn gedachten een poosje te sturen. Maar nooit voor lang. Meestal was er binnen enkele weken weer een terugval in het oude patroon.

Ik was ergens op een seculiere lotgenotengroep terechtgekomen. Het enige voordeel was dat ik daar ontdekte dat ik niet de enige was die met deze problemen worstelde. Iedereen had wel wat en er was altijd wel wat herkenning. Ach, het was gezellig, het schaadde niet, maar eerlijk gezegd baatte het ook niet. Ik ben daar een poos geweest maar er veranderde het niets wezenlijks in mijn leven. Achteraf denk ik wel dat ik juist ook door dat lotgenoten contact weerhouden ben mijn fantasieën over zelfdoding uit te voeren.

Toen ik jong was compenseerde ik mijn eetbuien bijna dagelijks met niet-eten of extreem veel te fietsen, te hardlopen, te wandelen, te laxeren en allerlei grondoefeningen te doen. Je zou kunnen zeggen dat ik eigenlijk nooit normaal gefunctioneerd heb. Mijn gedrag was altijd extreem, buitensporig en ik kon dus ook niet verbergen dat ik erg ongelukkig was. Heimelijk merkte ik dat veel mensen meelij met me hadden, maar tegelijkertijd eigenlijk ook niet wisten hoe ze met mij moesten omgaan. Gedurende de middelbare school tijd heb ik eens een tijdje psychologische hulp gehad. Het was een aardige vrouw , en ze was eigenlijk best in staat om het probleem waar ik mee worstelde te analyseren. Haar adviezen waren misschien zelfs goed, maar ik stond er niet voor open. Waarom zou ik? Ik was immers waardeloos! Gevolg was dat ik als tiener eigenlijk ook niet echt mijn best deed. Achteraf gezien kun je zeggen dat ik onder presteerde, want er was niks mis met mijn intelligentie. Maar wat wel speelde was een negatief zelfbeeld en een houding die de situatie waarin ik verkeerde, volkomen accepteerde. Ik was nu eenmaal een mislukkeling en dat zou ik ook mijn hele leven blijven. Geen hoop op verandering, geen motivatie om ook maar een stap te zetten.

Na mijn middelbare school te hebben afgerond werden de depressies sterker. Mijn omgeving vreesde voor mijn leven. Toen ik een keertje vergeten was om thuis te melden dat ik weg zou gaan en pas laat in de avond thuis zou komen, was er paniek. In die tijd waren er nog geen mobiele telefoons, althans niet zoals nu. De vrees dat ik mezelf wat aan gedaan zou hebben leidde ertoe dat er een politie melding werd gedaan. Men vreesde het ergste. Mijn ouders waren helemaal radeloos. Uiteindelijk werd ik opgenomen in een zogenaamde PAAZ-afdeling op een zogenaamde open unit. Daar zat ik als cliënt, patiënt, hopeloos geval. Niet meer wetend wat ik zou doen. Ik kreeg een folder. Daarin stond: In overleg met de psychiater is besloten tot opname. De psychiater draagt de eindverantwoordelijkheid voor uw behandeling. Hij (of de arts-assistent) onderzoekt en behandelt uw psychische problemen en beoordeelt in hoeverre deze samen kunnen hangen met uw lichamelijke gesteldheid. Aan het begin van uw opname stelt de psychiater een behandelplan op. Hierin staat hoe uw behandeling eruit zal zien. In overleg met u schakelt hij indien nodig andere specialisten in zoals b.v. een internist. Als uw psychiater medicijnen voorschrijft of uw medicijngebruik aanpast, zal hij dit altijd met u bespreken.

Die woorden kende ik na verloop van tijd bijna helemaal uit mijn hoofd. Ik ben daar drie maanden geweest en toen ging het wel weer. Achteraf gezien kan ik eigenlijk niet begrijpen waarom ik in die periode nooit iets heb gedeeld over mijn eetstoornis. Het ging puur over de depressies en het kwam kennelijk niet bij de psychiater op om te vragen naar mijn eetpatroon. Vreemd..

Daarna ging ik werken in een verpleeghuis en deed mijn opleiding tot bejaardenverzorgende. Qua intelligentie had ik wellicht veel meer gekund maar de motivatie was totaal afwezig. Ik kon mijn werk best wel aan. Maar eerlijk gezegd schaamde ik me weleens voor sommige mensen in mijn omgeving dat ik "maar" bejaardenverzorgster was. Ik had zoveel meer gekund als ik dat stomme eetprobleem niet had gehad. Als ik maar niet depressief was geworden, als ik mijn leven maar beter in de hand had gehad. Voordat ik ging ontsporen functioneerde ik namelijk prima. Na de lagere school was ik vanuit de brugklas naar het atheneum gegaan en haalde tot en met groep drie hoge cijfers. Daarna was het bergafwaarts gegaan en ben ik steeds dieper in de vicieuze cirkel terecht gekomen. Zo ging ik naar de HAVO en haalde die met de hakken over de sloot.

Ik kreeg een baan en trouwde met Theo en het leven kabbelde verder. De vraag wat het leven voor zin had had ik eigenlijk een beetje op de achtergrond gedrukt. Af en toe was er een periode dat het ook beter ging. Soms was er zelfs een periode waarin ik het eten behoorlijk in de hand had en al gauw enkele tientallen kilo’s kwijtraakte. Geen dramatische ontwikkelingen, maar zeker ook geen leven waar ik van genoot. En zeker ook geen leven zoals God het had bedoeld.

Bij tijd en wijle hoorde ik in mijn omgeving mensen over God praten. Dat waren zeker geen sombere gesprekken, maar wat ik ontdekte, was dat God iets heel speciaals voor deze mensen betekende. Ik was niet opgegroeid met God. Voor mij was die religie iets wat niet zo nodig hoefde. Alleen maar lastig, en het kostte nog geld ook om lid van een kerk te zijn. Maar de wijze waarop deze mensen met elkaar spraken over wie God is en wat hij in hun leven betekende, dat raakte me wel. Ze voldeden niet aan mijn stereotype beeld over kerk en religie. Deze mensen spraken over iemand die zij kenden. En dat raakte me eigenlijk wel een beetje. Diep in mijn hart dacht ik wel eens dat ik zoiets ook wel zou willen hebben. Maar ik hield me altijd afzijdig, bang dat ze me zouden willen bekeren.

Ondertussen zag ik wel dat zij er blij van werden en uit nieuwsgierigheid had ik een bijbeltje gekocht. Maar wat ik daarin las, daar begreep ik niet zoveel van. Ik was ongeduldig. En hield er snel mee op. Bovendien gaf het geen verbetering in mijn levensomstandigheden. Dus vooruit dan maar; religie en God zullen voor mij waarschijnlijk niet werken.

Na 10 jaar huwelijk liep ons huwelijk op de klippen. We waren helemaal uit elkaar gegroeid en waren elk ons eigen leven gaan leiden. De liefde was uitgedoofd, we hadden elkaar weinig meer te vertellen. Langzamerhand begonnen de irritaties toe te nemen en uiteindelijk besloten we samen dat ‘de koek op was’. Kinderen hadden we niet dus de scheiding was relatief snel te regelen. Ook financieel verdienden we allebei ongeveer evenveel, dus ook de alimentatie berekening was snel gemaakt. En toen was ik weer alleen.

Eerst was ik blij en opgelucht. Ik hoefde geen verantwoording af te leggen en ging al gauw allerlei relaties met mannen aan. Bij voorkeur alleenwonende mannen met een huis of appartement. Zo’n relatie duurde dan 3 maanden of zo. Soms was het een vent met humor of een knap uiterlijk. Soms zat er iemand bij die veel verdiende en mij in de watten legde. En laat ik het maar eerlijk zeggen: soms mocht ik extra genieten tussen de lakens. Maar het eindigde altijd hetzelfde: ik ging weer op zoek naar de volgende en nam daar mijn intrek. Toch gaf deze periode wel verandering: ik besloot de opleiding tot A-verpleegkundige te gaan starten. Ik was ongeveer 'n 1/2 jaar gelukkig en hyperactief. Toen vond ik zelf een appartement om in te gaan wonen. Daarna kwamen de eetbuien weer.....Ik stopte met mijn opleiding na 9 maanden, kon het weer niet combineren met m’n eetgedrag.

Ondertussen probeerde ik ook nog twee andere studies. Maar uiteindelijk sneuvelden ook die. Het was opnieuw chaos in mijn leven. En zo sukkelde ik door: het was meer óverleven dan leven!

In die begintijd in mijn appartement kwam een van mijn vriendinnen wel eens langs. Zij was net tot geloof gekomen en vertelde erover en wilde dolgraag dat ik die weg ook zou gaan. Ondanks haar enthousiasme deed het mij niet zoveel. Eigenlijk dacht ik toen dat het een bevlieging was en dat ze wel weer met beide voeten op de grond zou komen te staan. Ik vertelde haar dus dat ik blij was voor haarzelf en ook blij dat het zo goed met haar ging. Maar dat ik niet zo nodig hoefde.

Op gegeven moment leerde ik tijdens 'n vakantie in de bergen weer 'n prettige man kennen, daar heb ik ongeveer 2 jaar 'n relatie mee gehad. Voor hem kon en wilde ik mijn eetstoornis niet meer verbergen. Hij had het goede met mij voor en adviseerde mij om er wat aan te gaan doen. Hij wilde echt dat ik hulp zou gaan zoeken. Ik besloot daar maar aan toe te geven. Eerst ging ik toen naar 'n cursus over maaghonger en hoofdhonger en de eventuele achtergronden. Ik doorliep de cursus, maar het werd er niet beter op. Misschien wist ik nu in theorie wel wat de verschillen waren tussen hoofd-honger en maag-honger, maar dat loste het probleem niet op. Ik werd er wanhopig van. Toen ontmoette ik daar iemand die mij vertelde dat ze naar een psycholoog was gegaan die gespecialiseerd was in eetstoornissen. Daar moest ik ook naartoe, want dat zou echt helpen verzekerde ze mij. En dus ging ik. Niet zozeer omdat ik gemotiveerd was maar een alternatief had ik ook niet.

Het ging echter bergafwaarts met me. Ook die dure psycholoog kon me niet helpen en ik kwam echt in een crisis terecht. Uiteindelijk ben ik opgenomen in een kliniek voor eetstoornissen, ik wist eigenlijk niet eens dat ze bestonden. Daar ben ik 9 maanden opgenomen geweest. Ik heb er veel geleerd, en binnen de muren van de kliniek ging het wel wat beter. Maar eenmaal weer thuis ging het snel weer bergafwaarts. Na die opname tijd kwam ik nog wel regelmatig in de kliniek voor na controle, maar de neerwaartse spiraal had ik weer snel te pakken.

Als het goed ging, dan was het nooit voor lang; ik heb toen nog 2 x dagbehandelingen gehad (1X 6 mnd. en 1x 9 mnd.). Opnieuw leerde ik weer van alles, maar er veranderde eigenlijk niets. Inmidels was ik verhuisd naar 'n andere stad en volgde ik 'n alternatieve therapie, hopelijk zou dat echt gaan helpen. Mijn hond mocht ik meenemen, ik bleef daar 2 nachten slapen. Die therapie werkte vanuit het boedisme. Wat dat precies inhield interesseerde me eigenlijk niet zoveel. Even was ik er erg blij mee, maar dat was van korte duur. Al na enkele dagen kreeg mijn hond ruzie met 'n andere hond en ik kon geen opvang vinden. Toen ben ik daar ook weer weggegaan. Ik ving ook honden op voor 'n stichting, nam de hele club honden dan mee naar de volkstuin, en zo leerde ik een jongere man kennen uit mijn buurt. Oh, wat werd ik vreselijk verliefd op hem. Maar het was niet wederzijds en dat vond ik heel erg. Toen het na 'n half jaar wat gezakt was ging ik bewust op zoek naar 'n levenspartner; die verliefdheid kon toch niet voor niets geweest zijn.....

Op die manier heb ik uiteindelijk mijn huidige partner ontmoet, waar ik nu al bijna 7 jaren mee ben getrouwd. En hij was en is 'n christen.

Diezelfde vriendin, die vroeger al graag wilde dat ik zou gaan geloven, deed haar verhaal weer. Deze keer luisterde ik aandachtig. Ik was veel meer geïnteresseerd dan de keer daarvoor. Wat was dat dan met die God en die Jezus? Soms ging ik naar een kerk en probeerde te doen wat me geadviseerd werd. Te bidden en praten met God. Dan zat ik in mijn bijbel te lezen en probeerde me aan te kleden met de wapenrusting van God. Maar hoe doe je dat eigenlijk? En waar haal je zo’n wapenrusting vandaan? Maar geregeld raakte ik ook weer in de ban van zoveel andere dingen te "moeten" en ging ik ook weer twijfelen aan het bestaan van God. Er waren ook wel momenten dat ik wel geloofde in Hem, maar andere momenten dat ik het eigenlijk maar liever van me af schoof. Maar God liet me deze keer eigenlijk niet meer los.

Als kind was ik opgegroeid in een gezin dat een binding had met de katholieke kerk. Ik geloofde eigenlijk toch wel in God en in Jezus en in de Heilige Geest. Maar dan meer als een soort ‘het zal wel waar zijn‘ Tijdens mijn puberjaren nam ik niet langer genoegen met de antwoorden van mijn ouders "Geloof het nou maar". Ik wilde antwoorden op allerlei vragen die ik had nadat we in de kerk waren geweest. Die antwoorden hadden mijn ouders ook niet paraat. En ik was te verlegen om de pastoor die vragen te stellen. Ook op de katholieke school heb ik dat eigenlijk nooit gedurfd.

Dat maakte dat ik zo ergens tussen mijn 12e en mijn 14e eigenlijk niet meer naar de kerk ging. In plaats daarvan ging ik vaak een stukje fietsen. En dat had dus tot gevolg dat ik steeds minder betekenis was gaan hechten aan de bijbel. Ik was er eigenlijk op een gegeven moment wel mee klaar en dacht dat mensen de bijbel hadden verzonnen. Eigenlijk wel bijzonder als je er later op terug kijkt. Want aan de andere kant bleef ik toch ook wel geloven in het bestaan van God. Het was een stukje strijd tussen erkenning en ontkenning, waarin ik jaren had geleefd. Ik kon wel goed met andere mensen omgaan, maar het is heel lang zo geweest dat ik van de ander uit ging. Wat dacht ik dat de ander wilde horen of wat had de ander nodig? Dat maakte dat ik contacten erg vermoeiend vond en mijn vrije tijd niet teveel wilde praten en ik had het gevoel dat wat ik zei nooit goed was. Als ik beter in mijn vel zat gingen de contacten gemakkelijker en kon ik er zelfs van genieten, vooral nieuwe contacten. Ik heb heel veel mensen gekend in mijn leven, maar na 'n tijd van 1 of een aantal jaren liet ik die contacten dan weer verwateren omdat ik me niet meer op mijn gemak voelde.

Uiteindelijk ben ik helemaal vastgelopen. Ik had zoveel geprobeerd om me beter te voelen en van mijn eetstoornis af te komen en het lukte me maar niet; zelfs niet toen ik met vallen en opstaan meer in God geloven ging. Zo voelde het.

Toen kwam de Alpha cursus in beeld. Eind 2014 ben ik aangehaakt bij zo’n Buurtinitiatief. Zo leerde ik God echt kennen. Ten diepste kwam ik daar tot bekering en werd mij duidelijk hoe God wilde dat ik leefde. In die periode werd psalm 139 voor mij een hele grote troost

"Heer, U weet alles van mij, u kent mij.
U weet waar ik ben, en U weet waar ik heen ga.
U weet wat ik denk, ook al bent U ver weg.
U ziet me als ik thuis ben en U ziet me onderweg.
U ziet alles wat ik doe”

Heel Psalm 139 vind ik prachtig, behalve vers 21 en 22. Vijanden van God zou ik liever willen bekeren, maar dat heb ik niet in mijn macht.
Ondertussen had ik ook een kerk gevonden waarbij we ons gingen aansluiten.

Alhoewel ik wel tot geloof gekomen was, waren mijn problemen nog niet voorbij. Er waren zeker een aantal problemen opgelost, maar mijn eetstoornis absoluut niet. Ik ging regelmatig naar de kerk, was met bijbelteksten bezig en af en toe zelfs met Bijbelstudie. Maar het was eerlijk gezegd een beetje onregelmatig; het lukte me niet om de continuïteit erin te brengen. Integendeel! Moest ik weer de hulpverlening in?

Toen wees iemand mij op het Celebrate Recovery programma. Nadat ik de website had bestudeerd, was mijn eerste indruk eigenlijk niet positief. Moest ik daar naartoe gaan? Moest ik tussen de drank- en drugsverslaafden gaan zitten? Ik… die al duizenden euro’s armer was door eigen bijdragen aan allerlei hulp van psychologen, psychiaters? En dit waren niet eens professionals? Dat kon toch niks zijn? Mijn vriendin was heel wijs. Ze zei alleen maar; “waarom zou je God geen kans geven? Wat heb je eigenlijk te verliezen?” Die woorden blijven hangen in mijn gedachten. En ik besloot toch maar eens te gaan kijken. Een beetje nieuwsgierig, maar ook een beetje angstig, stapte ik binnen. Het waren hele gewone mensen zoals ik, die ik daar ontmoette. Viel dat even mee. Het zal goddelijke leiding zijn geweest dat juist op de eerste avond een zogenaamde persoonlijk verhaal avond was. En laat nu de betreffende persoon getuigen van het feit dat ze was hersteld van een eetstoornis. Het was alsof God een pijl had afgeschoten die mij direct in het hart had getroffen. Een pijl die uiteindelijk niet dodelijk was maar nieuw leven bracht. Terwijl mijn leven nog steeds draaide rondom de chaos van ijsjes, patat, depressiviteit, minderwaardigheidsgevoelens en waardeloosheid, zag ik op de video iemand die vertelde hoe dat God het CR programma had gebruikt om haar te herstellen. Is dat toeval? Dat kan ik niet geloven. Naar nog een paar keer gesnuffeld te hebben, besloot ik echt aan te haken. En dus ook mee te doen met het gedeelte na de pauze. Het zingen ontroerde me de eerste tijd vaak hevig en de uitleg over de lessen met de persoonlijke voorbeelden raakten me diep. Maar gaandeweg voelde ik me gekend door God. Ik durfde het aan om een maagverkleiningstraject in te gaan. Eeerst de screening, dan het voortraject en de operatie. Veel mensen waar mee ik het er over had gehad in de loop van de jaren hadden me dat traject ontraden en ik had naar hen geluisterd en me dus laten weerhouden van deze operatie. Ik voelde dat ik zonder zo'n krachtig hulpmiddel niet van mijn eetstoornis af zou komen. Die stoornis had me ook afgehouden van de groei in geloof en het het had me ook steeds verder van God verwijderd. Bij-CR moest ik erkennen dat ik een probleem had wat ik zelf niet kon oplossen. En stap twee vertelt dat God bestaat en dat er hoop is. Ik ben heel dankbaar dat ik deze operatie heb mogen ondergaan en dat alles goed ging. Ik kan me al vaker focussen op mijn relatie met God, er is meer ruimte in mijn hoofd.

Het CR programma was voor de pauze altijd erg bemoedigend. In de groep na de pauze vond ik het soms wel moeilijk. Dan hoorde ik ook de moeilijkheden van de andere deelnemers. Maar werd ik ook geconfronteerd met mijn eigen problemen. Mijn levens inventarisatie had ik nooit kunnen afmaken zonder mijn geweldige coach. - Dank je wel Karin, voor wat je voor mij betekent hebt en nog steeds betekent - In theorie wist ik al veel langer dat ik mijn problemen aan God moest overgeven; maar bij CR heb ik geleerd om dat ook in de praktijk te doen. En bleken dus geen drank- en drugsverslaafden te zijn in onze groep. En eerlijk gezegd: als ze er wel waren geweest had het me ook niks meer uitgemaakt. Net zoals ik met een probleem had te kampen, hebben zij dat ook. De deelnemers gidsen heb ik eerst afstandelijk bekeken. Maar al snel ontdekte ik dat juist het opschrijven van de antwoorden weliswaar moeizaam was, maar juist ook heel goed hielp om dingen onder woorden te brengen. Ze staan nu vol met allerlei opmerkingen en aantekeningen. En ik grijp er eigenlijk nog regelmatig naar terug. De Celebrate recovery bijbel was een openbaring voor me. Ik vond daar heel veel structuur en had eigenlijk nooit beseft dat er zoveel biografieën in de bijbel staan van mensen die ook geworsteld hebben met problemen. Ik was me nooit bewust geweest van het feit dat er ook in de bijbel gewone mensen waren met hun problemen. En de ene keer heb ik daar meer last van dan de andere keer. Mijn herstel proces was zeker geen successtory. Zo af en toe viel ik weer terug in mijn oude gedachte patroon en dus ook in mijn perfectionisme, mijn gevoelens van waardeloosheid en soms ook in een eetstoornis.

Maar het was de moeite waard. Ik heb er geen seconde spijt van gehad dat ik “God een kans heb gegeven”. Hij stelt niet teleur. Langzamerhand begon ik me op CR steeds vrijer te voelen. Het feit dat er absolute geheimhouding was en we dat elke avond weer opnieuw aan elkaar beloofden, werkte op mij bevrijdend. Want het had tot gevolg dat we onze maskers durfden af te zetten, eerlijk durfde te zijn over onze tekortkomingen, onze zonden en wat ons was overkomen. Het was puur, authentiek en ik begon steeds meer naar de CR avonden te verlangen. We kregen een band met elkaar, ik zag groepsgenoten ook groeien en dat bemoedigde me weer.

Van de stappen vind ik Stap 1 nog steeds 'n hele belangrijke voor mezelf. Daar begint het mee. En ik kom tot de ontdekking dat, nu ik besloten heb om openlijk te delen waar ik mee geworsteld heb, mensen naar me toekomen om me te feliciteren. Ooit heb ik eens gelezen dat CR deelnemers de helden van de kerk zijn omdat zij de problemen waar ze mee worstelen durven onderkennen en ze vervolgens aanpakken door ze aan God over te geven. Toen ik dat voor de eerste keer hoorde vond ik dat overdreven. Maar nu kom ik tot de ontdekking dat het misschien toch wel een kern van waarheid bevat, want ik heb al van een aantal mensen begrepen dat ze eigenlijk ook wel zouden willen deelnemen, maar de eerste Stap niet durven nemen.

Hoe ben ik nu?
Ik denk dat ik verdraagzamer naar mijn man ben geworden en in het algemeen wat minder veroordelend naar andere mensen. Ik wilde in principe niet veroordelen, maar deed dat soms wel, ook naar mezelf toe. Want ik was immers niet goed genoeg? Ik ben in gedachten milder naar en over mensen gaan denken door de liefde van God.
Ik heb geen eetbuien meer, soms snoep ik nog wel eens vanuit onrust, maar kan dan niet veel op of wordt er ziek van. Dat geeft zoveel rust en ruimte.
Hap - snap naar de kerk gaan is er niet meer bij. Ik ga nu steevast iedere week. God heeft een senioren - echtpaar op mijn pad gebracht; die ik nu iedere week ophaal voor de kerkdienst. Midden in de nacht naar bed gaan is voorbij en op de bank slapen vanwege mijn zware gesnurk is ook over. Wat ben ik blij. Dank U wel Heer!!! Ik heb meer vertrouwen gekregen in God, dat Hij me vast zal blijven houden, maar vooral ook, dat ik Hem zal en wil blijven vasthouden, wat er ook gebeurt. Dat het zal gaan lukken om me meer in Zijn Woord te verdiepen en langzaam maar zeker Hem meer te kunnen gaan dienen; hoe en wat weet ik nog niet, maar de tijd zal het leren.
De wekelijkse kerkgang vind ik 'n geweldige verrijking, met al die andere mensen de ontmoeting met God.

Voor mij is de wekelijkse continuïteit een groot voordeel van het Celebrate Recovery programma. Iedere week gaat het weer verder. De ene keer een les, de volgende keer een persoonlijk verhaal. En alhoewel er thema’s aan het orde komen waar ik helemaal nooit mee te maken heb gehad, zitten er in ieder persoonlijk verhaal wel elementen waarin ik mezelf herken. Het is met elkaar en voor elkaar met God, dat is fijn. De positiviteit en het geloof in God en het volgen en hardop uitspreken van de principes en de stappen bemoedigt elke keer weer opnieuw. Wat helemaal fijn is, is dat niemand wordt opgejaagd. Iedereen mag het programma in eigen tempo volgen. En als er iemand weer iemand aanhaakt, dan bid ik in stilte of hij/zij hetzelfde zal mogen gaan ervaren als ik: bevrijding en herstel!
Ik wil hier in jullie midden vergeving aan God vragen dat ik denigrerend heb gedacht en gesproken over CR voordat ik er zelf aan ben begonnen. Want ik was oprecht van mening dat ik alleen hulp zou kunnen verwachten van professionals. Maar jullie hebben voor mij, maar ook voor alle andere deelnemers, gebeden. En jullie waren hier elke week. Dank je wel. En ik wil erkennen dat er wel degelijk een professional is bij CR. Dat is een Professional met een hoofdletter P.
Tot slot nog twee adviezen:

1. eef God een kans; Hij kon mij en Hij kan jou werkelijk veranderen.
2. Als je eenmaal mee gaat doen, hou dan vol! Want veranderingen kosten tijd. Bij mij duurde het een paar maanden voordat ik de eerste signalen opving dat God werkelijk in mijn leven aan de slag was gegaan.

Hartelijk dank dat ik mijn verhaal met jullie mocht delen! Ik doe het met een dankbaar hart!


Hersteld van gebrek aan zelfvertrouwen, gevoelens van eenzaamheid en boosheid

Mijn naam is Victoria. Ik ben een Christen die hersteld is van gebrek aan zelfvertrouwen, gevoelens van eenzaamheid en boosheid. Die problemen hadden verschillende oorzaken. Om te beginnen: Mijn ouders kregen te maken met het overlijden van mijn oudste broer toen hij 3 maanden oud was. Mijn ouders hebben mij daarna meteen verwekt zonder eerst het overlijden van mijn broer te verwerken. Ik ben geboren met een schildklierafwijking. Ik weet niet of er een verband is geweest, maar ik heb mij steeds afgewezen gevoeld in mijn jonge jaren, en dat terwijl mijn vader steeds vertelde dat ik het meest gewenste kind ter wereld was. Mijn ouders zijn destijds zelfs speciaal vanuit Chili naar Nederland gevlogen waar zij toen woonden, om te zorgen dat mijn geboorte goed afliep.

Mijn vader had een goede internationale baan, maar daardoor moest ik 9 keer verhuizen van land tot land. Gedurende de eerste vijf jaar van mijn leven kregen mijn ouders nog twee jongens en een meisje erbij. Ik heb dus twee broers en een zus.

Toen ik naar school ging kreeg ik het moeilijk met andere leerlingen. Ik was een ‘buitenbeentje’ zoals dat heet. Want in de ogen van anderen was ik te klein en te langzaam en ik had bovendien nog huiduitslag in mijn gezicht. Verder vonden ze dat ik maar een hele zachte stem had en ook stonk. Zij noemden mij in het Engels 'Pip squeak'. Wat zo ongeveer betekent: achtergesteld, zwak en dus niet-belangrijk.

Ik had daar veel verdriet over en vertelde dat aan mijn ouders. Ze luisterden wel, maar deden er niets mee. Voor mijn gevoel duurde het heel erg lang voordat ze actie gingen ondernemen. Waarschijnlijk wisten ze niet wat ze ermee aan moesten of hoe ze het probleem moesten oplossen.

Zij hebben toen overlegd met een Poolse professor, die ook de specialist was voor mijn schildklier afwijking. Ze hebben onder andere mijn leercapaciteit getoetst,en deze was normaal. Verder gebeurde er niets. Maar ik ging letterlijk gebukt onder nare gevoelens van eenzaamheid en verlatenheid.

Toen kwam ik in contact met een dansleraar die probeerde mij rechtop te laten lopen; ik liep namelijk altijd enigszins gebukt. Hij leerde mij een nieuw lied. Het refrein van dat lied was: "Sometimes, I feel like a motherless child". En alhoewel mijn moeder zeker niet slecht voor was gaven die woorden aardig weer hoe ik mij toen voelde.

Als mijn moeder merkte dat ik dat lied bij haar thuis zong, wilde ze het niet horen. Mijn moeder zei dat ik God moest volgen, maar wat dat betekende begreep ik eigenlijk niet. Iedere avond baden we een vast gebed in het Duits. Mijn ouders hadden geen persoonlijke relatie met God, ze hadden een kerkelijke achtergrond maar het was allemaal erg theoretisch. Maar we gingen wel 1 keer per jaar met de kerst naar de kerk. Dat was eigenlijk mijn enige contact met de kerk in die tijd, want ik ging ook niet naar een Christelijke school. Ik ben naar een particuliere meisjesschool geweest. Ik voelde me opnieuw verlaten en ik vond het er zo naar en vervelend: ik gooide al mijn boeken van mijn bureau om aandacht te krijgen. Helaas heeft dit weinig geholpen. Er was niemand die reageerde of aandacht schonk.

Daarna zijn we (mijn broer en zus) naar een school in Rome gegaan. Ik moest presteren en wilde ook presteren. Ik deed zo ontzettend mijn best en heb daar toen een prijs ontvangen voor 'Het meeste “mijn best doen” in de klas".

Andere hoogtepunten waren; meedoen met toneelstukken, 'Joan of Arc en Alice in Wonderland'.

Daarna ging ik naar een kostschool in Engeland. Ook daar moesten we goed presteren voor een betere toekomst. De reputatie van de school speelde ook een rol: we moesten de eer van de school hooghouden door ons maximaal in te zetten. Ik wilde zelf het liefste in de verpleging gaan, maar door mijn mentoren werd me geadviseerd om naar de Universiteit te gaan. Waar ik in die tijd het meest van genoot was het aanleren om dwarsfluit te spelen en de deelname aan 2 musicals: 'The Gondoliers en My fair Lady'.

Er waren toen wel verschillende christenen in mijn omgeving. Zij probeerden steeds iets te vertellen over het christelijk geloof en over Jezus. Maar ik had geen echte interesse. Dat was namelijk niet zo belangrijk in mijn ogen. Mijn prioriteiten lagen bij de studie, want ik vond dat ik moest slagen op de school en universiteit.

Na mijn studie heb ik verschillende banen aangenomen in Cardiff en Londen, maar ik voelde mij nergens thuis omdat ik een buitenlandse naam had en een buitenlands accent. Ik had andere omgangsvormen. Bijvoorbeeld: ik was eerlijk, ik voelde mij meer een Europese, ik vond het niet prettig om op een eiland te wonen. Ook nu had ik weer dat gevoel van een buitenbeentje te zijn.

Vanuit Londen solliciteerde ik naar een baan in Noord Holland. Ik werd aangenomen bij een watertransport maatschappij . Het was best een verantwoordelijke baan. Het was een baan op niveau: deze baan sloot aan bij waarvoor ik was opgeleid. Ik moest dus verhuizen van Engeland naar Nederland. Hier zou ik mij eindelijk thuis voelen, althans dat dacht ik en dat hoopte ik. Helaas had ik niet genoeg werkervaring om gelijk een vaste aanstelling te krijgen en daarom kreeg ik een proeftijd van 1 jaar. Al snel bleek dat ik niet kon opschieten met mijn chef en collega's vanwege mijn achtergrond. Volgens hen kwam ik hoogmoedig over, ik was in hun ogen te hoog opgeleid en paste niet in het team. Daarnaast had ik problemen met de Nederlandse taal. Ik had weinig woordenkennis en moeite met dingen uitleggen. Mijn vocabulaire was erg beperkt. Dat onderkende ik zelf ook wel en daarom probeerde ik mijn best te doen en aan te passen. Maar dat lukte maar ten dele.

In die tijd was ik eenzaam, had weinig vrienden en al mijn familie was ver weg. Eigenlijk zat ik opnieuw op een eiland, maar nu niet letterlijk maar figuurlijk. Ik leerde wel een Engelse buurvrouw kennen; zij was een christen. Zij deelden met mij vol overgave het evangelie. Maar opnieuw nam ik het voor kennisgeving aan, het raakte mijn hart niet. Geen interesse dus…totdat ik overspannen raakte. Ik werd ziek en kwam dus thuis te zitten. Ineens had ik tijd in overvloed. Ik kon op gesprek gaan bij Stichting "L'Abri" in Utrecht. Dit is een internationale stichting die jongeren helpt bij het ontdekken van het christelijk geloof. Er was tijd voor mij, tijd voor gesprekken, bijbellezen en cassettebandjes beluisteren. Daar gebeurde iets met mij. Ineens voelde ik mij schuldig dat Jezus Christus voor mij is gestorven en opgestaan uit de dood. Ik wilde gedoopt worden en kort daarna kreeg dat gestalte: ik liet mij dopen door onderdompeling.

Mijn dooptekst is: 2 Corinthe 5:17 : Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping - het oude is voorbijgegaan, zie het nieuwe is gekomen. Doordat ik bekeerd ben, is mijn relatie met de Heer het meest belangrijk geworden in plaats van mijn werk. Was dat het einde van alle problemen? Nee…. Helaas niet.

Ik kon na verloop van tijd mijn werkzaamheden bij de waterleidingmaatschappij deels hervatten en kreeg daarnaast twee dagen per week psychotherapie. Maar ik werd uiteindelijk toch ontslagen, want ik functioneerde niet naar behoren volgens mijn leidinggevende.

Aan de ene kant was ik blij. De werkomgeving benauwde me en nu was ik vrij. Maar later ontwikkelde zich ook een sterk schaamtegevoel. Het voelde alsof het allemaal mijn schuld was dat er zoveel fout was gegaan tijdens mijn aanstelling. Ik had een risico genomen en tegen mijzelf gezegd dat als het niet zou lukken, ik altijd nog ander werk zou kunnen zoeken. Het bedrijf had ook een risico met mij genomen. Achteraf had ik korter moeten werken voor dit bedrijf en beter kunnen kiezen voor een beroepskeuze test. Achteraf is gebleken dat hoe langer ik hier werkte, hoe meer ik beschadigd ben geraakt.

Ik vond het onterecht dat ik ontslagen was, want ik had mijn best gedaan en verdiende dat niet. Ik voelde mij opnieuw afgewezen. Ik kreeg toen het advies van de bedrijfsarts om mij helemaal te laten afkeuren. Maar het leek me niet verstandig om de rest van mijn leven nooit meer te gaan werken. Ik was toen nog maar 28 jaar. Ik heb daarom bezwaar gemaakt tegen dat advies. Maar ondanks mijn bezwaar was men ervan overtuigd dat ik niet meer geschikt was voor de arbeidsmarkt en werd uiteindelijk toch voor 80-100 procent afgekeurd.

In die tijd las ik weinig in de bijbel. Ik ging wel naar de samenkomsten op zondag. Maar ik was niet echt betrokken bij de kerk en trok mij steeds meer terug. Een isolement dus! Ik had wel contact met een paar christenen die voor mij baden. Helaas werd ik steeds depressiever en angstig. Uiteindelijk kwam ik op een punt terecht dat ik besloot om zelfmoord te plegen. Wat had het leven nog voor zin? Ik realiseerde me op dat moment dat ik de Heer helemaal was vergeten. Toen heb ik Hem gevraagd "Heer, laat mij zien dat U er bent. Verander mijn leven". Zo’n gebed had ik nog nooit gebeden. Binnen een half uur ging de deurbel en het was een christenvrouw uit de Evangelie Gemeente. Ze vertelde dat zij voelde dat er iets aan de hand was. We hadden een goed gesprek. Via haar en haar man, de huisarts en de P.A.A.Z. afdeling belandde ik in een psychiatrisch ziekenhuis. Ik kwam terecht op de psychotherapie afdeling. Daar sloeg de depressie in alle hevigheid toe: ik wilde gedurende een jaar eigenlijk niet meer verder leven. Het leven had voor mij geen zin meer. Voor wie had ik nog waarde? Daarna vulde mijn hart zich met boosheid. Ik was boos over wat mij was overkomen in mijn leven. Vooral de ervaringen bij mijn werkgever hadden er behoorlijk ingehakt. Iedereen en alles had schuld aan mijn situatie!

Achteraf gezien was het eigenlijk wel bijzonder dat ik nooit boos ben geweest op God. Later verwerkte ik mijn verdriet van wat er in mijn jeugd gebeurt was. Af en toe werd ik heel erg achterdochtig en ik ben een paar keer psychotisch geweest. Ik ben daar in dat psychiatrisch ziekenhuis gedurende 6 jaar in therapie geweest, waarvan drie en half jaar intern en de overige periode poliklinisch. Ik heb daar alles heel diep en intens gevoeld wat ik meegemaakt heb. Het was hard werken en ik wist dat ik het nodig had om verder te kunnen. Een belangrijke bijbeltekst in die periode staat in de Deut. 33:27 " onder u zijn eeuwige armen" Al die tijd is er voor mij gebeden. De Heer droeg mij op Zijn eeuwige armen zonder dat ik me op dat moment daarvan bewust was.

Na die tijd gaf de uitkeringsinstantie aan dat er toch verwacht werd dat ik weer zou gaan werken. Dat was heel apart ….Ik was immers afgekeurd voor 80-100%. Maar ik vond een baan bij een uitzendorganisatie voor eenvoudig werk. Ik werkte eerst samen met allerlei andere gehandicapten aan de lopende band in de verpakkingsindustrie. Later kom ik helpen bij het pellen van leliebollen of lampen in elkaar zetten. Daarna kwam ik terecht bij Action in het magazijn. De laatste 7 jaar werk ik in de schoonmaak bij een groot internationaal bedrijf. Hier werkte ik met een andere collega op een afdeling en er werd rekening houden met mijn tekortkomingen, vooral mijn trage werktempo.

Twee jaar na mijn behandeling in het psychiatrisch ziekenhuis raakte ik opnieuw depressief en moest helaas opnieuw medicatie gaan slikken. Er was toen helaas nog geen herstelprogramma beschikbaar dat Celebrate Recovery heette. De behandeling bij de G.G.Z. startte en ik moest opnieuw mijn verhaal vertellen. Daar zag ik erg tegenop. Naast de therapie ging ik ook naar mijn werk. Het was een moeizame tijd, waar ik geen prettige herinneringen aan bewaar. Jaren later hoorde ik over C.R. maar het trok mij niet meer. Ik had immers zoveel geleerd in therapie dat ik C.R. niet nodig vond. Het had voor mij geen toegevoegde waarde. Althans, dat meende ik toen. Op een gegeven moment hield Simon, de voorganger van de Evangelie Gemeente, een toespraak. Het zou de eerste avond van Celebrate Recovery worden en hij had als titel uitgekozen: 'Ik heb geen problemen'. Dat thema sprak mij toch wel aan en na afloop dacht ik erover na. Er kwam een unieke oplossing naar voren: ik besloot om zelf ook mee te doen met als doel om een andere deelneemster uit de gemeente te kunnen helpen. Maar dat was misschien wel goddelijke humor. Na enkele avonden de-CR bijeenkomsten bijgewoond te hebben, kwam ik tot de ontdekking dat ikzelf hier ook geholpen kon worden. Ik ontdekte dat er nog heel wat ontkenning in mijn leven was. Misschien ten diepste ook wel wat trots. Ik had al die jaren eigenlijk mijn jeugd weggestopt; mijn ervaringen met mijn broers en zus, mijn beschermde opvoeding etc. ik kwam daar ook tot de ontdekking dat ik last had van achterdocht, en een enorm gebrek aan zelfvertrouwen. Stap 1 van Celebrate Recovery kwam tot leven: Ik erken dat ik zelf niet bij machte ben om mijn pijn, frustraties en verkeerde gewoonten onder controle te krijgen. Ik ben namelijk God niet.

Door C.R. ben ik mij bewust geworden dat ik worstelde met gevoelens van achterdocht. Vanaf een bepaald moment realiseerde ik me ook dat achterdocht ten diepste een zonde is. Verder ontdekte ik dat ik mij niet schuldig hoefde te voelen dat ik in het verleden die baan bij de waterleidingmaatschappij aangenomen had. Ik had destijds een risico genomen door die baan aan te nemen en mijzelf voor te houden dat als deze baan niet zou lukken, ik altijd een andere baan zou kunnen gaan zoeken. Ik leerde dat ik mij niet hoefde te schamen dat ik ontslagen was. De procedures rondom werk en ontslag zijn in Nederland heel anders dan in Engeland. Want dat ontslag had mij destijds behoorlijk aangegrepen. Ik had zelfs meer dan 20 jaar na dat ontslag nog steeds last van nachtmerries. Bij Stap 4 gingen we aan de slag met een levensinventarisatie. Het was een behoorlijk lange waslijst van gedachten en gevoelens rondom die moeilijke periode. Daarnaast was er ook nog van alles wat ik had mee gemaakt voordat ik bij dat bedrijf ging werken.. De 12 stappen boden een goede structuur om al deze aspecten te zien in het licht van de bijbel en ze uiteindelijk te verwerken. Door C.R. te volgen kon ik vanuit Gods perspectief naar mijn leven gaan kijken. Het was alsof ik door een andere bril heen leerde kijken naar de dingen die gebeurd waren. Dit is verhelderend en het helpt mij om er open over te zijn, mijn verleden te kunnen loslaten en om verder te gaan met mijn leven.

Ik vond het moeilijk al mijn collega's te vergeven; ik heb me jarenlang de zondebok gevoeld. En zij waren immers de schuldigen? Voordat ik CR ging volgen had ik nauwelijks enige zelfkennis. In eerste instantie de therapie en in tweede instantie Celebrate Recovery, hielpen mij een gezond beeld van mijzelf te ontwikkelen. Eén van de stappen gaat over vergeving. Daar leerde ik dat ik God om vergeving moest vragen voor mijn fouten. Maar ook dat ik anderen en mijzelf moest vergeven voor datgene wat gebeurd was en wat niet goed was. Dit moeizame proces werd uitstekend begeleid binnen de context van Celebrate Recovery en ook door het feit dat ik langzamerhand geestelijk groeide in mijn persoonlijke relatie met God. Gedurende mijn periode bij CR raakte ik mijn gevoelens van boosheid kwijt en merkte ik dat mijn relatie met God steeds sterker werd. Ik voelde me een bevrijdt mens.

Omgaan met pijn heeft mij steeds bezig gehouden. In de maatschappij waarin wij leven wordt pijn vaak als nutteloos beschouwd en mensen die pijn hebben kunnen van nut zijn voor anderen. Bij CR heb ik wat anders geleerd. Mijn emotionele pijn was een nare ervaring. Maar God heeft mij hersteld en genezen en ik mag nu, met wat ik toen zelf heb meegemaakt, van betekenis zijn voor anderen. Toen ik mij realiseerde dat niemand zo veel pijn heeft geleden als Jezus Christus aan het kruis, troostte mij dat enorm. Ik ontdekte dat mijn leven toch de moeite waard is: mijn ervaringen zijn nu een unieke bron om anderen te kunnen bijstaan en te kunnen helpen. Ook nu voelen nog veel mensen zich eenzaam en verlaten. Ik wil hen graag vertellen over Jezus Christus. Ik voel me niet langer minderwaardig; God houdt van mij zoals ik ben. Soms heb ik nog steeds last van achterdocht. Maar ik bespeur dat het vernieuwen van mijn denken (zoals dat beschreven staat in Romeinen 12 vers 2 ) nog steeds doorgaat. Ik voel mij veilig, vooral als ik de bijbel lees. Dan voel me dicht bij God. Ik heb mijn familie vergeven en heb inmiddels een goede band met hen opgebouwd. Ik ben blij als ik ze ontmoet. Ik heb christen vrienden die mij door dik en dun steunen. Dat is allemaal dank zij de Heer. Hij heeft me inmiddels weer een nieuwe baan gegeven en ook een splinternieuw huis. Dat ervaar ik als een echte zegen!

C.R. is voor iedereen - niet alleen voor mensen die therapie hebben gedaan zoals ik. Het programma zit goed in elkaar en C.R. wordt aangestuurd door christenen die zelf bidden voor het team en de deelnemers. Er is ook een apart gebedsteam voor de deelnemers - desnoods incognito. Elke C.R. bijeenkomst begint met een aantal aanbiddingsliederen, gevolgd door een studie of een Persoonlijk Verhaal dat heel opbouwend is. Je moeilijkheden kun je delen in de groep. En wat zo wonderlijk is: iedereen belooft daar geheimhouding. En iedereen houdt zich daar ook aan. Dat heb ik als opbouwend en verhelderend ervaren; je staat er niet alleen voor. Voor meer persoonlijke zaken en het doorwerken van de deelnemers gidsen kon ik terecht bij mijn coach. Zij steunde mij, zij bemoedigde mij en af en toe kreeg ik de nodige corrigerende kanttekeningen te horen. Ik durfde haar alles te vertellen wat ik moeilijk vond. Ze stond naast mij en ze begreep mij altijd. Wellicht heb je al begrepen dat ik dus zowel wereldse therapie heb gehad als het Bijbelse CR programma heb doorlopen. Het grote verschil tussen wereldse therapie en dit programma is, dat bij CR de Heer centraal staat bij het herstel proces. Binnen CR heb ik mensen ontmoet met levenservaring die ook hebben geleerd hoe ze praktisch als christenen moeten leven. Er zaten mensen bij die dezelfde ervaring hadden als ik; ze hebben me echt kunnen helpen. De Heer wordt er ook bij betrokken door middel van gebed. In de wereldse therapie kreeg ik vaak te maken met andere cliënten die meestal niet gelovig waren. Soms moest ik wennen aan hun gedrag en uitspraken. Soms had ik er ook moeite mee. Bij CR voelde ik me thuis; het was een geweldige ervaring

God heeft CR in mijn leven gebruikt om tot inzicht te komen hoe Hij wil dat ik ga leven. Dat heb ik mogen ontdekken en nu mag ik het stap voor stap in de praktijk brengen.

Hartelijk dank dat ik dit met jullie mocht delen.

Herstellende van verslaving aan zelfbevrediging

Mijn naam is Freek en ik ben een geliefd kind van God, herstellende van mijn verslaving aan zelfbevrediging en op zoek naar meer van God in mijn dagelijks leven.
Ik ben opgegroeid in een gereformeerd gezin. Mijn vader was een kruidenierszoon en mijn moeder is als dochter van een Rotterdamse tramconducteur geboren. Zij is na de tweede wereldoorlog, met haar ouders en zussen naar Dordrecht, mijn geboortestad, verhuisd. Mijn moeder is een heilsoldate van het Leger des Heils, en heeft zich, voor haar huwelijk met mijn vader, gereformeerd laten dopen. Ik groeide op tussen een oudere zus en jongere zus.
Mijn vader werd, na een bedrijfsongeval, afgekeurd en wij wisten niet beter dan dat mijn vader ‘zenuwziek’ was. Pas veel later hoorden we termen als manisch-depressief. We wisten dat hij zware medicijnen slikte als Lithium en allerlei andere medicatie tegen de bijwerkingen daarvan.
Zijn ziekte legde een zware claim op het gezin en met name op mijn moeder. Er was veel ruzie en soms ook uitbarstingen van gewelddadigheid van de kant van mijn vader.

Ik weet niet meer precies hoe oud ik was, ik vermoed een jaar of tien, maar in ieder geval was ik nog maar een knulletje van de Lagere school (nu basis school) dat nog niets met seks had.
In de zomer dat mijn ouders met mijn tante en oom op vakantie waren, logeerde ik bij de overburen. Mensen die wij goed kenden. Ome Dirk en Tante Rina. Geen echte oom en tante, want Tante Rina was gewoon een vriendin van mijn moeder, de tweelingdochters waren vriendinnen van mijn zus en het gezin ging naar dezelfde kerk als wij. De jongste van de drie kinderen was een zoon. Een aantal jaren ouder dan ik en iemand waar ik tegenop keek omdat hij in mijn ogen goed kon volleyballen, goed en snel kon rekenen en muziek draaide van Exception. Een andere reden waarom ik tegen hem op zag was dat hij mij nogal eens in bescherming nam als ik ruzie had met jongens uit de buurt.

Tijdens die logeerpartij sliep ik bij hem op de kamer. Hij was duidelijk verder in zijn seksuele ontwikkeling dan ik. Als we in bed lagen stimuleerde hij mij om sensuele fantasieën over meisjes van zijn leeftijd uit onze kerk te vertellen. En terwijl ik dat deed, bevredigde hij zichzelf. Hij vroeg mij dan om hetzelfde te doen. Na een aantal dagen vroeg hij mij om het bij hem te gaan doen. Als reden gaf hij daarvoor op: “Dat het altijd fijner is als een ander het bij je doet". Ik heb dat toen een aantal malen op zijn verzoek gedaan. Niets vermoedend. ‘Een beetje raar, maar niet heel erg verkeerd’, dacht ik. Toch wist ik ergens wel dat het niet klopte. Waarom weet ik niet precies. Mijn moeder waarschuwde ons wel om niet met vreemde mannen mee te gaan die ons daartoe probeerden te verleiden, want dat waren geen goede mannen. En op onze vragen ‘waarom niet?’ werd door haar wel uitgelegd dat deze mannen erop uit waren om lichamelijke dingen te doen die niet hoorden. Ik denk dat ik daardoor wel begreep dat wat ik bij mijn overbuurjongen deed, niet helemaal in de haak was. Maar ja, hij was geen vreemde man. Ik heb het dan ook pas jaren daarna tegen mijn moeder verteld.

Pas veel later besefte ik dat ik op een te jonge leeftijd met deze vorm van seksualiteit in aanraking ben gekomen. Of dát de oorzaak en het begin van mijn verslaving was, durf ik niet zo keihard te stellen. In ieder geval is daar wel de zelfbevrediging begonnen. Ik was nog zo jong dat ik al wel een soort van orgasme/fijn gevoel had op het hoogtepunt van de masturbatie, maar nog geen zaadlozing. Later hoorde ik daar jongens op school soms in bedekte termen over praten en vroeg me af of dit hetzelfde was als ik bij de overbuurjongen had gezien. Bij mijn moeder kon ik voor een groot deel met vragen daarover terecht. Er rustte geen taboe op het onderwerp seks, hoewel ik merkte dat er wel een bepaalde onwennigheid was wanneer het ter sprake kwam. Maar we hoefden het als kinderen in ieder geval niet uit boekjes te halen. En opgevoed met twee zussen kwam het onderwerp menstruatie ook geregeld aan bod en vond ik het bijvoorbeeld heel normaal dat ik soms maandverband moest halen. Waarmee ik aan wil geven dat het praten daarover door ons niet als gek of raar werd bevonden. Waarom ik dan toch zolang gewacht heb met het vertellen van wat er gebeurd was tijdens de logeerpartij, kwam denk ik toch voort uit de gedachte en gevoel dat het verkeerd was, dat ik/we hadden gedaan en uit een soort van loyaliteitsconflict. Het was ten slotte de zoon van de vrienden van mijn ouders en de broer van de vriendinnen van mijn zus. Hoe mijn moeder reageerde toen ik het haar vertelde, weet ik niet meer precies. Mij staat bij dat ze het woordelijk een beetje vergoelijkte maar dat haar non-verbale houding iets anders zei liet zien. Maar nogmaals, ik weet dat niet meer zo goed.

Toen ik in de pubertijd zat en ongeveer 15 jaar was, ging mijn moeder mij steeds meer als praatpaal gebruiken. Zij deelde met mij dingen over de scheefgroei in de relatie met mijn vader en zijn gedrag jegens mijn moeder en ons. Zaken die, zo denk ik nu, eigenlijk niet voor jonge jongensoren bestemd waren. Ik ging me meer en meer verantwoordelijk voelen voor het welzijn van mijn moeder. Want zoals ik al vertelde waren er, door de psychische ziekte van mijn vader, veel spanningen en ruzies in ons gezin. Ik denk dat ik met zelfbevrediging, die gepaard ging met rijke fantasieën over meisjes, een stukje positieve (lichamelijke) aandacht voor mezelf vond. En ik, zoals het met de meeste verslaafden is begonnen, wilde ontvluchten uit de werkelijkheid, wilde verdoven dat wat pijn deed en moeilijk was. Of dat ook precies de uitleg is die een psychiater of andere deskundige hieraan zou geven, weet ik niet, maar zo kijk ik er in ieder geval op terug.

Na de LTS ging ik naar de Luchtmacht en tekende voor 6 jaar als hulp-lanceerder in het buitenland. In een weekend dat ik thuis was ging het mis. Mijn vader liep tijdens de zoveelste ruzie met mijn moeder agressief schreeuwend en scheldend op mijn moeder af. Ik sprong er tussen en toen mijn vader niet wilde stoppen, gaf ik hem zo’n harde stomp in zijn ribben dat hij met veel pijn een paar meter verder op de grond viel. Ik denk dat al mijn opgekropte woede richting mijn vader er op dat moment uit kwam. Ik vluchtte het huis uit naar mijn oom en tante een paar straten verderop. Enige tijd daarvoor hadden mijn moeder en mijn zusje me al eens tegen moeten houden toen mijn vader mijn oudste zus aan de haren door haar slaapkamer trok omdat ze die avond contact had gehad met een in scheiding liggende man. Ongeveer een jaar daarna is mijn moeder bij mijn vader weggegaan.

In het buitenland bracht ik veel eenzame uurtjes door op de kazerne en daarbuiten. Zelfbevrediging nam een plaats in mijn leven in en was een vast onderdeel van mijn leven geworden, alsof het er gewoon bij hoorde. Ik zocht plaatjes op van mooie vrouwen met weinig of sexy kleding die me opwonden en had in gedachten seks met hen. In de zes jaren dat ik bij de Nederlandse luchtmacht in het buitenland zat kreeg ik ook te maken met pornofilms en boekjes. Ik merkte dat dit me wel op kon winden, maar dat ik er niet echt iets mee had. Voor mij waren de lingerie en badmodepagina's van de Wehkamp en de Neckermanngids spannender dan pornofilms waarin alle details zichtbaar waren. Als vrijgezel en inmiddels van God los, had ik ook meerdere korte relaties met vrouwen waarbij seks op de eerste plaats stond. Bijna iedere relatie verseksualiseerde ik. Ik zeg bijna, omdat er gelukkig ook een paar langdurige verkeringen waren die dieper gingen dan alleen seksualiteit. Ik heb voor mijn gevoel lang gepuberd. Misschien, eenmaal los van thuis, een soort van uitgestelde pubertijd, omdat mijn moeder al vroeg een volwassen claim op me legde door mij als vertrouwenspersoon te gebruiken. Rond mijn 22ste werd ik wat volwassener en ging me ook als zodanig gedragen.

Na de zes jaar Luchtmacht wachtte de politieschool. Daar leerde ik mijn eerste vrouw kennen. Maar voor ze mijn vrouw werd, ging er nog wel wat aan vooraf.
Seksualiteit nam in eerste instantie ook in deze relatie de belangrijkste plaats in. Na ongeveer twee jaar verkering verloofden we ons. Kort daarna leerde mijn verloofde een andere man kennen en verbrak onze relatie. Ik kwam in een zwart gat terecht. Nu achteraf denk ik dat ik mijn geluk, mijn welzijn, veel te veel afhankelijk liet zijn van deze relatie. Ik zag totaal geen uitkomst meer en dacht er zelfs over na om mijn dienstpistool mee naar huis te nemen en er maar een eind aan te maken. Ik woonde op dat moment in Roosendaal in het zuidwesten van Brabant, alwaar ik bij de politie werkte. Ik ging in die zwarte periode voor het eerst weer eens op de knieën en bad tot God. Ik verontschuldigde me naar hem dat ik al die tijd niets van Hem heb had willen weten en nu ik het niet meer zag zitten weer bij Hem kwam. Ik huilde hevig, totdat ik een hand op mijn schouder voelde en het leek of er Iemand naast mij stond die tegen me zei: “Rustig maar, rustig maar, het komt goed. Het komt goed.” Mijn verdriet en huilen hield direct op. Ik bad: “Here God als U dit bent Die dit tegen mij zegt, beloof ik U, dat als het weer goed komt tussen haar en mij, ik weer zal gaan bidden en uit de Bijbel zal gaan lezen.” Nog zo’n soort moment heb ik meegemaakt in de auto op terugweg van mijn moeders woning, die inmiddels hertrouwd was met een lieve man, naar mijn flat in Roosendaal. Ook toen ging het huilen in diep verdriet over in lachen en vreugde. Hele bijzondere ervaringen die ik maar moeilijk onder woorden kan brengen.

Op het moment dat mijn ex-verloofde weer bij mij terugkwam heb ik haar ook direct meegedeeld dat God daar de hand in heeft gehad, in het feit dat zij bij mij terug is gekomen, dat dit door God is gedaan. Zij was niet met het geloof opgevoed en vond het prima dat ik dat geloofde, maar had daar zelf niets mee. Ook ben ik, zoals ik had beloofd, weer gaan bidden en gaan bijbellezen. Na onze breuk van een aantal maanden, kwam seksualiteit op een meer gezondere plaats in onze relatie te staan. In 1988 ben ik naar de politie Amersfoort overgestapt en zijn mijn verloofde en ik in Harderwijk samen gaan wonen omdat zij in Zwolle bij de politie zat. Omdat ik in Amersfoort christen-collega’s leerde kennen, die één keer in de zoveel tijd bij elkaar kwamen als een soort van kring, ging ik me daar ook steeds meer voor openstellen. Ik ging mee naar de kringavonden en mijn verloofde ging ook af en toe mee. We baden, zongen, luisterden, huilden en lachten samen. Fantastische avonden die de honger naar meer losmaakte en ons samen deed zoeken naar een kerk waar we ons thuis zouden voelen en waar we konden trouwen. Dit werd in eerste instantie de gereformeerde kerk in Harderwijk. Daar zijn we getrouwd, maar we voelden er ons niet echt thuis.
Uiteindelijk kwamen we terecht in een evangelische gemeente. Daar gingen we bijbelstudie volgen, werd ons eerste kindje opgedragen, kwam ik en daarna ook mijn vrouw tot bekering, werden we gedoopt en werd ook ons tweede kindje opgedragen. De hang naar zelfbevrediging bleef echter. Tot ver in mijn eerste huwelijk bleef dat zo. Niet alle dagen, maar soms ook wel drie of vier keer per dag. Het beheerste me. Ik was er wel open over naar mijn vrouw. Ze wist dat ik het deed en dat het niets te maken had met de seksualiteit tussen ons. Ik maakte mezelf wijs dat ik gewoon meer behoefte had aan seksualiteit dan zij en dat ik daarvoor lingerie pagina's e.d. gebruikte. Ik deed dat omdat ik mijn eigen vrouw tijdens de zelfbevrediging, niet als lustobject wilde gebruiken.'
Later ging ik door het lezen van de Bijbel begrijpen dat Jezus heel duidelijk was over het in gedachten begeren van een andere vrouw en dit ook zag als overspel. Ik maakte daar geen geheim van en besprak dit ook met mijn vrouw en een aantal jonggelovige broeders waar ik goed contact mee had.

Om mijn geweten te sussen ging ik toen verder zonder de plaatjes maar met de gedachten aan seks met mijn vrouw. Maar ook dat voelde niet goed omdat ik vond dat ik mijn vrouw mentaal gebruikte om aan mijn buitensporige verlangen tot seksuele bevrediging tegemoet te komen. Het werden echte gevechten in en met mezelf. Op dat moment begon ik steeds meer te beseffen dat ik er aan vast zat en er niet los van kon komen. Het ging ook steeds meer tussen mij en God instaan. Omdat ik, zo kan ik nu zeggen en wat ik nog maar kortgeleden echt durfde toegeven, dat op de momenten dat ik toegaf aan dat buitensporige verlangen, mijn liefde en mijn verlangen om opgewonden te raken en tot een orgasme te komen, groter was dan mijn liefde voor God. Of eigenlijk de liefde voor mezelf groter was dan die voor mijn Schepper en Redder. Toen zag ik dat nog niet zo scherp of wilde het niet zien, wilde het niet aan mezelf toegeven. Wat ik wel toe kon geven aan God is dat het me uit eigen kracht niet lukte om eraf te komen en toch wilde ik er oprecht van af. Toen kwam er een moment dat ik onder de douche stond en weer het sterke verlangen naar bevrediging in mij op voelde komen en met heel mijn hart en ziel uitschreeuwde naar God dat ik het niet meer wilde, maar dat het me niet lukte om te stoppen. Ik volgde toen nog geen CR, maar besef nu dat dit eigenlijk de eerste stap van CR is: Ik geef toe dat ik machteloos sta tegenover mijn pijn, verslavingen en verkeerde gewoonten en dat ik deze niet meer in de hand heb.

Na die schreeuw naar God was het van de één op de andere dag over. Geen verlangen meer, geen behoefte meer, niets meer... klaar. Dat heeft jaren geduurd: een echte bevrijding.
Maar helaas kwam aan die periode, tegen al mijn hoop en verwachtingen in, een einde. In 2007 kwam mijn vrouw terecht in een zwarte en zeer moeilijke periode van haar leven. Zoals ze het zelf omschreef, was ze zichzelf soms helemaal kwijt. En meer en meer verloor ze ook haar geloofsbeleving. Ze vroeg om ruimte, die ik haar zo goed en kwaad als het ging, zoveel mogelijk probeerde te geven. In 2008 kreeg ze echter kennis aan een andere man. Ze gaf aan dat ze niet wist of ze met hem verder wilde, maar wist wel zeker dat ze niet meer met mij verder wilde.
Onze wereld stond op zijn kop. Een groot zwart gat doemde zich voor me op. Twee kinderen in de pubertijd. Ik hield nog zoveel van mijn vrouw en wilde graag met haar opnieuw beginnen met hulp van buitenaf. God gaf me door het boek ‘Bevrijdende Liefde’ van Francine Rivers, de opdracht om te vergeven en lief te hebben, zoals Hij mij had vergeven en liefgehad. En steeds als ik daar tegenin wilde gaan liet Hij mij weten dat ik die steen uit mijn hand moest laten vallen omdat ik net als mijn vrouw schuldig was en geen poot had om op te staan. Op mijn vraag of Hij dat dan ook door mij heen wilde doen, deed Hij dat ook en kon ik mijn vrouw oprecht vergeven en om vergeving vragen daar waar ik het in onze relatie niet goed had gedaan. (ook weer zo’n stap die ook bij CR een voorname rol speelt)
Toen ik in die periode op mijn zwakst en kwetsbaarst was, labiel en eenzaam, kwam de verslaving in volle hevigheid terug en ik kon er geen weerstand aan bieden. En of het nou voortkwam uit een stuk eenzaamheid, hang naar liefde en genegenheid of weer het verdoven van de pijn en het verdriet, ik weet het niet. Wel weet ik dat er één groot verschil was met het verleden. Ik speelde geen verstoppertje meer voor God. Ik praatte het niet meer goed, verzon geen smoesjes meer en deed niet alsof God het niet zag. Want als ik dan naar de computer liep om lingerie sites te bezoeken zei ik tegen Here Jezus dat Hij er maar naast moest komen zitten. Ik wilde niet meer dat dit mijn leven weer ging beheersen, maar kon er geen weerstand aan bieden. En weer schreeuwde ik het uit naar Hem.

Ik was al lang lid van het dramateam in onze kerk en stond regelmatig op het podium, sprak af en toe bij de tieners in hun diensten. Ik zei tegen de Heer, als ik weer zwak was geweest en toegegeven had aan de zucht naar een seksbeleving: “Ik kan toch zo niet meer het podium op of spreken bij de tieners. Maar de Heer zei keer op keer tegen me. 'Ik hou toch van je en Ik je wil je toch gebruiken.' Dit was steeds een enorme troost voor me en ondersteunde de hoop die ik had, dat ik er ooit weer helemaal van af zou komen.
In die tijd had ik een enorme behoefte aan warmte en genegenheid en vooral ook erkenning van mijn 'man-zijn'. Want ik voelde me als oud vuil aan de straat gezet. 'Waardeloos als man, daar heb je niks aan, weg ermee!.” Ik wist dat het mijn gevoelens waren en ik daar mijn ex-vrouw niet voor verantwoordelijk kon houden, maar ik voelde het wel zo. Ik ging, tegen het advies van het pastoraat in, veel te snel weer op zoek naar een nieuwe relatie. Daarmee heb ik een tweetal vrouwen beschadigd die uitkeken naar een nieuwe relatie. Maar ik beschadigde er ook mijn kinderen mee, die me van harte een nieuwe relatie gunden, maar er nog helemaal niet aan toe waren.

Eind 2010 besloot ik om in april 2011 te beginnen met CR om met mijn verslavingsprobleem aan de slag te gaan. Ik was er inmiddels wel van overtuigd dat ik dit niet alleen ging redden en hulp nodig had. Ook omdat ik wist dat in de meeste reguliere zorg er op een hele andere manier naar zelfbevrediging en seksualiteit gekeken wordt en men daar meestal niet echt een probleem in ziet. Ook was mijn zelfbeeld, door alles wat er gebeurd was, vanaf de scheiding er niet echt op vooruit gegaan. Daarnaast was er een groot verlangen om Gods stem beter te gaan verstaan of beter gezegd, ik wilde meer in zijn bediening komen te staan. Ik had jaren hard gewerkt in zijn wijngaard, maar aan Hem zelf was ik vaak voorbij gegaan. Er gebeurde echter iets heel bijzonders. Toen ik in januari terug van mijn werk naar huis reed, vertelde ik in de auto tegen God dat Hij mij maar geen vrouw meer moest geven omdat het allemaal zo’n gedoe gaf. Ik was ervan overtuigd dat Hij mij waarschijnlijk beter kon gebruiken als ik alleen bleef. Juist toen ik met het zoeken wilde stoppen en dat overgaf aan Hem, leerde ik op zeer bijzondere wijze in februari 2011 mijn nieuwe vrouw kennen. Hoe dit is gegaan is al een getuigenis op zich en had ik van tevoren niet kunnen bedenken. Direct na onze eerste ontmoeting was het verlangen naar zelfbevrediging weer van de ene op de andere dag helemaal weg. Toch wilde ik het volgen van CR graag doorzetten. 1. om te leren, om bij teleurstellingen in mijn leven niet direct weer terug te vallen in oud gedrag en 2. om samen met God verder te ontdekken wat mijn bediening in Zijn Koninkrijk zou zijn.

Ik stond toen echter zeer sceptisch tegenover het begrip praatgroepen en al helemaal tegenover mannen praatgroepen. Om de tafel met al die testosteron gevulde macho’s zag ik eigenlijk niet zo zitten. Zelf denk ik wat meer vrouwelijke hormonen te hebben dan de gemiddelde man en ben nogal een emotie-kikker. Maar al die vooroordelen bleken totaal onterecht. Wat heeft het me veel gebracht en werd ik vaak gespiegeld en geconfronteerd met blinde vlekken van mezelf. Ik weet nog heel goed dat we op ongeveer tweederde van het programma zaten en ik dacht dat ik er wel zo’n beetje was en het allemaal wel weer een beetje op orde had. Totdat één van de andere mannen vertelde dat hij erachter was gekomen dat hij een zus dermate had beschadigd in het verleden en aan haar gevoel, ongevoelig voor haar beweegredenen, volledig voorbij was gegaan en dat hij daar iets mee moest. Op dat moment besefte ik dat ik ook nog wat te doen had naar de vrouwen toe, waarmee ik na de scheiding een kortstondige relatie had gehad. En dat bleek een hele juiste conclusie, want twee van hen had ik echt beschadigd. Zij dachten in mij hun toekomstige partner te zien en voelden zich in de steek gelaten. Zo schuurden en schaafden we elkaar binnen die groep. Soms stonden we recht tegenover elkaar, want we waren een heel gemêleerde groep mannen, maar aan het einde van de avond was het altijd weer goed en gingen we na het ontspannen moment met een frisdrankje en een hapje altijd weer goed uit elkaar.

Tijdens CR had ik een fijne coach. Iemand die ik kende als een wijs en integer kind van God. Mijn openheid naar hem, maakte hem ook open naar mij en zorgde voor een bijzondere band waarin hij mij vaak steunde zonder woorden. Hij was er en ik wist dat ik dag en nacht mocht bellen als dat nodig mocht zijn. Binnen CR leerde ik op een andere manier naar mijzelf (met de ogen van God) te kijken. Ik ben Zijn geliefde kind en daar kan niets of niemand tussen komen. Hij houdt onophoudelijk van mij met een onuitsprekelijke grote, niet te bevatten, zichzelf opofferende liefde. Hij wil mij als onvolmaakt mens gebruiken in Zijn Koninkrijk. Ben ik helemaal vrij van de verslaving? Nee, na een tijdje is het toch weer teruggekomen. Op momenten dat ik niet goed in mijn vel zit, me eenzaam voel als mijn vrouw niet thuis is, of als ik in een drukke periode met veel stress verkeer. Dan kan het nog enorm aan me trekken en val ik af en toe nog terug. Ik maak daar geen geheim van. Maar ik ben blij dat de periodes tussen de terugvallen steeds langer worden en de frequentie steeds meer afneemt. Het is nu veel meer een proces dan een wonderlijke (tijdelijke) genezing.

Ik ben inmiddels zelf twee keer gespreksleider geweest, heb nu een wat meer organisatorische functie binnen CR en ben een aantal malen coach geweest van verschillende mannen. Ik heb samen met een andere gespreksleider, die aan porno verslaafd was, afgesproken dat als het weer begint te trekken, zo sluipend als dat kan gaan, we elkaar zullen bellen en samen zullen bidden. Dat helpt enorm. Het feit dat ik hem dan moet bellen werkt ook psychologisch door. Ik wil hem niet hoeven te bellen, maar het is fijn dat het kan als het nodig is. De laatste stap, stap 12, is een stap die ik de rest van mijn leven zal moeten blijven zetten, het delen van mijn ervaringen met anderen. Ik moet dan altijd denken aan Romeinen 8 vers 28. Dat God alles ten goede laat meewerken voor hen die Hem liefhebben en overeenkomstig Zijn voornemen geroepen zijn. Met andere woorden populair gezegd: zelfs de shit uit mijn leven gebruikt God ten goede. En dat is zo’n enorme waarheid. Dat is stap 12. God gebruikt mij nu om mensen te begeleiden en te ondersteunen, in hun herstel, door hetgeen ikzelf heb doorgemaakt en waar ikzelf aan vastzat. God gebruikt het programma Celebrate Recovery en de mensen die Celebrate Recovery volgen of hebben gevolgd als instrumenten in Zijn handen waarmee Hij mensen kan herstellen. Want ik geloof dat er geen mens, geen christen, op deze wereld is die geen schaduwzijde of zwakheden heeft waar hij of zij last van heeft. Binnen de veilige omgeving van CR kun je die gaan bespreken en breng je ze stap voor stap in het licht van God zodat Hij kan gaan genezen. Zoals Jacobus schrijft in hoofdstuk 5 vers 16. Belijdt elkaar je overtredingen en bid voor elkaar zodat je gezond wordt, want het krachtig gebed van een rechtvaardige brengt veel tot stand.

Herstellende van een burn-out, mishandeling, traumatische ervaringen, financiële problemen en mishandelingen

Mijn naam is Astrid. Ik ben christen en herstellende van een burn-out, mishandeling, traumatische ervaringen en financiële problemen. Maar ik ben ook herstellende van een huwelijk waarin huiselijk geweld plaats vond.
Ik heb geworsteld met verschillende nare ervaringen die mij in het verleden zijn overkomen. Zoals geestelijke mishandelingen, aanranding en verkrachting, vernederingen, nachtmerries, angst, emotionele onbalans, oneerlijkheid en het kwijtraken van mijn eigen identiteit. Ook mijn fysieke gezondheid heeft daaronder te lijden gehad.

Ik heb ervoor gekozen om fictieve namen in mijn persoonlijk verhaal te gebruiken, om de privacy van de betrokkenen te beschermen.
Ik ben opgegroeid in een gebroken en een samengevoegd gezin. Ik heb 1 eigen broer “Robert” en ik ben de jongste van alle kinderen. Mijn ouders waren getrouwd omdat mijn moeder zwanger was van Robert. Drie jaar later werd ik geboren. Mijn ouders hadden veel ruzie. En mijn vader wees mij en mijn broer vaak af. Mijn moeder daarin tegen was liefdevol, knuffelde ons en was er altijd voor ons. Ook al waren we beiden niet gepland door mijn moeder; we waren zeer zeker wel geliefd. Op een bepaald moment zouden we wegens het werk van mijn vader naar het buitenland gaan verhuizen. Uiteindelijk gebeurde dit toch niet. Net voor het vertrek heeft mijn moeder een echtscheiding aangevraagd. En zo bleef ik samen met mijn moeder en mijn broer achter.

Ik had als meisje een lief open eerlijk en zelfstandig karakter. Zonder oordeel naar een ander. Ik maakte snel vrienden. Welke achtergrond iemand had, deed er voor mij niet veel toe. Van nature gaf ik iedereen liefde en was ik vriendelijk naar ieder medemens. Hoe ik eruitzag vond ik ook niet zo belangrijk: ik accepteerde mezelf zoals ik was.

Na een aantal jaar kreeg mijn moeder een nieuwe vriend: Egbert. Robert, mijn moeder en ik zijn toen bij hem gaan inwonen. Egbert had een zoon die daar ook inwoonde, dat was Kees. In het samengevoegde gezin veranderde alles. Het liep niet echt lekker. Kees was erg dominant en manipulatief en werd door mijn stiefvader op handen gedragen. Kees was heilig bij hem. Regelmatig was er ruzie. Dat waren ruzies die soms hoog opliepen. Ze konden zich dan niet meer beheersen en de ruzies duurden soms tot midden in de nacht . Ik had het gevoel dat iedereen in de buurt ook op de hoogte was van het feit dat er altijd bonje in ons huis was. Vaak gingen deze ruzies tussen mijn moeder en stiefvader over mij of over Kees. Mijn gevoel was dat alles wat ik deed niet goed of in ieder geval niet goed genoeg was. Ik ging mezelf steeds kleiner en minder waard voelen. Mijn stiefvader Egbert en mijn moeder dronken in die tijd ook veel alcohol. Mijn stiefvader maakte een groot verschil tussen jongens en meisjes; meisjes mochten veel minder doen dan jongens. En meisjes kregen meer huishoudelijke taken. Deze ongelijkheid vond ik oneerlijk en moeilijk om mee om te gaan. Diep in mijn hart begon ik een steeds grotere hekel aan mijn stiefvader te krijgen.

Alles wat ik leerde was niet waar en het deugde niet in de ogen van mijn stiefvader en stiefbroer. Ik had veel meer tijd nodig om iets te leren dan Kees. Hij deed VWO en ik deed alleen maar de MAVO.. Ik werd zo neergezet als dom, lelijk en dik. Langzaam aan begon ik te geloven dat het allemaal waar was wat er over mij werd gezegd. Ik was het dus ook niet waard om van te houden. Hierdoor verloor ik mijn zelfvertrouwen en geloofde ik in de leugens. Mijn eigenwaarde en positieve zelfbeeld brokkelden langzamerhand af. Mijn moeder probeerde wel voor me op te komen, maar ze was niet opgewassen tegen de negatieve sfeer die er in huis heerste.

Op mijn 23e volgde ik een studie boekhouden. Tijdens deze studie had ik een docent Nederlands die bij een instituut had gewerkt met dyslectische mensen. Zij vroeg me aan het eind van de middag bij haar te komen en sprak voor mij de verlossende woorden “je bent dyslectisch” en vertelde me wat dat betekende. Ze had geen test nodig om me te diagnosticeren: het was overduidelijk. Nog steeds kan mij dit enorm raken. Vooral omdat ik nu pas de dingen echt kan verwerken. En de pijn en verdriet nu eindelijk echt in Gods handen kan leggen. Eindelijk kan ik nu pas zeggen: zie je wel dat je niet zo dom bent. Er was altijd wel in mijn onderbewuste iets van een besef dat ik niet dom was; maar nu mag het in mijn hart en ziel landen.

Dit is niet het enige wat mijn leven getekend heeft. In mijn tiener jaren ben ik betast, aangerand en verkracht. Dit alles vond plaats binnen de huiselijke sfeer. Eén van de daders heeft vrij snel na het incident zijn excuses aangeboden en vergeving gevraagd. Die vergeving heb ik hem ook geschonken. De verkrachting had ik diep weggestopt, maar deze inbreuk in mijn intimiteit heeft me jarenlang met nachtmerries achtervolgd. Telkens waren er weer die dromen van wat er gebeurde en hoe mijn kamer er destijds uitzag. Eén van de andere daders heb ik in 2011 geconfronteerd met wat hij had gedaan. Hij kon zich er niets meer van herinneren. Toch heeft ook deze dader zijn excuses aangeboden en me om vergeving gevraagd. Ook hem heb ik toen vergeven. Ik heb ervaren dat vergeving schenken mij enorm opluchtte en mij vrij heeft gezet.

Als klein meisje geloofde ik al in God. We werden gedeeltelijk gelovig opgevoed en er werd voorgelezen uit de kinderbijbel. En we baden voor het eten. Maar we bezochten nooit een kerk of geloofsgemeenschap. God bestond wel, dat stond vast. Maar wat Hij voor ons kon en wilde betekenen werd niet verteld. Ik denk nu eigenlijk dat mijn moeder dat ook niet wist. Ondanks alle nare dingen die er in mijn jonge jaren plaats vonden, zocht ik altijd God op. Toen ik 11 jaar was liep ik op een middag naar huis en was er een stem die mij influisterde: “als je wat ouder bent zul je je laten dopen met de waterdoop”. Ik had geen flauw idee wat de waterdoop was, laat staan wat dat betekende. Een aantal jaren later liet mijn tante zich dopen door besprenkeling met water. Dat deed mij niet echt aan een waterdoop denken. Mijn tante en ik kwamen steeds vaker in gesprek over het geloof en de bijbel. Inmiddels ging ik naar het voortgezet onderwijs en kreeg ik daar Godsdienstlessen. Mijn Godsdienstleraar was een voorganger van een Evangelische gemeente en zijn dochter zat toevallig bij mij in de klas. Nu is bij God niks toevallig; het was voor mij het moment om met een leeftijd genootje over God, Jezus, de Heilige Geest en de bijbel te kunnen praten. De Godsdienstleraar liet regelmatig films zien tijdens zijn lessen en zo ontstond er een groter verlangen naar God. Het heeft nog wel een aantal jaar geduurd voor ik de stap durfde te zetten om naar de kerk te gaan (bij mij om de hoek) waar mijn Godsdienstleraar voorganger was.

Op mijn 15e kreeg ik verkering met Arnoud, een hele lieve jongen die drie jaar ouder was dan ik.. Ik was echt gek op hem. Het was meer dan een bevlieging: het was echt houden van. Toch heb ik die diepe liefde na 3 maanden beëindigd. Ik wilde hem beschermen voor de trauma's die op dat moment mijn leven bepaalden. En hem op die manier de ellende besparen die ik in onze relatie zou inbrengen. Arnoud was een vriend van mijn broer. Het was te ingewikkeld geworden. Dat zou alleen maar pijn veroorzaken. Tegelijkertijd kon ik eigenlijk ook niet geloven dat hij mij echt leuk vond. Dat hij van mij hield om wie ik was. Ik was immers een lelijk, dom en dik wicht. Dat was de mening van anderen over mij en die had ik zo vaak gehoord. Dat oordeel van anderen, was ondertussen ook mijn eigen oordeel geworden over wie ik was. Mijn liefde voor hem ging ver: ik gaf liever mijn eigen geluk op dan hem in de narigheid te brengen. Als ik het uitmaakte zou hij immers de kans krijgen om een gelukkig leven te kunnen leiden. Zonder mijn problemen. Destijds heb ik hem nooit verteld wat eigenlijk de werkelijke reden was waarom ik de relatie verbrak. In de jaren erna heb ik wel een aantal keer op het punt gestaan om opnieuw verkering aan hem te vragen. Dit heb ik toen toch niet gedurfd. Nu, jaren later, hebben we inmiddels weer contact en heb ik hem kunnen vertellen wat mijn toenmalige beweegredenen waren om het uit te maken.

In de Zomer van 1986 ging ik voor de vakantie voor het eerst naar een jeugd avond van die gemeente. Ik werd gastvrij en met open armen ontvangen; het voelde als een thuiskomen. In diezelfde zomer vakantie ben ik met mijn tante naar de zondag morgen diensten gegaan. Vanaf dat moment ging ik regelmatig naar de kerk. Eind september was er een doopdienst waar een vriendinnetje van mij werd gedoopt. Wat was het een mooie avond: verbazingwekkend en zeer emotioneel. In deze kerk hadden ze de waterdoop. 6 weken later, op 19 november 1986, ben ik gedoopt . Wat een feest voor mij. Thuis was er veel weerstand, vooral van mijn stiefvader. Elke zondag na de kerkdienst of jeugddienst wilde hij weten wat er gezegd was en alles werd bekritiseerd en als onjuist bestempeld. Veel ruzies over geloof volgden, tot ik besloot om dan maar niks meer te vertellen over de dienst of de jeugd. Het werd een nieuw mechanisme. Eerst had ik mezelf continu verdedigd, maar nu koos ik ervoor om mijn mond te houden. Nu leerde ik te zwijgen over mijn gevoelens en gedachten. Wat ik vond of wat ik dacht hield ik voor mezelf. Ik bleef naar de kerk en de jeugd bijeenkomsten gaan. Ik ging meer en meer bijbel lezen en bidden. Bidden was voor mij zeer belangrijk. Ik vertelde God ook alles: al mijn pijn en verdriet. Ik was God dankbaar voor alles wat Hij voor mij deed en gedaan had. Ik vergaf mensen in algemene zin wat ze mij aangedaan hadden, maar echte persoonlijke vergeving kon ik toen nog niet opbrengen.

Ik ging in de zomer met mijn kerk mee naar de Herstel conferenties waar ik in 1988 mijn ex-partner Daan leerde kennen. Ik was inmiddels 19 jaar. Nog steeds was ik een meisje met een groot minderwaardigheidscomplex en ik vond Daan wel charmant en aardig over komen. Mijn hart ging nog steeds uit naar Arnoud, maar deze had vlak voor deze conferentie aangegeven dat hij niks met het christelijk geloof had, maar wel geloofde in de evolutie. Wat maakte dat ik niet opnieuw verkering vroeg, ik wilde het wel maar dat stond in de weg. Ik zag de vele discussies al over tafel gaan en wilde daarom graag een gelovige man. Daan voldeed om een poging te wagen en ik stemde in met verkering. Alleen stond hij niet op de bovenste plaats. Eerst God, dan Arnoud en daarna Daan. Dit heb ik hem kenbaar gemaakt, want ik wilde daar open en duidelijk over zijn. Ik had bij Daan ook niet de neiging om hem te beschermen voor mijn familie of wat ik had mee gemaakt. Dat kon me dus in wezen niet erg veel schelen. Ik was wel bang dat er dingen uit zouden komen over mijn verleden, maar het weerhield me niet. Na een maand hadden we al seks. Tegen over God had ik wel beloofd om Daan trouw te zullen blijven. Hij was toen nog maar 17 jaar.

Bij mijn ouders was dit ook helemaal geen probleem. Bij de ouders van Daan wel. Waar ik verder wel respect voor had. Mijn ouders waren niet heel erg blij met mijn partnerkeuze, wat voor mij alleen maar een lekker puh gevoel gaf. Want ja, Daan kwam wel tijdens ruzies voor me op. En zei ze in mijn ogen soms lekker de waarheid. In 1990 zijn Daan en ik met mijn ouders mee geweest op vakantie. Tijdens de eerste week regende het veel en verbleven wij in mijn tentje waar ik dan lag te lezen. In het begin van de vakantie op klaarlichte dag terwijl ik aan het lezen was begon hij aan me te frummelen; ik wilde dat niet en gaf dit duidelijk aan. Daar nam hij geen genoegen mee en verkrachte mij. Niet wetend wat te doen, trok ik me terug in mijn schulp. Mijn houding veroorzaakte ruzie met mijn ouders waardoor ik niemand over het gebeuren in vertrouwen nam. Ik had maar besloten dat het een normaal verschijnsel was dat zoiets gebeurde. Daan mocht mij de rest van de vakantie niet meer aanraken. Zelfs niet toen het vreselijk onweerde en waar ik toen nog verschrikkelijk bang voor was. De pijn en verdriet over die verkrachting ebde langzaam weg. Je kunt beter zeggen: ik stopte het in mijn doos van Pandora net als al mijn andere nare en traumatische ervaringen. Daan begon me langzaamaan ook geestelijk te mishandelen. Hij vernederde me en ik deed steeds vaker geen goed in zijn ogen.

In 1990 ging ik op me zelf wonen en in de weekenden kwam Daan dan bij mij slapen. Nog voor we in 1992 trouwden, heeft hij mij meerdere keren seksueel misbruikt. De geestelijke mishandeling en het seksueel misbruik werd met de jaren erger. Daar kwamen financiële problemen bij. We hebben 4 kinderen gekregen waarvan één door verkrachting. Daan hielp niet of nauwelijks bij de opvoeding en deed weinig met de kinderen. 16 jaar lang stond ik ‘s nachts op om één van de kinderen te troosten, de fles te geven en medicijnen toe dienen. Dat moest soms wel 3 a 4 x per nacht gebeuren. Daan wilde me daar niet bij helpen en zo raakte ik langzaam uitgeput. Helpen in huis of klussen om de staat van het huis op orde te houden, wilde hij ook niet. Ik kreeg steeds meer lichamelijke klachten. Ik was vaak ziek, had vaak griep, maar ook alle andere soorten ongemakken kwamen voorbij. Ik deed mijn uiterste best om mijn hoofd boven water te houden. We kwamen langzamerhand financieel aan de grond te zitten. Daan raakte in 2001 zwaar depressief. Hij zag het leven niet meer zitten terwijl ik net zwanger was van onze vierde. Ik kreeg er dus spontaan een vijfde kind bij en dat is hij gebleven tot onze echtscheiding in 2011 .

Voor mij was het toen op een bepaald moment duidelijk dat ik een keuze moest maken. Kiezen voor me zelf of mezelf verliezen en onder het groene gras te verdwijnen. Mijn lichaam functioneerde steeds minder goed, ik kon steeds minder en Daan wilde nergens mee helpen. Toen ik in 2011 aangaf te willen scheiden, kon hij ineens wel alle gevraagde klusjes van de afgelopen 10 jaar doen en was hij spontaan niet langer depressief!!. Ik voelde me zwaar bedrogen. Hij hield dat gedrag drie weken vol, toen was het voorbij.

Ook was ik in mijn huwelijk langzaam aan de band met God verloren. Het bidden en bijbel lezen verdween meer en meer naar de achter grond. Ik voelde me ook helemaal geen geliefd kind meer van God. Ik was het niet waard om een kind van Hem te zijn. Ik viel in een zwart gat. En aan het eind van mijn huwelijk geloofde ik nog wel dat er een God was, maar die was er niet langer voor mij. Ik was eigenlijk bereid alles wat met God te maken had los te laten. Op een dag sprak God tegen mij. “Weet je nog van dat boekje? Dat boekje over de werkelijke waarde van een vrouw! Pak die en begin weer met lezen. Doordenk en herkauw de vragen en ontdek opnieuw wie jij mag zijn als vrouw. Zie wat jij betekent voor mij”. Ik heb dat boekje weer uit mijn kast gepakt en ben begonnen met lezen. Met de bijbel erbij en al huilend ging ik de vragen beantwoorden. Toch kon ik niet meer voelen dat ik een geliefd kind was. Uitspreken kon ik het al helemaal niet. Dit boekje heeft er wel toe bijgedragen dat ik hier nu sta. Want dat heeft ervoor gezorgd dat ik naar CR ben gegaan. Nu is CR niet het enige stappenplan waar ik gedurende de afgelopen jaren heen ben geweest. Het is wel de eerste die mijn proces van herstel echt in werking heeft gezet. Samen met mijn coach heb ik stappen in de goede richting mogen zetten en God de kans en de ruimte gegeven om me te gaan herstellen. Om weer te mogen groeien. Door de scheiding was ik werkzoekende geworden. Via via kwam ik in contact met iemand die af en toe een les verzorgde bij Celebrate Recovery.

In 2013/2014 heb ik met Daan nog een poging gewaagd om weer te gaan samenwonen. Voor hij weer bij me kwam wonen hebben we vele dingen besproken en elkaar wederzijds vergeving gevraagd voor een aantal zaken. Hij heeft toen weer een aantal maanden bij me gewoond. Langzaam aan zag ik ons weer in oude patronen terug vallen en dat wilde ik niet meer. Ik wilde geen manipulatie meer en niet langer misbruikt worden. Ik wilde helder en open worden en niet langer in het donker verkeren. Ik verhuisde in april 2014 naar mijn huurwoning. Daan zou voorlopig in de koopwoning blijven maar het huis wel in de verkoop zetten. Zodat we na jaren van financiële problemen allebei met een schone lei verder zouden kunnen. Na 2 weken in mijn huurhuis te wonen samen met de kinderen, besloot Daan het huis niet in de verkoop te zetten. En uiteindelijk moest ik vaststellen dat ik opnieuw voorgelogen was. Ik zat inmiddels in de schulden bij de gemeente omdat ik mijn uitkering terug moest betalen en Daan was lekker aan het flierefluiten. Ik kreeg en krijg nog steeds geen alimentatie en knoop de eindjes aan elkaar. Intussen heb ik mijn financiën gelukkig op de rit en goede afspraken gemaakt over afbetalingen. En samen met God heb ik de stap gezet om verder te kunnen herstellen naar geest en ziel en lichaam.

Eind 2014 heb ik besloten niet verder te gaan met Daan. Zijn woorden waren nooit in overeenstemming met zijn daden en ik kon niets bespeuren in zijn gedrag wat leek op een positief verandering. Hij heeft inmiddels ook CR gevolgd. Of dit bij hem tot verandering heeft geleid weet ik niet. Ik heb er in ieder geval nog niets van gemerkt. Zelfs niet met pastorale gesprekken of zakelijke gesprekken om afspraken te maken tot betrekking met ons huis en de kinderen. Maar ik neem nu ook geen initiatief meer om persoonlijk contact te zoeken met hem. Het heeft geen zin om met iemand afspraken te maken als de ander zijn afspraken toch niet nakomt. Ik heb besloten om vrij te worden om verder te kunnen herstellen.

Mijn coach is erg belangrijk geweest in het proces. Toen ik begon aan Celebrate Recovery had ik nog geen coach en eigenlijk wist ik ook niet goed wie ik daarvoor moest vragen. Ik heb toen een beroep gedaan op de teamleidster en gevraagd of zij mij wilde helpen. En zo kwam ik in contact met Louisa die ermee instemde om mijn coach te worden. We hebben hele middagen zitten bomen. Het ging over mijn reacties, mijn relaties, mijn grenzen, het overschrijden van die grenzen, mijn innerlijke boosheid en nog veel meer. Ik ben erg blij met mijn coach. Celebrate Recovery is voor mij het eerste stappenplan waar een coach je bijstaat in je herstel proces. En dat is voor mij heel belangrijk geweest.

De meesten van jullie kennen het gedicht van de voetstappen in het zand. Als ik achter om kijk zie ik precies waar God me gedragen heeft en waar ik het op eigen kracht mocht doen omdat ik het zelf kon. God heeft me geen moment losgelaten. God heeft me gewild. Ik ben zijn geliefde kind. En langzaamaan vind ik terug wat ik in al die jaren had verloren. Ik mag vrij zijn en genieten van de schepping van God. Ik mag Zijn liefde ervaren en kan met volle overtuiging zeggen dat Hij van mij houdt. Ik kan het niet alleen maar zeggen, ik voel het ook van binnen! En langzaam aan vind ik terug wat ik in al die jaren verloren had. Mag ik vrij zijn en genieten van het leven. Genieten van de schepping van God. Mag ik zijn liefde ervaren en kan ik met volle overtuiging zeggen dat ik een geliefd kind van God ben. Ik kan het niet alleen maar uitspreken: ik voel het ook van het puntje van mijn teen tot aan het kruintje op mijn hoofd.

In het begin van Celebrate Recovery ben ik diep van binnen geraakt toen we gingen luisteren naar het lied van Kees Kraayenoord, “God of de Moon and stars.” De tranen stroomde me over mijn wangen. Stap drie van het programma was voor mij heel bijzonder. Daar mocht ik alles (mijn leven en mijn wil) in de handen van God leggen. Dat was het begin van de lange weg naar herstel. Langzamerhand kon ik daarna alles loslaten wat me vastgehouden had. En alhoewel ik nu bezig ben met stap 12 door mijn persoonlijk verhaal met je te delen, durf ik nog niet te zeggen dat ik volledig ben genezen. Celebrate Recovery is voor mij een waardevol programma. De start van herstel samen met God en de mensen om mij heen. Met lieve geestelijke broers en zussen om mij heen, vrienden, een waardevolle coach en een geestelijke familie.

Ik ben nog steeds herstellende van mijn burn-out. En mijn verdriet van een gestrand huwelijk aan het verwerken. Mijn fysieke conditie is nog verre van optimaal. Maar ik merk nog steeds vooruitgang. Er zijn al veel dingen genezen. Mijn ziel krijgt rust en ook in mijn diepste binnenste zijn de open wonden aan het genezen. God is goed.

Mijn gebed voor de toekomst is dat God mij verder vormt en dat Hij mij maakt zoals Hij mij hebben wil. Zodat ik in de praktijk van het leven een spoor van zegen mag trekken door de duisternis van deze wereld. Ik weet zeker dat alles wat ik heb meegemaakt niet voor niets is geweest.

Hartelijk dank dat ik mijn persoonlijk verhaal met jullie mocht delen.

Hersteld van een identiteitscrisis, seksueel misbruik en een eetstoornis.

Mijn naam is Nynke en ik ben hersteld van een identiteitscrisis,
seksueel misbruik en een eetstoornis.
Ik ben getrouwd en heb 5 prachtige kinderen.

Ik ben dankbaar dat ik mijn levensverhaal mag delen met jullie, niet om te wijzen, of te beschuldigen, maar om te vertellen, hoe Groot en Machtig God is en wat God in mijn leven heeft gedaan en veranderd!!

Ik ben de 4e in de rij van 8 kinderen; mijn beide ouders leven nog.
Mijn vader is een moeilijke, dominante, narcistische man: hij had
altijd gelijk.
Hij maakte nooit fouten en was erg snel kwaad.
Dan ging hij compleet door het lint.
Hij sloeg me met wat er maar voor handen was, hij kende geen stop en ging maar door!
Ook mocht hij mij graag op intieme plekken aanraken.
Ik was altijd op mijn hoede, als hij in de buurt was.
Zijn woedeaanvallen waren onvoorspelbaar.
Emoties tonen mocht ik niet; als ik bijvoorbeeld huilde om een
aangrijpende film, dan irriteerde hem dat.
Hij werd dan zo boos dat hij mij begon te slaan en niet alleen met zijn handen…

Regelmatig kreeg ik te horen dat ik niet geboren had moeten worden;
ik was dom, dik en lelijk en had mijn taak niet volbracht.
Het ging slecht tussen mijn ouders en een kindje ( ik dus) moest hun
huwelijk redden.
Dat is mij niet gelukt, ik faalde en was daardoor, achteraf gezien, ongewenst.
Ik ben altijd bang voor mijn vader geweest, niet alleen vanwege zijn
lichamelijk geweld maar ook vanwege alle beschuldigingen en
dreigementen die hij naar mij toe uitte en zijn blik in zijn ogen, hoe hij naar mij keek.
Tijdens zijn driftbuien dreigde hij altijd zichzelf dood te rijden, stapte vervolgens in de auto en scheurde weg.
Als hij dan weer terugkwam, na uren weg te zijn geweest, voelde ik angst, spanning en een schuldgevoel.
Ik werd verplicht mijn excuses aan te bieden, die vervolgens niet werden aanvaard.
Daarna kreeg ik dan te horen hoe slecht en dom ik was, niemand zou mij ooit willen hebben als vriendin en als vrouw.

Mijn moeder was een lieve vrouw die geen weerstand kon bieden aan het gedrag van mijn vader.
Zij had haar eigenwaarde verloren, ze weersprak mijn vader nooit en als hij wegscheurde met het dreigement zichzelf van het leven te beroven, pakte ze een mes van het aanrecht en dreigde ze hetzelfde doen.
Daar stond ik toen als kind: beide ouders wilden zich doodmaken en ik
begreep er niets van, wat had ik eigenlijk gedaan, of wat had ik niet
gedaan?
Maar ik had niets gedaan, het kwam regelmatig voor dat mijn vader
kwaad uit zijn werk kwam en mij zag en dan moest ik het ontgelden.

In ons gezin werd er niet gesproken. Van elkaar houden, ik kende de betekenis van die woorden niet.
Er was altijd een concurrentie strijd, die ik bij voorbaat al verloor, omdat ik de domste was, de kleinste en de dikste was.
Mijn bijnaam werd dus kleine, domme, dikke Nynke en zo ben ik mijzelf ook gaan noemen.

Mijn oudste broer was de lieveling en omdat mijn vader een zelfstandige ondernemer was en veel weg was, kreeg mijn broer de verantwoordelijkheid om als man op te treden in huis.
Ook mijn zus was de lieveling, zij en mijn broer hadden hetzelfde karakter als mijn vader, ze hadden altijd gelijk, ze deden nooit iets
fout en kregen bijna altijd hun zin.
En wat konden ze neerbuigend en vernederend naar mij toe zijn!!
Ik kon geen goed doen in hun ogen.
Nadat ik was geboren kwamen er nog een broertje, een zusje en 2 broertjes bij, een tweeling. (waarvan de jongste van de tweeling 3 uur na de geboorte is overleden).
Ik was 12 toen mijn moeder zwanger raakte van een tweeling, plotseling werd mijn moeder opgenomen in het ziekenhuis om te bevallen.
Ons werd alleen verteld dat 1 broertje is blijven leven en 1 broertje 3 uur na de geboorte is overleden.
Mijn moeder lag nog in het ziekenhuis toen haar jongste zoontje werd begraven, ook ik mocht er ook niet bij zijn.

Het werd ons verboden om over het jongste broertje te praten, hij werd
letterlijk dood gezwegen.

Als ik terugkijk dan was mijn thuis geen veilige plaats; ik was altijd
bang en op mijn hoede.
Omdat het thuis niet vies mocht worden mocht ik niet knutselen, kleien
of verven.
Buiten spelen mocht wel, maar ik mocht niet vies worden.
Dan waren er nog die ontelbare huishoudelijke taken en mijn vader had
een grote tuin, dus daarin was ook genoeg te doen.
Vriendinnen had ik niet, want niemand mocht met mij spelen, want ik
was de dochter van…juist die vreselijke familie,
Mijn vader was absoluut niet geliefd in ons dorp en door hem werden wij ook niet geaccepteerd.
Maar goed, al zou ik wel vriendinnen hebben gehad, dan mocht ik toch niet met hen spelen, want er was in huis en in de tuin genoeg te doen.
Mijn broer en zus waren daarvan vrijgesteld, want die waren lief in de
ogen van mijn ouders.
Mijn andere broer hoefde ook niet, want die was herstellende van een ernstig ongeluk en mijn broertjes en zusje waren te jong.
Maar mijn oudste broer en zus kregen het op de een of ander manier altijd klaar dat zij de complimenten kregen voor het werk dat ik had gedaan.

Ik voelde mij erg eenzaam, ik wilde ook lief gevonden worden en
waardering ontvangen voor het werk wat ik had gedaan.
Daardoor werd ik een kind die liefde zocht en daar heeft mijn broer
handig op ingespeeld.
Hij heeft mij jarenlang sexueel misbruikt, mijn andere broer ontdekte
het, maar hij werd zo gemanipuleerd, dat hij uiteindelijk ging meedoen.
Hij vertelde het weer aan zijn vrienden en zo werd dit mij leven, ik werd een speelbal tussen broers en vrienden, waarbij ik bij de vrienden allerlei sexuele spelletjes moest ondergaan.
Lange tijd heb ik gedacht dat het mijn eigen schuld was, had ik maar….. had ik maar niet…..ik zocht het op…. ik had nee moeten zeggen….., niet mee moeten gaan…. en nog veel meer van die gedachten!!
Wat voelde ik mezelf een vieze hoer… een slet… een jongensgek…
En zo voelde ik mij niet alleen, zo werd ik ook genoemd!!
Mijn enige excuus was, dat ik ontzettend bang was en geen nee durfde te zeggen !!

Toen mijn zusje 4 jaar oud werd en de leeftijd kreeg waarop het seksueel misbruik bij mij was begonnen, heb ik mijn ervaringen tegen mijn moeder verteld.
Ik was toen 14 jaar, maar mijn moeder geloofde mij niet en mijn broer
ontkende alles. Toen kreeg ik er nog een naam bij: Nynke de leugenaar.
Deze bijnaam krijg ik tot op de dag vandaag nog steeds te horen binnen de familie.

Ik kon gevoelsmatig niet op tegen mijn familie.
Mijn leven bestond uit gemanipuleerd worden, concurreren, faalangst, vernederingen, incest, mishandeling, angst, falen, bitterheid en minderwaardigheidsgevoelens.
Ik werd altijd vergeleken met mijn broer en zus en kreeg dan altijd het verwijt dat ik ook niets kon en ook nooit iets zou kunnen betekenen in de toekomst.
Bij een voorstelronde werd ik overgeslagen, net of ik niet bestond.
De schuld krijgen, sorry zeggen, alles doen voor mijn broers en zus,
dat was een normaal patroon. Ik wist niet beter, wat ik ook deed, het
was nooit goed genoeg, het kon altijd beter.

Zo werd ik een bange, verlegen, onzekere tiener, die wist dat ze niet
gewenst was en dacht dat ze alles fout deed, niet goed kon leren, maar
wel goed genoeg was voor het aanrecht, zoals mijn vader altijd zei.
Ik wilde niet meer leven, wat heb ik vaak gewenst dat mijn jongste broertje was blijven leven en ik dood was gegaan.
Ik heb vaak aan zelfmoord gedacht maar dat durfde ik niet, want waar
moest ik naar toe?
God wilde mij ook niet en naar de hel wilde ik niet, dus ik besloot iedere keer om door te gaan.
Voor de buitenwereld had onze familie twee gezichten.
We gingen altijd twee keer naar de kerk.
Maar aan de andere kant wisten ook veel mensen van de situatie achter de voordeur.
Mijn vader was een kei in het misbruiken van de Bijbel.
‘Eer uw vader en moeder’ ; ‘Wie zijn kinderen liefheeft, kastijd ze’.
Met die teksten veroorloofden ze zich dus een opvoeding met zeer harde hand.

Tijdens het gebed kreeg ik te horen wat ik allemaal fout had
gedaan, hoe slecht ik wel niet was.
God was dan ook voor mij, net zoals mijn aardse vader een boosaardige man, waar ik mijn fouten voor moest belijden.
Ik was ervan overtuigd dat ik veel te veel fouten had gemaakt die
nooit meer goedgemaakt konden worden.
Ik was niet gewenst, niet door mijn vader, en God zou mij ook wel niet willen.
Eén en al afwijzing!

Ik ben gestopt met gaan voelen en ben onbewust in een soort
overlevingsstand gaan staan.
Vervolgens ben ik gaan zorgen voor mijn jongere broertjes en zusje.
Ik ving hun klappen op en nam de schuld van hun fouten op mij, ik was
er zelfs van overtuigd dat ik ook echt schuldig was.

Toen kreeg ik een vriend, hij werd al snel mijn hoop op een beter leven.
Maar mijn vader kreeg gelijk, zijn ouders waren niet blij met mij, want ik was immers een dochter van dat vreselijke gezin.
Ook van mijn schoonouders kreeg ik altijd de schuld als er dingen mis gingen. Aan mijn vriend lag het niet, hij maakte immers geen fouten, zo werd hij ook opgevoed. Later kwam ik erachter dat het ook zijn denkpatroon was, het ligt aan Nynke, niet aan mij!
Weer die afwijzing!

Mijn hoop vervloog en ik ging mij helemaal aanpassen, in de hoop dat
ik lief werd gevonden. Maar die hoop werd geen realiteit.
Na 6 jaar verkering te hebben gehad, gingen we trouwen.
Eenmaal getrouwd raakte ik in een burn-out, ik was moe, doodmoe, ik
sliep hele dagen en nachten. Omdat ik ontzettend veel sliep en daardoor weinig at viel ik af, dat voelde goed, hier had ik zelf de controle over, ik werd slanker, maar toch nog altijd dik, hoeveel ik ook afviel ik bleef mijzelf dik vinden. En zo ontwikkelde ik anorexia in combinatie met boulimie. Dat was een goede dekmantel, althans dat dacht ik.
Na 2 maanden opgenomen in het ziekenhuis te zijn geweest, waar ik
sondevoeding had gekregen, kwam ik weer thuis.
Maar mijn psychische problemen waren niet opgelost.

Het ging zo slecht met mij, dat ik voor een jaar opgenomen ben in
een opvangtehuis in Emmeloord, daar ben ik voorzichtig gaan praten
over mijn ervaringen.
Af en toe werd ik opgenomen in het ziekenhuis in Emmeloord om sonde voeding te krijgen, zodat ik weer wat groeide.

Na dat jaar kwam ik weer thuis, bij mijn man wonen. Mijn man en ik leefden ieder op een eilandje, hij zijn werk en hobby’s en ik mijn gesprekken, bij de huisarts en maatschappelijke werkster.
Praten met elkaar deden we niet, mijn man was geen prater.
Hij kreeg wel hulp aangeboden, maar vond dat hij geen probleem had.
Alleen ik had hulp nodig was zijn mening..
Tijdens mijn huwelijk, kwam ik er achter dat mijn man in veel
opzichten leek op mijn vader.
Hij heeft me gelukkig nooit geslagen, maar zijn wil was wet, hij had altijd gelijk en als er iets verkeerd was gegaan, dan was het mijn schuld.
Voor de buiten wereld gedroeg hij zich als een attente man, vroeg hij mijn mening en was lief voor mij, maar binnen de muren van ons huis voelde ik me niet veilig bij hem. Ik had niet is te brengen, niets te zeggen of te willen. Ook voor hem was ik “domme Nynke”.
En de buiten wereld?
Die geloofde mijn niet, hij was immers zo,n aardige lieve man?
Ons seksuele leven stond in het teken van zijn behoeften en hij hield absoluut geen rekening met de gevolgen van mijn incestverleden.
Mijn schoonmoeder was van mening dat ik niet goed voor hem zorgde. Zij bracht elke dag 1 portie eten; precies genoeg voor mijn man.
Wat deed dat pijn, weer die afwijzing, weer niet goed genoeg.
Wat heb ik vaak naar God uitgeroepen: “Waarom moest ik geboren worden… niemand wil mij… niemand is blij met mij… wat doe
ik hier… waar kan ik heen, waar ben ik veilig!!!

Na verloop van tijd werd ik weer opgenomen in de psychiatrie, omdat ik weer enorm was afgevallen en ging weer aan de sondevoeding.
Wat vond ik dat zwaar, het voelde zo onveilig, ook hier hadden ze macht over mij en konden met mij doen wat ze wilden.
Ik kwam in een kamertje waarin alles wit was geverfd, er stond alleen een bed en verder niets, de gootsteen was afgeplakt, de wc-deur op slot.
Het bleek dat ik alles moest verdienen, als mijn gewicht zou toenemen,
mocht mijn man op bezoek komen, een week later als ik verder
aangekomen was, mocht ik post ontvangen, daarna bezoek en ga zomaar door.
Ging ik naar de wc of douche, dan er stond altijd iemand bij mij.
Tijdens deze opname werd mij duidelijk gemaakt, dat ik wellicht levenslang zou worden opgenomen.
Het had geen zin om energie in mij te steken want ik was een hopeloos geval! Op de een of ander manier is het mij toch gelukt om weer naar huis te gaan, met de afspraak dat ik daarna poliklinische behandelingen zou krijgen.
Die heb ik dan ook een tijd lang gehad.

Tot mijn verrassing raakte ik zwanger, medisch gezien was dit
onmogelijk omdat ik van de pubertijd eigenlijk gelijk de overgang ben
ingegaan.
Helemaal enthousiast vertelde ik het aan mijn psychiater: er was toch
iets wat ik kon! En dat was zwanger worden!
Wat de psychiater toen antwoordde raakte mij diep en deed ontzettend pijn.
Hij zei: “Kijk Nynke, jij was niets… bent niets… en zal ook nooit iets
worden!” En een kind opvoeden kan je al helemaal niet, mijn advies is het weg te laten halen.
Wat kwam dat oordeel hard aan.
Maar ik dacht, ik zorg misschien niet goed voor mijzelf, maar zeker wel voor dit kind. Hoe? … Ik heb geen idee!
Ik weet alleen hoe het niet moet en niet hoe het wel moet, maar hoe
dan ook ik zal goed zijn voor mijn kind, ik zal het liefde geven en
alles wat ik zelf niet had gekregen.
En zo werd kinderen opvoeden mijn levensdoel.
Hoe ik bij de psychiater weg ben gegaan en hoe ik thuis ben gekomen
weet ik niet meer, wel weet ik dat ik hem daarna nooit meer heb bezocht.

Onze eerste kind werd geboren en ik deed mijn uiterste best om het op goed op te voeden. Ik leefde voor mijn kinderen , niet voor mijn man en zeker niet voor mijzelf.
Mijn man en ik gingen ieder ons eigen weg, langzaam groeiden we uit elkaar.
Toen raakte mijn man werkeloos door reorganisatie bij het bedrijf
waar hij werkte.
Hij besloot verder te gaan als zelfstandige ondernemer en nam een cafetaria over. Maar dit werd echter èèn groot drama!
We kregen een mobilisatieteam toegewezen die voor ons uitrekende welke inkomsten we konden verwachten.
Maar zij hebben een enorme rekenfout gemaakt, er bleek een heel groot gat te zitten tussen de daadwerkelijke inkomsten en hun voorberekende inkomsten. We starten dus al met verlies.
In het dorp waar we het cafetaria overnamen, waren we buitenstaanders.
We werden niet geaccepteerd, we kwamen niet uit dat dorp.
De bewoners bleven massaal weg, terwijl we ze zo nodig hadden.
Om een faillissement te voorkomen, hebben we het cafetaria weer verkocht. Mensen en het mobilisatieteam op wie we dachten te kunnen rekenen, keerden ons plotseling de rug toe.
Daar sta je dan, niemand die je helpt; geen geld, geen baan, geen inkomen, maar wel financiële verplichtingen waaraan we moesten voldoen en de belasting die ineens van alles van je wil.

Weer een afwijzing, weer iemand, of in dit geval een heel dorp dat je
afwijst. En nu, wat moest ik doen?
Mij man wil niet praten, wie helpt ons….. mij?
Wanneer houd het nu eens op, met wie kan ik praten, wie gelooft mij,
waar ben ik wel goed voor en… ten diepste…..God waar bent u?
Al die gedachten schoten door mij heen…. ik was radeloos!

Op een zondagochtend in de kerk ben ik werkelijk ingestort, kon
tijdens de dienst alleen maar huilen.
Ik zat naast mijn vriendin, met haar heb ik na de dienst heel lang gezeten, veel gepraat en ontzettend gehuild.
Zij vertelde mij dat ze CR ging doen en dat het goed was voor mij om
dat programma ook te gaan volgen.
Ik zag het eigenlijk helemaal niet zitten, wilde helemaal niet.
Niet weer een instantie waar ik heen moest, ik had er al zoveel gehad.
Ze geloven me toch niet, ik zal voor hen ook wel weer een hopeloos
geval zijn, net zoals bij de vorige instanties.
Maar als people pleaser durfde ik geen ‘nee’ te zeggen. Ik was ten einde raad. Maar omdat dit een programma was met God, ben ik overstag gegaan.
Schoorvoetend ben ik met haar mee gegaan naar CR.

Twee jaar lang ben ik naar CR gegaan, het eerst jaar had ik nog geen
coach en ben ik aan de slag gegaan met de feiten, over hoe het ging met het cafetaria en hoe ik daar mee om moest gaan.
Ik wilde niet te diep gaan en mijn gevoel buiten schot laten.
God wilde ik op een afstandje laten, lekker veilig en daar ben ik aardig
doorheen gehobbeld.
Na een jaar stopte ik omdat ik dacht dat het wel goed met mij ging.

Nadat ik gestopt was ging mijn man ook CR doen, omdat het erg slecht
tussen ons ging en een scheiding al in zicht was.
Omdat hij ook geen coach kon vinden, vroeg ik aan diegene die het
aanspreekpunt was van C.R., of zij een coach wist voor mijn man.
Haar antwoord heel anders dan ik verwachtte: “Ik denk dat het goed is
dat we eens met zijn drieën gaan afspreken.”
Daar schrok ik toch wel van en vroeg me af waar dat goed voor was, ik
was immers al klaar en hersteld; dit gaat niet meer om mij, maar om
mijn man.
Maar ik durfde gewoon geen nee te zeggen,daarom stemde ik er mee in!
Ondertussen dacht ik dat het een eenmalig gesprek zou zijn.
Maar de realiteit werd anders.
Wat er gebeurde tijdens het eerste gesprek weet ik niet meer, maar het was de start van reeks ontmoetingen. Dus zo had ik ineens elke week een persoonlijk gesprek met mijn coach, af en toe samen met mijn man.
Het was heel bijzonder want voor het eerst ging ik vertellen, echt
alles vertellen.
Het was zo heel anders dan ik gewend was, ik voelde mij veilig en
vooral serieus genomen door mijn coach, de betrokkenheid was echt
en….er was hoop voor mij!!
Mijn coach zag mij en niet mijn familie, ik werd niet op voorhand
afgewezen, ik kreeg een kans, er werd in mij geloofd!

Er gebeurde van alles bij mij, ik raakte compleet de weg kwijt, alles
ging mis. Veel ruzies met mijn man, ik kon alleen maar huilen, ik voelde mij eenzaam, ik voelde mij onbegrepen, zo intens ongelukkig en onrustig, zo ontzettend onrustig!!

Ik vloog letterlijk tegen de muren op, zoveel onrust in mijn lichaam
en mijn hoofd en ik was moe, doodmoe en slapen?? Ik wist niet meer wat dat was.
Daar waar God was, daar rende ik het liefst zo hard mogelijk vandaan, heel erg ver vandaan!!
Als ik in de kerk zat, wilde ik het liefst vluchten!
Ook bij de avonden van CR, daar rende ik het liefst zo ver mogelijk
van weg, die onrust was echt afschuwelijk en dan die gedachten!
Ik hield me steeds maar bezig met de gedachte welk recht ik had, om
daar naar toe te gaan?
Telkens bekropen mij gedachten zoals “Jij hoort daar niet, jij bent
hopeloos, jij bent niets waard, God wil jou niet, jij bent er veel te
dom voor, jij met je vieze dikke lijf, jij die hoer bent, jij, jij, jij en ga zo maar door”. Wat een gevecht, wat een strijd!

Ik wilde dat allemaal niet nog een keer opnieuw gaan voelen en nam weer een houding aan waarin ik mijn gevoelens uitschakelde.
Ik kreeg naar mijn toe man een koele en kille houding, waar ik hem veel pijn mee heb gedaan. Zo ging alles bergafwaarts.
Ik kon het nergens vinden, slapen deed ik niet, mijn man en ik spraken
niet met meer elkaar en onze relatie belandde op een dood spoor.
Hij had geen werk, ik had geen werk, geld hadden we niet, hem kon ik
niet vertrouwen en God, waar was God eigenlijk?
Hij was zo dicht bij geweest maar nu toch weer zo ver weg.

Ik had zo'n hekel aan mijzelf gekregen en mijn liefde voor mijn man
was weg, waar leefde ik eigenlijk voor?
Gelukkig had ik een coach waarbij ik altijd terecht kon, die voor mij
bad, met mij sprak, die mij bemoedigde en adviezen gaf.
Het bleek dat ik enorm gebonden was aan veel gebeurtenissen uit mijn
leven en aan uitspraken die over mij waren uitgesproken.
Ik had niet geboren moeten worden, ik was dom, lelijk en dik, was
niet lief, deed nooit iets goed’ etc.
Het kon altijd beter, macht, manipuleren, vernederingen, incest, mishandeling, angst, falen, bitterheid, minderwaardigheidsgevoel, afwijzing, eetstoornissen, zelfbeschadiging, verkrachting en afwijzing hadden mijn leven getekend en mijn ziel beschadigd, ik wilde zelfs niet meer leven.
Afwijzing in mijn opvoeding, afwijzing in mijn huwelijk, afwijzing in
de hulpverlening en vooral …..afwijzing van mijzelf!!!

10 september 2013….. De dag… het begin van verandering!!!
Er is met mij gebeden, mijn banden met afwijzing, bitterheid,
minderwaardigheid, eeststoornissen, alles werd verbroken, alle leugens
werden weggebeden.
Wat heeft het gestormd in mijn gedachten en lichaam!
Na het bidden kwam er rust in mijn lichaam en ik dacht.. oké, alles is
weg, een nieuw begin, het is klaar, afgelopen….. maar het tegendeel
was waar.
Toen moest ik aan het werk, met Gods hulp, mijn coach en bij mijn vriendin bij wie ik allebei altijd terecht kon.
Ik moest de stappen van CR volgen, het onderwijs, de persoonlijke verhalen en de samenkomsten in de groep zijn erg belangrijk geweest.

In het begin werd ik alleen maar bestormd met afwijzing, door negatieve gedachten, mijn gedachten tolden in het rond, ik bleef onrustig en alles herbeleefde ik weer, gedachten kwamen terug, slapen lukte niet, enz.
In de groep vond ik het eerst vreselijk moeilijk om over mezelf te
praten, ik vertrouwde niemand; maar belangrijker voor mij, ik zou
toch wel niet worden geloofd.

In die periode heb ik God heel veel brieven geschreven, brieven van
verdriet, pijn, radeloosheid, uitgeschreeuwd naar God om hulp dat alles eindelijk eens stopte.
Maar ook hoe boos ik op God, mijn man en mijn familie was.
En vragen had van waarom?
Door te schrijven vertelde ik alles, hield niets verborgen voor God en dat is wat Hij wil, Hij wilde alles en daardoor kon Hij aan het werk!!
Ook heb ik brieven geschreven naar mijn man en ouders.
Dit heeft mij erg goed gedaan, zo kon ik al mijn gevoelens kwijt.
Mijn man heb ik die brief wel gegeven, de brief aan mijn ouders niet!
Ik ben een gesprek aangegaan met mijn ouders.
Mijn coach heeft al die tijd gebeden voor mij, ik heb mijn ouders vertelt wat... de impact van hun woorden en gedrag is geweest.
Mijn moeder huilde en heeft vergeving gevraagd, mijn vader ontkende alles, zijn mening was en bleef dat ik het had verdiend.

En op mijn vraag of ik echt niet gewenst was, kreeg ik opnieuw een
‘ja’ te horen.

Wat zo bijzonder is dat gelijk na dat antwoord… je bent niet gewenst…
de pijn en verdriet verdwenen en er een intens gevoel van medelijden
over mij heen kwam voor mijn ouders

Ondanks de innerlijke strijd ging ik trouw naar CR.
In de groep kon ik heel goed luisteren, praten deed ik niet, want dat
recht had ik niet, want ik was daar toch te dom voor.
Althans dat geloofde ik nog steeds….
Mijn coach legde mij uit dat satan aan het werk was, ik leefde met God
en ging een weg in, om hersteld te worden en dat wil de satan niet,
dus al die negatieve gedachten kwamen van hem.
Maar door de gesprekken en op aanmoedigen van mijn coach ben ik toch langzamerhand gaan praten en delen over de situatie waarin ik me
bevond. Dat heb ik later als waardevol ervaren.
Wat daar vertelt wordt, is veilig, je wordt niet veroordeeld, ze geven om je en alles blijft binnen die vier muren.

Maar in het begin was de angst zo groot, dat ik niet geloofd zou worden en het was zo nieuw en eng, dat ik de neiging had om daarvoor op de vlucht te slaan.
Maar gelukkig heb ik dat niet gedaan en werd de groep mijn veilige haven. Zo heb ik geleerd welke gedachten van de satan komen en welke gedachten van God.
Ik kan de satan nu weg sturen, elke keer als de satan mij aanklaagde ging ik bidden, bemoedigingliederen zingen, zocht ik teksten op en ging ik die hardop proclameren.
Dit hielp mij, om mijn gedachten… de leugens …om te zetten in Gods gedachten. Want ik ben gekocht en betaald door het bloed van Jezus…Jezus, is ook voor mij aan het kruis is gegaan!!
Vanuit die genade mag ik leven, ik ben het waard om van te houden en
ik mag ook van mijzelf houden!

Wat heb ik geworsteld met God!!
Door mijn aardse vader had ik een heel verkeerd beeld van God gekregen!
Mijn aardse vader hield niet van mij; voor hem was ik en ben ik nog
steeds niet gewenst.
Daardoor dacht ik dat God ook niet van mij hield en dat Hij mij ook
niet wilde. Ik begreep God niet…als Hij mij zo graag wilde waarom werd ik dan juist in dat gezin geplaatst?
Juist daar op een plek waar ik niet welkom was en ben?
Als er bij CR werd gezongen of gelezen ‘je bent in de moederschoot
geweven’, dan begreep ik God niet, wat deed dit pijn, waarom was ik
niet in een ander gezin geboren?
Nu weet ik dat God mij daar gewild heeft!
Hij heeft mijn ouders het vertrouwen en de keuze gegeven om ook goed voor mij te zorgen, maar dat hebben ze helaas niet gedaan

Door de gesprekken en de stappen van CR kwam ik er achter dat ik
wel veel mee had gemaakt en slachtoffer was geweest, maar dat ik mijn slachtofferrol nu zelf in stand hield, ik moest aan het werk!!
Ik moest mijn gedachten en gevoelens gaan veranderen en mijzelf gaan zien….. zoals God mij ziet!!

Stap 6: was voor mij een belangijke stap:
Ik geef God de ruimte om mij te bevrijden van mijn verkeerde denk- en gedragspatronen, dit ben ik gaan toepassen!!
Ik heb vervolgens een wilsbesluit genomen en ik ben van daaruit verder gegaan. Ik ben gestopt met te denken vanuit mijn gevoel, erg moeilijk, want wat was mijn gevoel sterkt!
Toch moest ik het op deze manier doen, door het verstandelijke te benaderen zorgde dit ervoor, dat langzamerhand mijn gevoelens ook gingen veranderen.

Ik zal dit illustreren door te vertellen wat er gebeurde voor de spiegel?
Omdat ik zo enorm van mijzelf walgde vond ik kleding kopen vreselijk, want dan moest je in de spiegel kijken.
Als ik ging shoppen met een vriendin en ik kleding ging passen, dan deed ik of ik in de spiegel keek.
Hier was ik heel goed in, doen of je kijkt, maar ik keek absoluut niet naar mezelf, want ik walgde van mijzelf!!

Eenmaal thuis vroeg ik dan aan mijn dochters of ze het mooi vonden en
of het mij stond. Zo voorkwam ik dat ik niet voor schut liep.

Omdat mijn coach hiervan op de hoogte was, moest ik een spiegel kopen waarin stond, “ je bent geliefd”.

Dit heb ik gedaan, eerst lag de spiegel op de kast en zei ik hardop “Je bent geliefd”!!
Mijn gevoel kwam dan enorm in opstand en er kwamen allemaal andere gedachten/ leugens in mij!
Deze leugens sprak ik keer op keer tegen, ik ging in Gods waarheid staan! Daar ging ik mee door tot ik het gevoel kon negeren en mijn gedachten de overhand kreeg!!
Na verloop van tijd zette ik de spiegel rechtop en stond er schuin
voor en herhaalde mijn uitspraak.
Zo ging ik in de loop van de tijd steeds dichter bij de spiegel staan,
bleef het herhalen, totdat ik er uiteindelijk recht voor durfde te
staan en naar mijzelf durfde te kijken.

Mijn gevoelens over mezelf waren erg negatief, maar door dit te
negeren en keer op keer als ik die gedachte had het tegen te spreken, draaide mijn gevoel ook bij en weet ik mij nu geliefd en kan ik nu zeggen: ‘ik hou van mijzelf!!’
Zo pakte ik al mijn negatieve gedachten en leugens èèn voor èèn aan.
Eerst vanuit verstand, maar mijn gevoel ging het langzamerhand overnemen.
Langzaam veranderde ik en heb ik stappen ondernomen die vreselijk
moeilijk waren, maar ze waren zo goed en het maakte mij los en vrij!!

Ik heb een gesprek gehad met mijn ouders, vergeving gevraagd aan hun en ook aan de rest van mijn familie!
Ook al is het niet een happy end geworden, toch ben ik God dankbaar
dat ik heb gedaan.
Zo kwam er steeds weer kwam er iets nieuws naar boven, gebeurtenissen die ik diep had weggestopt.
Gelukkig kwamen ze èèn voor èèn naar boven en zo kon ik dat verwerken en aanpakken.
Ik ben nu de waarde gaan inzien om alles in het licht te brengen, het
hardop uit te spreken, bij de naam te noemen en te belijden.
Zodra ik dat had gedaan, zette het mij vrij en kreeg ik rust.

Stap 3: was ook een belangrijke stap voor mij:
Ik besluit om mijn leven en mijn wil over te geven aan Gods leiding en zorg.
Dit betekende voor mij…. volledige overgave.
Dat heb ik gedaan bij de overgave avond bij CR:
Dat was een heel belangrijk onderdeel van mijn herstel!!
Ik heb een brief aan God geschreven.
Ik heb alles opgeschreven: mijn pijn, mijn strijd, mijn verdriet, mijn moeilijkheden, maar ook mijn eigen fouten.
Deze brief heb ik hardop voorgelezen! Ik wilde alles hardop belijden, alles benoemen.
Niet alleen alles wat mij was aangedaan, maar ook, en dat was voor mij heel erg belangrijk, wat ik een ander had aangedaan.
Niet alleen vergeving schenken, maar ook vergeving vragen was voor
mij de sleutel tot bevrijding.
Nadat ik de brief aan het kruis had gespijkerd, hebben mijn
groepsleidsters voor mij gebeden.
Wat vond ik dit bijzonder om te doen, symbolisch geef je het over aan God!
In het eerste jaar vroeg ik vergeving aan God en anderen voor alles
wat ik fout had gedaan, ik hield het toen algemeen, nu heb ik alles
het benoemt..
Niet gemakkelijk, maar wel de enige weg voor mij, want het heeft
bevrijding en rust gebracht.

Steeds wanneer er iets naar boven kwam, waar ik tegenop zag en er het liefst erg hard voor weg wilde rennen, overtuigde mijn coach mij met de woorden: Het probleem voor je is nooit zo groot als de kracht
(Gods kracht) achter je!
Wat is dat waar, want ik ervaar Gods kracht!!
Ik hoef het niet alleen te doen!! Hij is bij mij, ik mag er voor bidden, aan God geven en het loslaten!!

Nu kan ik zien en voelen dat ik Gods kind ben, Hij houd van mij, in
Zijn ogen ben ik waardevol en zo mag ik ook naar mijzelf gaan kijken.
Het gaat nu heel goed met mij, alhoewel er nog dingen zijn waar ik aan
moet werken.
Afwijzing daar ben ik erg gevoelig voor, maar gelukkig kan ik mij dan
herpakken en ga ik in Gods waarheid staan, alleen kan ik het niet,
maar samen met God kan ik het aan.

De relatie tussen mijn man en mij gaat beter, doordat ook mijn man CR heeft gevolg, is er van een scheiding geen sprake meer.

Is het goed en een happy end?
Nee absoluut niet!!
Financieel zitten we nog steeds in zwaar weer!!
Gezinsleden willen mij nog steeds niet zien en kennen!!
Willen ze mijn spijt betuiging en vergeving aanvaarden…. Nee!!
Ben ik nog steeds de leugenaar, ja!!!
Hier moet ik nog dagelijks mee leven, de macht, en manipulatie gaat gewoon door!! Doet het pijn..ja absoluut!!!

Maar wat ben ik dankbaar dat ik voor Gods troon mag neerleggen.
Met hem kan ik het aan, ik voel Zijn liefde, God is zo dichtbij en in Zijn kracht sta ik sterk!!

De volgende tekst uit Filippenzen 4: 6 en 7 betekent heel veel voor mij!!
Maak u nergens zorgen over, maar bid voor alles!!
Vertel God al uw problemen en verlangens en vergeet vooral niet Hem te danken voor alles wat Hij doet!!
Dan zult u de vrede van God ervaren, een vrede die ons menselijk
besef te boven gaat en die de wacht houdt over uw hart en gedachten,
omdat u in Christus Jezus bent.

Deze tekst zegt voldoende en betekend veel voor mij.
Als ik terug kijk dan denk ik vaak: wat is er veel gebeurd en
veranderd, zou ik alles over willen doen?
De pijn zou ik niet opnieuw willen voelen, maar alles heeft mij wel
gevormd en gemaakt zoals ik nu ben en daar ben ik God erg dankbaar voor.
Ik ben erg veranderd, het leven heeft mij zoveel gebracht, zoveel is
mij duidelijker geworden en nog steeds leer ik elke dag.
Ik heb geleerd om te kijken in mogelijkheden, de knipogen te zien die
je ontvangen mag, een regenboog die aan de lucht verschijnt ; een
compliment van iemand, een knuffel, enz. want ze zijn er elke dag!
God had en heeft een plan met mij, soms zo heel anders dan ik zelf in
gedachten had of heb.
Het gaat niet om mijn wil maar om Gods wil, Hij weet wat goed is voor
mij en Zijn hand maakt af, waaraan Hij is begonnen, ik hoef alleen
maar te vragen wat Hij wil.
Zo heel langzaam aan ga ik begrijpen wat Gods plan is met mij en dat
is heel iets anders dan dat ik zelf altijd heb gedacht
Wat hebben we een bijzondere, grote en liefdevolle God!!
Hartelijk dank dat ik mijn Verhaal met jullie mocht delen.

Hersteld van de gevolgen van het opgroeien in een disfunctioneel gezin, traumatische jeugdervaringen en een laag zelfbeeld.

Ik ben Carola de Graaf, ik ben door de genade van de Here Jezus een kind van God. Zijn geliefde dochter. Dat is mijn identiteit, wat er ook gebeurt.

Ik ben hersteld van de gevolgen van het opgroeien in een disfunctioneel gezin, traumatische jeugdervaringen en een laag zelfbeeld.

Mijn wieg stond in Heemstede en ik ben 46 jaar oud, getrouwd met Peter en we hebben een dochtertje van 9: Michelle.
Thuis was ik de jongste; ik heb 2 zussen en een broer boven mij. Mijn moeder is overleden toen ik 16 was en mijn vader is 2 keer hertrouwd. Uit het 2e huwelijk heb ik nog 2 halfbroers van inmiddels 26 en 25.
In mijn kindertijd besefte ik al vroeg dat er iets niet klopte in ons gezin. Eén van mijn eerste angstige herinneringen is dat ik bij het hek van de kleuterschool stond. Ik werd zenuwachtig want alle kinderen waren al opgehaald en ik bleef achter met de juf op het plein. Mijn moeder was te laat. Dat overkomt elke moeder wel eens, maar ik was op dat moment bang dat ze mij daar zou achterlaten, omdat ik haar tot last was.
Met hulp van een therapeut uit onze gemeente, ben ik erachter gekomen, dat ik emotioneel verwaarloosd ben. In zijn diagnose staat, dat ik mijn identiteit niet heb kunnen ontwikkelen. Het ontbrak mij aan de basisbehoeften voor identiteitsontwikkeling: Geen warmte, goedkeuring, bevestiging, veiligheid en geborgenheid.

Er was in ons gezin veel angst voor mijn vader. Ook mijn moeder was bang voor hem. Hij was een man die geen “nee” kon accepteren. Mijn moeder was vaak afwezig, soms lijfelijk, maar vooral emotioneel. Het voelde alsof wij als kinderen onszelf maar moesten redden.
Op de lagere school ging ik ’s ochtends alleen naar beneden en smeerde mijn brood. Ik had een sleutel van het huis met een oranje touwtje. Die deed ik dan om mijn nek en ging de deur uit.

Uit school ging ik meestal met mijn beste vriendin Saskia mee naar huis. Zij woonde op een boerderij en ze hadden daar paarden en puppies. We bouwden hutten en stookten fikkie op een oude vuilnisbelt.
Op woensdagmiddag gingen we dan wel eens naar een kinderbijbelclub van de fam. de Groot, de buren van Saskia. We kregen een kleurplaat en ranja, en bij het liedje de B-IJ-B-E-L mocht ik ook een letter vasthouden. Daar ervoer ik warmte en veiligheid. Wat ik daar heb geleerd is dat het bij Jezus veilig is. Ik stond open voor elke positieve input, ook van de moeder van Saskia. Als ik daar bleef slapen zong ze het liedje “Ik ga slapen, ik ben moe…” en tot mijn verbazing kwam dan mijn naam in het liedje voor. Als een droge spons zoog ik dat in me op.

Op de Mavo werd ik veel gepest, maar heb me daar doorheen geslagen. Ik had het gevoel dat ons gezin anders was dan iedereen. Sinterklaas werd bijv. bij ons niet gevierd, dus als er op school naar gevraagd werd, verzon ik cadeautjes die ik had gekregen.
We woonden in een hoekwoning van een rijtjeshuis, en hadden 4 ganzen in de tuin, konijnen, 2 honden, altijd een kat, muizen, cavia’s en wandelende takken. Als kind heb ik ervaren dat we de uitzondering waren. Een beetje asociaal.
Maar ik voelde ook de bewondering van de kinderen uit de buurt, die met ons meeliepen als ik met mijn broer onze ganzen naar de vijver in de nieuwbouw bracht. Het was een dubbel gevoel van schaamte en trots.

Toen ik op de Mavo zat, deed ik een bijzondere ervaring op. Op weg naar school haalde ik een vriendin op en omdat ze nog niet klaar was, werd ik even binnen gevraagd. Ik wist niet wat ik zag… Haar moeder was ook al uit bed en vlocht haar haar, en vertelde dat ze de gym-tas al had klaargezet op de trap. Ik was stomverbaasd… Zoiets had mijn moeder nog nooit gedaan.

Waarom waren mijn ouders dan zo afwezig? Ik vertelde al dat mijn vader een dominante man was. Hij was een schipperszoon en had altijd graag schipper willen worden. Dat was niet gelukt door kleurenblindheid. Hij compenseerde deze teleurstelling door via zijn werk grote staalplaten te kopen waarvan hij zelf 13 plezierjachten in elkaar heeft gelast. Dat waren boten van 12 meter. Mijn broer hielp hem daarbij elk uurtje dat hij vrij had en ook mijn moeder liep in overall en korte haren. Deze 13 boten werden gebouwd over de rug van het gezin en ten koste van het budget voor de boodschappen.
De laatste boot was voor onszelf. Mijn vader was de enige die daarvan met volle teugen genoot.
Mijn moeder onderging alles lijdzaam. En wij maakten er het beste van.

Rond mijn 14e werd mijn moeder ziek. Ik had mij als kind vaak gedistantieerd van ons gezin en had zo mijn leventje met Saskia, maar ik begreep wel dat het de verkeerde kant op ging. Mijn vader ging met mijn moeder naar de huisarts en ze kwam thuis met een slakom vol pillen. Ook liep ze een keer verdwaasd en overstuur weg van huis. Uiteindelijk werd ze depressief met als gevolg dat ze alleen nog maar op bed lag. Het huishouden lag stil. Ik herinner me goed het rekje bij de trap waar we altijd de was overheen moesten hangen. Op een gegeven moment kon ik er niks meer bovenop leggen, omdat het te hoog voor me was geworden.

Ik vermaakte me met een koffiezetapparaatje op mijn kamer, wat muziek erbij en breien. Zo bracht ik mijn middagen door, terwijl mijn moeder op bed lag. Totdat ze opgenomen werd voor een slaapkuur. Dit hield in dat ze met behulp van slaapmedicatie in een soort comateuze toestand werd gehouden, in de hoop dat ze zou uitrusten en dan het leven weer aan zou kunnen.
Ondanks de verdrietige situatie vond ik het fijn dat er gedurende die periode iemand van thuiszorg bij ons kwam. Als ik thuiskwam had zij de thee klaar en vroeg hoe mijn dag was geweest. Als een droge spons nam ik die aandacht op.

Hoewel ik nog maar 15 was, besefte ik dat mijn vader de situatie niet serieus nam. Want hoewel de dokter volgens mij een goede diagnose stelde en zinvolle adviezen gaf rondom het ziekbed van mijn moeder, deed mijn vader daar niks mee. Zodra hij buiten was stak hij de draak met de uitspraken van de dokter. De dokter vertelde eens tegen mij, dat mijn moeder niet te genezen was, omdat mijn vader eigenlijk de patiënt was. Dat snapte ik!
Op een dag wilde mijn moeder het ziekenhuis verlaten en naar huis gaan, hoewel ze slaapdronken was. Ze ondertekende een formulier dat ze tegen advies van de artsen naar huis ging. Ze kon niet op haar benen staan, maar ondersteund door mijn broer en vader is ze meegegaan.

En toen werd het 23 januari 1986. Ik was 16. Ik had gewacht op Saskia en we fietsten samen naar huis. De avond ervoor had mijn moeder mij wat persoonlijke dingen verteld: “of ik wel wist dat ze mandoline had gespeeld en ze in een naaiatelier had gewerkt.” Ik kon het bijna niet geloven, maar ik dacht dat ik eindelijk aandacht zou krijgen. En ik was opgetogen. Ik dacht: “mijn moeder wordt beter!!!”
Ik deed de achterdeur open met mijn sleutel aan het oranje koordje en zette het gas aan voor een ketel water. Mijn moeder zou vast zin in thee hebben. Maar toen ik boven kwam om haar te roepen, was haar bed leeg. Dus ik liep naar de zolder. Bovenaan de trap begreep ik niet wat ik zag en ik bleef maar roepen naar mijn moeder.
Tot ik van schrik in 1 seconde beneden was, de helderheid had om de dokter te bellen en het gas uit te doen. Daarna zijn we naar de buren gerend, en daar heb ik gehuild tot er geen tranen meer over waren. - Toen ik dit opschreef beefde ik van binnen, maar het luchtte me ook zo op, dat ik het überhaupt heb kunnen opschrijven -.
Er brak een tijd van verwarring aan. Ik zou moeten rouwen, maar wist helemaal niet wat dat was. En - schrik niet- er was voor mij eigenlijk niet veel veranderd. Ik was iemand kwijt, maar iemand die er daarvoor ook al niet echt was en die ik ook niet echt had gekend. Ik voelde geen verdriet en wist helemaal niet wat ik moest voelen. Ik spijbelde van school en ging naar het strand. Mijn oudere broer was mijn toeziend voogd en tekende al mijn absentie briefjes.

Nog geen maand later, kwam er thuis al een foto van een andere vrouw op het orgel te staan.
Op 1 april datzelfde jaar…dus nog geen 2 ½ maand na de dood van mijn moeder, werden we uitgenodigd om op haar verjaardag te komen. Mijn vader liet er geen gras over groeien. Maar ik had hem wel goed te pakken, even een anekdote tussendoor. Saskia en ik hadden ons haar kort geschoren. Ik leek wel een skinhead. Mijn broer en ik gingen op de motor naar de verjaardag, waar ook al haar familie was. De helm ging natuurlijk pas af in de hal. Wat had ik mijn vader tuk. Hij schaamde zich voor mij tegenover zijn nieuwe vriendin en haar familie.

Een jaar later was ik al een halfbroer rijker. En toen mijn vader aankondigde dat ik nog een broertje of zusje zou krijgen, zei ik dat ik het zinkende schip zou gaan verlaten. Het werd herfstvakantie en mijn vader vroeg of ik gezellig mee ging op vakantie in een huisje. Stel je voor : ik zou meegaan met 2 tortelduiven en een baby…nou, het werd me gevraagd, dus ik veronderstelde dat ik een keuze had. Dat verbaasde mij eigenlijk, want normaal gesproken werd er voor mij en over mij beslist. Ik wilde natuurlijk niet mee en zocht daarvoor steun bij mijn stiefmoeder. Toen bleek ik, zoals ik al verwachtte, toch geen eigen keuze te mogen maken. Ik kreeg te verstaan dat ik dan maar het huis uit moest gaan. Ik schreeuwde dat ik niets liever wilde. Zo’n reactie had mijn vader niet verwacht en hij suste de boel wat.

Maar gedurende die vakantie besprak ik met de moeder van Saskia een plan om weg te lopen van huis. Ik zag geen andere manier om eruit te breken. Op een avond dat ik naar de theorieles van mijn rijexamen zou gaan, propte ik mijn tas vol met kleding in plaats van de boeken en ging ik met bonzend hart op weg. De moeder van Saskia bracht me naar een echtpaar, dat ik niet kende. Dus mijn vader zou me daar met geen mogelijkheid kunnen vinden. Want dat hij me zou gaan zoeken als een bloedhond, daar was ik van overtuigd. Mijn zwager regelde intussen wat meer permanent onderdak in Bennebroek bij een collega van hem.
Na een aantal maanden werd alles weer iets normaler. Ik fietste al iets vrijer door Heemstede naar mijn nieuwe onderdak in Bennebroek. Tot ik op een dag wat minder alert was en vergat dat mijn vader middagdienst had. Toen ik hem zag (ik was inmiddels 18) plaste ik van angst in mijn broek. Hij schudde aan mijn stuur, zodat ik de fiets aan de kant moest zetten en ik kreeg een scheldkanonnade over me heen. Hij zei dat ik zijn nieuwe vrouw overstuur had gemaakt en wilde dat ik het goed zou maken.
De rest van de reis naar Bennebroek heb ik meer achterstevoren op de fiets gezeten dan goed-om. Ik kreeg migraine aanvallen en was non-stop bang dat mijn vader voor de deur zou staan.

Aan het einde van het schooljaar waarin mijn moeder was overleden, bleef ik zitten, want met 2-en en 3-en schijn je niet over te gaan. Hoe God dingen ten goede kan gebruiken….
Een meisje dat ook was blijven zitten, vroeg of ik naast haar wilde zitten. We werden vriendinnen en op een podiumavond van school speelden we samen een lied van U2 “in the name of love”. Daar komen de woorden “one kiss” in voor. Zij legde mij uit dat die “ene kus” te maken had met het verraden van de Here Jezus. De naam Jezus klonk meteen vertrouwd en ik vroeg haar over de slechte dingen, het occulte waar ik wel eens mee geconfronteerd was geweest. Zonder doekjes erom te winden, legde ze uit dat God een vijand heeft en ik begreep direct wat ze daarmee bedoelde.
Er woonde een meisje bij hun in huis die zong in een bandje dat “First Choice” heette. Of ik mee wilde naar een optreden. Dat wilde ik wel. Ik zag die avond de bandleden, heel stoer met zwarte hoeden terwijl ze aan het bidden waren voor het optreden.
Het maakte indruk op mij. Na het optreden kwam de uitnodiging of je Jezus ook als “First Choice” in je leven wilde. Dat wilde ik wel. Bij deze club wilde ik wel horen. Op een zondagochtend in de kerk ontmoette ik de zoon van de familie de Groot, de familie van de kinderbijbelclub. Ik zat dus goed!

De zangeres zei dat ik ook mooi kon zingen en al gauw kreeg ik bij het koor een microfoon in handen. Van een eenzaam meisje dat gepest werd, was ik nu lid van een jeugdgroep waar iedereen aardig was. Ik voelde me veilig. Deze mensen zouden nooit iemand pesten. Jeugdweekenden, gitaar spelen op de jeugdavonden. Het waren jeugdleiders met een gouden hart, waar ik heel wat uurtjes mee heb zitten praten op het dakterras bij de tuinkachel.

In die tijd deelde ik alles met God, elke gedachte, en ik zong wat af met mijn gitaar erbij. Maar ik had een zwarte kant aan mezelf, die maar niet weg wilde gaan. Een gezin van de kerk vroeg me een poosje bij hen te komen wonen en daar stemde ik mee in. Maar vreemd genoeg hadden ze weinig begrip en meeleven voor mijn verleden. Dat verwarde mij. Ik kreeg te horen dat ik het verleden niet mocht koesteren en niet steeds zo in een dalletje moest zitten. Het was ongeveer 5 jaar later en ze waren van mening dat ik het verdriet rondom het overlijden van mijn moeder nu wel achter me kon laten. Heel verwarrend want achteraf ontdekte ik dat ik nog niet eens aan verwerken was begonnen.

Na de Havo, begon ik aan de HBOV, maar na 2 jaar HBOV switchte ik naar SPH. Dat leek me veiliger. Als je als verpleegkundige iets verkeerd deed met een infuus zou dat grote gevolgen hebben. Ik kon maar beter een vak beoefenen waar fouten niet meteen opvielen. Onbewust was ik behoorlijk onzeker geworden .
Het ging wel goed met me. Ik kon mijn sombere kant aardig negeren en slecht één keer per maand had ik een fikse huilbui. In de kerk was ik lekker druk als backing vocal en als zangeres bij de band. Tot ik, door verkeerd stemgebruik, mijn stem forceerde. Het was tegelijk met het moment dat ik me afvroeg waarom IK niet was uitgenodigd met kerst te zingen….er waren opeens andere meiden met mooiere stemmen die al gevraagd waren. Ik heb het ervaren alsof God me van het podium afhaalde. Hij vond dat het tijd werd dat ik niet langer bij de club hoorde, maar bij Hem.
Tijdens een preek vroeg de pianist naast mij…ken je deze psalm? En hij wees naar psalm 131. Wat ik las raakte me diep: Psalm 131

Kinderlijk vertrouwen
Heere, mijn hart is niet hoogmoedig, mijn ogen zijn niet trots, ook wandel ik niet in dingen die te groot en te wonderlijk voor mij zijn.
Voorwaar, ik heb mijn ziel tot rust en tot stilte gebracht bij U, als een gespeend kind. Als een gespeend kind is mijn ziel in mij.

Ik vertelde al dat ik als kind een mix van trots en schaamte had ervaren. Dat was nooit veranderd. En een gespeend kind, dat kende ik niet. Dat riep een diep verlangen in me op. God wilde me dicht bij Hem, veilig en geborgen en daar kon ik niet mee omgaan. Maar ik ervoer dat God duidelijk maakte wat Zijn doel was voor de komende tijd: Eerst dicht aan Zijn hart.

De SPH in Amsterdam deed ik op mijn sloffen. Tot het derde jaar. Daar moest iedereen zijn eigen socialisatieverhaal schrijven, je plek in het gezin, hoe je je ouders ervaren had…enz. Eén van de lessen heette “de roulerende rekening door de generaties”. Ik realiseerde me dat de zoektocht van mijn vader naar goedkeuring van zijn ouders, het gezin had beschadigd, mij had beschadigd. Ik besloot dat de generatie na mij niet opgezadeld zou worden met de rekening. Ik wilde geestelijk en emotioneel gezond worden. Het socialisatieverhaal kreeg ik niet voor elkaar. Na een bezoek aan de decaan stopte ik met de opleiding.

Ik besloot naar een Rehabilitatiecentrum te gaan van “In de ruimte”. Daar heb ik een geweldige tijd gehad. Met 12 jongelui in een landhuis, samen zwemmen, hout bewerken en natuurlijk muziek maken en zingen. Altijd mijn gitaar bij de hand.
In die periode kwam er een belangrijke doorbraak, want ik vertelde daar voor het eerst aan de groep dat mijn moeder zelfmoord had gepleegd. Dat maakte dat het grote geheim dat ik altijd bij me had gedragen zijn kracht verloor.
Ook had ik een bijzondere ervaring met God. Ik mopperde op mijn omstandigheden en zei dat ik niet begreep waarom Hij mij niet met 1 knip van Zijn vinger, wilde genezen. Eén omarming van Hem en het zou klaar zijn. Toen ik klaar was met mopperen kreeg ik een sterke gedachte die zei: “mag Ik nu ook antwoord geven?” Oh ja Heer. Sorry.” God zei: “Je kunt het niet aan. Eén knipoog van mij en je bent een maand uit je doen.” God had het wel gekund, maar ik kon toen nog niet met liefde en acceptatie omgaan. Na 14 maanden was het tijd om uit te vliegen.

Ik had inmiddels een kamer in Hoofddorp en heb daar een goede tijd gehad. ’s Avonds heerlijk achter het schuurtje genieten met een bak koffie van de zonsondergang, uitkijkend over de landerijen. Zolang mijn sombere kant zich maar stil hield, had ik een leuk leven. Ja, toch nog steeds die sombere kant, want met de therapiegesprekken in het Rehabilitatiecentrum was ik niet veel opgeschoten.
Zoveel jaren kan het duren voordat je eraan toe bent te gaan verwerken wat je hebt meegemaakt.

Ik besloot mijn SPH studie af te maken, en dat begon met een jaarstage bij de Jellinek, een verslavingskliniek in Amsterdam. Ik vertelde tijdens de sollicitatie heel eerlijk dat ik nog maar net zelf uit therapie was gekomen. Op een bepaald moment werd me gevraagd of ik een gesprek wilde doen met een cliënt. Hij bleek angsten te hebben over zijn zoon die met zelfmoordplannen rond liep. Ik had niet meer de neiging om bij het woord zelfmoord naar de wc te vluchten om op adem te komen. In plaats daarvan was een blik van verstandhouding met mijn stagebegeleider genoeg om het gesprek te kunnen voortzetten. Ik kreeg uiteindelijk een 9 voor dat stagejaar. Dat gaf me wat zelfvertrouwen dat ik het vak misschien toch wel aankon.
Maar mijn overlevingsstrategieën waren onveranderd gebleven. Ik was sterk en stoer, kon de hele wereld aan. Ik had niemand nodig en liet mensen emotioneel niet dichtbij komen.

Langzamerhand werd mijn behoefte aan een serieuze relatie sterker. Ik was inmiddels 34 en begon een desperate single te worden. Ik ontmoette Peter en wist dat hij het voor mij was. Ik voel(de) me bij hem veilig. Onbewust dacht ik dat als ik eenmaal getrouwd was, ik voortaan als een normaal, gezond mens door het leven zou kunnen gaan. Dat het verleden dan voorgoed voorbij zou zijn. Maar ik nam natuurlijk mijn verleden en mijn overlevingsstrategieën mee in het huwelijk.

We verhuisden naar Emmen, omdat Peter daar woonde. De verhuizing naar de andere kant van het land was voor mij een aardverschuiving. Ik dacht dat ik met mijn spontane babbel zo weer nieuwe vrienden zou maken, maar dat viel vies tegen. Ik was zo gewend geraakt aan het feit dat iedereen afwist van mijn verleden. Dat was voor mij een vanzelfsprekendheid en daarmee een onderdeel van mijn identiteit geworden. Maar hier was ik gewoon Carola…niet het meisje dat ooit in het zwart de kerk binnen kwam, bekeerd uit de wereld. Nee, ik was een gewone gemiddelde volwassene, en net als een heleboel andere stellen, pas getrouwd en verhuisd.
Ik zag me voor een onbekende taak gesteld. Contacten aangaan op basis van hobby’s en interesses. Maar die had ik niet…ik was aan het overleven geweest in plaats van aan het genieten van sport en hobby’s. Het hielp ook niet erg, dat we in het begin van ons huwelijk nog 4 miskramen te verstouwen kregen. Het was geen gemakkelijke tijd.

Ik sprak over mijn moeiten met een vriendin en zij suggereerde: “waarom ga je niet eens praten met de therapeut in onze gemeente?” Dat bleek het lot uit de loterij. Tot dan toe had ik alle gebeurtenissen uit mijn jeugd met droge ogen vertelt als een soort opsomming van feiten. En bleef het begrip voor mijn ouders op de voorgrond. En de overtuiging dat het allemaal wel meegevallen was. Dat wat mij was overkomen, ach…dat stelde toch eigenlijk niet zoveel voor.

Maar ik leerde bij deze hulpverlener dat ik mijn gevoel had weggestopt achter een grote muur. Ik heb toen weer leren huilen, zonder angst voor zelfmedelijden of schuldgevoelens over het koesteren van het verleden.
Hij zei: “We gaan die sombere Carola achter het muurtje weghalen. Ze mag erbij horen. Ze is welkom!” En laat haar maar vertellen wat haar pijn heeft gedaan.

Ik wil heel in het kort proberen uit te leggen hoe het proces is gegaan. Hoe de muur in mij, waar het kind van vroeger met al haar emoties achter verstopt moest zitten, afbrokkelde en werd tot een grens om mij heen.

Het proces was dat als het kind achter de muur “getriggerd” werd door situaties, ik met haar in gesprek kon gaan. Er kon iets gebeuren waar ik zoveel emoties bij ervoer, dat ik niet meer goed kon functioneren. Dat kon zijn op de kring, waar ik me uitgelachen voelde als ik mijn mening had gegeven. Ik merkte dan een verdriet op van binnen, die als een sluis voelde. Ik moest de deur goed dichthouden, want als ik op dat moment eraan toe zou geven, zou een vreselijke huilbui kunnen losbarsten. Dus de rest van de avond sloot ik me af.
Eenmaal thuis zocht ik dan een plek op, waar ik niet gestoord kon worden. Ik vroeg mijn gevoelens dan waardoor ze zo gekwetst waren. Dan vertelde mijn gekwetste gevoel me hoe ze als 14 jarige gepest was. Dat ze zich zo alleen had gevoeld op de mavo. Dat ze er zo graag bij had gehoord, geaccepteerd. Dat ze zo haar best daarvoor had gedaan. Ik kon haar dan laten weten dat ik dat heel erg voor haar vond. Dat ze zich nooit veilig had gevoeld en niet geaccepteerd was. Het was een intense huilbui en ik vroeg haar dan of ze samen met mij naar God wilde gaan. Dan stonden ik en mijn gevoel in gedachten samen hand in hand voor de troon van God. Ik vroeg haar ook vergeving dat ik haar zo lang achter de muur het zwijgen op had gelegd, maar dat ze vanaf nu welkom was, erbij mocht horen. En gaandeweg werd ik steeds minder bang voor wat ik achter de muur zou ontdekken.
Het was een intensief jaar en niet gemakkelijk voor mijn man, maar het is mijn uiteindelijke genezing geweest.
Ik leerde mezelf accepteren en er ontstond ruimte in mijn leven voor wat ik leuk vond, zwemmen, skaten, hobby’s! Ik ontdekte dat ik mijn wensen kenbaar mocht maken. Ik begon ruimte in te nemen.

Toen ik hoorde van Celebrate Recovery had ik niet de moed daar naar toe te gaan, maar Janneke (een vrouw uit onze gemeente) vroeg of ik voor de liedjes wilde zorgen. God heeft zo Zijn grappige manieren om je te krijgen waar Hij je hebben wil.
Vanaf het begin wilde ik ook deelnemen aan de Open Deelgroep en zo pikte ik heel wat graantjes mee. In het eerste jaar kreeg ik de bevestiging waar ik God om had gevraagd, of dit de plek was waar Hij me wilde hebben. Ik wilde niet opnieuw met trots op een podium staan. Het CR-team voelde als een warm nest. Er was begrip, gelijkgestemdheid, humor.
Al op één van de eerste CR avonden zat ik in de auto te luisteren naar een CD van Hillsong over levende stenen, die gebruikt worden voor het bouwwerk van God. Ze zongen: “I know where I belong”. Ik moest erg huilen, maar van binnen jubelde mijn hart.
Ik voelde me eindelijk een beetje thuiskomen, na 10 jaar in Emmen.

Door de gesprekken in de Open Deelgroep, leerde ik dingen te bespreken, waar ik me erg voor schaamde. Zo was ik toch ook deelnemer geworden. Ik durfde mijn geheimen te benoemen, zoals het wegduiken achter de computer, als het huishouden me overspoelde. Les 1 en 2 waren daarin heel verhelderend voor mij. Ik herkende dat ik op dit gebied nog in ontkenning leefde en durfde in stap 2 mijn machteloosheid hierin toe te geven. Ik kon het gaan zien als datgene wat ik zelf nooit zou kunnen veranderen. Alleen al het toegeven dat je een probleem hebt op dat gebied, luchtte me zo op. Ik ontdekte dat God het me niet kwalijk neemt, maar me erbij wil helpen.

Ook was er een avond dat een Celebrate Recovery medewerkster uit Veendam kwam vertellen over het vaderhart van God. Ik herkende me in haar verhaal. Je gedragen als een slaaf, terwijl je Gods geliefde kind bent. Nog steeds proberen Hem ervan te overtuigen dat je goed bent, terwijl Hij je al lang aanvaardt. Ik denk dat dat de belangrijkste verandering is, dat ik me nu een geliefd kind van God voel. Niet met mijn verstand alleen, maar ook echt met mijn gevoel. Eindelijk dichter bij Hem. Ik kan eindelijk omgaan met Zijn goedkeuring en nabijheid. Misschien wel als een gespeend kind.

Ik denk dat iedereen van ons heerlijk zou kunnen functioneren als we ondergedompeld worden in warmte, goedkeuring, bevestiging, veiligheid en geborgenheid. De basisbehoeften voor identiteitsontwikkeling. Dat gun ik jullie. God heeft in mijn leven daarin voorzien, mede voor een belangrijk deel door de deelnemers en teamleden van Celebrate Recovery!

Tot slot;
Ik heb eens op een avond met het thema “Overwinning” deze zonnebloem laten zien
Zonnebloem

Een vriend van mij deelde deze foto’s op Facebook. Deze zonnebloem was geknakt geweest

Zonnebloem geknakt maar hij had niet de behoefte gehad hem weg te gooien.

En wat bleek;

Zonnebloem lus de steel was genezen en met een lus weer verder gegroeid.

Mijn vriend schreef erbij: De lus werkt als een soort veer, waardoor hij soepel met de wind heen en weer kan bewegen.
De steel was lang, maar hij is gaan bloeien. Opeens zag ik in een notedop mijn leven…geknakt, genezen, een lange weg…maar tijdens die lange weg heeft God voorzien in warmte, goedkeuring, bevestiging, veiligheid en geborgenheid en eindelijk kan ik zeggen, na 30 jaar: Ik bloei!
Stap 12 van het programma zegt:
“Het gevolg van deze stappen is dat ik als persoon veranderd ben. Ik probeer deze boodschap van herstel aan anderen door te geven en deze principes in mijn doen en laten in de praktijk te brengen.”

Dat is voor mij de motivatie om mijn Persoonlijk Verhaal met jullie te delen.


Herstellende van hoogmoed, controledrang, prestatiedrang en emotionele geslotenheid

Mijn naam is Johanna, ik ben herstellende van hoogmoed, controledrang, prestatiedrang en emotionele geslotenheid. Johanna bekent: ‘God is genadig’ en God IS ook echt genadig geweest in heel mijn leven en nog elke dag.

Ik ben geboren in een positief christelijk gezin. Mijn ouders hadden beiden diepgelovige ouders. Zij vreesden de Heere, maar lieten ook Zijn liefde zien. Dit zie ik ook in mijn eigen ouders. Ik ben het tweede kind in een rij van vijf.

Als ik terugkijk, hebben mijn ouders mij zelfstandig opgevoed, met veel vrijheid en veel eigen verantwoordelijkheid. Ik was een eigenzinnig kind, vol initiatieven en met heel veel energie. Al heel jong voelde ik mij “Een sterke held” en mijn omgeving gaf mij ook dat gevoel. Ik kon veel, ik wist veel, ik durfde veel en ik trok er op uit….. en was niet bang.
Eén van mijn vroegste herinneringen is de dag dat ik als driejarig meisje een glas terpentine inschonk en dit opdronk. Ik moest met spoed met de ambulance naar het ziekenhuis, waardoor er niemand op dat moment met mij mee kon. Vervolgens heb ik een tijd in het ziekenhuis gelegen. Mijn maag moest worden leeg gepompt en ik mocht niet uit bed, maar aangezien ik persé zelf naar de wc wilde, ging ik toch uit bed. Vervolgens kreeg ik een tuigje aan en een luier om, omdat ik stil moest liggen. Ik was opstandig en ik maakte mijn tuigje los, deed mijn luier uit en ging toch zelf naar de wc……Dit kenmerkt mijn kinder- en tienertijd: dingen zelf bepalen,“recht op jezelf” hebben, doelgericht en onafhankelijk zijn. Ik denk dat ik in deze tijd als peuter al onbewust heb besloten om mijn eenzaamheid en kwetsbaarheid niet te laten zien en besloten heb om nooit meer te huilen…..

Mijn basisschooltijd verliep voorspoedig, ik was een talentvolle leerling, creatief, actief, sportief en muzikaal. Ik hield van uitdagingen, wedstrijden en presteren . Ik wilde graag de beste zijn en dacht vaak ook dat ik dat was. Ik onderbouwde mijn mening al toen ik heel jong was en gelijk krijgen was belangrijk voor mij. Op de camping liep ik ’s nachts zelf naar de wc door het donker, of hield ik in het onweer de stokken van de tent vast. Hoe jong ik ook was, dit was allemaal heel vanzelfsprekend. Tijdens deze kinderjaren had ik al een groot verlangen naar God en wilde alles over hem weten. Ik heb veel van God geleerd in de kerk, op de club en vooral thuis van mijn ouders.

Op mijn 11e ging ik al naar het VWO en startte ik met muzieklessen, ook daarin was ik bijzonder prestatiegericht, hetgeen thuis werd aangemoedigd. Ik floot bij de muziekvereniging, waar ik in die tijd het eerste meisje was tussen allemaal mannen. Een voorbeeld van hoe mijn ouders hiermee omgingen: zij lieten mij zelf afspraken maken, een dwarsfluit regelen, de dwarsfluit ophalen en ik ging overal alléén op af.

Er waren in die tijd heel wat leugens in mijn leven, waar ik in geloofde, zoals:
  • Ik weet zelf wat goed voor mij is
  • Ik weet wat goed voor een ander is
  • Ik kan alles zelf bepalen, ik heb het recht op mezelf
  • problemen zijn oplosbaar
  • het leven is maakbaar
  • het leven is rechtvaardig en zo niet, dan zorg ik er zelf voor
  • kennis en wetenschap zijn ‘eindig’ , als je hard en veel leert kan je alles leren
  • alles is verklaarbaar, alles moet je uit kunnen leggen en kunnen onderbouwen
  • door hard werken, kan je ‘volledig zijn’
  • alles is controleerbaar
  • andere mensen zijn vaak tot last, ik heb ze niet nodig
  • sterke mensen kennen geen emoties, alleen kracht

Dit waren leugens waaruit ik leefde, ik wist niet beter…. Ik geef een voorbeeld over ‘volledig en compleet willen zijn’: Ik spaarde schelpen en dacht: als ik maar lang genoeg zoek en spaar en koop en verzamel, dan komt er een moment dat ik alle soorten schelpen van de wereld heb. Ik maakte kaartjes met namen en had een enorme tentoonstelling op mijn kamer. Toen ik bemerkte dat het niet haalbaar was, heb ik de kaartjes en later de schelpen weggegooid.


Hoewel ik van binnen best arrogant was, was ik geliefd, ontplooide mij, hielp overal waar ik helpen kon , studiegenoten kregen mijn uittreksels en aantekeningen. Ik maakte liedjes, gedichten, schreef cabaret en werd gezien…


Op de muziekvereniging had ik een jongen leren kennen, ik had al verschillende vriendjes gehad en raakte in de war omdat ik echt niet wist wie mijn ware liefde zou zijn. Dat maakte mij van binnen onzeker, terwijl ik nooit echt onzeker was. Dat was althans de buitenkant, want dat soort dingen kon ik uiteraard zeer camoufleren. Hij zat toentertijd in een crisis en vroeg één dag na mijn 17e verjaardag of ik verkering met hem wilde….. Ik heb toen gebeden dat ik geloof dat God leiden wil en ik had afgesproken met God: ik geef mijn dagboekje aan hem en als hij het wil lezen en er vervolgens iets inschrijft over het geloof, dan zie ik dat als teken dat ik met deze jongen ga trouwen. Dit werd mijn 1e Godservaring, met grote gevolgen. Hij schreef namelijk vier kantjes in mijn dagboekje en het was één gebed naar God. Toen ik het las, was is totaal overrompeld door Gods leiding, zijn Grootheid, maar ook Zijn betrokkenheid met mij . Ik nam een besluit: met deze jongen ga ik trouwen, ik blijf altijd bij hem, want dit is Gods wil. Ik heb daar altijd aan vastgehouden en deze blaadjes ook bewaard. Maar echt verliefd op P. was ik niet en hij ook niet op mij, hij had hulp nodig en ik gaf alles wat hij nodig had, dacht ik toen. We waren meer broer en zus. Deze ervaring heeft mij altijd de zekerheid gegeven dat God ons voor elkaar heeft bestemd. Nooit heb ik daar aan getwijfeld.


Ik ging naar de Pedagogische academie. Ik ging van de ene afspraak naar de andere en had het altijd druk en was weinig thuis. Ik nodigde P. altijd uit om mee te gaan, maar hij zag dat niet zo zitten. Ik hield nauwelijks rekening met hem, iets waar ik me nu wel voor schaam…..


Als ik dan bij hem was, wilde ik juist heel veel geven en zorgen, omdat ik wel wilde dat hij het goed zou hebben. Dit werd het begin van teveel zorgen en onbewust proberen zijn leven te regeren. Pijnlijk en vernederend voor hem als ik dit nu zo zeg…..


Toen ik 20 was stond ik voor de klas. Mijn plan om het conservatorium te gaan doen of door te gaan voor wiskundelerares was verdwenen. P. en ik hadden trouwplannen en een goede mogelijkheid om een huis te kopen en ik keek ernaar uit om bij mijn ouders weg te zijn en helemaal zelf alles te regelen.


Ook in deze jaren bleef er een verlangen naar God en wilde ik alles over hem weten en leren. Ik stelde veel kritische vragen en er waren altijd mensen om mij heen die mij serieus namen. Daardoor voelde ik mij door God serieus genomen. P. en ik deden Belijdenis, ik was actief bij de clubs, ik speelde fluit bij een gospelgroep en we schreven in die tijd met onze jeugdgroep een eigen musical, die we in veel kerken mochten opvoeren.

Jan. 1987 trouwden wij in de Gereformeerde kerk, Ik was toen 22 jaar en onze trouwtekst was
Jozua 1:9 “Ja, wees sterk en moedig. Ban angst en twijfel uit je hart. Onthoud dat de Here uw God, je overal terzijde zal staan.”

Deze tekst had de dominee uitgezocht en ik vond dit bijzonder…. Ik was immers al sterk en moedig… Later besefte ik dat het een hele diepe geestelijke betekenis zou hebben in de geestelijke wereld.

In die tijd kon ik geen vast werk vinden en werd ik van de ene school op de andere geplaatst en kwam terecht in het speciaal onderwijs in de eindgroep. Ik dacht toen de hele wereld aan te kunnen , maar toen brak er voor het eerst in mijn leven een heel, heel zware tijd aan. De kinderen stelden mij op de proef en zogen mij helemaal leeg…. Mijn waarheden begonnen te wankelen: er waren geen oplossingen, het leven was niet maakbaar, niet rechtvaardig, ik had geen overzicht meer en wist ook niet meer wat goed voor mij was…… ik knokte, knokte om boven water te blijven…. Op mijn verstand en wilskracht probeerde ik staande te blijven, maar het was zo zwaar dat ik ’s avonds om 11 uur vaak zei: P, stuur jij me morgen naar school, anders ga ik nooit meer voor de klas… Ik voelde me verloren en machteloos, gevoelens die ik niet kende. Af en toe voelde ik verdriet en pijn, maar dat kwam er totaal niet uit. Een enkel traantje van boosheid is er gerold, maar mijn emotionele kanaal zat volledig dicht ook al had ik dat toen nog niet door. P. probeerde mij te steunen, maar ik wilde totaal geen hulp en steun en troost van een ander. Ik sloot mij af voor P., voor vrienden en familie (de meesten wisten niets van mijn strijd). Ik probeerde zelf mijn problemen op te lossen en voelde me heel eenzaam.

Ik kreeg in die periode een paar kaartjes die mij wezen naar God. En zo is mijn persoonlijke relatie met de Here Jezus langzaam op gang gekomen en is er een besef ontstaan dat Hij heel anders is dan ik altijd had gedacht. Bij God dacht ik alleen aan macht, kracht en sterkte. In deze periode realiseerde ik me dat er ergens een kwetsbare, zachte kant moest zijn, die te maken heeft met lijden, pijn en verdriet. Ik had wel erg veel moeite om Hem te bereiken en soms gingen daar weken of maanden overheen voordat het lukte om contact met God te hebben.

Ik kwam terecht bij een bijbelstudiegroep. Ik hield me vast aan alle beloften van God, terwijl het op school heel moeilijk was en thuis verliep het ook niet soepel tussen P. en mij.

Maar ik was wilskrachtig en volhardend. Naar P. toe dacht ik het vaak beter te weten, ik bepaalde de koers en vond het tegelijk heel zwaar om dat te doen. Op school had ik een overwinningsgevoel toen het in een volgende groep langzaam beter ging.

Toen werd onze zoon geboren en na een paar maanden werd hij ziek, noodgedwongen stopte ik met werken om voor hem te zorgen. Ik begon me vast te klampen aan God, ik wilde mijn leven begrijpen. Ik groeide in geloof, maar P. en ik groeiden verder uit elkaar. Twee jaar later werd onze tweede zoon geboren . P. wisselde veel van baan, er was steeds onzekerheid over de financiën, maar ik hield mij vastbesloten vast aan God. Het is de tijd waarin we een zolderclub zijn gestart voor de kinderen. Na een paar jaar werd onze dochter geboren.

Inmiddels was ik voorzitter van de KND geworden, hadden we plannen om een combo op te richten in de kerk en toen gebeurde er iets dat heel apart was….. en wat ik helemaal niet leuk vond. P. kreeg steeds hoofdpijn als we naar de kerk zouden gaan. Dit was heel heftig en serieus en hij bleef weken op zondag thuis. Ik ging alleen met de kinderen naar de kerk. Door omstandigheden gingen we een keer naar een andere gemeente en als we daar waren, bleef zijn hoofdpijn weg, zelfs in de dagen erna. We konden het allebei niet geloven en gingen het uit proberen. Het leek erop dat God ons iets te zeggen had… Ik was eigenlijk heel boos en gefrustreerd dat ik uit al mijn organisaties moest en dat God werkte via mijn man en niet via mij!! Toch zijn we gegaan. Onze ouders vonden dit verschrikkelijk moeilijk en ikzelf ook. Ik snapte er niets van, maar ik heb de stap naar een andere gemeente wel duidelijk als Gods leiding ervaren.

Ik ontving van God deze tekst…

Joh. 15:16 “Niet gij hebt Mij, maar Ik heb jou, uitgekozen en aangewezen ,opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou blijven”.

Langzaam werd mij duidelijk dat ik het leven van mijn man probeerde te bepalen, dat ik altijd een weerwoord had. Ook was ik oordelend naar hem op het terrein van werk, opvoeding, relaties enz. Onze communicatie verliep moeizaam en mijn verwachtingen van P. waren erg hoog.

We bezochten huwelijksavonden, deden een cursus en voerden pastorale gesprekken op mijn aandringen en mijn initiatief (hij heeft dat achteraf als vreselijk ervaren). Dit alles verbeterde onze relatie echter niet. Daarnaast moest P meerdere keren noodgedwongen van baan veranderen, had hij lichamelijke ongemakken en verloren we verschillende vriendenstellen o.a. door echtscheidingen. Ik deed in deze jaren invalwerk op verschillende scholen, mijn eenzaamheid groeide.

Na de zomervakantie van 2002 kreeg ik drie confronterende teksten:

1 Sam. “Wie met de Here twisten worden gebroken, over hen dondert Hij in de hemel.”
Job 39:35 “Wil de bediller twisten met de Almachtige?”
Jes. 45:9-14 “Wee hem, die met zijn Formeerder twist….”

Ik vroeg advies aan anderen wat ik hiermee moest, ik kreeg angst en die angst groeide. Ik was aan het twisten met God en voelde dat ik moest gaan erkennen dat alleen God mijn leven kon leiden. (stap 1 en 2 in Celebrate). Ik heb geworsteld. Op dinsdag 5 nov. 2002 ging ik op mijn knieën zitten en dacht: ik ga alles aan Jezus geven..Maar….. toen lukte het niet meer om de naam van de Here Jezus uit te spreken, wel in mijn hoofd, maar niet meer hardop.

Mijn mond gehoorzaamde mij niet, het was heel erg beangstigend . Ik wist niet wat ik moest doen, voelde paniek opkomen en ik ging de oudste bellen. Ik wist zeker dat God wilde helpen. Door de telefoon ging hij voor mij bidden of ik de naam van Jezus uit zou spreken, maar iets in mij weigerde volkomen om dit te doen, terwijl Gods Geest in mij sprak: zet door! Dit was heel heftig…..die enorme strijd in mijzelf en demonen die zichzelf door mij heen lieten horen….. Door veel weerstand heen en met hulp van gebed, kon ik uiteindelijk de naam van Jezus uitspreken.

Achteraf kan ik zeggen dat dit het begin was van verschillende bevrijdingen. De tekst die ik kreeg was 1 Kor. 2:5 “Opdat jouw geloof niet zou rusten op wijsheid van mensen , maar op kracht van God”.

Ik ben weken leeg en moe geweest, verdrietig en ik was mezelf kwijt. Ik was niet meer doortastend en vond mezelf een twijfelaar… Na maanden begon ik iets te ervaren van Gods Geest in mij .
In die leegte begonnen ook gevoelens op te komen die ik heel vervelend vond: pijn, bitterheid over niet uitgekomen verwachtingen in ons huwelijk. Toen P begin 2003 zijn baan opzegde, was dat een dieptepunt voor ons gezin. Ik voelde me ontgoocheld en was ten einde raad. We hadden drie kinderen, geen inkomsten en een schuld. Ik ging met twee bidmaatjes bidden en ik heb toen heel concreet tegen God gezegd: Uw wil geschiedde. Als ik kostwinnaar moet worden, geef dan een fulltime plaats op een Christelijke school in onze woonplaats. Diezelfde week stond er een advertentie in de krant, een maand later op 1 maart 2003 stond ik fulltime voor de klas en was P. huisman geworden…. Het was opnieuw heel concreet Gods leiding en ik schreeuwde het in mijn hart uit, omdat ik dit eigenlijk helemaal niet wilde.

Er brak voor ons in maart 2003 een hele moeilijke tijd aan: De rolwissel had enorme gevolgen. Alles werd anders: onze taken, onze relaties , indeling van vrije tijd, inzet in de gemeente en de manier van opvoeden. Onze oudste zoon startte op de middelbare school, de tweede zoon zat in groep 7 en onze dochter ging naar groep 3. Zij huilde alle dagen als ik vertrok naar school. Daarnaast kreeg ik de aller moeilijkste groep die ik ooit heb gehad en ik kwam na 12 jaar invalwerk in een onderwijswereld terecht waar ik erg veel van de ontwikkelingen had gemist. Ik voelde me onzeker, angstig, had geen controle meer over thuis, vond dat P. alles anders moest doen en ik voelde me verlaten. Ik voelde pijn, maar kon geen emoties uiten. Een periode van strijd, innerlijke kou, lusteloosheid en leegte. Ik verlangde naar echtheid, genieten en blijdschap.

De hele situatie greep mij letterlijk naar de keel : controle willen houden, perfectionisme, beheersing, regelen…en heel, heel hard werken. Ik werd enigszins dwangmatig: ik werkte lijstjes af, gaf mezelf opdrachten, maakte lijstjes voor P. Dat was mijn manier geworden van overleven.

In aug. 2004 moest ik voor mijn keel naar logopedie en mijn keel zat zo vast, dat ik fysiotherapie voor mijn strottenhoofd kreeg… Ook had ik pastorale gesprekken en omdat ik mij zo rot voelde ging ik naar de huisarts die het woord ‘depressief’ liet vallen en mij verwees naar maatschappelijk werk. De mensen om mij heen zagen een sterke vrouw. En ik was nauwelijks in staat om iemand toe te laten in mijn strijd en kwetsbaarheid, dat lukte mij gewoonweg niet….

Ik voelde een strop om mijn keel en een steen op mijn maag… dit was dus depressief-zijn….Ik moest mijn emoties gaan benoemen maar erg zichtbaar werden ze niet. Mijn masker functioneerde prima.. Helaas.

Omdat er lichamelijk en geestelijk nauwelijks iets verbeterde en omdat onze relatie er ook niet beter op werd, ben ik in november 2005 gestart met gesprekken bij een Christen Psycholoog.
Na een aantal gesprekken stelde hij de vraag: Wanneer heb je besloten om niet meer te huilen? Ik kon me echt niet herinneren dat ik ooit echt gehuild had en we kwamen uit bij de opname in het ziekenhuis toen ik drie jaar was. Ik heb waarschijnlijk onbewust als heel klein kind dit besluit genomen. En hij vroeg: Wil je dit besluit herroepen? Hardop heb ik naar God uitgesproken:
Ik kies ervoor om mijn emoties te laten zien. Dat was een nieuw keerpunt…

Ook heb ik veel gesproken over mijn opvoeding, het gezin, mijn ouders… met als sleutelwoord ‘vergeving’, vooral ook naar mijn vader. Mijn vader was altijd mijn voorbeeld geweest en ik hield hem verantwoordelijk voor de manier waarop ik opgegroeid was en voor de persoon die ik geworden was. (Evalueren van mijn relaties en vergeven, stap 6)

In 2006 ging ik met mijn vriendin naar de drie daagse conferentie ‘ Nieuw leven in willen, voelen, denken en doen’. Ik werd geconfronteerd met mijn eigen manipulatieve gedrag. Met mijn tong en kritiek duwde ik de ander weg en in het bijzonder P. Toen ik dit met veel moeite ging benoemen bij de nazorg (schuld belijden, stap 4 bij CR) was het gevolg een explosie van boosheid, teleurstelling, pijn en zelfhaat . Alle emotionele dammen braken door….

Het was ook een explosie van verdriet en hopeloosheid. Ik zat zo verschrikkelijk vast in alles en ik voelde me zo rot. Ik voelde me ook lelijk, mijn lichaam, overal worstelde ik mee. Gelukkig duurde die conferentie drie dagen. Uiteindelijk kwam ik tot rust en kwam ik tot de erkenning dat God weet wat goed is. Hij is mijn SCHEPPER. Mijn gebed was: ik wil niet overleven, maar LEVEN….
Een paar maanden later liep ik weer vast en mijn psycholoog vertelde: Je put uit de verkeerde bron…. Hij stelde voor dat ik voor me zou laten bidden en ik wist niet precies waarom, wat was die verkeerde bron? Ik heb een afspraak gemaakt met drie lieve zussen uit de gemeente (ik had inmiddels ontdekt dat ik het alleen echt niet kon…) en die zijn gaan bidden, dat was bijzonder. God liet mij zien dat mijn kracht uit mezelf kwam. Mijn wilskracht moest ik bij het kruis brengen, ik moest een radicale keuze voor God maken (stap 3 in Celebrate) .Ik wilde dat niet en ik wilde het wel. Het is één van de zwaarste momenten in mijn leven geweest. Uiteindelijk heb ik uitgesproken dat mijn wil ondergeschikt is aan Gods wil. Ik voelde me gebroken, maar voelde ook Gods vrede.

Toen ik eenmaal deze stap had gezet, kon ik mij ook verder overgeven aan Gods bevrijding en herstel. Zo werd ik bevrijd van de drang tot redenatie en bevrijd van de macht van manipulatie en zelfhandhaving. Ik zeg het in één zin, maar steeds het nederig worden en erkennen dat er zonde is in je leven, en dan toelaten dat God daarbij komt, dat was zwaar. Mijn perfectionisme werd ook minder en ik kon stapje voor stapje meer los gaan laten. De leugens uit mijn kindertijd begonnen plaats te maken voor de Waarheid! Maar die leugens lagen en liggen wel op de loer en ik vind het nog steeds lastig om in afhankelijkheid en overgave te leven, dat moet ik steeds opnieuw en opnieuw belijden.

Eindelijk kwam er op een conferentie opnieuw een doorbraak van emoties, maar nu in positieve zin. Ik voelde Gods liefdevolle Aanraking: Zijn liefdevolle omhelzing…. En ik heb heel veel gehuild. Soms dacht ik dat het niet meer stopte….. Ook thuis heb ik heel veel gehuild, als ik alleen was. Ik vond en vind het nog steeds heel moeilijk om dit te delen en heel moeilijk om iets te ontvangen.

Nadat God in mijn leven aan het werk ging, heb ik ook geworsteld. Wie ben ik nou eigenlijk? Ik schaamde mij voor wie ik was, ook mijn uiterlijk en mijn lichaam, alles….. ik was angstig, voelde me steeds tekortschieten, ik begreep Gods plan niet. Een bemoedigende tekst was voor mij:

Wanneer we met Christus zijn gestorven, geloven we dat we ook met Hem zullen leven.

In 2012 waren we 25 jaar getrouwd. We vierden het o.a. in de gemeente en het was goed, God was erbij. Ons huwelijk liep en loopt niet altijd op rolletjes en met name de communicatie en intimiteit geven veel moeite. Toen hebben we een hele dappere stap gedaan en super, die hebben we sámen genomen. We zijn samen naar een christelijke coach gegaan. Niet eenvoudig maar echt confronterend en zwaar….. Een rode draad was dat we teveel zorgen en invullen voor elkaar: voor de ander denken, voor de ander doen, omdat je denkt dat je weet wat goed is voor die ander. We hebben daarin allebei geworsteld om te groeien in wie we echt zijn, zoals God het geeft bedoeld. (toelaten van Gods wil, stap 5) We hebben emoties kunnen delen, van hoofd naar hart. Wij hebben dit allebei als een heel intensief, maar gezegend proces ervaren.

Tijdens dit proces bij onze coach heeft P. de stap genomen om opnieuw naar een andere gemeente te gaan. Dit raakte mij en ik wist er geen raad mee. Toen kwam ik op het punt dat ik uit heb gesproken: Ik kan niet voor het geluk van mijn man zorgen, ik ben niet God, maar ik ben een mens. En dat voelt heel heftig. die pijn gaat bijna nog dieper dan mijn eigen pijn. Toen we verkering kregen was ik 17 jaar en ben ik in die leugen gaan geloven dat ik hem gelukkig kon maken en na ruim 30 jaar, is door de naam van Jezus de leugen ontkracht.

God leert mij de laatste twee jaar om er gewoon te ‘zijn’ . Ik begin me eindelijk geliefd te voelen om wie ik ben, niet om wat ik allemaal doe, maar dat blijft lastig voor mij.

Een jaar na P. werd ik door God ook naar die nieuwe gemeente geleid. Het lied waarmee ik afscheid nam was:

‘In U alleen kunnen wij vallen en weer opstaan. Door U alleen staan wij sterk!

Het lied werd ook gespeeld op mijn allereerste zondag in de nieuwe gemeente. In dezelfde maand werd ik gevraagd mee te doen met Celebrate Recovery. Hier werd ik aangemoedigd om stukjes van mijn proces te delen en mijn emoties te laten zien. Het is een echt wonder dat ik me zo snel veilig voelde binnen het team van CR en dat ik mijn gevoelens durf te benoemen en te laten zien. Soms denk ik wel eens: was CR maar eerder op mijn pad gekomen.

Ik ben nu 50 jaar en de bijbel noemt dit een ‘Jubeljaar’. Ik heb regelmatig last van prestatiedrang, controle en een kritische houding. Het voelt tegenstrijdig als ik merk hoe mensen soms op mij reageren, dan gaat het om mijn eigen kracht terwijl het juist gaat om Gods kracht, en Zijn kracht zie je juist in kwetsbaarheid. Ik wil graag leven tot Zijn eer.
Maar ik jubel om mijn kinderen, ik ben dankbaar voor mijn relatie , omdat God dit (ondanks strijd) gebruikt om ons te vormen tot zijn beeld. Vanuit Gods liefde ben ik veel van P. gaan houden. Ik ben dankbaar voor mijn plek in de gemeente en voor alle broers en zussen in Gods Gemeente.
Ik kan zeggen: ik ben herstellende van hoogmoed en emotionele geslotenheid, ik leer kwetsbaar te zijn. Johanna betekent: ‘God is genadig’ en God IS ook werkelijk genadig geweest in heel mijn leven en is dit nog steeds elke dag. Hartelijk dank dat ik mijn Persoonlijk Verhaal met jullie mocht delen.

Opw. 760 Wie vrees ik nog https://www.youtube.com/watch?v=KIpPx3SVKOw

Hersteld van het opgroeien in een disfunctioneel gezin, van seksueel misbruik, van betrokkenheid bij prostitutie, boulimia, anorexia en criminele activiteiten..

Hallo, ik ben Ingrid, een dankbare gelovige die is hersteld van het opgroeien in een disfunctioneel gezin, van seksueel misbruik, van betrokkenheid bij prostitutie, boulimia, anorexia en criminele activiteiten..

Ik ben opgegroeid in een bijzonder disfunctioneel gezin. Mijn moeder heeft 10 kinderen, die op enkele na, allemaal verschillende vaders hebben. Al mijn broers en zussen hebben diepgewortelde problemen. Aan de buitenkant leek er op ons gezin niet zoveel aan te merken. We waren netjes gekleed en moesten oudere mensen met ‘u’ aanspreken. Maar binnen het gezin waren er altijd problemen. Mijn moeder lag vaak overhoop met de mannen met wie zij op dat moment samenleefde. Er waren veel ruzie en ergernissen.

De vader van mijn moeder was een heel gelovige man, maar stierf erg jong. Mijn oma was ook gelovig, maar scheen ook met meerdere mannen te hebben samengeleefd.
Sommige ervaringen die mijn moeder met mijn oma heeft meegemaakt kon zij maar moeilijk verwerken. Zo hebben wij onlangs gehoord dat zij op twaalf jarige leeftijd iets heel ergs heeft meegemaakt. Ook werd mijn moeder op achttien jarige leeftijd zomaar in een tehuis gedumpt toen zij niet op tijd thuis kwam na een avondje uit. Ook haar twee zussen hebben later op oudere leeftijd allebei te kampen gehad met zware psychische problemen. Er moeten dus in de opvoeding dingen gebeurd zijn, die diepe sporen hebben getrokken in hun emotionele leven. Ook haar broer had soms last van woede aanvallen.

Mijn moeders wil, was wet! Haar mening was de enig juiste, en met haar gedrag ging ze vaak over de grenzen van andere mensen heen. In haar omgeving waren dan ook veel mensen op een bepaalde manier bang voor haar. Ook haar man (mijn vader dus) was bevreesd voor haar gedrag. Ze was zeer koppig en het was gewoon onmogelijk om haar van gedachten te laten veranderen. Zoals zij de dingen zag, zo was het. Daar moet wel een diepgewortelde pijn achter hebben gezeten.
Haar eerste officiële echtgenoot was veel ouder dan zijzelf. Hij was een charmeur maar ook een alcoholist en ik heb ook uit meerdere bronnen begrepen dat ze alle twee af en toe vreemd gingen. De kinderen uit haar eerste huwelijk werden dus geboren in een zeer onstabiele situatie. Toen hij later hoorde dat mijn moeder nog een kind had van een Canadees, werd ze door haar man uit huis gezet en is zij op kamers gaan wonen met haar kinderen.

Enige tijd later kreeg zij een verhouding met mijn vader. Mijn vader vond het geen probleem dat mijn moeder ging prostitueren. Dat paste wel bij haar, want zij was het type van een verleidster. Als gevolg van fraude en vervalsing van cheques kwam mijn vader in de gevangenis terecht. Gedurende die periode is mijn moeder waarschijnlijk vreemd gegaan, met als gevolg dat zij zwanger werd. En later nog eens, waardoor zij weer zwanger werd. Maar mijn vader heeft die kinderen, die hij zelf niet verwerkt had, toch aangenomen als eigen kinderen. Toen mijn vader hersenvliesontsteking kreeg, waardoor hij nauwelijks meer kon werken en de verdiensten minder werden, is mijn moeder bij hem weggegaan. Dit heeft natuurlijk veel pijn bij mij veroorzaakt, ik miste mijn vader.

Mijn moeder knoopte connecties aan met een bordeelhoudster en die ging vaak op advertenties af van mannen die naar vrouwen zochten. Maar die mannen gebruikte zij in werkelijkheid ook om haar huis op te knappen. Zo kwam mijn stiefvader in beeld. Mijn moeder was een mooie vrouw en dus heeft hij voor mijn moeder gekozen. Hij was treinmachinist en mijn moeder was blij met een man die wat meer geld had en ook een vaste baan. Ook was hij kerkelijk meelevend. Ze zijn getrouwd en gingen in Arnhem wonen.

Al snel werd hij betrapt op winkeldiefstal en weigerde mijn moeder huishoudgeld te geven. Als gevolg daarvan kon zij geen kleren meer kopen en ging dus kleding stelen. Dat was iets wat ze niet voor ons verborgen hield. Zij nam ons dikwijls mee en dan zagen wij hoe onze moeder kleren voor ons stal, zonder er voor te betalen. Als kind voel je dan aan dat zoiets niet helemaal klopt, maar je kunt de echte betekenis van diefstal ook nog niet in de juiste context plaatsen.
Op een dag had ik op die manier nieuwe schoenen gekregen en ik was daar zo blij mee, dat ik ze meteen aandeed en de straat opliep. Maar mijn stiefvader liep achter mij aan en schreeuwde, “Naar binnen en die nieuwe schoenen uit.” Ik accepteerde dat niet en beweerde dat ik van mijn eigen vader altijd mijn nieuwe schoenen gelijk mocht aantrekken. Maar hij protesteerde dat ik nu niet bij mijn eigen vader was, en die schoenen dus meteen uit moest trekken. Dat voelde als kind heel onveilig.
Plots kwam er iemand bij ons inwonen: de zoon van mijn stiefvader. Wij wisten niet eens van zijn bestaan af; maar hij had zijn diensttijd erop zitten en kwam er dus bij in ons gezin. Wij merkten duidelijk dat hij zijn eigen zoon (Kees) meer voortrok. En Kees begon toen met mij intiem te worden. Ik was toen een jaar of acht. Ik moest vaak bij hem op schoot komen zitten en dan betastte hij mij in mijn onderbroek. Eens kroop hij bij mij in bed, liet mij zijn geslachtsdelen zien. Hij wilde natuurlijk dat ik ze ging betasten, maar dat durfde ik niet. Toen ik protesteerde en dreigde het aan mijn moeder te vertellen, werd ik omgekocht met een paar kwartjes. Zelfs het laatste restje veiligheid wat ik in bed dacht te hebben, was op die manier weggenomen.

Toen kwam er ineens nog iemand inwonen: Greet. Zij was een dochter uit het eerste huwelijk van mijn moeder en stond op de stoep. Ze kwam terug uit Amerika, was gedesillusioneerd en geestelijk in de war. Ik weet dat mijn moeder geld van haar had aangenomen toen Greet voor haar vertrek naar Amerika, in Amsterdam op de wallen werkte.
Deze halfzus van mij kwam nu dus ook bij ons inwonen. Mijn moeder heeft toen geprobeerd om Greet te binden aan Kees. Maar Greet wilde daar niets van weten. Dit heeft mijn moeder bijna altijd al gedaan. Altijd wilde ze haar kinderen aan iemand anders binden. Ik heb gemerkt dat ik dat later ook vaak heb gedaan, maar ben er achter gekomen dat dat natuurlijk niet goed is. Greet was zeer labiel en moest na verloop van tijd worden opgenomen in een gesloten inrichting. Daar ben ik samen met mijn moeder Greet een keer gaan opzoeken. Daar zag ik Greet liggen in een dwangbuis om te voorkomen dat zij zichzelf iets zou aandoen. O, wat was dat akelig om te zien als kind.

Op een gegeven moment is ze weer bij ons weggegaan en ging ze naar haar broer (Zander) in Amsterdam. Omdat zijn vrouw bij hem was weggegaan kon Greet dan op zijn kinderen en het huis passen. Maar later kwam de vrouw van Zander toch weer terug en bleef Greet over en kwam op straat te staan.
In die tijd ging mijn moeder ook wel op visite bij halfbroer Zander. Ik had wel leuk contact met zijn kinderen, maar niet met zijn vrouw. Na verloop van tijd was de vrouw van Zander zo gedesoriënteerd dat ze zichzelf van het leven heeft beroofd. Allemaal lugubere dingen als je nog maar een jaar of 10 bent.

Mijn stiefvader en moeder verhuisden naar Leeuwarden. De spanningen tussen hen liepen steeds verder op. Het gevolg was dat ze gingen scheiden.

Op 11 of 12 jarige leeftijd ging ik wel eens alleen naar Amsterdam met de trein, om mijn zuster Greet op te zoeken, omdat zij wel eens snoepjes of zoiets voor mij kocht. Op een keer nam zij mij mee naar een club van zwarte mensen, waar in heroïne en softdrugs werd gehandeld. Die lui zaten steeds aan mijn lichaam en dat vond ik niet leuk. Eén van hen vroeg me of ik lesbisch was, omdat ik zo afwerend was. Toen hij mij weer betastte, gaf Greet hem een klap midden in zijn gezicht.
Later ben ik daar opnieuw met Greet naartoe gegaan. Ze bleek toen een relatie te hebben met een andere bezoeker, waarvan zij ook heroïne kocht. Ze bleek inmiddels verslaafd te zijn.
Deze relatie van Greet daagde haar toen uit: als hij met mij naar bed mocht, dan zou Greet een dubbele portie heroïne krijgen. Greet ging vervolgens op de gang staan en ik ben alleen bij hem in de kamer gebleven. Ik had mijn zuster nog gevraagd, “Wat moet ik dan doen?” Ze reageerde:,”hij zegt wel wat je moet doen.” Weer een grote inbreuk op mijn jonge leven! Later, achteraf, bleek zij het dubbele portie niet eens te hebben gekregen.

Zo gebeurde er in die tijd nog veel meer: Greet werd in die club door meerdere mensen verkracht en later in een Amsterdamse gracht gevonden. Zelfmoord was de gedachte van de politie. Majoor Bosshardt heeft nog op haar begrafenis gesproken.
Ik kreeg een auto ongeluk waarbij mijn kaak verbrijzeld werd. Voortdurende ruzies tussen mijn moeder en mijn stiefvader.
Op mijn 12e kreeg ik al een relatie met een man van 32.
Mijn moeder wist ervan en heeft alleen maar tegen hem gezegd, dat hij wel een beetje moest oppassen omdat ik nog maar 12 jaar oud was.
Eén van mijn broers die in een pleeggezin is grootgebracht en die ook wel eens bij ons langs kwam, is vanaf een bepaald moment niet meer bij ons thuis gekomen omdat hij de ellende niet meer kon aanzien waar wij als kinderen in meegesleurd werden. In mijn tienerjaren heb ik zowel te maken gehad met boulimie als met anorexia. Op een bepaald moment zag ik er niet meer uit: een dik en opgezwollen gezicht waarvan ik zo schrok dat ik bang was om uit elkaar te ploffen.
Samen met andere tieners ging ik stelen. Ik werd steeds dieper de criminaliteit in gezogen en we werden kleine boefjes omdat de grenzen zoek waren. Sommige van mijn zussen gingen de prostitutie in. Ik begon daar ook mee op 13 jarige leeftijd. Mijn moeder heeft dat nooit erg gevonden. Zij heeft mij zelfs wel eens naar klanten toe gebracht en later weer opgehaald. We werden eigenlijk nooit gestraft of gecorrigeerd. In de ogen van mijn moeder waren de kinderen altijd lief, ook al hadden ze dingen gedaan die niet door de beugel konden. We werden echt grenzeloos.

Maar ik was diegene die gevoelsmatig het diepst kwam te zitten. Al mijn (half-)broers en - zussen hebben het nog ergens iets kunnen vinden om het leven het hoofd te bieden. De één door altijd de grapjas uit te hangen en het grootste woord te hebben. De ander zocht het in de verdovende middelen, weer een ander in de drank en criminaliteit . Maar één ding hebben ze gemeen: ze dragen allemaal een masker en doen zich allemaal anders voor, dan wie ze in werkelijkheid zijn. Maar mijn leven bevredigde me niet. Ook ik heb wel gestolen en verkeerde dingen gedaan, maar heb mij daar nooit helemaal in kunnen vinden, zoals zij. Ik wilde een gewoon leven.

Na meerdere vriendjes kwam ik Dukke tegen. Bij hem kreeg ik al snel het gevoel dat hij mij beschouwde als zijn bezit. Hij is de vader van mijn dochter Merlyn. Ik ontdekte dat hij heel veel problemen had. Eens zaten we samen in de kroeg en vroeg van mij een kus, maar ik wilde niet en kreeg meteen ik een kopstoot van hem. O, wat voelde ik mij vernederd. Hij was ook mijn pooier voor wie ik werkte. Als hij bier en jenever op had, dan werd hij heel agressief naar mij. Ik zou tientallen pagina’s kunnen vullen met wat ik met hem en al mijn volgende vriendjes en pooiers heb ondergaan.
- Fysiek geweld,
- prostitutie in allerlei vormen,
- volledige controle door pooiers die altijd in de directe omgeving waren.
- een pooier die er trots op was dat hij een kind van de duivel was;
- een wapen bij me dragen om me te beschermen tegen geweld van een andere pooier. Ik was een speelbal geworden van ruzies tussen pooiers. Vuurwapens in mijn hand gedrukt krijgen, voodoo-praktijken; ik heb er allemaal mee te maken gehad…Etcetera.

Desoriëntatie, angst en schuldgevoelens leidden ertoe dat ik zelfs in een psychiatrische inrichting terecht kwam. Waardoor mijn dochter Merlyn bij me weggehaald werd, omdat ik niet goed voor haar kon zorgen. Mijn verantwoordelijkheidsgevoel stond op zo'n laag pitje, dat ik daar niet zo moeilijk over deed. Ik dacht bij mezelf dat ze wel weer een keer terug zou komen. Mijn geest en ziel waren zo verwrongen en gekneed in een roes van ellende, dat elk normaal gevoel of gedachte van mij waren afgepakt.

Na mijn ontslag kon ik via de GGZ ergens een kamer huren. Terwijl ik daar nog maar net mijn intrek had genomen kreeg ik het bericht dat ik nog 30 dagen moest zitten voor een delict wat jaren daarvoor had plaatsgevonden. Ik had het gevoel dat er gewoon geen einde aan kwam. Na elke verlichting kwam er opnieuw ellende om de hoek kijken.

Op een keer werd ik betrapt bij diefstal in de Hema. Die man die mij betrapte beweerde dat ik mij moest laten helpen want als ik zo vijf jaar zou doorgaan dan zou ik er waarschijnlijk niet meer zijn. Ik ben toen in therapie gegaan. Ik heb die therapie niet helemaal kunnen afmaken. Maar mijn ogen waren wel opengegaan voor het feit dat al mijn broers en zussen en ook mijn moeder vol problemen zaten en geholpen moesten worden. Vanaf dat moment was ik overdreven bezorgd over hen. Tijdens die therapie, zo heb ik achteraf vastgesteld, is mijn gevoel op hol geslagen. Ik dacht echt dat ik hun ogen zou kunnen openen door wat ik op mijn therapie ontdekt had. Ik werd zo gevoelig dat ik alleen nog maar gevoelsmatig leefde. Ik handelde op mijn gevoel, ik dacht met mijn gevoel. Mijn gevoel werd de leidraad van mijn leven, ik dacht dat die gevoelens op waarheid gebaseerd waren. Het is geen wonder dat dit voor de mensen om mij heen heel verwarrend was. Ik was onhandelbaar en werd door alle winden heen en weer geslingerd. “Echte” vriendinnen heb ik eigenlijk nooit gehad. Nu weet ik dat verstand en gevoel samen kunnen gaan, maar dat “verstand” toch de belangrijkste factor moet zijn in het nemen van keuzes. Maar dat wist ik toen nog niet.
Ik raakte echt helemaal in de war. Ik wilde graag een normaal leven, maar dat lukte niet met mijn moeder, broers en zussen om mij heen. Ik kon hen niet loslaten omdat ik het gevoel had dat ik hen moest helpen. Ik raakte ook weer door hun manier van leven verstrengeld en gevangen, ik werd teruggetrokken in hun web. Ik kwam niet vrij. En een relatie met een volgende man bracht mij nog verder bij af.

Maar toen leerde ik Meindert kennen. We hebben elkaar ontmoet in een bar. Deze jongen was normaal en zat niet in de criminaliteit. Hij zag hoe moeilijk ik het had en wilde mij helpen. Hij beloofde: ”Ik wil graag met je trouwen en je zekerheid en vastigheid bieden. Uit dit huwelijk is mijn zoon Kevin geboren. Meindert’s ouders waren gelovig en bij hen hoorde ik weer iets over Jezus. Dat deed me weer herinneren aan vroeger.
Maar ik kon absoluut niet tegen die vredige rust die er bij die mensen heerste. Als ik bij hen thuis was, had ik na een half uur al het gevoel dat ik daar weg wilde vluchten.
Al snel bleek dat ik nog zo vast in mijn verleden zat, dat Meindert het op laatst ook niet meer aankon. Toen ik op een keer weer zo onrustig was, zei hij tegen mij: “Ingrid, ga maar naar buiten en roep maar op straat wat ze jou allemaal hebben aangedaan ” Hij was ook ten einde raad. Wij zijn toen gescheiden. Later wilde Meindert het opnieuw met mij proberen, maar ook de rechter was van mening dat dat niet wijs zou zijn.

Toen ben ik 4 jaar alleen gebleven samen met mijn zoon Kevin. Nog steeds leefde ik op mijn gevoelens waarvan ik dacht dat die op waarheid gebaseerd waren. Mijn broers en zussen hadden nog een masker op kunnen zetten om te kunnen overleven. Maar daar ben ik nooit aan toe gekomen, mensen konden mij dan ook moeilijk peilen. Wel zeiden ze vaak: “Ingrid haar hart is wel goed.” Dus ondanks mijn verwarrende karakter bespeurden ze toch dat mijn hartsgesteldheid goed was.. Ik werd gewoon een slaaf van mijn gevoelens.

Rienkje, een vriendin, die ik later had leren kennen, heeft mij eens meegenomen naar de kerk, omdat zij met mij begaan was en dacht dat een kerkbezoek wel goed zou zijn voor mij. Tijdens de dienst werd er gevraagd of er mensen waren die hun hart aan de Heer wilden geven. Toen ben ik naar voren gelopen. Vanaf dat moment voelde ik mij goed en sterk en merkte dat ik niet meer zoveel angst had als voorheen. Maar het duurde niet lang en ik viel weer terug. Ik was door wanorde, onrust en gejaagdheid in mijn hoofd gewoon niet in staat om regelmatig de kerkdiensten te bezoeken. Ik was nog zo gebonden aan mijn verleden. Maar één ding weet ik zeker: God heeft mij vanaf die tijd nooit meer losgelaten.

Ongeveer een half jaar na mijn bekering kwam mijn moeder naar me toe met de opmerking: “Ingrid, je bent nu al 4 jaar alleen, waarom zet je niet een advertentie in de krant, dat je een serieuze en betrouwbare man zoekt?”. Dat heb ik toen ook gedaan en ik kreeg veel reacties. Mijn eerste dates vielen niet in goede aarde en toen stelde iemand de vraag waarom ik niet eens een afspraak maakte met ‘die Henk’. Dus dat heb ik gedaan. Hij stond voor mijn deur en ik was onder de indruk van hem. Dus hij kwam binnen en het ging allemaal zo goed. Maar heimelijk was ik bang dat als hij er achter zou komen wat ik allemaal heb meegemaakt, hij zeker niets meer met mij te maken zou willen hebben. Hij was erg gelovig en ik maar een beetje. Tenminste…., zo dacht ik. Maar nu weet ik dat God mij toen al zag als Zijn volwaardig kind. Ik had alleen die kennis nog niet, maar God wist dat ik me met volle overtuiging aan Hem had overgegeven.
We hebben elkaar nog een paar keer ontmoet, maar mijn verleden speelde steeds weer op met als gevolg dat we regelmatig ruzie hadden. Toen het weer een keer zo ver was, ben ik boos uit huis gestapt om mijn zoon Kevin van school te halen. Terwijl ik dat deed heeft Henk tot God gebeden en gevraagd: “Heer, moet ik bij haar blijven, want wij hebben alweer onenigheden.” Toen hoorde of voelde hij heel duidelijk op één of andere manier. BLIJF. Ik ben toen later met Henk in Drachten gaan wonen.
De eerste keer dat we samen naar de kerk gingen, kreeg ik ook meteen een profetie van God. De Heilige Geest had al een paar dagen voorafgaand aan die zondag aan een man te kennen gegeven dat er een vrouw in die samenkomst aanwezig zou zijn voor wie dat woord bestemd was. In die bijeenkomst zei hij, dat God tegen hem had gezegd dat hier een vrouw zou zitten die in een soort web gevangen zit en dat het haar niet lukte om er uit te ontsnappen. Ze wordt als het ware elke keer door een elastiek weer teruggeworpen in dat web. Ik wist meteen dat die profetie voor mij bestemd was en begon te huilen. We zijn getrouwd in 1996. Via de neef van mijn man zijn we later in contact gekomen met een andere gemeente in Drachten, waar ik ook verdere begeleiding kreeg.

De eerste 15 jaar van ons huwelijk waren zeer zwaar en moeilijk. Ik hoopte dat ook de familie van Henk goed voor mij zou zijn. Maar zijn vader heeft zulke rare opmerkingen gemaakt over mij, dat ik de gehele familie ging wantrouwen, niemand uitgezonderd. Ze waren ook niet gelovig, behalve de zuster van Henk. Door die opmerkingen die zijn vader naar mij uitte, werd ik weer heel opstandig en voelde mij opnieuw niet veilig. Vaak moest Henk er dan weer tussen springen en bemiddelen tussen één van zijn familieleden en mij. Altijd probeerde hij hen uit te leggen wat ik allemaal in het verleden had meegemaakt en dat ik geen kwade gezichten maar begrijpende blikken nodig had. Ik probeerde God wel vast te houden maar dat ging zo moeilijk. Vaak wilde ik niets meer met God en de bijbel te maken hebben. Vooral als ik mensen tegenkwam die wel gestudeerd hadden, maar niet geloofden, was ik weer geneigd hen te volgen. Ik dacht ook vaak dat mijn man ze zag vliegen met dat geloof. Ik gaf hem ook vaak de schuld, wanneer ik weer een sterke drang voelde om tot God te gaan. Ik reageerde dan boos naar hem: ”Wil je daar mee ophouden om mij in dat geloof te trekken?”. En dit is zo vaak gebeurd en we hebben er zo vaak ruzie om gemaakt. Nu realiseer ik me, dat God mij riep door de Heilige Geest om mijn gehele leven in zijn handen te geven. Maar ik was nog zo verward en leefde nog zo op mijn gevoel dat ik als een pingpong bal heen en weer werd geslingerd. Alles schreeuwde in mij. Ik zat vol angsten en vertrouwde niemand, ook Henk niet. Het is zwaar om op zo’n manier 15 jaar met elkaar samen te leven.

Na 15 jaar ging het gelukkig wel een beetje beter, maar nog verre van goed. Gedurende 12 jaar heb ik bij het GGZ gelopen en ik dacht dat die begeleiding mij echt hielp. Natuurlijk heb ik wel steun aan die gesprekken gehad omdat elke vorm van aandacht verlichting brengt. Alleen het probleem is dat ze je leren om met problemen om te gaan zonder er al te veel onder te lijden. Maar het probleem oplossen, doen ze niet. Ik ontdekte dat pas toen ik probeerde te stoppen met Prozac. De eerste tijd ging het nog goed, maar toen werd ik weer helemaal onrustig in mijn hoofd. Angst bevloog mij weer. Ik verslikte mij toen ook nog in een pil, waardoor ik zo veel angst voor slikken ontwikkelde, dat ik tien kilo ben afgevallen. Ik vertrouwde voorheen meer op het GGZ dan op God, maar nu zag ik dat die twaalf jaren bij het GGZ mij eigenlijk helemaal niets hadden opgeleverd. Ik zag nu duidelijk dat wat de wereld mij ook aanbood, mij geen stap verder hielp. En dus besloot ik eens en voor altijd God te dienen. En zo is de bal verder gaan rollen en ben ik met “Celebrate Recovery” in aanraking gekomen.

De eerste keer was het eigenlijk onmogelijk om naar ‘Celebrate Recovery” te gaan. Ik voelde een soort geestelijke tegenwerking, die mij als het ware verlamde.
Maar God wist ervan. Want Henk was diezelfde avond thuis. Dat was bijzonder want hij was bijna nooit thuis. Die eerste avond heeft hij mij er naar toe gebracht en ook weer opgehaald. Ook de daarop volgende keren voelde ik nog zo'n verlammende werking in mij. Het leek wel alsof iemand mij wilde tegenhouden om te gaan. Maar Henk heeft mij ook toen via de telefoon ondersteund en zei dat het voor mij zeer belangrijk was om te gaan. Als ik daar in C.R. was, verzette zich alles in mij. Ik was zo gespannen dat ik gedurende de eerste maanden zelfs niet in staat was om de koffie die mij werd aangeboden, op te drinken.. Henk heeft mij zeker de eerste 3 of 4 keren via de telefoon moeten ondersteunen, om voor mijn eigen bestwil te gaan en te blijven.

Ik had in begin veel moeite met de wederzijdse verplichting van geheimhouding; dat alles wat we met elkaar deelden op geen enkele manier mocht worden doorverteld aan iemand anders. Mijn veronderstelling was dat ik dan ook niets aan mijn man mocht vertellen, en hij was de enige aan wie ik iets kwijt kon. Vroeger bij ons thuis schreeuwde ik mijn frustraties er uit en nu werd dat mij gevoelsmatig afgenomen. Dit was mij nog nooit overkomen en ik was bang dat ik de hele boel weer in de war zou schoppen. Ik vroeg me af hoe ik dat vol zou kunnen houden..
Ook had ik moeite met het feit, dat de ene keer veel aandacht naar mij ging en de daarop volgende week naar iemand anders. Had dan het gevoel dat ik er niet meer toe deed. En ook dat het humeur van sommigen de ene week anders was dan de daaropvolgende week.

Ik moest duidelijk heel erg wennen aan deze nieuwe manier van omgaan met elkaar. Soms was het verwarrend en soms bemoedigend. Wat ik bijvoorbeeld fijn vond was dat ik met iemand die werkte aan haar eetstoornis, heel goed kon praten. Ik kon mijn eigen ervaringen met haar delen, omdat ik vroeger ook een eetstoornis had gehad.
Ook waren de gebedskaartjes die je kon invullen heel bemoedigend en stimulerend.
En de gebeden in de groepen zelf hebben heel veel genezing teweeggebracht en ook het persoonlijk gebed wat je kon aanvragen. Ik begon mij steeds meer thuis te voelen in Celebrate Recovery. Ik heb ervaren dat er naar me geluisterd werd als ik mijn positieve of negatieve ervaringen deelde. Het bijzondere aan de groep vond ik dat er nooit veroordeling was. Ik ervoer gewoon dat wij mochten groeien in kennis en inzicht van hoe te handelen in bepaalde situaties. Maar ook dat we samen een eenheid waren en begripvol naar elkaar toe reageerden .

Ook die overdreven bezorgdheid om mijn moeder en broers en zussen, leerde ik los te laten en in Gods handen te geven. En dat ik nu echt aan mijn eigen herstel mocht werken, zonder mij schuldig te voelen. Ook mijn coach leerde mij ontdekken dat ik soms dingen deed die schadelijk voor mij waren. Zij maakte mij duidelijk dat het schadelijk voor mij was, maar ook voor die ander. Voorbeeld; Als ik en Henk ruzie hadden, dan zei ik heel gemakkelijk: “Ik ga bij je weg.” Zij maakte mij duidelijk dat zo’n uitspraak zeer schadelijk was voor ons huwelijk, want om een ruzie ga je niet scheiden. Zo’n opmerking heeft een nadelig effect op mijn man, omdat hij zich daardoor afgewezen voelt, wat zich op de harde schijf van zijn ziel kan nestelen. Ik ontdekte dat ik hem op die manier manipuleerde om mijn zin door te drijven. Ook maakte mijn man soms bepaalde opmerkingen, waarvan ik dacht dat hij dat deed om mij te plagen. Zij liet mij zien dat hij helemaal niet de behoefte heeft om mij te plagen, vanwege het feit, dat hij van mij houdt. Door het delen in de open deelgroep en mijn persoonlijke coach, leerde ik gevoel en verstand van elkaar te scheiden.
Toen ik net een paar maanden deel nam, werd er afgesproken om met samen met alle “C.R. ” deelnemers uit eten te gaan. Ik heb toen heel eerlijk aangegeven dat ik dat nog niet aankon, omdat ik mij nog niet zo veilig voelde. Toen zijn ze mij allemaal tegemoet gekomen en hebben besloten om dat etentje gewoon in de kerk te houden. O. wat deed mij dat goed. Steeds vaker begon ik het fijn te vinden om naar die groepen toe te gaan. Ik begon gewoon van ze te houden.
Ter afsluiting van de groepsperiode mochten wij voor elkaar een cadeautje maken of kopen met een boodschap en bemoediging. Wij hadden ook allemaal een potje gekregen van een groepsleidster met papiertjes erin, waarop een tekst stond. En elke donderdag mochten wij er een papiertje uithalen ter bemoediging en daar heb ik echt zoveel aan gehad.
Ben God ook dankbaar dat het mij niet allemaal zo makkelijk werd gemaakt, zodat ik een duidelijk beeld van mijzelf kreeg en wist wie ik in werkelijkheid was. Vooral als je een spiegel voorgehouden wordt, kan dat zeer confronterend zijn. Onder Gods leiding onderzoek ik mijn leven op een open en eerlijke manier.
Ook heeft God Celebrate Recovery gebruikt om me aan Hem vast te houden. Ik heb daar de genezende werking van de Heilige Geest zo sterk in mij gevoeld.
Stap twee van CR luidt: Ik geloof dat God bestaat, dat ik belangrijk voor Hem ben en dat Hij kracht heeft om mij te herstellen. Ik zou iedereen willen aanraden: bespaar je de moeite om te proberen te herstellen buiten God om. Het zal je behoeden voor veel ellende en jaren van frustratie.

Ik voel mijzelf nu hersteld door het werk van God en merk dat ik nu veel beter met andere mensen kan omgaan dan vroeger. Ik kan hen ook veel meer waarderen dan voorheen. Dat geeft zo’n volwassen gevoel.
Nog een paar klein wondertjes: ik heb na vele jaren ook weer contact met mijn dochter. En mijn zoon maakte laatst een enorm bemoedigende opmerking :”Mam, je hebt 12 jaar bij het GGZ gelopen en het heeft eigenlijk helemaal niets met je gedaan. Maar sinds je bij C.R. zit, gaat het echt goed met jou.”

Dit wil ik nog even kwijt: Ook al zijn de wonden nog zo groot. Het geeft ons geen vrijbrief om andere mensen hun leven te kunnen verwoesten. Daarom; kom bij God en Hij zal alles helen. Mijn moeder is naar God gegaan tussen haar vijfentachtigste, en nu op haar negentigste jaar heeft ze aan mij verteld “zomaar onverwachts”, welke erge dingen haar zijn overkomen op twaalf jarige leeftijd. Deze pijn heeft ze haar hele leven meegedragen. Maar door Gods genade heeft zij dat in het licht kunnen brengen. Zo heeft een geweldig herstel plaatsgevonden tussen mij en mijn moeder.

Mijn favoriete Bijbeltekst is geworden: .

ZO GOD VOOR ONS IS, WIE ZAL TEGEN ONS ZIJN?
MIJN VREDE LAAT IK BIJ U ACHTER. DIE VREDE IS HEEL ANDERS DAN DIE VAN DE WERELD. WEES DUS NOOIT BANG OF ONGERUST. ( HET BOEK.)

Ik wil geen leven meer zonder God.

Hartelijk dank dat ik mijn Persoonlijk Verhaal met jullie mocht delen.

Hersteld van een traumatische ervaring in mijn jeugd

Mijn naam is Beatrice en ik ben hersteld van een traumatische ervaring in mijn jeugd.
Geboren in het oosten, kom ik uit een groot gezin met elf kinderen.
Mijn vader was de groenteboer van het dorp. Mijn moeder zorgde voor de kinderen en maakte alle kleding zelf.
Breien en naaien kon ze heel goed.
Toen ik geboren werd, was ik niet gewenst. Dat was iets wat ik uiteraard pas veel later ontdekte. De anticonceptie had gefaald en het gevolg was een ongewenste zwangerschap. Ik was de 5de in het rijtje van de kinderen. En dus niet gewenst door mijn moeder. We hadden het niet breed en iedere mond was er eentje. Ik werd vernoemd naar de moeder van mijn vaders kant.
De eerste 6 jaar van mijn leven werd ik veelvuldig te logeren gebracht naar vrienden van mijn vader. Het huis was vol genoeg met drie kinderen en daarom maakten mijn ouders al snel dankbaar gebruik van logeerpartijtjes om er maar voor te zorgen dat het huis niet te vol was en er niet teveel monden waren om te eten. Ironisch genoeg werden na mij nog zes kinderen geboren.
Het echtpaar waar ik naartoe werd gebracht om te logeren hadden vier jongetjes. Bij hen was ik altijd welkom. Het waren hele lieve mensen.
Thuis werd steeds verteld dat ik een lastig kind was en daarom vaker uit logeren ging. Dat was dus wat andere broers en zussen van mij te horen krijgen: lastig. Daar lag een ondertoon in van: “we zijn haar liever kwijt dan rijk”
Aan het logeren kwam een eind toen we naar Groningen gingen verhuizen
Daar hebben we anderhalf jaar gewoond.

Toen zijn we naar Amersfoort verhuisd. Dat was een hele moeilijke periode voor mij. Veranderingen volgden elkaar in snel tempo op. Van het ene huis naar het andere huis, van de ene school naar de andere school. Aan dat soort veranderingen had ik een broertje dood. En ook thuis was er regelmatig gezinsuitbreiding. Iedere anderhalf jaar werd er een kindje geboren, dat vond ik prachtig.
Dat had echter ook andere consequenties. Al heel snel werd ik ingeschakeld voor allerlei klusjes. Hoe reëel dat was in onze thuissituatie kan ik moeilijk beoordelen. Mijn gevoel was dat ik eigenlijk de werkster was die mijn moeder zoveel mogelijk werk uit handen moet nemen. Het lijkt mij niet gegund om kind te zijn. Ik moest thuis allerlei klusjes doen.
Mijn zusje die anderhalf jaar jonger is, was mijn moeders lievelingetje.
Zij haalde allerlei kattenkwaad en streken uit. Niet echt gemeen, maar wel reden genoeg om haar te straffen. Dat gebeurde dan ook wel maar …. Het gebeurde nogal eens dat ik de schuld en de klappen kreeg van de dingen die zij had uitgevreten.
Ik keek met verbazing op naar mijn jongere zusje, wat zij allemaal durfde. Ze zocht regelmatig de grenzen op en ging daar ook toch wel vaak overheen. Op enige andere manier kleefde het niet aan haar, maar aan mij.
Ik was vreselijk bang voor mijn moeder. Ik kreeg het zowel verbaal als fysiek af en toe flink te verduren. Ik wist niet wat te doen, voor een aai over mijn bol of een complimentje. Die kreeg dus ook eigenlijk nooit, terwijl ik wel mijn best deed.

Daarna verhuisden we naar Haarlem.
Daar stond mijn moeder ook in de winkel, en waren we als kinderen op elkaar aangewezen.
Na de lagere school, ging ik naar de huishoudschool. Daar heb ik 1 jaar op gezeten.
Toen moest ik thuis in de huishouding gaan werken om het daar draaiende te houden.
Ik moest thuis hard werken, maar hoe goed ik ook mijn best deed, het was nooit goed genoeg.
Het maakte eigenlijk niet uit hoe goed iets schoon was, er was altijd wel een streepje of een krasje zichtbaar. En op de gestreken was, was altijd nog wel een plekje te vinden wat niet geraakt was.
Mijn moeder was in mijn beleving heel streng.
Ik herinner mij nog een keer dat mijn vader thuis kwam met de vraag, wie heeft de was zo keurig gestreken? Welke dochter heeft dat gedaan?
Ik was toen 13 jaar. Ik zie nog de stapels wasgoed voor me. Maar wat was ik blij dat mijn vader trots op mij was.

Mijn ouders hadden altijd contact met de voormalige buren uit het noorden gehouden.
Als hun dochters weleens bij ons kwamen logeren, was het altijd dolle pret, een feest voor allemaal.
Toen zij een keer weer opgehaald werden, mocht ik met hen mee om daar een poosje te logeren.
Hoofdzakelijk omdat mijn moeder vaak met mij overhoop lag, dan had zij even rust. Maar ik vond het prachtig, dat gaf me even lucht om uit die benauwende omgeving van thuis weg te kunnen.
Gedurende die logeerweek gebeurde er iets bijzonders. De oma van die familie was pas overleden, daarom gingen we naar de begraafplaats van dat dorp. Gewoon om het graf van die oma te bezoeken met elkaar. Terwijl we daar over de begraafplaats liepen gebeurde er iets heel ingrijpends met mij. Ik schrok heel erg. Want ik stond opeens stil voor een graf waar mijn naam op stond vermeld .. een babygrafje met mijn naam erop. Ik wist niet wat mij overkwam.
De buurmeisjes waren verbaasd dat ik zo schrok en zeiden: je weet toch wel dat hier je overleden zusje ligt begraven? Nee dat wist ik dus niet.. Ik heb een paar beroerde dagen gehad totdat ik weer terugkeerde naar huis.
Het eerste wat ik aan mijn moeder vroeg toen ik weer thuiskwam is waarom ik niets wist van een overleden zusje. In plaats van een uitleg reageerde mijn moeder met een pak slaag. Waar ik het lef wel niet vandaan haalde om die vraag te stellen.
Toen ben ik naar mijn vader in de winkel gegaan met die vraag. Hij reageerde met de woorden: “Ik vertel het 1 keer, en daarna moet je er niet meer over praten.”
Voordat jij kwam hadden we ook een Beatrice, zij was nog erg jong en werd op een bepaald moment ziek. Pappa moest toen snel een dokter halen die in een ander dorp woonde. In die tijd hadden we nog geen mobiele telefoons, zelfs geen eigen telefoon. Eerst moest hij in dat andere dorp de dokterswoning nog ergens zoeken, en toen die gevonden was, bleek de dokter niet thuis. Want de dokter was ergens bij mensen met een bevalling bezig. Als dat voorbij was, zou hij zo snel mogelijk naar ons toe komen. Voordat de dokter arriveerde was jouw zusje al overleden. Mijn moeder is toen heel boos geworden, en zij heeft mijn vader er de schuld van gegeven dat de dokter te laat kwam. Zij schoof dus de schuld van het overlijden in de schoenen van mijn vader. Mijn vader heeft zich daarover ook altijd schuldig gevoeld, vandaar dat hij er maar één keer over wilde praten.
Dat verhaal sloeg bij mij in als een bom. Het was het geheim wat kennelijk nooit besproken wordt en verborgen moest worden gehouden voor de kinderen. Weggestopt door mijn vader en moeder uit angst, boosheid, schuldgevoel en frustratie.
Hierover heb ik toen met niemand kunnen praten. Ik was deelgenoot geworden van hun geheim maar had er een fors probleem bij gekregen, want nu moest ik ook zwijgen. Er mocht immers ook nu nog steeds niet over gesproken worden.
Naar mijn moeder toe deed ik mijn werk zo goed mogelijk. Ik probeerde bij haar liefde en genegenheid te vinden, maar dat mislukte steeds. De emotionele afstand tussen ons werd alleen maar groter.
Niet als mijn vader erbij was. Mijn vader hoorde ik vaak uitspreken dat ik meetelde. En dat hij mij waardeerde.
In die tijd greep ik vaak naar gezinsfoto's met de vraag of ik wel bij deze familie hoorde.
Want waarom ben ik een buitenbeentje? Waarom voelt het voor mij niet als een veilig thuis.
Ik lijk wel op mijn vader, maar had ik ook wel iets van mijn moeder. Toch voelde ik mij afgewezen. Ik telde niet mee. Af en toe moest ik nog wel eens terugdenken aan het sprookje van Assepoester. Ik voelde mij de Assepoester binnen het gezin.
Mijn oudere broers en zus waren druk met school en werk, daar praatte ik weinig mee gedurende die periode. Zij waren trouwens ook niet in mij geïnteresseerd.
Ik raakte in mezelf gekeerd. En bouwde een muur om mijn hart om mijzelf te beschermen.
Toen ging mijn oudste zus trouwen, wij moesten allemaal nieuwe kleren gaan kopen. Ik mocht een nieuwe jurk kopen, mijn vriendin ging met mijn mee om er eentje uit te zoeken. Ik kocht een prachtige jurk voor 34 gulden, ik had 50 gulden meegekregen. Dus ik vond dat ik het heel netjes had gedaan.
Huppelend ging ik naar huis zo blij was ik. Thuis laat ik vol trots mijn net gekochte jurk zien.
Mijn moeder was boos, heel boos, ik moest die jurk terug brengen. Hoe kon ik nou zo'n jurk kopen. Hoe haal je het in je hoofd!
Ik snapte er niets van, een keurige jurk. Representatief en, zoals dat toen nog van een zedig meisje werd verwacht: netjes over de knieën. Ik begreep er helemaal niets van.
Ik heb hem al huilend terug gebracht, wat een domper. Wat een pijn en wat een teleurstelling. De volgende dag kwam mijn jongere zusje de kamer in om haar nieuwe jurk te laten zien – je gelooft het niet - het was dezelfde jurk die ik terug had moeten brengen. Ik was heel verdrietig en heb heel wat af gehuild.
Met een kennis van mijn moeder moest ik toen daarna een andere jurk gaan kopen. Niet mijn eigen keuze, niet mijn eigen smaak. Ach, ik hoorde er niet bij, wat ik ook doe, het is nooit goed. Ik moet het er mee doen!
Ik ging uitkijken naar mijn 18de verjaardag, dan kon ik het huis uit. Dan kon ik de vrijheid in en zou ik verantwoordelijk worden voor eigen leven. Het werd voor mij een inmiddels onhoudbare toestand.
Ik maakte mijn opleiding gezinsverzorgster af en ging als zodanig in het midden van het land werken. Ik ging daar op kamers, en had het naar mijn zin, en mocht “in overleg met mevrouw” een lang weekend per maand naar huis.
Het echtpaar waar ik als baby en kind veel had “gelogeerd” kwam ieder jaar een keer bij mijn ouders op visite. Dan belde mijn moeder mij dat ik ook thuis moest komen omdat dit echtpaar ook mij wilde ontmoeten.

Ik trouwde met Arend en we kregen 3 kinderen. Bij alle geboorten kwam het tot wrijving met mijn moeder. Was het de ene keer omdat mijn man niet van de “goede kerk” was, dan was het wel dat de baby bij het opdragen in de kerk wel een doopjurk aan moest. Het was de gewoonte dat je zo'n doopjurk meekreeg.
Mij werd te kennen gegeven dat ik niet moest denken dat ik die jurk mocht houden, zij had hem niet gemaakt, maar te leen gevraagd.
In ons huwelijk werd de relatie met mijn moeder er niet beter op. Enkele jaren later heb ik het contact met mijn moeder verbroken. Mijn vader was inmiddels overleden. Hij was nog maar 61 jaar.
Wij zijn toen naar mijn moeder gegaan en we hebben verteld dat als de relatie niet anders kan, dat we zouden stoppen met elkaar over en weer te bezoeken.
Ze had het niet verwacht, maar als ik dat zo zag was het goed zo en moesten we maar stoppen.
Mijn moeder is nu ook alweer ruim 10 jaar overleden

Ik dacht die moeilijke periode in mijn leven te hebben afgesloten. Maar het knaagde nog altijd. Het was alsof er een wond in mijn hart zat die nooit is geheeld. En zeker als ik geconfronteerd werd met beelden waarop moeders en dochters op een liefdevolle wijze met elkaar optrokken, deed me dat erg pijn. Ik heb toen eigenlijk ook wel ervaren dat de tijd dus niet alle wonden heelt. Integendeel. Het bleek bij mij een open wond te blijven. Bij de opvoeding van mijn eigen kinderen heb ik zeker niet alles goed gedaan. Maar één ding is wel zeker: we hebben een goede relatie met elkaar.

Op een gegeven moment ging ik op advies van een pastorale werker in therapie om de traumatische ervaringen uit het verleden te verwerken. Een aardige man, hij kon goed luisteren. Hij heeft me ook wel een beetje geholpen om naar sommige dingen anders te kijken. Het bleek niet een echte oplossing en ik had me er eigenlijk bij neergelegd dat ik die pijn de rest van mijn leven met me mee zou moeten dragen. Toen adviseerde iemand mij naar Celebrate Recovery te gaan. Wat is dat nou weer? Het was bovendien iets waarvoor ik meer dan een half uur zou moeten rijden. Hoeveel consulten zou ik daar weer moeten hebben? Na bestudering van de website had ik besloten dat dat niks voor mij was. Dat waren niet eens professionals. Nee,….. Ik zou me wel redden. Toen kreeg ik de film “Leven in Vrijheid”. Die raakte me erg. Het waargebeurde verhaal van de man in de hoofdrol leek wel een beetje op mijn leven. Hij had problemen gehad met zijn vader en zijn moeder was jong overleden. Bij mij was het alleen andersom. Op de cover van deze film stond opnieuw een verwijzing naar Celebrate Recovery. Uiteindelijk leek ik wel een beetje op Naaman, die weigerde om zich onder te dompelen in de Jordaan. Ik had opnieuw besloten dat dat CR programma helemaal niets voor mij was. Maar toch liet het mij niet los. Was het de heilige Geest, die mij duidelijk maakte dat daar de oplossing misschien wel zou kunnen liggen?
En waarom hadden wij dat programma dan niet in onze eigen kerk?

Na een half jaar ben ik toch maar in de auto gestapt. Er vast van overtuigd dat ik alleen maar een keertje zou gaan kijken. De eerste keer zat ik er als toeschouwer bij, voelde me wel geaccepteerd, maar begreep niet zoveel van wat er gebeurde. Ik werd na de pauze uitgenodigd voor de nieuwkomersgroep. Ik was de enige die daarvoor in aanmerking kwam en dacht erover om naar huis te gaan. Maar iets weerhield mij. Achteraf kan ik wel zeggen: Iemand weerhield mij. Wat me wel aansprak was dat ik net zo vaak mocht terugkomen als ik wilde, zonder de verplichting om echt deel te gaan nemen.
Mijn man vond het prima. Hij zag de pijn en het verdriet uit het verleden in mijn leven regelmatig terugkomen. Later vertelde hij dat hij ook gebeden had dat dit programma mij zou gaan helpen.

Ik ging terug, en nog een keer en nog een keer. Op een bepaalde avond was er een video waarop iemand haar getuigenis deelde. Sommige van die gebeurtenissen in haar leven troffen me diep. Maar wat me het meest verbaasde was dat daar geen vrouw stond die gebukt ging onder een last, maar echte vreugde uitstraalde.

Toen ging ik om en kocht mijn eerste deelnemers boekje. Ik besloot ook deel te gaan nemen aan de open deelgroep. Zo noemen ze het gedeelte na de pauze. Wat me daar opviel was dat ik terechtgekomen was in een groep met vrouwen die aan de buitenkant gelukkig leken te zijn, maar in werkelijkheid allemaal met pijn, verdriet of verkeerde gewoonten worstelden. Sommigen zaten er al bijna anderhalf jaar, anderen nog maar enkele maanden. Langzamerhand durfde ik ook mijn eigen verdriet, frustratie en boosheid te vertellen.
Dit was een veilige omgeving; we beloofden elkaar immers iedere avond dat we niets zouden vertellen aan anderen buiten de groep. Dat vond ik heel bijzonder, want ik was altijd erg op mijn hoede geweest over wat ik vertelde.
Er zijn twee dingen die heel belangrijk voor me waren: ik had het CR dagboekje gekocht met overdenkingen uit de bijbel. Daar ben ik gewoon maar mee begonnen: 60 dagen lang.
En ik voelde steeds duidelijker dat God aan het werk was in de levens van de deelnemers. Nee, dit was niet professioneel……. De teamleidster vertelde dat ook: ze benadrukte regelmatig dat zij als kerk het programma faciliteerden, maar dat de enige die werkte, dat was God de heilige Geest. En dat heb ik gemerkt. Laag voor laag kwam de kern van mijn problemen te voorschijn.
Ik durfde… Want dit was een plaats waar maskers afgingen. Mensen waren zo eerlijk en zo transparant. Dit had ik eigenlijk nog nooit meegemaakt. Ik begon steeds meer uit te zien naar de avonden. Met behulp van de CR bijbel , de deelnemers gidsen en mijn coach merkte ik dat God opnieuw dingen in mijn leven aan het doen was. Ik heb uiteindelijk bij stap zes de keuze gemaakt om mijn moeder te vergeven voor wat ze heeft gedaan. Dat was moeilijk, maar wat een bevrijding. God maakte in mijn leven waar, wat Hij belooft.
De onderwijs avonden vind ik eigenlijk nog steeds heel bijzonder. Wat me opvalt is dat algemene Bijbelse waarheden die ik in mijn kerk al tientallen keren gehoord had, praktisch gemaakt werden bij CR.
Mijn leven werd stapje voor stapje vernieuwd. Wat mij bijzonder heeft getroffen was dat God de pijnlijke herinneringen langzamerhand heeft laten vervagen. Mijn man, mijn kinderen, vrienden en kennissen hebben al meerdere opmerkingen gemaakt dat ze zien dat ik aan het veranderen ben. In de positieve zin.
Ik ben erg blij met mijn coach. Zij heeft mij op moeilijke momenten erdoor gesleept. Daar wil ik je ook op deze plaats voor bedanken, Cora. Zonder jou had ik de eindstreep zeker niet gehaald. God heeft mijn verleden hersteld, het heden inhoud gegeven en de toekomst ziet er zonnig uit; ik ervaar Zijn liefde nu elke dag.
En dan te bedenken, dat ik bijna net zoals Naaman, weer wilde opstijgen en doorrijden. Mijn trots stond me in de weg. Want ook ik haalde in het begin mijn neus op voor CR. Nu vind ik het eigenlijk een programma waarin ieder mens doorheen zou moeten gaan. Ik ben nog nooit zo dichtbij God gekomen als tijdens de afgelopen 20 maanden. Hem wil ik daarvoor eren.

Er is een last van mij afgevallen; ik voel me vrij. Over de film Leven in Vrijheid ben ik nog steeds enthousiast.. Ik heb er al verschillende weg mogen geven.
En nu wil ik gaan proberen om CR ook in onze omgeving op te gaan starten, het liefst in onze eigen kerk. Het is de moeite waard. Want niet alleen ik ben in de afgelopen jaren door het programma heen gegaan, maar ik heb ook verschillende andere deelnemers zien ervaren dat hun leven vernieuwd werd. Ik hoop dat deze stap, mijn 12e, ertoe zal bijdragen dat ook andere mensen zullen mogen ervaren wat ik ervaren heb.
Dank je wel dat ik mijn verhaal met jullie heb mogen delen.


Hersteld van een eetstoornis

Mijn naam is Tanja van Baars. Ik ben een geliefd kind van God en ben hersteld van een eetstoornis.

      25 jaar geleden ben ik geboren in de hoofdstad van Sri-Lanka: Colombo. Mijn biologische moeder was een jonge vrouw van nog geen twintig jaar. Ik had geen vader meer; we vermoeden dat hij tijdens haar zwangerschap is overleden. Zij en haar familie konden niet voor mij zorgen en uit liefde heeft zij mij laten adopteren.

      Ik kwam bij ouders die mij liefdevol op namen in hun gezin. Daar waren toen al meer adoptiekinderen: 2 jongens. De periode van mijn adoptie was niet makkelijk voor mijn ouders omdat de rechtbank in Nederland moeilijk deed over de adoptie vanwege het leeftijdsverschil tussen mijn ouders en mij. Maar we hebben echt een grote God! Na veel gebed werd na twee weken toestemming gegeven en mocht ik samen met mijn ouders mee naar Nederland en kregen mijn broers: Johan van zes jaar en Jos van vier jaar, mij erbij als zusje van een maand. Ons gezin werd daarna verrijkt met een broertje, dit keer werd mijn adoptiemoeder zwanger en kregen zij een biologisch kind, die zij Harry noemden . We waren werkelijk een duo-penotti gezin. Mijn twee oudste broers en ik waren bruin en mijn ouders en broertje blank. Mijn moeder zei vaak dat ze vier cadeaus gekregen heeft; haar vier kinderen. Ik heb me nooit bewust ‘anders’ of buitengesloten gevoeld. Harry en ik zijn echt samen opgegroeid, ik heb veel herinneringen van ons samen. Hoe we samen speelden met lego, ruzie maakten over de afwas of samen met mijn moeder op stap gingen. Johan was echt mijn grote oudste broer en ik keek heel erg naar hem op. Hij stoeide met ons, deed pogingen mij te leren voetballen (wat overigens nooit is gelukt) of probeerde van mij te winnen met Monopoly (wat overigens ook niet vaak lukte.. )

      Wij waren geen gemiddeld gezin. Jos, mijn vier jaar oudere broer, heeft beperkingen. Zijn verstandelijke vermogens zijn vergelijkbaar met een kind van anderhalf jaar. Dit betekent dat hij zijn hele leven basiszorg nodig zal hebben. Toch kan ik me een leven zonder hem niet voorstellen. Hij is absoluut het zonnetje is ons gezin. Doordat wij met hem zijn opgegroeid, weet ik niet hoe een gezin zonder gehandicapte broer of zus zou zijn. Als gezin moesten we ons wel veel aanpassen aan hem. Jos heeft veel zorg nodig en we moeten alert zijn. Hij kan zomaar het bierglas van mijn vader in één teug leegdrinken en er is dus altijd iemand nodig die hem in de gaten houdt. Daarom was er geregeld oppas voor hem. Dit was leuk, want dan had mijn moeder meer tijd voor ons en ging met ons mee naar muziekles of andere activiteiten. Mijn liefde voor Jos is ontzettend groot, maar dit verandert niets aan het feit dat het soms een ingewikkeld gezinsleven was. Mijn ouders hebben in elk geval alles gedaan om ons allemaal een onbezorgde jeugd te geven.

      Ik was niet echt jongensachtig, maar zeker ook geen meisje wat dagelijks met poppen speelde. Het liefst speelde ik in de pauze met de jongens uit mijn klas en na schooltijd was ik altijd buiten te vinden. Mijn specialiteit was het bouwen van hutten, moddersoep maken en in bomen klimmen. Ik kan me herinneren dat ik in een soort fantasiewereld leefde, waarin alles perfect ging en ik als kind alles heel goed wist te regelen. Ik speelde graag voor ‘grote zus’ en kon met heel veel kinderen goed opschieten. Als ik dacht de baas te kunnen spelen deed ik dat maar al te graag, maar toch stelde ik mij voornamelijk onderdanig op. Dat was voor mij voorspelbaar. Ik deed graag wat andere kinderen wilden. Ik liet hen daarom de baas over mij spelen. Dit gaf mij een veilig gevoel.

      Als tiener was ik ‘vrij stevig’, zoals dit subtiel werd uitgedrukt door verschillende mensen in mijn omgeving. Ik had overgewicht en moest grote kledingmaten kopen. Op die leeftijd voel je je snel onzeker en wil je ook laten zien aan leeftijdsgenoten hoe ‘leuk’ je bent. Dik zijn hoorde absoluut niet in mijn plaatje. Het hoort bij de puberleeftijd dat je kritisch naar je zelf kijkt en je niet snel tevreden bent. Toch hoopte ik dat mensen tegen mij zouden zeggen dat de werkelijkheid meeviel. Ik denk dat er inderdaad mensen zijn geweest die dit tegen mij zeiden, maar helaas waren er ook heel wat andere mensen die mijn gedachten en gevoelens bevestigden. “Zou je dat wel eten?” en: “Je bent wel stevig aan de maat.” en: “Je mag wel een beetje afvallen.”, waren opmerkingen die ik regelmatig te horen kreeg. Ik kon het niet ontkennen, maar voelde me desondanks vernederd als iemand uit mijn directe omgeving zo’n opmerking maakte.

      Toen ik een jaar of veertien was, kwam ik bij een therapeut die me een dieet voorschreef en er werd ook geconstateerd dat mijn schildklier traag werkte. Ik kreeg een dieet en pilletjes voor mijn schildklier. Ik viel kilo’s af. Maar… veel te langzaam naar mijn zin. Tevens kreeg ik op school de opdracht om een werkstuk te maken over Anorexia en Boulimia. Ik heb misschien nog nooit zoveel informatie gelezen voor een werkstuk, het werd echt een juweeltje met een hoog cijfer. Door al deze informatie raakte ik gefascineerd. Al die uitgemergelde meiden die eruit zagen als lopende lollystokjes zagen er in elk geval een stuk aantrekkelijker uit dan ik zelf. Ik walgde echt van mezelf en sprak dat ook vaak genoeg uit. ‘Dik, vet, vet varken’ was één van mijn favorieten. Ik at normale porties maar braakte daarna, om maar zo weinig mogelijk calorieën binnen te krijgen. Later kreeg ik te maken met periodes van weinig tot niets eten en zelfs dan braakte ik nog. Gedurende twee jaar had niemand door wat er met mij aan de hand was. Ik merkte dat ik het niet kon volhouden. Ik wist maar al te goed dat mijn lichaam hieraan moest wennen, want ik kwam natuurlijk niet uit een ei en ik had nog redelijk wat gezond verstand wat betreft eten in die periode. Een lichaam is gemaakt om te eten en ik deed bewust juist het tegenovergestelde. Ik koos daardoor voor de eetstoornis en niet voor een evenwichtig voedingspatroon. Ik was heel gedisciplineerd. Braken, wat ik eerst altijd netjes thuis deed, deed ik later overal. Het kon me echt niets meer schelen. Ik vergelijk het met een uitspraak van Loesje die nu bij mij in het studentenhuis hangt: ‘Wind mee? Dan alle remmen los en gaan!!’. ‘Wind mee’ was voor mij het afvallen, en mijn gezonde verstand met betrekking tot eten waren ‘de remmen’.

      Tijdens de opleiding Sociaal Pedagogisch Werker, werden we geconfronteerd met onze identiteit en leerden we veel over onszelf. Ik werd gezien als een vrolijke meid met veel humor, die hield van gezelligheid, altijd in was voor een grapje of kletspraatje en met iedereen kon opschieten. Ik had een dik masker op, waar geen negatieve emotie doorheen kwam. Verdrietig zijn omdat de moeder van één van mijn beste vriendinnen was overleden? Welnee! Ik ben de trooster. Alle vriendinnen kwamen bij mij uitjanken en ik probeerde voor de vorm een traantje weg te pinken om niet ongevoelig over te komen. Ik bleef afvallen, het maakte me ZO, ZO ontzettend gelukkig! Mensen gaven me complimentjes, ik moest regelmatig nieuwe kleding want mijn kleding werd telkens weer te groot; mijn geluk kon niet op! Inmiddels had ik ook eetbuien, ik wist immers dat ik toch alles gelijk weer kon uitkotsen? Ook deed ik in diezelfde periode een Alpha-cursus. Tijdens het weekendje weg wandelde ik met één van mijn leidsters Eline en ik vertelde haar mijn geheim over mijn eetstoornis. Ik voelde me vanaf dat moment wanhopig. Doordat ik hardop had uitgesproken hoe ik omging met eten, besefte ik opeens hoe slecht mijn eetgedrag en mijn zelfbeeld was. Het bracht me totaal in de war. Daardoor werd ik wanhopig. Ik had mijn diepste geheim blootgegeven aan iemand en wat zou er nu gebeuren? Zouden mijn ouders het ook moeten weten? Zouden mensen mij nu gaan veroordelen? Zou ik weer dik worden?

      Ik weet niet meer zo goed hoe ik me thuis heb gedragen. Ik was daar in elk geval niet langer de ‘vrolijke, happykleppie Tan’. Ik werd juist stiller; er waren momenten dat ik super chagrijnig was. Ik had af en toe ook een woede uitbarsting als ik weer eens ruzie met mijn vader of broers had. Mijn moeder merkte heel goed dat er iets mis was en probeerde me ook te steunen, daar ben ik haar echt enorm dankbaar voor. Zij was ook de persoon die op een avond door bleef vragen totdat ik mijn geheim prijs gaf en vertelde dat ik een eetstoornis had. De tijd die daarop volgde kan ik me niet meer herinneren. Dit is voor mij een blinde vlek. Dit is verklaarbaar. Ik gaf mijn emoties niet de ruimte om er te mogen zijn. Ik wilde niets meer voelen. Als ik zou toegeven aan mijn emoties, zou ik zo verdrietig en bang zijn. Dat wilde ik niet! Ik heb wel mijn diploma gehaald voor SPW. Met een 8 ben ik afgestudeerd. Als iets een liefdevol geschenk van mijn Hemelse Pappa is, is dat het wel!

      Na mijn opleiding SPW ben ik de opleiding Onderwijsassistent gaan doen. Tijdens de overgang van SPW naar OA kwam ik in contact met Siska. Siska is een ontzettend lieve vrouw uit mijn gemeente. Ze heeft een groot hart voor mensen en een groot hart voor mij. Samen met haar ging ik het avontuur aan wat voor mij lag: mijn leven met God én een eetstoornis. Wat was Gods rol in mijn eetstoornis? Had God hier een plek in? De gesprekken met Siska waren ontzettend waardevol. In diezelfde periode ging ik ook wekelijks naar Eetstoornissencentrum Ursula. Ik begon in een startgroep en werd vervolgens overgeplaatst naar een poliklinische groep op maandagmiddag. We begonnen met een groep van vijf meiden en dit werd later uitgebreid tot 7 meiden en 1 jongen. De eerste twee uur van iedere middag spraken we over ons eetgedrag. Het waren zeer moeizame uren. Ik moest vragen beantwoorden waarvan ik het antwoord niet wist. Vragen over mijn emoties, vragen over mijn beslissingen die ik maakte met betrekking tot eten en vragen over mijn manier om het eten kwijt te raken. Ze vroegen bijvoorbeeld wat mijn gevoel en emotie was als ik een boterham met hagelslag at. Ik vond dit zo onzinnig! Het feit alleen al dat je een boterham met hagelslag eet?! Ik begreep echt niet waarom eten bestond en waarom ik zou moeten eten. ‘Eten = dik!’ was mijn mening. In plaats dat wij nieuwe inzichten kregen over gezond eetgedrag, kregen wij als deelnemers meer en meer tips om de eetstoornis in stand te houden. Dat was frustrerend.

      Na deze eerste sessie van de middag, moesten we met elkaar eten. Dit gebeurde zonder begeleiding. Omdat wij geen begeleiding hadden, aten wij nooit. We gooiden stiekem ons eten weg en hielden met elkaar de eetstoornis in stand. We stimuleerden elkaar zelfs. Individueel van elkaar, probeerde iedereen meer af te vallen dan de ander. Het werd een soort stilzwijgende wedstrijd. Een heel gemeen spelletje was het. Naar elkaar toe gaven we de beste tips om af te vallen, maar ten diepste wilde ik dat de ander moddervet zou worden, zodat ikzelf super dun leek.
Na het gezamenlijk eten kregen we een laatste sessie van een uur. Dit werd cognitieve therapie genoemd. Onze ongezonde gedachten werden naast de realiteit van ons uiterlijk gelegd. We moesten voor een ontzettend grote spiegel staan, we moesten complimentjes ontvangen en deden spelletjes om de realiteit van ons werkelijke gewicht in te zien. Dit uur was heel effectief, maar omdat het later op de avond was, was ik vaak heel moe en lusteloos om actief deel te nemen.

      Na ongeveer anderhalf jaar kregen we een reorganisatie in de groep en moest ik zeer onverwachts kiezen tussen deeltijdtherapie: 5 hele dagen in de week, of stoppen. Dat was geen moeilijk keus: stoppen, natuurlijk! Ik had weinig emoties; ik was niet echt blij, niet echt boos, niet echt verdrietig en ik voelde me al helemaal niet geliefd, laat staan verliefd. Iets wat alle meiden van mijn leeftijd wel waren. Wat had het leven eigenlijk voor zin? Als ik er niet zou zijn, dan werd de wereld niet direct slechter. Als ik zou overlijden, zouden mijn nabestaanden verdrietig zijn, maar dat zou ook wel weer over gaan. Dat ik door God geliefd ben, was alleen maar een rationele overtuiging. Dus voor mij zelf zou het alleen maar beter worden, ik zou immers bij Jezus zijn. Hoe heerlijk moest dat zijn! Ik besloot dus om te stoppen en met volle vaart weer verder gaan in het patroon van vermageren. Dag Ursula, Helloooo eetstoornis!

      Ik raakte gedesoriënteerd en geïsoleerd. Ik liep stage en ging geregeld met de tram en trein naar Rotterdam Zuid. Geen idee wat ik daar precies heb uitgevoerd. Dit zorgde ervoor dat ik mijn opleiding met een halfjaar moest verlengen. Ik was ontzettend zwak en kreeg dus totaal niets mee van de leerstof, alleen mijn stage gaf me de structuur waar ik zo naar snakte! Veel mensen hebben mij in die tijd gedragen. Ik weet er helaas helemaal niets meer van! Maar God hield mij vast!

      Tijdens een wintersportvakantie blesseerde ik mijn knie waardoor ik niet kon werken en thuis zat. Letterlijk zitten: niet werken, niet sporten, wel eten, niet bukken om te kunnen braken; ik werd gek! Op een middag toen er niemand thuis was, zat ik na te denken over de juiste oplossing om af te vallen, ik besloot naar ‘de Hoop’ in Dordrecht te bellen. Ik kon geen andere oplossing bedenken. Dus impulsief zoals ik toen was, besloot ik dat het dan toch weer tijd werd om hulp te zoeken. Helaas was er een lange wachtrij, maar ik kreeg het adres van een christelijke ervaringsdeskundige tevens therapeut voor identiteit en dat soort zaken. En laat ze nou -als een wonder van God- ook nog werkzaam zijn op de CHE in Ede, waar ik 4 maanden later zou gaan studeren! Bij deze vrouw begon een stukje herstel wat ik nooit eerder ervaren had. Ze begreep mij zo goed! Ze kende mijn diepe, diepe angst om aan te komen. Ze kende het gevoel en ze kon dit heel goed verwoorden. Daarnaast legde ze Gods gedachten naast mijn irreële gedachten. God kreeg daardoor een stukje ruimte in mijn eetstoornis. Hierdoor vertrouwde ik God een klein beetje van mijn eetstoornis toe. Ik verlangde naar God! Ik wilde zo graag dat hij in elk deel van mijn leven de ruimte zou krijgen om te heersen! Stap 2: ‘Ik geloof dat God bestaat, dat ik belangrijk voor Hem ben en dat Hij kracht heeft om mij te herstellen.’, werd op dat moment werkelijkheid. Maar hoe? Hoe moest ik de eetstoornis dan aan Hem geven? En hoe kon ik Hem vertrouwen op Zijn woord? Dat hij mij innig lief heeft, zelfs als ik heel dik zou zijn? Ik wist het niet, emoties van verlangen naar God en angst om de eetstoornis over te geven, streden om het hardst.

      De stap naar Ede was een erg grote stap. Ik begon met mijn nieuwe opleiding: de PABO, in een nieuwe omgeving in een nieuw huis met nieuwe vriendinnen. Het werd mijn nieuwe thuis. Ondanks het verlangen om mijn eetstoornis aan te geven, was ik nog zo ontzettend ziek. Ik zat voor mijn gevoel in een soort rollercoaster: Eten, braken, niet eten, braken, uit het niets 10 km hardlopen binnen een uur, ik zat zo gevangen!

      Die zomer ging ik voor het eerst naar de Betteld in Zelhem. Dit is een christelijke camping en ik zou hier als leidster meewerken bij het kinder- en tienerwerk. Samen met een studievriendin en haar ouders zaten we in een huisje. Ik was verplicht om 3 maaltijden per dag te eten en er was geen ruimte om te braken. Dit was heel heftig voor mij, zowel geestelijk als lichamelijk. Mijn darmen konden zoveel eten niet aan en ik kampte met hevige buikkrampen. Geestelijk had ik ontzettend veel vragen in mijn hoofd. Ik was zo hevig bang om dik te worden. Maar onze God is echt een liefdevolle God. Als Hij een plan heeft, zal dat ook op Zijn perfecte manier uitgewerkt worden. God liet me niet alleen ploeteren met deze nieuwe uitdaging. Hij gaf mij mensen om mij inzicht te geven en die mij liefde gaven, waar Hij de bron van was. Dit deed God op Zijn bijzondere manier, ik moest namelijk eerst zelf inzien hoe groot Zijn liefde is voor zijn schepsels.

      Op een avond laat -ik maakte me klaar om naar het huisje terug te gaan- werd mijn vriendin gebeld door een meisje, het was één van haar tieners. Deze tiener vertelde in paniek dat ze opzoek waren naar een populaire, mannelijke tienerleider. Omdat tienermeisjes graag tienerleiders op een voetstuk zetten, waren wij wat terughoudend. Het meisje zei dat dit een zaak van leven of dood is. Ik wilde de zaak helder zien en was mij bewust dat deze zaak groter zou kunnen zijn dan dat het werkelijk is. Op dat moment gebeurde er iets in mijn hoofd: ik stond stil en zag allemaal beelden voorbij flitsen die mij afgelopen week waren opgevallen van dit meisje en haar vriendinnen. Al die beelden wezen mij naar het feit dat deze mooie meiden niet gelukkig waren, sterker nog: ze waren diep ongelukkig. Het was een zaak van leven of dood. Ik kwam direct in actie. Ik rende naar de leider en zo werd met spoed actie ondernomen. Voordat ik het wist zat ik bij iemand van de beveiliging achterop de fiets op weg naar het meertje. Ik was zo ontzettend bang! O, wat was ik bang! Zou ik iemand aantreffen die zichzelf van het leven had beroofd? Dit was gelukkig niet het geval. Toch werd dit beschouwt als een poging tot zelfmoord. Een heftige situatie voor een gebroken meisje. Het gevolg was dat ik, bij gebrek aan andere vrouwen, met dit meisje in gesprek moest gaan. Ik was totaal niet ervaren in dit soort pastorale gesprekken. Wat moest ik in vredesnaam zeggen? Ik bad in stilte tot God of Hij mij de juiste woorden wilde geven. En die woorden kwamen! Ik vroeg haar van alles en kwam op het punt dat ze me verschillende dingen vertelde die haar hart gebroken hadden. dit arme meisje had zo’n behoefte aan Gods nabijheid, aan Zijn liefdevolle steun, aan Zijn onmeetbare liefde. Als antwoord op haar verhaal bleef ik spreken over onze Pappa die zoveel van haar houdt. Die zo’n groot hart voor haar heeft. Een Vader bij wie ze mag schuilen. Een Vader die haar uit haar problemen tilt en haar wilde koesteren. Welke woorden ik gesproken had weet ik niet meer precies, maar mijn hart was ZO vurig. Ik wilde zo graag dat zij het zou begrijpen. Dat ze Gods liefde zou kunnen ontvangen. Toen ik die nacht om 4:00 uur eindelijk in mijn bed lag, kon ik niet slapen. God had gesproken. Niet alleen tot het meisje, maar ook tot mij! Dit besef kwam als een enorme bom binnen. Lig je daar op je luchtbedje in een tentje, terwijl de regen op het tentdoek klettert. Ik voelde me zo geliefd door Hem. Het was een ongelofelijk waardevol moment.

      God gaf mij deze zomer als vervolg op Zijn perfecte plan een mooi echtpaar: Gerlof en Margreet. Zij coachten het kinder- en tienerwerk. Margreet is zelf genezen van een eetstoornis en wilde met mij in gesprek gaan. Ik vroeg me af hoe het mogelijk is dat zij zo knap, zo dun en zo leuk kon zijn! In mijn beleving was dit onmogelijk. Margreet heeft ervaring met bevrijdingspastoraat en heeft mij uitgelegd dat een eetstoornis een gevolg is van een cruciaal moment in je leven. Mijn adoptie kwam ter sprake en ik merkte dat ik mijn biologische moeder geen plek in mijn leven gegeven had. D.m.v. gebed en kreeg ik een beter inzicht in mijn adoptieverhaal. Ik werd mij bewust van het verdriet dat mijn moeder had toen ze mij moest afstaan. Dit gaf een hele wending. Mijn biologische moeder werd door dit besef een persoon en geen ‘vaag beeld’. Ondanks dat de rol van mijn biologische moeder een vastere vorm kreeg, gaf het me ook een onbestemd gevoel. Ik kon er niets mee. Daarom liet ik het ook rusten.

      Het is heel wonderlijk: vanaf dat moment kon ik 3 maal per dag eten, zonder moeite. Een jaar hield ik dit vol. Ik dacht dat ik 100% genezen was. Dit was echter een kortzichtige gedachte. Toen ik langzaamaan begon aan te komen, leek het of mijn wereld stil stond. Dit ging de verkeerde kant op! Alsof het mijn enige redding was, greep ik weer terug naar de eetstoornis. In die periode voelde ik me echt bedrogen en onderuit geschopt. Wel had ik de vaste overtuiging dat God van mij hield. Of ik nou moddervet zou worden, super slankie zou zijn, of ontzettend chagrijnig. Ik leerde dat mijn lichaam een tempel van de Here Jezus is. Ik vond het zo lastig om mijn lichaam zo te behandelen. Dit is een heel proces en ik kreeg meer inzicht en wijsheid in dit proces. Uitspraken als: ‘Ik ben wonderbaarlijk mooi gemaakt’ en ‘Ik verbreek de leugen dat ik lelijk ben in de machtige naam van Jezus Christus’, maakte dat ik het ging geloven en zien. Stap 6 is in dit proces heel erg van toepassing geweest: ‘Ik geef God de ruimte om mij te bevrijden van mijn verkeerde denk- en gedragspatronen’. Ik heb God de ruimte gegeven om mij stap voor stap te leiden op de weg van genezing. Op die weg van genezing kwam ook een moment waarop mijn leven stil stond. Op het moment dat ik dacht volop in het leven te staan met mijn studie en ontelbare activiteiten, ging ik onderuit en kwam ik overspannen thuis te zitten. Wat was ik moe! Ik was zo doodmoe. De moeheid die heerste tijdens het diepe dal van mijn eetstoornis leek weer op me te drukken. Ik kon naar mijn idee niets meer. En ik deed dus ook weinig. Op dit punt van mijn proces kwam CR op mijn pad. Gods timing is altijd perfect. Ik kon nu dus netjes elke dinsdagavond bij CR binnenwandelen. Ik vond CR in het begin een drama! Zo’n groepje waar je over jezelf moet praten, in de trant van: “Hoi, ik ben Tanja en ik heb een probleem!” Ik voelde me zo stom en kreeg ook last van zelfmedelijden: ‘Heb ik weer!’, ‘Zit ik hier tussen al die mensen met problemen’. Wat een leugens vlogen daar door mijn hoofd, ongelofelijk! Al snel vond ik mijn plekje en voelde ik me thuis tussen deze mensen die bij nader inzien juist STERK en moedig blijken te zijn, door aan zichzelf te werken. Ik heb stap voor stap gezien hoe ik leugens met GODS waarheid kan blijven bestrijden. Door die stappen heen, leek het wel alsof er steeds een kwartje viel. Inmiddels ben ik ontzettend rijk, niet van alle gevallen kwartjes, maar van de wetenschap dat er één iemand voor mij is. Mijn geliefde Pappa, mijn Hemelse trouwe Vader. Mijn Sterke Held die tegen mij zegt: “Mijn geliefde kind, staak de strijd! Weet dat IK jouw God ben. Verheven boven alle volken en verheven boven de aarde.” (Psalm 46) Hiermee zegt God dat Hij ver uit stijgt boven alle volken, boven de aarde en dus boven mijn problemen, mijn worstelingen. Hij kan mijn worstelingen overzien, iets wat ik nu niet kan en nooit zal kunnen.

      De wekelijkse CR bijeenkomsten betekenden veel voor mij. Jeanine werd mijn coach. Ik ben zo dankbaar voor haar. Het is zo heerlijk om je hart uit te mogen storten, te zeuren of te janken bij iemand die dat geen probleem vindt. Ik had vaak het gevoel dat ik mensen tot last was en dit bracht mij in een ingewikkelde positie. ik wilde namelijk graag mijn verhaal kwijt, maar durfde dat niet, waardoor ik juist veel aandacht vroeg. Jeanine is altijd eerlijk tegen mij geweest. Dit betekende soms dat ze me eens flink de waarheid moest zeggen, soms dat ze me moest troosten. Het bracht me altijd een stapje verder. In dit gehele proces is Siska voor mij altijd een steun geweest. Ook op momenten dat ons contact minder was, wist ik dat onze relatie zo sterk geworden was dat het stand zal blijven houden. Wat een ontzettend mooi cadeau van God! Naast de inbreng van de coaches, zag ik wat er gebeurde met andere deelnemers. God was niet alleen bezig met mij, maar ook met veel anderen. Het is fantastisch mooi als je ziet hoe er herstel plaats vind bij mensen. Herstel betekent vrijheid! Dit betekent voor mij een leven, waarin niets mij tegenhoudt om met Jezus te leven en voor Jezus te leven. Het is een heel intens gevoel waarin ik niet meer terug denk aan mijn slechte gewoonten of mij herinneren aan mijn gewicht of vetrolletjes. Dat intense gevoel geeft mij dat ik legaal mag lachen en genieten van deze dag.
Ik ben me ervan bewust dat ik, Tanja van Baars, nooit perfect zal zijn. Mijn leven op aarde zal nooit perfect zijn. We leven nog niet in de volmaaktheid bij Jezus Christus. Er staat echter één ding als een paal boven water, in 1 Johannes 4:4 lezen we het volgende: "U, kinderen, komt uit God voort en u hebt de valse profeten overwonnen. Want HIJ die in u is, is sterker dan hij die in de wereld is." Ik kom voort uit God! En alleen dáárom heb ik mijn eetstoornis overwonnen. Want God -die in mij is- is machtiger en sterker dan satan die de wereld onder de duim probeert te krijgen. Ik heb een grote God achter mij staan! Waar zou ik bang voor zijn?!

      Betekent dit nu dat alles perfect gaat?
Nee hoor! Ik worstel nog regelmatig met eten. In vakanties waarin ik patat, ijsjes, chips of appeltaart eet, moet ik altijd even slikken. Letterlijk slikken natuurlijk, want ik eet alles met smaak op! Maar ook figuurlijk slikken: de eetstoornis-stem in mijn hoofd klaagt mij nog wel eens aan. Dat maakt me dan verdrietig of gestrest.

      Heeft deze eetstoornis-stem invloed?
Alleen als ik daar de keus voor maak! Ik heb steeds de keuze om naar deze gemene stem te luisteren, of om te luisteren naar de liefdevolle stem van Jezus.

      Inmiddels ben ik zover dat stap 12 in de praktijk breng: ‘Het gevolg van deze stappen is dat ik als persoon veranderd ben’ AMEN! ‘Ik probeer deze boodschap van herstel aan anderen door te geven en deze principes in mijn doen en laten in de praktijk te brengen.’ Ik ben gaan staan in de positie die ik nu heb: een veranderd persoon door Jezus Christus. Mijn identiteit ligt vast. Mijn biologische moeder kan nooit mijn identiteit maken of breken. Mijn lichaam met of zonder vetrolletjes kan nooit mijn identiteit maken of breken. Mijn emoties zullen mijn identiteit niet maken of breken. Conflicten en meningsverschillen kunnen mijn identiteit niet maken of breken. Mijn identiteit is bepaald door Jezus. Jezus maakt mijn identiteit. Vanuit die identiteit wil ik leven.

Jesaja 40: 28-31. "Een Eeuwige God is de Heer, Schepper van de einden der aarde. Hij wordt niet moe, Hij raakt niet uitgeput. Zijn wijsheid is niet te doorgronden. Hij geeft de vermoeiden kracht, de machtelozen geeft Hij macht in overvloed. Jonge strijders worden moe en raken uitgeput. Zelfs sterke helden struikelen. Maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht. Hij slaat Zijn vleugels uit als een adelaar. Hij rent, maar raakt niet uitgeput. Hij loopt, maar wordt niet moe."

Maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht. Hij slaat Zijn vleugels uit als een adelaar. Hij rent, maar raakt niet uitgeput. Hij loopt, maar wordt niet moe.

Hartelijk dank dat ik mijn Persoonlijk Verhaal met jullie mocht delen.

Bijbehorend lied: https://www.youtube.com/watch?v=DdcNeNIX0k0 - Staak de strijd: M. Buwalda.

Herstellende van negatief zelfbeeld, schuldgevoelens, prestatiedwang en sociale angst,

Hallo, mijn naam is Hanneke, ik ben een christen die worstelde met mijn eigen zelfbeeld, en herstellende is van schuldgevoelens, prestatiedwang, sociale angst en de ontdekking dat ik waarschijnlijk een vorm van autisme heb.

Ik kom uit een gezin van 7 kinderen, waarbij ik zelf precies de middelste ben. Ik ben met de bijbel en de kerk opgevoed en daarvoor ben ik mijn ouders zeer dankbaar. Vanaf jonge leeftijd heb ik geworsteld met gevoelens van minderwaardigheid. In eerste instantie was ik me daarvan niet bewust, totdat ik op latere leeftijd tegen moeilijkheden aan liep, zowel in mijn opleiding, mijn werk, als mijn huwelijk. Ik heb zelf altijd het gevoel gehad te moeten op boksen tegen al mijn broers en zussen. Dat kwam in eerste instantie omdat ik zelf niet zo gemakkelijk was in de omgang en heel snel boos kon worden. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik een buitenstaander in ons gezin was. Ik hoorde er gevoelsmatig gewoon niet bij!

Sociale vaardigheden waren niet mijn sterkste kant. Ik was dikker dan mijn broers en zussen en daarnaast was ik nou ook niet bepaald de slimste en moest ik er hard voor knokken om op school mee te kunnen komen. Dit gaf mij het gevoel dat ik een vreemde eend in de bijt was. Want waarom lukte het anderen wel om zo makkelijk overal door heen te komen en moest ik zo mijn best doen? Waarom waren de anderen veel slanker dan ik? Waarom werd ik zo snel boos? En waarom voelde het altijd zo alsof ik het niet goed deed? Al deze gevoelens werden versterkt doordat ik er gevoelsmatig niet over kon praten. Ik had voor mijn gevoel geen veilige omgeving, dat werd mede veroorzaakt doordat we vaak verhuist zijn. Elke keer opnieuw moeten settelen in een vreemde omgeving heeft heel veel negatieve impact op mij gehad. Ik voelde me verloren en eenzaam. Om mezelf te beschermen bouwde ik dan een muur om me heen. Zolang mensen niet te dicht bij mij kwamen, konden ze me immers ook geen pijn doen.
Ook op school liep ik tegen barrières op. Als gevolg daarvan ontwikkelde ik een houding van: “Ik moet bewijzen dat ik wat waard ben en dus ik moet laten zien dat ik heus wel wat kan”. Natuurlijk bevredigde dit niet; ik vond me zelf lang niet goed genoeg en had continu het gevoel te falen.

Toen ik eenmaal in Utrecht kwam te wonen, ben ik naar BaptistenGemeente “de Rank” gegaan, dit is nu zo’n 11 jaar geleden. Omdat ik van mezelf wist dat ik sociaal niet zo sterk was en veel wisselende diensten draaide omdat ik toen in de zorg werkte, heb ik al snel besloten om actief deel te gaan nemen aan het gemeenteleven. Ik kwam op een fijne gesprekskring terecht en heb in die tijd ook al best veel over mezelf geleerd. Ik durfde het aan, op aanraden van een vriendin, om mezelf aan te melden op een datingsite. Daarmee was ik gevoelsmatig over een barrière heen gestapt. Via deze weg kwam ik iemand tegen, waar ik 2,5 jaar later mee getrouwd ben. Direct na ons huwelijk ontstonden al snel heel wat problemen in onze relatie. We hadden vele ruzies, doordat we elkaar niet goed aanvoelden en begrepen. Ik kon daar niet mee omgaan en trok mij terug, waardoor er vanaf de andere kant werd gereageerd met het gooien van voorwerpen en lichamelijk geweld. Toen ik 8 maanden getrouwd was, liep het volledig uit de hand, door een meningsverschil ontstond er ruzie waarbij er lichamelijk geweld werd gebruikt. Mijn rug raakte als gevolg daarvan zwaar gekneusd.

Het gevolg was dat ik zowel lichamelijk als geestelijk een enorme dreun kreeg, waar ik eigenlijk niet uit kwam. Ik begon dus een muur om mij heen te bouwen en ik zette een masker op. Naar andere mensen toe vertelde ik altijd met overtuiging dat alles goed ging met mij. Ondanks die muur die ik om mij heen had opgetrokken, wist ik diep in mijn hart wel dat ik zo niet verder kon.
Ik wilde er uitkomen en zocht hulp bij de GGZ-instelling ‘Eleos’, daarnaast kregen wij pastorale hulp vanuit de kerk en vanuit de kring heeft iemand mij geholpen om ook persoonlijke pastoraat te zoeken.
Door al deze ontwikkelingen werd mij steeds duidelijker hoe erg ik met mezelf in de knoei lag en dat er in ons huwelijk geen wederzijds volwaardige relatie aanwezig was geweest. Er werd van beide kanten veel gemist, en wat we ook deden, die volwaardige relatie bleek niet haalbaar.
Na 6 jaar knokken voor ons huwelijk en voor mezelf liep ik geheel vast, ik kwam ziek thuis te zitten en raakte ik in een depressie. Aan mijn geloof had ik op dat moment ook niks, want ik voelde geen kracht en hoop. Want waarom moest dit gebeuren; ik had toch een heel ander beeld voor ogen toen ik ging trouwen? In die 6 jaren heb ik meerdere keren de gedachte voelen opkomen: ‘Als het zo verder moet… dan kan ik beter dood zijn.’

In de periode dat ik thuis kwam te zitten, heb ik een time-out aangevraagd in mijn huwelijk, dit hield in dat mijn ex tijdelijk ergens anders ging wonen, zodat ik de situatie kon overdenken. Ik heb toen vele gesprekken gevoerd met mijn psychologe, persoonlijke begeleider, meerdere mensen vanuit de kring en een echtpaar vanuit de kerk dat ons al 6 jaar had begeleid. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat ik na de time-out de beslissing heb genomen om te gaan scheiden. Dat was absoluut geen keuze van de ene op de andere dag want er waren in die 6 jaar die het huwelijk had geduurd, vele worstelingen geweest. Deze worstelingen hadden voornamelijk te maken met het feit dat bij Eleos was vastgesteld dat mijn ex- echtgenoot PDD-NOS had en ik een behoorlijk negatief zelfbeeld had ontwikkeld. Wij hebben 6 jaar lang gevochten om na deze diagnose aan ons zelf te werken en dichter naar elkaar toe te komen, maar we raakten juist steeds verder van elkaar af, doordat mijn ex niet wilde meewerken aan gezamenlijke therapiegesprekken. Hij is in het hulpverleningstraject van Eleos wel een poosje mee geweest en daarna is hij ook een paar keer mee geweest naar gezamenlijke sessies van mijn psychologe. Maar hij vond het voor zichzelf niet nodig. Op een bepaald moment kreeg hij het advies om persoonlijke hulp te zoeken, maar dat wilde hij niet. Uiteindelijk stopte hij met elke vorm van hulpverlening. Tijdens dit lange traject met vele gesprekken, leek het soms even wat beter te gaan. Maar dan was er weer een of ander incident en het gevolg was dat we samen weer terug bij af waren. Ik worstelde daardoor ook met veel schuld- en faalgevoelens en de gedachten dat alles mijn persoonlijke schuld was. Ik was immers degene geweest die na het lichamelijk geweld, ervoor had gekozen om het hulpverleningstraject in gang te zetten.

De beslissing om te gaan scheiden was geen oplossing van de problemen waar ik mee worstelde. Ik worstelde nog steeds met mijn eigen identiteit en vond mezelf waardeloos. Ik had voor mijn gevoel alles fout gedaan en ook nog eens gefaald als christen, want ik had mijn huwelijk immers op de klippen laten lopen.
Ik had enorm veel last van deze schuldgevoelens en daardoor werd ik opnieuw ziek en kwam ik weer thuis te zitten. Ik had echt het hopeloze gevoel dat ik niet meer uit deze vicieuze cirkel van schuld- en faalangst zou kunnen komen. Mijn relatie met God was ook niet al te best op dat moment, want ik was voornamelijk boos op Hem, maar op één of andere manier, bleef het toch ook prikkelen in mij en trok ik mij op aan de gesprekken met mijn lieve persoonlijke begeleidster vanuit de kerk. Wat ben ik dankbaar dat God haar op mijn pad heeft gebracht, waardoor ik toch gestimuleerd werd en ook stappen kon gaan ondernemen om uit mijn vicieuze cirkel te komen.
In de periode na mijn scheiding heb ik me echt ontzettend eenzaam gevoeld. Ik had het gevoel dat ik van niemand steun kreeg en dat iedereen tegen me was. Want ik was immers de boosdoener en had de beslissing genomen om te gaan scheiden. Wat kun je je dan rot voelen, ik was echt boos, op mijn broers en zussen, op mijn ouders, op mijn ex-schoonfamilie en op mijn ex partner. Ik had echt het idee dat iedereen zich tegen mij had gekeerd.

Ik ben in deze periode wel in gesprek gebleven met mijn persoonlijke begeleidster en mijn psychologe. Door deze gesprekken kreeg ik steeds meer inzicht in wat er gebeurd was. Zo werd mij steeds meer duidelijk, dat er daadwerkelijk geen volwaardige relatie was geweest in mijn huwelijk. Langzamerhand ontdekte ik ook waar mijn negatieve zelfbeeld en angsten vandaan kwamen. Daarbij kwam ik ook op een super geweldige vrouwenkring terecht, waardoor ik langzaam maar zeker weer een beetje hoop begon terug te krijgen. Tijdens een bijzonder vrouwenweekend met de andere kringleden, ben ik stil gezet: ik kreeg duidelijk een stem in mijn hart die me vertelde dat ik wat moest doen om uit de vicieuze cirkel te komen. Na dit weekend heb ik een week vrij genomen (om zo te zeggen: ziek gemeld op mijn werk) en ben ik echt bewust gaan bidden en stil gaan worden over hetgeen wat God met mij van plan was en wat voor mij de juiste keuze zou zijn.
Zo kreeg ik regelmatig de tekst in mijn hoofd : ‘Heer leer mij Uw weg, als ik zelf geen uitkomst zie’. Maar ook de tekst uit Jeremia 6:16 kwam regelmatig in mijn gedachten terug: Ga op de kruispunten staan, denk na, kijk naar de oude wegen. Welke weg leidt naar het goede? Sla die in en vind rust. Naar aanleiding van deze tekst ben ik gaan nadenken.

Ik kwam tot de innerlijke overtuiging dat ik een routekaart nodig had op de kruispunten van mijn levensweg. Die routekaart had ik nodig omdat mijn eigen gevoel voor richting lang niet altijd zuiver was. Als ik een goede routekaart zou hebben, zou dat mijn onrust en mijn twijfels wegnemen. Dan zouden kruispunten keerpunten kunnen worden, die mij zouden helpen de goede weg te kiezen. God liet me zien dat ik moest gaan bidden.

Dit heb ik gedaan, ik heb letterlijk in gebed gebracht: Heer wat moet ik doen, moet ik me volledig laten testen of ik inderdaad autisme heb en mezelf op die manier een sticker op laten plakken? Of ga ik deelnemen aan Celebrate Recovery? Ik stond dus op een kruispunt. In die week heb ik zowel info opgevraagd over CR en ook info over waar ik me eventueel uitgebreid kon laten testen. Gedurende die hele week was er een continue innerlijke overtuiging: Ga deelnemen aan Celebrate Recovery, en uiteindelijk heb ik inderdaad de knoop doorgehakt en ben aan CR begonnen.

Wat ben ik achteraf ontzettend blij dat ik deze stap genomen heb. Al was ik ook echt wel bang toen ik begon. Wat zou CR gaan betekenen voor mijn leven? Maar die angst kon ik al snel op zij zetten, want ik werd al snel veel rustiger van binnen. Gedurende het programma ontdekte ik steeds meer dingen over mezelf en begon ik God steeds beter te leren kennen. Wauw, wat een wonderlijk grote God hebben wij toch, Hij geeft zoveel genade.

Toen ik voor de eerste keer hoorde dat we in deelgroepen uiteen gingen en met elkaar in gesprek zouden gaan over waar je aan wilde gaan werken, sloeg de angst toe. Ik dacht: - neeee, hoe ga ik dat doen, ik durf dat niet, en ben bang om mijn verhaal te vertellen- , maar eigenlijk, na de eerste avond in de deelgroep, voelde het al vertrouwd. Ik zat in een hele fijne deelgroep, waar we echt naar elkaar luisterden en elkaar respecteerden. En er was ook geborgenheid en vertrouwen naar elkaar toe.

Binnen de ‘open- deelgroep’ hadden we ook een groepsmail opgericht. Daarmee konden we dus ook op andere tijdstippen met elkaar communiceren. En onze gebedspunten met elkaar delen. Het mooie van deze deelgroep is, dat ik ervoer dat ik niet de enige was die worstelde met vervelende dingen in het leven, maar dat er veel meer mensen zijn met soortgelijke ervaringen. We leerden van elkaar; we leerden van de lessen en we waren elkaar op die manier tot een hand en voet.

Ook de 12 stappen in het programma hebben mij zeker geholpen. Ik vond de eerste twee lessen al gelijk erg pittig, waarbij je stil werd gezet dat je het echt niet alleen kan, en dat je machteloos bent.
Dat er alleen maar een oplossing is als je God de ruimte geeft in je leven.
Want ik kwam er vrijwel direct achter dat ik in mijn worstelingen wel alleen stond, en dat ik daardoor niet veel verder kwam dan de bekende vicieuze cirkel. Hierdoor raakte stap 6 mij ook heel erg: ‘Ik geef God de ruimte om mij te bevrijden van mijn verkeerde denk- en gedragspatronen’. Ik was een hele negatieve denker, maar door dat ik met deze stap aan de slag ben gegaan heeft God mij geleerd om mijn denkpatroon te vernieuwen en “andersom” te gaan denken. Hij leerde mij te kijken naar de positieve dingen en dankbaar te zijn.

Ik moest gaan werken aan mijn negatief zelfbeeld en mijn schuld- en faalgevoelens. Ik heb echt anders moeten leren denken zoals staat beschreven in Rom. 12:2: U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is. Dat ging zeker niet vanzelf. Het ging met vallen en opstaan. Maar door dit proces te gaan volgen ben ik dingen gaan aanvaarden, anders gaan zien en ben ik ook dingen van mij af gaan schrijven, om zo mijn hoofd leeg te maken als ik weer in een dal terecht was gekomen. Ik heb ook moeten leren, en dat moet ik nu nog steeds, om mijn zegeningen te tellen. Als ik een slechte dag heb, moet ik echt mezelf tot orde roepen en bedenken wat er wel goed is gegaan en waar ik dus dankbaar voor kan zijn.

Daar kan ik gelijk stap 11 aan vast koppelen, want ik ben manieren gaan zoeken, hoe ik God in alle facetten van mijn leven kan betrekken en mijn dag beter kan beginnen. Ik ben al vrij snel begonnen om er een gewoonte van te maken om ‘s ochtends een kwartier eerder op te staan, zodat ik voldoende tijd heb om de Bijbel te lezen en te bidden voordat ik aan de slag mag gaan. Dat is nu een vast patroon in mijn leven geworden en het helpt mij echt heel goed om mijn dag op deze manier te beginnen bij en met God. Dan word ik stil gezet en realiseer ik me dat ik niet in mijn eentje de dag door hoef te komen. Maar dat Hij erbij is. De grootste Eye opener die ik heb gekregen tijdens CR is, dat ik ondanks al mijn tekortkomingen, een geliefd kind van God ben, en dat Hij onvoorwaardelijk van mij houd, Zijn liefde is oneindig groot. Dat wist ik al langer, maar bij CR ben ik het ook gaan beleven en ervaren.

Ja, God heeft CR gebruikt om mijn leven op z’n kop te zetten. Het heeft me geholpen om te ontdekken dat ik met verschillende aspecten aan de slag moest gaan. En niet langer in de ontkenning moest blijven leven of op de vlucht moest blijven voor mezelf.

Ook dit jaar hadden we weer een vrouwenweekend met de kring. Het thema van dit weekend was: You are loved”; Je bent geliefd!. Een thema dat mij diep raakte. In dit weekend zijn mooie gesprekken gevoerd waar ik nog steeds warme herinneringen aan bewaar. Maar ik raakte ook weer helemaal van slag, want ik kwam mezelf opnieuw tegen. Door met andere mensen te praten moest ik vaststellen dat ik inderdaad een vorm van autisme heb en last heb van sociale angst. Die bewustwording stimuleerde de negatieve gedachten in mijn hoofd met als gevolg een flinke hoofdpijn aanval. Maar desondanks heb ik weer zoveel geleerd en is er mij zoveel duidelijk geworden. Ik kreeg van één van de vrouwen een tijdschriftartikel over : Schrijven werkt als een medicijn. Ja, dat geldt zeker voor mij.!

“Schrijven over mezelf werkt als een spiegel. Want door te schrijven over wat er in mijn gedachten omgaat en wat me bezighoudt, overzie ik alles nog eens goed. Ik ga inzien waar ik plezier of stress van krijg. Het werkt ordenend, waardoor ik meer rust in mijn leven kan ervaren. Ik ga het dan verwerken. Juist voor de verwerking van pijn en verdriet moet ik tijd en ruimte nemen en het opschrijven is een uitlaatklep en een steun. Het helpt mij om vanuit mijn hart te schrijven en mijn veroordelende gedachten te omzeilen. Ik ontdek dan wat er diep van binnen in mij leeft. Ik schrijft het niet alleen van me af, maar juist ook naar mezelf toe. Ik bedoel hiermee dat ik me meer bewust word van de mooie dingen in mijn leven, simpel door ze te benoemen. Door Celebrate Recovery leerde ik een God kennen die een relatie met mij wil, die het beste met me voor heeft. Dit is elke keer weer zo’n eyeopener..
In eerste instantie lieten mijn teksten niet veel moois over mezelf zien. Ik heb wat afgehuild. Dat was nodig om het zichtbaar te maken voor mezelf en te verwerken. Nu ik al een poos bezig ben met het opschrijven ga ik ontdekken dat schrijven veel meer inhoudt. Je kunt namelijk naar jezelf toe schrijven. Dit houdt in dat ik al schrijvend mijn aandacht richt op wat goed gaat, op datgene waar ik blij van wordt en waarvoor ik dankbaar ben. Al schrijvend krijg ik inzichten en antwoorden en ga ik Gods waarheden in mezelf verankeren. Hier gaat een genezende werking van uit.” Daarnaast kom ik erachter dat ik door leegte en negatieve gevoelens in een depressie terecht kan komen. Andere mensen vullen hun leegten op met een goede baan of een mooi huis, zaken die door de maatschappij geaccepteerd zijn, die in aanzien staan. Ik kan die leegte en negatieve gevoelens ervaren en de boventoon laten voeren, maar daar word ik depressief van. Door het schrijven kan ik hier woorden aan geven, waardoor ik mezelf leer begrijpen. Mijn ogen worden hierdoor geopend en Gods waarheid zakt dan langzaam maar zeker in mijn hart. Ik heb de neiging om mezelf vaak te vergelijken met anderen. Maar ik heb ontdekt dat jezelf vergelijken met een ander zeer negatieve gevolgen heeft. God heeft voor iedereen iets anders in petto. Ik accepteer mezelf en de situatie zoals die is. Ik ga niet langer op mijn tenen lopen. Ik deel het met God. Is Zijn genade dan echt genoeg? Ja, voor mij wel! Daar komt het dan wel op aan als het niet goed gaat in je leven. Als alles voorspoedig gaat, dan zijn dit misschien wel ver-van-je-bed-opmerkingen.

Als het moeilijk is, komt het erop aan. Vertrouw ik Hem echt? Het afgelopen jaar heb ik me steeds weer opnieuw aan Hem mogen overgeven. Maar ook als het goed gaat mag ik weten dat God bij mij is en daar ben ik Hem eeuwig dankbaar voor. God houdt van me. Dat is een basisprincipe voor me geworden.. De relatie met God bevredigt. Natuurlijk ben ik niet ongevoelig voor waardering en complimenten van andere mensen. Als ik moe en kwetsbaar ben, schiet ik soms weer in het negatieve patroon en denk ik dat ik het niet goed doe. Dan veroordeel ik mezelf en denk ik dat ik waardeloos ben. Dan moet ik mezelf weer toespreken en stimuleren om vanuit Gods perspectief te kijken. Maar ik evalueer mezelf regelmatig en vraag me elke keer weer af waarom ik de dingen doe die ik doe. Dat is een leerproces met vallen en opstaan. Voor mij is het zo belangrijk de dag met God te beginnen. Het gaat daarbij niet om tijd, maar om de eerlijkheid van mijn houding ten opzichte van Hem. Ik betrek God bij mijn leven, drink bij wijze van spreken een kopje koffie met Hem.”

Ben ik al helemaal hersteld? Nee, ik zit nog steeds in een herstel proces met vallen en opstaan. Ik heb ook nog ondersteuning van medicijnen nodig. Soms heb ik echt last van mijn zwakke momenten, zeker als er veel op me afkomt en ik moe word, dan kan ik zomaar terugvallen in die negatieve gedachtencirkel.

Dit gebeurde de dag na het laatste vrouwenweekend ook weer bij het wakker worden. Ik dacht echt na over hoe ik deze dag moest doorkomen, en ondertussen maalden de woorden ‘negatief zelfbeeld’, sociale angst, autisme en schuldgevoelens weer door mijn hoofd. Toen las ik ergens de woorden: Ons onvermogen om af te maken waar we aan beginnen is zichtbaar in de kleine dingen. Op zo’n moment moet ik echt bewust de tijd pakken om de nabijheid van God op te zoeken en dan mag ik weten dat Hij overal om mij heen is als een cocon van licht. Zijn nabijheid is een belofte, ongeacht of ik me van Zijn aanwezigheid bewust ben. Veel dingen kunnen dit bewustzijn in de weg staan, maar de grootste schuldige is bezorgdheid. Steeds opnieuw komt de vraag boven: Wie heeft de leiding over mijn leven? Als ik dat zelf ben, dan heb ik een goede reden om me zorgen te maken, maar als Jezus dat is, dan is bezorgdheid onnodig. Ik heb geleerd dat als ik me ergens zorgen over ga maken, dan moet ik die situatie bij Jezus brengen. Ik moet dan een stap terug doen en mijn aandacht op Hem richten. Hij zal het probleem voor mij oplossen of Hij zal mij laten zien hoe ik ermee om moet gaan. Ik zal ook in de toekomst problemen blijven tegenkomen op mijn levenspad, juist daarom wil ik Hem niet meer uit het oog verliezen.

Er is mij veel duidelijk geworden, waarom ik zo van slag en uit balans kan zijn. Maar ik mag gelukkig weten dat ik iedere dag mijn rust, kracht en hoop om mijn balans terug te vinden, bij mijn liefdevolle Vader mag zoeken en dat Hij mij daarbij leidt en laat zien welke stappen ik moet zetten. De 12 Stappen van CR zijn daarbij een waardevol hulpmiddel om in het juiste spoor te blijven.

Hartelijk dank dat ik mijn Persoonlijk Verhaal met jullie mocht delen.

Herstellende van seksueel misbruik, een echtscheiding en van mijzelf pijn doen.

Goede(morgen) , mijn naam is Jenny en ik ben herstellende van seksueel misbruik, van een echtscheiding en van mijzelf pijn doen.

Ik ben geboren in een katholiek gezin. Ik heb een oudere broer. Hij is verstandelijk gehandicapt en kreeg heel veel aandacht. Daardoor voelde ik mij vaak alleen en heb ik weleens uitgeroepen: “He ik ben er ook nog” Mijn vader is niet zo’n prater en hij zegt alleen het hoognodige. Mijn moeder hield wel veel van praten en ze was dan ook duidelijk aanwezig. Ook kon ze, als ze het ergens niet mee eens was, nogal boos worden en dan gooide ze uit frustratie spullen in het rond. Omdat ik het thuis niet fijn vond, heb ik zelfs gedurende een bepaalde periode rondgelopen met de gedachte dat ik geadopteerd was. En dat ik ergens anders lievere ouders had.

Wel hadden we een huis vol dieren o.a. met kleine zoogdieren zoals: konijnen, cavia’s marmotten en een poes. Daarnaast hadden we goudvissen en kleine vogels Ik vond het vooral leuk om een poes te hebben, want daar kon ik lekker mee knuffelen en daar ontving ik ook liefde van.

Op school werd ik gepest. Ik werd uitgescholden en ik werd geschopt en geslagen. Ook werd ik nogal eens buitengesloten en met gym werd ik ook altijd als laatste gekozen. Ik werd gepest omdat mijn broer anders is en omdat ik niet voldeed aan wat zij belangrijk vonden. Ik vond het niet leuk en het zorgde ervoor dat ik niet naar school en ook niet naar huis durfde te gaan. Ik voelde me dus nergens thuis. Aangezien we tussen de middag warm aten, kwam het nogal eens voor dat mijn vader mij kwam ophalen, want anders werd het eten koud. Toen ik in de 6e klas zat, moest iemand mij tijdens een gym-oefening opvangen. Maar die persoon had daar (denk ik) geen zin in en toen viel ik met als gevolg dat mijn arm brak.

Om die redenen wilde ik graag dood. Ondanks dat ik gepest werd had ik wel vriendinnen. Een daarvan was Sandra en soms speelden we samen dat we dood waren. Toen we 8 jaar oud waren, heeft zij een ernstig ongeluk gekregen.
Ze is wel blijven leven. Maar heeft lange tijd in coma gelegen. Waarom weet ik eigenlijk niet maar ik heb haar nooit bezocht en ook geen contact meer met haar ouders gehad.
Later hoorde ik dat ze mentaal de leeftijd van een baby had toen ze weer uit coma ontwaakte.

Na vijf jaar zag ik haar weer voor het eerst. Ondanks dat ze ouder was geworden, herkende ik haar direct. Ik schrok enorm toen ik haar zo zielig in haar rolstoel zag zitten. Vlak daarvoor had ik nog een vervelende ervaring over Sandra gehad. Ik zat inmiddels op de middelbare school en zij was verhuisd naar een ander dorp en er waren meisjes van mijn klas die ook in dat dorp woonden. Die meisjes uit dat dorp spraken met elkaar op een negatieve manier over haar. Aangezien ik ook gepest werd door die meisjes, durfde ik niet te zeggen dat ik vriendin met Sandra was geweest.

Vele jaren later kwam bij mij de vraag bovendrijven of Sandra wel een echt ongeluk had gekregen of gewoon een zelfmoordpoging had ondernomen. Het ongeluk had plaats gevonden op een wat raadselachtige manier. Helaas heb ik nooit een antwoord op die vraag gekregen en daar heb ik het soms nog best moeilijk mee.

Ik had ook nog een andere vriendin die Diana heette. Ik heb haar leren kennen toen ik 3 was en zij is lange tijd mijn vriendin geweest. Ik kwam graag bij haar thuis, want ik zag daar dan dat het ook anders kon. Vaak kwamen er op zondagmiddag een heleboel gezinnen met kinderen bij hen thuis. Dan speelden Diana en haar zus met al die kinderen buiten en ik mocht dan ook meedoen. Dat was een fijne tijd.

We gingen als gezin naar de katholieke kerk en ik vond het bij de zondagsschool erg leuk. Tot mijn 14e woonde ik in Noord-Holland. In dat jaar gingen mijn ouders scheiden.
Ik dacht dat ik de oorzaak daarvan was en dat ik niet aardig genoeg was geweest. Ook voelde ik mij eenzaam en in de steek gelaten.

Omdat mijn vader ergens anders ging wonen, had hij een busje geregeld en hij was bezig om zijn spulletjes in het busje te laden.
Toen hij daarmee bezig was liep een meisje dat ik kende, voorbij.
Ze zei:” je ouders gaan toch scheiden?” en ik antwoordde: ”nee hoor mijn ouders gaan niet scheiden”. Ik weigerde de realiteit te aanvaarden, terwijl het toch duidelijk was dat mijn vader niet maar voor een paar dagen wegging.

Wat de meisjes betreft die nogal eens negatief over Sandra spraken, heb ik later ontdekt dat God van iets negatiefs iets moois kon maken alleen wist ik dat toen nog niet.
Het pesten op school en de scheiding van mijn ouders zorgden ervoor dat al mijn levenslust verdwenen was
Aangezien ik toen nog niet wist wat zelfmoord was, besloot ik om weg te lopen. Ik ging met de bus naar het dorp waar Sandra woonde. Eerst om haar op te zoeken. Om daarna te proberen met de trein verder te reizen, want in dat dorp was het dichtstbijzijnde treinstation. Eerst ging ik dus op zoek naar Sandra, maar ik heb haar niet gevonden.

Wel zag ik die meisjes uit mijn klas. Blijkbaar gingen ze ook buiten schooltijd met elkaar om en ze vroegen aan mij waarom ik daar was. Ik gaf daar eerlijk antwoord op en ik heb het ook over Sandra gehad. Ze waren tot mijn verbazing toen erg aardig en begripvol. Daarna zijn we met zijn allen met een van de meisjes naar haar huis gegaan en ik heb een hele leuke middag gehad. Ik heb wel moeten beloven om gelijk weer naar huis te gaan en dat heb ik gedaan en mijn moeder heeft toen niet geweten dat ik van plan was om weg te lopen.

Mijn verstandelijk gehandicapte broer woonde op dat moment in een tehuis. Ik bleef bij mijn moeder wonen en zij wilde graag terug naar haar geboorteplaats in Friesland. Ik vond dat geen goed idee, want ik kende daar, behalve mijn moeders familie, niemand en met die familie had ik geen klik. Verhuizen zou bovendien betekenen dat ik mijn beste vriendin Diana moest achterlaten. Ondanks dat we niet naar dezelfde kerk en daardoor ook niet naar dezelfde school gingen, is ze vele jaren mijn beste en soms ook mijn enige vriendin geweest.

Helaas kon ik niet bij mijn vader blijven wonen, want hij had maar één kamer tot zijn beschikking en daarom was ik wel verplicht om met mijn moeder mee te gaan. Na de verhuizing heb ik mijn vader 9 jaar niet gezien omdat mijn moeder dat niet wilde. Mijn vader zocht mij ook niet op en dat vond ik echt verschrikkelijk. Vanaf de scheiding ging mijn moeder niet meer naar de katholieke kerk. Ik ging ook niet meer. Toch liet ik God niet los en Hij mij ook niet, maar dat heb ik pas later ontdekt.

Door de scheiding raakte ik ook het contact met mijn vaders familie kwijt. Daar had ik een aardige opa en oma en ook met mijn ooms en tantes (mijn vader is 1 van de 9) en hun kinderen had ik het altijd goed kunnen vinden. Ik logeerde nogal eens bij mijn opa en oma en ook bij een oom en tante omdat ik een goede klik had met hun oudste dochter.

Toen we net In Friesland woonden, moest ik als gevolg van de keuzes van mijn moeder regelmatig bij familie van haar logeren. Dat vond ik niet leuk; met hen had ik geen enkele klik. Zelfs niet met hun kinderen die leeftijdsgenoten van mij waren. Toen mijn broer weer bij mijn moeder ging wonen, kwam ik ook weer bij mijn moeder terug.

Ik kwam na verloop van tijd op een christelijke middelbare school terecht. Eén van de vakken die we daar kregen was godsdienst en dat vond ik een heel leuk vak.

Toen ik 16 jaar was, zag ik een advertentie in de krant staan. Daarin werd een zomervakantie week aangekondigd. Samen met andere tieners zouden ze een week gaan varen. Ik wilde graag mee en mijn moeder stemde toe dat ik meeging. Het begon met een informatiebijeenkomst. Daar ontdekte ik dat het een christelijk initiatief was en dat het uitging van een evangelische gemeente (ik noem het vanaf nu EG). Ik proefde daar iets van de positieve sfeer die daar heerste. Ik wist niet precies wat het was, maar ik wilde het ook hebben. Nu weet ik dat daar de geur van Christus werd verspreid.

Vanaf dat moment had ik dus een plek waar ik mij thuis voelde.
Ik had een fantastische week. Na afloop vroegen ze of ik ook naar de tienerclub van de EG wilde komen en dat wilde ik wel.

Ik ging na de zomervakantie dus naar de club en ik sloeg bijna nooit een bijeenkomst over. Op een gegeven moment ging het thema over vriendschap; en daar werd verteld dat als je geen vrienden hebt, dan kun je toch een vriend van Jezus zijn..

In die periode was ik de enige tiener van de club, die nog niet de zondagse samenkomsten van de EG bezocht. Veel gesprekken tijdens de koffiepauzes van de club gingen over wat er in de diensten van de EG was gebeurd.

Ongeveer een jaar later werd er een baby opgedragen. Het betrof de baby van het echtpaar dat leiding gaf aan de tienerclub. Zij nodigden ook mij uit voor de dienst. Ik was best wel nieuwsgierig geworden en ik besloot om er ook naar toe te gaan. Maar dat viel een beetje tegen. Eerlijk gezegd vond ik het maar niets, want het duurde nogal lang en ik irriteerde me aan die handen die tijdens het zingen omhoog gingen. Ik ging naar huis met de gedachte: ik kom hier nooit weer tenzij ik mee mag werken met de zondagschool. Toch ben ik daarna nog 2 keer naar de EG gegaan omdat ik door anderen was uitgenodigd.

Ongeveer een jaar nadat ik voor de eerste keer naar de samenkomst was gegaan, groeide toch het verlangen om vaker te gaan. Ik kwam daar op een bepaald moment binnen en iemand die ik kende begroette me met de woorden: ”Wat ben ik blij dat God je heeft gebracht” . Die taal kende ik nog niet en ik reageerde verbaasd: “Nee hoor, ik ben zelf komen lopen”. Ik begreep toen nog niet dat God je hart ergens klaar voor kan maken.

Toen ging ik naar de zaal waar de samenkomst was en ik kwam erachter dat de volwassenen eigenlijk precies hetzelfde gingen doen als de kinderen. Ik dacht terug aan wat ik ongeveer een jaar daarvoor uit overtuiging had besloten, namelijk dat ik alleen terug zou komen als ik naar de zondagsschool zou kunnen gaan. Toen wist ik zeker dat God deze gedachte had bewaard en mij had overtuigd. Ik voelde mij echt thuis en ik voel mij daar nog steeds thuis. Vanaf dat moment ging ik regelmatiger naar de samenkomsten van de EG en later ben ik ook lid geworden.

Op zondag 18 september 1988 ging de preek over het thema verkeerde dingen doen en zondigen. Ik begreep het niet helemaal, maar toen er een oproep werd gedaan om je hart en je leven aan de Heer te geven heb ik dat van harte gedaan.

Ik dacht ook terug aan de bijbeltekst die in Johannes 14: 6 staat:
Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door mij. Die tekst had ik toen ik 8 jaar was voor de allereerste keer gehoord en gedurende al die jaren was die tekst nooit uit mijn gedachten geweest.
En toen pas begreep ik, wat er eigenlijk mee bedoeld werd. Ik ontdekte dat het om Jezus gaat en dat Hij voor mij gestorven is en dat je door Hem bij God kunt komen.

Diezelfde middag gebeurde er meer. Er was ondanks de blijdschap over het feit dat ik mijn hart aan de Heer had gegeven, iets wat anders was dan anders. Dat had met eten te maken, want ik kreeg het gevoel dat mijn maag op slot zat. Ik wilde wel eten, maar ik durfde niet, want ik was bang dat het ergens vast ging zitten. Ik moest natuurlijk wel eten, maar ik zag tegen elke maaltijd op als een berg. En zelfs als ik dan net met moeite de ene maaltijd op had, dan dacht ik al “O, over zoveel uur moet ik weer eten”. Voor iemand die er nooit mee te maken heeft gehad is het bijna onvoorstelbaar. Ik was er eigenlijk continu mee bezig, ook als ik niet aan tafel zat en niet hoefde te eten. Ik kwam in die periode niet in de samenkomsten van de EG.

Mijn moeder maakte zich na verloop van tijd ook zorgen over mijn eetgedrag. Zij wilde graag weten wat ik mankeerde. Daarom heb ik vele uren in het ziekenhuis doorgebracht voor de nodige onderzoeken en het stellen van een diagnose. Al die onderzoeken hadden geen enkel resultaat: er kwam geen enkele lichamelijke afwijking aan het licht. Toen las ik een keer in de Libelle over de eetstoornis Anorexia. Ik herinner me dat ik toen heb gebeden: “Heer ik wil dat niet hebben”.

Op 1e Kerstdag (ik zou het zelf niet bedacht hebben) werd ik wakker en mijn maag begon te knorren en dat was iets wat ik al die maanden ondanks het weinige eten niet meer had gehoord. Vanaf dat moment ging ik langzaam weer meer eten. Uiteindelijk is het met mijn eetprobleem en gewicht weer goed gekomen.

In de loop van het nieuwe jaar ging ik opnieuw weer naar de EG. Ook ging ik weer naar de tienerclub waar ik inmiddels een leidinggevende taak had gekregen.
Doordat ik eerder eetproblemen had gehad, raakte ik ontmoedigd wat mijn geloof betrof. Toen zag ik overal een kruis in, waar ik ook maar in of naar keek zoals: spiegels, bakstenen, huishoudelijke apparaten en nog meer. Ik heb toen opnieuw een keuze voor de Heer gemaakt en daarna was dat meteen over.

Ook maakte ik de keuze voor de volwassen doop en op zondag 26 november 1989 was het zover. Mijn getuigenis was alleen: “Ik wil de Heer volgen”. Mijn dooptekst staat in Romeinen 8:35:Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus! Tegenspoed, ellende en vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard?. In Romeinen 8:38 staat het antwoord, want daar staat dat niets ons kan scheiden van de liefde van God door Jezus onze Heer!

Toen ik bijna 21 jaar was wilde mijn moeder dat ik een vriend zou zoeken, want zo zei ze: “ Als je geen vriend hebt, krijg je geen verkering en als je geen verkering hebt, ga je je niet verloven en als je je niet verlooft ga je niet trouwen en als je niet trouwt krijg je geen kind en als je geen kind krijgt, wordt ik geen oma”. Ik heb toen nog wel de gedachte gehad: “O, maar om een kind te krijgen hoef je toch niet te trouwen”?.

Ik ging toch maar op zoek naar een man en zo kwam ik terecht bij de christelijke correspondentie club. Eerst heb ik met een paar mannen geschreven. Eén van die mannen (ik noem hem maar even JB) vroeg nadat we anderhalf jaar met elkaar geschreven hadden of hij langs mocht komen om eens nader kennis te maken. Daar stemde ik in toe. Daarna bleven we contact houden en na 3 maanden hebben we ons verloofd. Eigenlijk ging het daarna al heel snel mis. Zo had ik mij voorgenomen om geen seks voor het huwelijk te willen, maar dat heb ik dus wel gedaan.

Ondanks vele waarschuwingen van verschillende mensen, ben ik in 1992 toch met JB getrouwd. Hij heeft mij seksueel misbruikt en ik heb dingen gedaan waarvan ik nog nooit gehoord had en waarvan ik ook gewild zou hebben dat dat zo gebleven was. Ook heeft mij geslagen en met woorden vernederd. Ik werd heel erg gecontroleerd en ik moest voor bijna iedere stap die ik deed, toestemming vragen en verantwoording afleggen. Tijdens mijn huwelijk schakelde ik steeds vaker mijn emoties uit. Het was mijn manier om te overleven. Ik voelde niets meer en ook dacht ik niet meer diep na over de dingen die mij overkwamen. Ik zat langzamerhand gevoelsmatig gevangen en werd wanhopig. In die periode kwam opnieuw de gedachte bij me op om een einde aan mijn leven te maken.

Toen we 9 maanden getrouwd waren, heb ik alle pillen (en dat waren er heel veel) die in huis waren, in één keer ingenomen. Ik was eerst op bed gaan liggen, maar toch durfde ik niet dood te gaan. JB was ook thuis en ik heb hem geroepen met als gevolg dat ik daarna snel naar het ziekenhuis werd gebracht. Daarna heb ik geen nieuwe pogingen meer gedaan. De belangrijkste reden was dat ik bang ben voor de dood en ik ook niet zeker wist of je dan wel naar God gaat en dat wil ik toch wel heel graag.

Vervolgens gingen mijn gedachten een andere kant op. Ik ging nadenken over hoe ik JB zou kunnen vermoorden. Natuurlijk realiseerde ik me dat als ik dat zou doen, ik in de gevangenis terecht zou komen. Want ik was wel van plan om na die daad mijzelf direct aan te geven bij de politie. Maar zelfs in de echte gevangenis zou ik gevoelsmatig toch vrij zijn.

Ik ben eerlijk gezegd niet getrouwd omdat ik zoveel van JB hield, maar om het huwelijk zelf. Ik wilde niet de enige zijn die niet getrouwd was en ook ben ik getrouwd om mijn moeder tevreden te stellen.

In 1995 kregen we een dochter. Laat ik haar Julia noemen. Het seksueel misbruik stopte abrupt vanaf de dag dat we wisten dat ik in verwachting was. Maar alle andere mishandelingen bleven wel doorgaan. Samen hadden we toen al gesprekken bij het RIAGG. En omdat JB mij overal de schuld van gaf, kreeg ik via de EG een pastoraal medewerkster om gesprekken mee te voeren.

Toen Julia een baby van ongeveer 8 maanden was, werd het zomervakantie en omdat mijn pastorale hulp op vakantie ging, kreeg ik tijdelijk een andere pastorale medewerkster. Zij zag meteen dat er iets niet klopte en signaleerde dat ik angstig werd op het moment dat JB thuis kwam uit zijn werk. Zij was ervan overtuigd dat zij externe hulp moest inschakelen en ze wist ook dat ze niet met ons kon overleggen. Toen heeft zij zonder overleg met ons en zonder ons medeweten met de raad van de kinderbescherming gebeld en de volgende dag werd Julia uit huis gehaald en in een pleeggezin geplaatst. Ik heb het gewoon laten gebeuren, want ik had mijn emoties en gevoel uitgeschakeld.

Ook werd JB verplicht om gedurende drie weken ergens anders te gaan slapen. Julia had via pleegzorg een begeleidster en zij heeft ervoor gezorgd dat JB na 3 weken op zoek ging naar een andere plaats om te slapen. Hij is later nog wel eens bij mij geweest, maar hij heeft nooit meer bij mij geslapen. Julia is 4 maanden in een pleeggezin geweest en daarna is ze weer bij mij teruggekomen.

Ik heb later nog wel geprobeerd om de relatie met JB te herstellen en tot iets goeds te maken, maar uiteindelijk bleek dat toch niet haalbaar te zijn. Daarom heb ik toch een echtscheiding aangevraagd. Nu zijn we ruim 15 jaar gescheiden. Later was ik dankbaar voor deze ontwikkelingen, want ik weet nu dat scheiden beter is dan iemand vermoorden.

Eind 1990 ben ik er mee begonnen om mijzelf pijn te doen en wel om de volgende redenen:
Het seksuele misbruik achtervolgde mij en ik wilde de emotionele pijn die ik van binnen voelde, niet langer voelen maar ik wilde in plaats daarvan echte, fysieke pijn voelen.
Het was steeds een ander geweest die bepaalde wanneer het misbruik begon en wanneer het weer stopte. Nu wilde ik zelf de controle hebben wanneer ik zou beginnen en weer stoppen.

Ook dacht ik dat ik niet goed genoeg was en dat ik straf verdiend had. Omdat een ander mij niet langer pijn deed, besloot ik om mezelf pijn te gaan doen.
In mijn gedachten ging ik ook God beschuldigen van alles wat er gebeurd was. Waarom had Hij de ander geen halt toe geroepen? Waarom had Hij niet beter op mij gepast?.

Ik leidde een dubbelleven, want op zondag ging ik naar de kerk en zei ik vol overtuiging dat het allemaal goed ging. Maar op doordeweekse dagen deed ik mezelf pijn en ik had dus regelmatig een terugval.
Iedere keer als ik het weer gedaan had, voelde ik mij ook schuldig en ik schaamde mij dan ook naar God toe.

Ik had een keer een gedicht voor iemand geschreven over hoe je als christen zou moeten leven. Toen ik erover nadacht vroeg ik mijzelf af of mijn eigen leven er wel zo uitzag als ik voor die ander had geschreven? Tot mijn teleurstelling en verdriet moest ik vaststellen dat dat niet zo was; het was een mooi plaatje maar helaas niet van toepassing op mijn eigen leven. Straks aan het einde lees ik het betreffende gedicht voor.

Ongeveer 8 jaar geleden heb ik JB vergeven, maar ik worstelde nog steeds met schuld en schaamte gevoelens en ik bleef mijzelf pijn doen.

Ongeveer 6 jaar geleden hoorde ik over Celebrate Recovery
Mijn eerste gedachte was dat CR vast iets was voor ‘zielige mensen’. Dat beeld moest ik snel bijstellen nadat ik positieve verhalen over CR had gehoord van andere mensen.
Toen heb ik besloten om mee te gaan doen. CR zou hier in deze kerk gaan starten en ik was de eerste om te melden dat ik mee zou gaan doen. De eerste zijn; dat past eigenlijk niet zo bij mij. Maar achteraf gezien was het een goede keuze.
Eventjes was ik bang dat ik de enige zou zijn. Maar al snel bleken er meer mensen te zijn die ook de moed hadden om mee te gaan doen.

Ik had mijzelf moed ingepraat en zo ging ik dus vol goede moed naar de eerste CR bijeenkomst. Ik was die avond best wel zenuwachtig en gespannen. Dat was omdat ik niet precies wist wat ik moest verwachten. Ook wist ik niet wie ik daar verder zou ontmoeten. Met verbazing zag ik dat er best veel mensen waren. De eerste bijeenkomst was een informatieavond over wat je kon verwachten als je deel zou gaan nemen en ook wat er van jou werd verwacht.

Ook werd ons gevraagd of je op een briefje wilde schrijven aan welke doelen je wilde gaan werken. Omdat er heel veel vrouwen waren, gingen de medewerkers daarna bekijken wie in welke groep kwam. Ondanks dat ik nog een week moest wachten voordat ik wist in welke groep ik kwam, ben ik toch niet meer zenuwachtig geweest.

Eerst zag ik er wel tegenop omdat er elke week een bijeenkomst is en dat je in principe elke 2 weken een persoonlijk gesprek met je coach moest hebben.
Ook vond ik het moeilijk om iemand te vragen om mijn coach te zijn. Uiteindelijk heb ik toch de stap gezet en de tweede die ik vroeg, reageerde meteen positief. Ik wilde haar nog bedenktijd geven en vertellen dat ze er best even over na mocht denken. Maar haar antwoord was dat zij die morgen al had besloten dat ze mijn coach wilde zijn.

Het kostte me geen moeite om elke week naar CR te gaan en om regelmatige gesprekken met mijn coach te hebben.
Het was fijn en bemoedigend om te ervaren dat ik door andere vrouwen werd geaccepteerd zoals ik ben en dat ik herkenning vond.

Ondertussen zijn mijn gedachten over Celebrate Recovery behoorlijk veranderd. Ik weet nu dat CR juist niet voor zielige mensen is, maar dat het een programma is dat bestemd is voor moedige mensen, die de stap durven zetten om te willen veranderen. Mensen die samen met God en anderen willen werken aan Zijn plan voor hun leven.

Wel vond ik het soms moeilijk om in de open-deelgroep aan de andere vrouwen te vertellen wat ik voelde en wat ik dacht.

De stap die voor mij het moeilijkst was, was om te stoppen met mijzelf pijn te doen. Ik bleef in mijn gedachten maar herhalen dat ik straf had verdiend.

Soms zat ik in de algemene CR samenkomst en dan dacht ik: het klinkt allemaal zo mooi, de woorden over God, maar het is toch niet voor mij. Op sommige avonden wilde ik zelfs heel hard naar huis terug rennen om mijzelf thuis pijn te gaan doen. Maar gelukkig was er dan de onzichtbare hand van God, die mij tegen hield. Hij liet aan mij weten dat het ook voor mij is. Dus dan bleef ik zitten en ging ik ook naar de open deelgroep en daarna pas naar huis en dan deed ik mezelf dus geen pijn meer.

Ik overlegde regelmatig met mijn coach en vertelde haar dan dat ik mijzelf pijn deed. Zij bleef dan herhalen dat Jezus ook voor mij gestorven is en dat Hij daardoor mijn straf gedragen had. Ook wist ze mij te overtuigen dat je niet de ene dag God kunt prijzen en de andere dag jezelf pijn kunt doen.

Ongeveer drieënhalf jaar geleden kwam er een ommekeer en sindsdien heb ik mijzelf geen pijn meer gedaan.
Die ommekeer werd veroorzaakt door Stap 4. Daar staat: Onder Gods leiding onderzoek ik mijn leven op een open en eerlijke manier. Ik realiseerde mij toen dat alle fouten kunnen worden vergeven en dat het is een leugen dat het misbruik mijn schuld was en die waarheid is mijn nieuwe realiteit geworden. Ik weet het zeker: het is niet mijn schuld.

Ook kwam ik tot de ontdekking dat het niet mogelijk is om alles onder controle te hebben en dat je je leven moet laten leiden door God, want dan is het goed.
God houdt van je zoals je bent, maar Hij houdt teveel van je om je zo te laten als je bent!
Ik heb een lieve Hemelse Vader en een fijne Vriend Jezus.
Toch vind ik het soms nog moeilijk om te geloven dat God van mij houdt, maar keer op keer overtuigt Hij mij, dat het wel zo is.

Ongeveer 3 jaar geleden ben ik verhuisd en toen kwam ik erachter dat ik een hele leuke buurvrouw heb. Lang geleden zaten we bij elkaar in de klas en toen heeft zij mij gepest. Een aantal jaar daarvoor heeft zij mij daar al voor om vergeving gevraagd. Dat heb ik als heel bijzonder ervaren. Sindsdien hebben we al een paar keer met elkaar gesproken.

Ik heb de laatste jaren een goed contact met mijn moeder gekregen en we zagen elkaar toen regelmatig. Dat duurde tot 2 jaar geleden, want toen is zij overleden.
Met mijn vader en mijn broer heb ik ook nog af en toe contact.
Mijn opa’s en oma’ zijn inmiddels overleden.
Met sommige van mijn ooms en tantes van mijn vaders kant heb ik ook af en toe weer contact en ook met de nicht bij wie ik vroeger nogal eens logeerde.
Ondanks dat ik heel veel mensen ken o.a. via de EG en mijn vrijwilligerswerk, heb ik nog steeds niet zoveel vrienden.
Ik ben nog steeds alleen, want een nieuwe relatie met een man aangaan, vindt ik toch best wel spannend.

Ik ben wel dichter naar God gegroeid en ik laat Hem ook steeds meer toe in mijn leven. Er was lange tijd een muur tussen God en mij en die is nu weg. Ik laat ook meer Gods liefde toe in mijn leven. Eerst was ik altijd bang dat als ik dat zou doen, ik dan zou gaan huilen. Nu zou ik het niet meer erg vinden als er tranen zouden opkomen. Ik heb ook de keuze gemaakt om voluit te willen leven; dus de gedachte om er zelf een einde aan te maken is ook verleden tijd.

Nog steeds ga ik verder met mijn herstel en nog steeds ben ik bezig met Stap 12. en ik ben nu medewerker bij CR en ik ben bij het ondersteunende gebedsteam. Ik vind het fijn dat ik op die manier anderen mag dienen en ondersteunen in hun weg naar herstel.

Zoals beloofd is hierbij mijn gedicht:

Weet dat God alles maakte en ook jou
dus wees Hem altijd trouw
Weet dat God heel veel om jou geeft
en dat Hij Zijn Zoon voor jou gegeven heeft
Weet dat God van je houdt
Ook al maak je wel eens een fout
Weet dat je met alles naar Hem toe kunt gaan
en dat Hij altijd naast je zal staan
Weet dat je kunt vertrouwen op Hem
en kan luisteren naar Zijn stem
Weet dat Hij je dan altijd leidt
op de weg die Hij van tevoren heeft bereidt.

Dank je wel dat ik mijn Persoonlijk Verhaal met jullie mocht delen!

Hersteld van pesten, emotionele blokkades, onzekerheid en machogedrag

Mijn naam is Bob en ik ben hersteld van de gevolgen van pesten en emotionele blokkades. Ook heb ik te maken gehad met onzekerheid en machogedrag. Ik ben getrouwd met Tineke en wij hebben twee kinderen. Ik ben pas op latere leeftijd tot geloof gekomen en daarvoor kwam ik zelden in een kerk.

Ik ben geboren in Veenendaal en ben opgegroeid in een niet-christelijk gezin. Ik heb wel op een christelijke basisschool gezeten en zo enig bijbel onderwijs meegekregen. Zo rond mijn zesde jaar verhuisden wij naar Harderwijk.

Ik was vroeger een heel klein, witblond, mager mannetje met een brilletje op en ik ben in mijn jeugd heel veel gepest. Dit begon op de basisschool in Harderwijk en toen ik later naar de middelbare school ging bleef het doorgaan. Ik weet niet meer hoe vaak ik wel niet onder ben getuft, groepjes medeleerlingen mij op stonden te wachten om mij te grazen te nemen, mijn fiets in elkaar werd getrapt. Ik werd altijd als laatste gekozen in de gymzaal en heb ervaren dat ik op verschillende manieren ben vernederd.

Mijn ouders vonden het pijnlijk en hebben geprobeerd er met de beste wil van de wereld iets aan te doen. Maar dit leidde alleen maar tot nog grotere problemen voor mij. Uiteindelijk besloot ik om maar de schijn op te gaan houden en niks meer met wie dan ook te delen. Laat staan dat ik aan mijn klasgenoten liet merken wat het pesten met mij deed. Ik werd een erg gesloten jongen.

Zo rond mijn 15e jaar kreeg ik een groeispurt en daarna werd het pesten geleidelijk minder.
Mijn vader was altijd aan het werk om geld te verdienen zodat ons gezin het hoofd boven water kon houden. Dus hij was weinig thuis. Het is overigens wel een hele lieve man met het hart op de goede plaats. Ook heb ik een lieve/ goede moeder, maar zij heeft wel een passief karakter.

Er werd bij ons thuis niet geknuffeld, weinig gesproken over gevoelens, laat staan dat ik gecoacht werd om mij op mijn toekomst voor te bereiden of dat er waardering werd uitgesproken als ik iets goed deed.

Ook al die jaren dat ik gepest ben, hebben mijn vader en moeder er nooit eens goed met mij over gesproken, laat staan professionele hulp voor mij gezocht.

Meerdere malen heb ik erover nagedacht om mijzelf van het leven te beroven. Maar ik was toen en ben nog steeds een vechter. Dus ik bleef mijzelf er toe zetten om door te gaan, ook al wist ik wat mij te wachten stond als ik naar school ging.

Deze jaren op school hebben bij mij diepe sporen achtergelaten. Ik had een emotionele blokkade ontwikkeld, en iedereen was voor mij (of diegene het nou kwaad bedoelde of niet) een potentiële vijand geworden. Dit uitte zich in mijn pubertijd in vervelend gedrag zoals drankgebruik, roken en grof taalgebruik richting mijn omgeving. In mijn vrije tijd ging ik allerlei rottigheid uithalen.

Na mijn school en studie kreeg ik een kans om een eigen bedrijf te starten en ben ik als zelfstandig ondernemer aan de slag gegaan.

Dag en nacht was ik bezig om mijn bedrijf op te bouwen en dit lukte heel goed. Maar ongemerkt gaf het mij de mogelijkheid om alles wat ik in mijn jeugd had meegemaakt te verdrukken en dit te compenseren met allerlei andere zaken.

Want ik kreeg nu ineens aanzien, verdiende veel geld, reed een mooie auto en had altijd dure kleding aan. Elk weekend vertoefde ik in nachtclubs en had veel vrienden en ook bij de dames deed ik het niet slecht.

Ik werd daarin nog eens extra bevestigd toen ik werd uitgenodigd voor een schoolreünie en mijn oude klasgenoten van de basisschool een compleet nieuwe Bob voor zich zagen staan. Een ogenschijnlijk zelfverzekerde jongeman die het in zijn leven voor elkaar had. De reacties en blikken die ik toen kreeg zijn mij lang bijgebleven...

Voor mijn idee was ik als winnaar uit de strijd gekomen…., had ik alles wat ik had meegemaakt overwonnen en er was er helemaal niks meer met mij aan de hand. Problemen voorbij … dacht ik…

…….Ik spoel nu vooruit naar het jaar 2003…..

Ik had steeds vaker last van gevoelens van onvrede, last van spontane woede uitbarstingen en ook voelde ik mij vaak van het ene op het andere moment zomaar ineens diep ongelukkig en depressief.

De drijfveren zoals kleding, auto’s, gadgets, maar ook de heftige nachten stappen in combinatie met drank en allerlei andere zaken waren hun effect kwijt geraakt.

Ik kwam tot de ontdekking dat ik jaren in een schemerwereld had geleefd en ik besloot dat het tijd was om mijn leven weer op orde te gaan brengen. Een periode van ontwenning, afstand nemen van mijn oude “vrienden”, niet meer stappen en thuis op de bank zitten, brak aan.

Begin 2004 kregen Tineke en ik een relatie. Tineke had van huis uit een katholieke achtergrond en zij was al een aantal jaren op zoek naar haar identiteit. Ik wist dat een goede vriend van mij christen was, dus ik heb Tineke en hem op een gegeven moment aan elkaar voorgesteld en dit resulteerde uiteindelijk in een uitnodiging voor een dienst in wat nu ‘onze kerk’ is geworden.

Ik had dit nog nooit zo meegekregen en ook nog nooit opwekkingsliederen gehoord…., laat staan gezongen. Maar wat misschien nog wel het meest verbazing bij me opriep en niet te bevatten was, was dat er ook een God van liefde en vergeving bestond in plaats van alleen maar een God van veroordeling.

Want God was in mijn ogen een God van toorn en wij waren allemaal zondaars en we zouden linea recta naar de hel gaan! Dus waarom al die moeite doen om je op zondag in de kerk in de put te laten praten?

Naar een jaar van regelmatige bezoeken aan de zondagse samenkomsten besloten wij om de introductiecursus te gaan doen. Zo “radicaal” als ik altijd was geweest in mijn standpunten TEGEN het geloof, zo “radicaal” werd ik er van overtuigt dat Jezus ook van mij houdt en Hij aan het kruis stierf voor mijn verschrikkelijke zonden!

En uiteindelijk heb ik dan mijn hart opengesteld voor de Heer Jezus en ben ik niet lang daarna gedoopt.

Ik vertelde u net dat het in deze periode al niet goed met mij ging. Maar dankzij de introductiecursus binnen onze kerk, de prachtige weg richting mijn bekering en doop was ik ook echt veranderd. En dit begonnen de mensen in mijn omgeving ook waar te nemen!!!

Er begon een periode aan te breken waarin ik Jezus meer en meer ging toelaten te werken aan allerlei facetten van mijn leven.. Ook in de eerste periode na mijn doop bleef het goed gaan.

Maar terwijl ik eigenlijk nooit tegenslagen in mijn leven had gehad, stapelden die zich nu ineens op. Tegenslag op tegenslag. En ondanks dat ik enthousiast en overtuigt aan mijn “Reis” was begonnen, verdwenen mede daardoor mijn Geestelijk Basis van dagelijks gebed en bijbel lezen. Langzamerhand maakten bidden en Bijbellezen steeds minder deel uit van mijn leven.

Na 10 jaar hard werken was ik genoodzaakt om mijn onderneming failliet te laten verklaren. Alles wat ik had opgebouwd en waar ik keihard voor had gewerkt was in één klap weg. Dan ben je voor je gevoel echt ‘terug bij af’!

Tineke en ik kwamen in een relatiecrisis terecht. Ik had nooit leren communiceren, laat staan gevoelens te uiten of te delen. Beide gelegenheden dat Tineke haar emoties/ gevoelens met mij deelde, ervoer ik dat vaak als een persoonlijke aanval. Dit resulteerde dan in een heftige explosie van boosheid van mijn kant, en dat is iets waar ik haar erg veel pijn mee heb gedaan. Zonder het te willen en vaak ook zonder me dat op dat moment bewust te zijn.

Tineke komt uit een gezin met een vader die zijn kinderen angst inboezemde, waardoor er thuis altijd een zekere mate van spanning was. En dankzij mij kwam die spanning van vroeger nu ineens tussen ons in te staan als we ruzie kregen.

Het was echt een “bijzondere” mix van de twee meest tegenstrijdige karakters die bij elkaar waren gebracht in een liefdesrelatie. Uit elkaar gaan was voor ons op dat moment geen optie. We besloten om met pastorale hulp en een relatietherapeut voor onze relatie te gaan knokken.

Wij wilden graag een gezin stichten met kinderen maar we raakten niet zwanger. Er was geen duidelijke medische reden te vinden voor het uitblijven van een zwangerschap. We besloten om medische hulp te zoeken en vele jaren van consultaties, onderzoeken en gesprekken volgden. En ja, wij hebben inmiddels twee prachtige kinderen van Hem gekregen.

Maar het hele proces van meer dan 5 jaar onzekerheid, het gevoel van “waarom overkomt dit ons?”, elke keer weer de spanning of het dan eindelijk deze keer gelukt was, dat hakte er emotioneel behoorlijk diep in.

Ook de onvrede die ik ervoer over mijn failliete onderneming bleef aanhouden. Ik had voor mijn gevoel gefaald. Hoe het voor mijn relatie met Tineke was zonder alle ruzies en alle materiële zaken die ik niet meer bezat, dat bleef maar aan mij trekken. Ik zocht allerlei uitvluchten door me in allerlei hobby’s te storten. Daar ging veel tijd en geld in zitten, maar het was een prima manier om mijn gevoelens van onrust te onderdrukken.

Ook kon ik maar niet aarden als werknemer bij een bedrijf. Ik was immers gewend om zelf de lijnen uit te zetten in plaats van orders te krijgen. Bij ieder bedrijf waar ik ging werken liep ik tegen van alles aan. Ik leerde heel snel, maar ik was ook weer snel uitgekeken en als de uitdaging weg was, dan werd ik weer rusteloos. Ik “hopte” dus van baan naar baan. Tot overmaat van ramp raakte ik binnen een jaar twee keer mijn baan kwijt door gedwongen ontslag. Dat knaagde nogal en ik voelde me eigenlijk wel mislukt.

En ongemerkt zat er steeds vaker iemand in mijn oor fluisteren: “Bob, ben jij wel een goede Christen?”.

En zo kwam ik uit bij een punt dat ik de controle volledig kwijt was, ik werd erg onzeker, durfde mij helemaal niet meer te uiten tegen mensen, ik was boos op alles en iedereen, en ik had zelfs de neiging om God de rug toe te keren. Ik wist simpelweg niet meer wie ik was…….

Ik moet eerlijk bekennen dat ik met lood in mijn schoenen een keer bij CR bent binnengelopen. CR was toch iets voor ‘losers’, watjes en zielige mensen? Het zal je duidelijk worden dat ik daar ondertussen wat anders over denk. Maar wat God in dat jaar voor mij heeft gedaan heeft tot rijke zegen geleid.

Ik heb langere tijd lief en leed gedeeld met een geweldige groep mannen. We hebben naar elkaar geluisterd, elkaar bemoedigd, soms elkaar ook gescherpt en met elkaar gebeden. En God heeft in die periode bij mij voor herstel gezorgd. En ik mocht ook waarnemen dat God zijn herstel werk deed in de levens van andere mensen… Het was genieten!

Ik heb tijdens het stappenproces in alle eerlijkheid mijn leven tegen het licht gehouden. Levens-inventarisatie noemen ze dat bij CR. En het was behoorlijk confronterend om alles wat ik al die jaren had weggestopt weer naar boven te halen.

Toen ik met CR begon, dacht ik dat mijn “pestverleden” de reden was van alle ontsporingen en blokkades. Maar na de enkele lessen over ontkenning en machteloosheid, kwam ik er achter dat het pesten niet de reden, maar juist de oorzaak was, waardoor er van alles in mijn leven verkeerd was gegaan. Het beeld wat ik had over mijn CR periode heb ik toen behoorlijk bij moeten stellen.

Het onderdeel “overgave” was voor mij een grote uitdaging. Want ik was een “trots” en “zelfstandig” individu . Ik had een flink ego. Waarom zou ik , iemand die zijn hele leven voor zichzelf had gezorgd, me er toe zetten om “het stuur” van mijn leven over te geven aan Jezus? Maar toen deze stap aan de orde was, was ik er helemaal klaar voor!

Dankzij CR heb ik in alle eerlijkheid, openheid en zonder schaamte durven kijken naar mijzelf. Alles heb ik uit mijn donkerste kamers gehaald om aan Jezus te laten zien en Hem de kans gegeven om mij te helpen met mijn herstel.

In de gesprekken die ik met mijn coach heb gehad, hebben we gesproken over mijn jeugd en over hoe het pesten mij gehard had en welk negatief effect dit had op mijn dagelijks leven.

En ja, natuurlijk als ik aan mijn jeugd terug denk ervaar ik nog steeds onprettige gevoelens. Want dat is en zal altijd een vervelende periode van mijn leven blijven. Maar ik heb mogen leren, dat ik vanuit genade leef in het hier en nu.

God is mij echt genadig geweest…. want Hij heeft mij de ruimte gegeven om mijn verleden te leren accepteren, die pestkoppen te vergeven en vooruit te kijken. Bovendien liet hij mij zien dat Hij mij wil gebruiken voor de toekomst. Mijn pijnlijke en negatieve ervaringen wil HIJ inzetten voor het doel wat HIJ voor ogen heeft met mijn leven. Dat is stap 12 van het programma, waar ik nu volop mee bezig ben.

Wat ik ook echt als een zegen ervaar is dat ik dankzij CR “sensoren” heb gekregen waardoor ik nu direct in de gaten heb wanneer het weer verkeerd dreigt te gaan. Want mijn herstelproces zal waarschijnlijk mijn hele leven gaan duren. Ik ervaar dit echt als een cadeautje van God waarmee ik mijzelf scherp kan houden. Dat had ik echt nodig!

Dankzij CR kunnen Tineke en ik eindelijk praten met elkaar zonder dat ik mij direct aangevallen voel en we kunnen nu gesprekken van hart tot hart met elkaar voeren. Het afgelopen jaar zijn we ook voor het eerst mee geweest als leiding tijdens een jonggehuwden weekend van onze kerk. Dus wij (die zoveel problemen hebben gehad) mogen nu met anderen delen vanuit onze ervaringen en wat er wellicht aan bijdraagt dat problemen in het huwelijk van een ander worden voorkomen.

In mijn werk en in de persoonlijke omgang met mensen heb ik dankzij CR meer rust gevonden. Waar ik voorheen altijd achterdochtig was als mensen met mij wilden praten, durf ik nu meer open en transparant te zijn. En ja, natuurlijk komt het nog wel eens voor dat ik een discussie heb. Maar in tegenstelling tot vroeger durf ik nu wel achteraf naar diegene toe te gaan en het uit te praten in plaats van mijn “trots” te laten bepalen wat ik doe.

Dus ja, mijn gevoel van minderwaardigheid, persoonlijk aangevallen voelen en de onzekerheid komen soms weer naar boven en dat is niet fijn. Maar ik heb nu de hulpmiddelen in handen die mij altijd kunnen helpen op die momenten als het wat minder met mij gaat.

Ter afsluiting wil ik een vers uit het bijbelboek Spreuken met jullie delen wat in een enkele zin samen vat waar mijn CR periode voor een groot deel om draaide.

Het is Spreuken 28 vers 13 en daar staat:

“Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen, maar wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving”.

Na mijn CR periode heeft onze coördinator mij gevraagd of ik CR- gespreksleider wilde worden. Van alles wat ik heb geleerd in mijn CR-periode zijn er twee dingen die ik graag met u wil delen en waar ik “mijn mannen” ook altijd toe uitdaag:

Als eerste: “Houd vol en betrek God in iedere stap die je neemt.
Als tweede: “Lees dagelijks Zijn Woord en wees trouw in je gebeden”.

Herstellen doe je niet eventjes; CR is geen marathon. Het gaat stapje voor stapje. Toen ik het zwaar had, heb ik zelfs op het punt gestaan om op te willen geven. En toen zei één van mijn open-deelgroepleiders tegen mij: “Bob, in het dal daar groeien de mooiste bloemen” en deze woorden heb ik voor altijd in mijn geheugen gegrift.
Want juist wanneer je het zwaar hebt geeft dit, wanneer je het toelaat, God de mogelijkheid om je te vormen en te veranderen naar het beeld wat Hij met jou voor ogen heeft.
Dank u dat u naar mijn Persoonlijk Verhaal hebt willen luisteren en aan Hem alle eer.

Herstellende van pestgedrag, pijn, verdriet, afwijzing en angst.

Mijn naam is Tamara*. De meesten kennen mij nu zo langzamer hand wel.
Ik ben opgegroeid in een disfunctioneel gezin en ben herstellende van pestgedrag, pijn, verdriet, afwijzing en angst.

Mijn kinderen leerde ik om dingen waar ze mee zaten niet in een dekenkist te gooien er op te gaan zitten.
Want er komt een moment dat je moet plassen. En dan ga je van de dekenkist af, floep open…. Nnneeee, nee alles er weer gauw in en er gauw weer op zitten.
Maar je wil er toch wel eens vanaf: om iets moois te zien en te ontspannen.
Tja.. en dat wil dan niet! Maar ondertussen zat ik zelf op die dekenkist en bleef er zelf nog wel het meest op zitten.

Als kind ben ik op de lagere school echt heel veel gepest. Ik werd vaak aan een boom vast gebonden en mijn rug werd blauw geslagen. Ik had geen vriendinnen en verjaardagsfeestjes waren voor mij niet weg gelegd. Daardoor werd ik een einzelgänger en voelde me afgewezen. Ik ben niks, ik zie er niet leuk uit, ik kan niks en ga zo maar door.
Die overtuiging beïnvloedde ook mijn school keuze…….

Tussen mijn ouders ging de relatie ook niet meer al te best. Ik werd tussen hen beiden als spreekbuis ingezet en liep van het hok(vader) naar de keuken (moeder) en weer terug.
Voor mij was flauwvallen de makkelijkste optie om aandacht te trekken. Mijn ouders waren dan lief voor elkaar en alle zorg en liefde was voor mij. (al deed ik dit toen der tijd zeker niet bewust)
Mijn moeder liet mij opnemen en ik belandde in de daaropvolgende jaren in diverse tehuizen, heb nachten in een isoleercel doorgebracht. Daar was het koud, stil en leeg.
Ik voelde me afgewezen door mijn moeder, weg gestopt.
Uiteindelijk heb ik mijn school niet afgemaakt. Opnieuw een bevestiging dat ik waardeloos was. Zie je wel, ik kan toch niks!
Ik verlegde mijn pijn en liet mij (achteraf) verleiden door valse liefde.

In mijn verkeringstijd ging ik dingen doen die ik voor mijn gevoel gemist had.
Ik dacht dat het bij het leven hoorde. Je moet het allemaal meegemaakt hebben.
Deze Liefde bestond uit seks, mannen en geld toe, hoe simpel kan het zijn.
Maar dit was valse liefde. Ik verloor mijn eigenwaarde steeds meer en meer.
Ik hield er andere normen en waarden op na, dan die ik diep van binnen had en van huis uit had meegekregen.
Inmiddels waren er kinderen en ik voelde me smerig.
Ik stopte met mijn activiteiten en verlegde weer mijn pijn, maar het hielp niet.

Wat een narigheid had ik mee gemaakt, dat waren Boek delen…… .
Ik ging op zoek naar ….. Naar iets…. God…. Er was voor mijn gevoel maar één weg: Bidden,…. God.
Ik kreeg een vriendin, kwam weer in de kerk, liet me dopen ..… en ging aarzelend naar Celebrate Recovery
Dit vond ik wel moeilijk, omdat ik wist dat er dan wat zou gebeuren. Als ik daaraan deel zou gaan nemen zou ik gaan veranderen was mijn overtuiging. (Die bleek later te kloppen )
Wilde ik dat wel; was het niet beter om alles weg te stoppen?
Maar toen….. wat was kinderen opvoeden moeilijk. Ik wilde ook mijn kinderen wegstoppen, ze waren onhandelbaar. Laat een ander het maar doen. Ik kan het niet.
Ik voelde weer wat ik vroeger voelde. Bang dat ik zou falen,….. Angst…. om afgewezen te worden… Steeds maar weer handelen uit angst…… En eigenlijk geen beslissingen durven te nemen. Bang dat het de verkeerde beslissingen zouden zijn.

Hoe moeilijk het ook was, ik koos er voor om mijn kinderen niet af te wijzen. Maar ze lief te hebben in voor- en tegenspoed en ze groot brengen samen met God, met God als Vader.
Soms als er iets mis ging met de kinderen (niet op bed willen)… dan bad ik tot God en zei ik: Heer:.. Treed u eens even op. Geef ze een schop onder de kont.. doe iets. Het moet nu gebeurd zijn…. En dan draaide ik me om en liet het aan God over. Niet zelden was het 10 minuten later stil; God trad op! . Wauww….Hij bestaat echt, hier kan ik niet tegen op.
Ik ben God hier heel dankbaar voor.

De kinderen die vroeger bij mij in de klas zaten, herken ik niet meer nu ze volwassen zijn. Ik heb ze verbannen uit mijn leven. Velen zijn nu ook vader en moeder en hebben zelfs kinderen op de school waar mijn kinderen naar school gaan. Ik loop ze straal voorbij, ik ken ze niet meer.
Kent u het programma nog: wie is mijn pester….(of zo iets……)
Nou, is niet voor mij weg gelegd… mooi niet.. Maar ik heb wel gebeden: God, waarom… ik begrijp het niet… … waarom,… waarom…. Zeiden ze maar sorry…..
Op een dag ben ik op de boerderij bij de paarden. Er komt een mevrouw met dochter binnen lopen. Haar dochtertje behoorde tot de poetsdames van de boerderij. De mevrouw was duidelijk haar moeder, die mij schaapachtig aan zat te kijken.
Ik klets honderd uit, ben spontaan…. niets vermoedend… Tot ze zei, wie ze was ……… ik stond stijf aan de grond genageld…… Slik…. Ik zei niks meer… en ging door met mijn werk.
Haar dochtertje mocht even pony rijden en ik hield toezicht….dus ging ik daar op een bankje zitten langs de bakrand. De moeder kwam naast me zitten….
Deze moeder had vroeger bij mij in de klas gezeten en was één van mijn voormalige pesters.
Ze zei:….... Het spijt mij zo voor wat wij jou hebben aangedaan…. Ik reageerde heel nors: Nou dank je wel…. Door jullie toedoen ben ik naar een verkeerde school gegaan. Jullie hebben mij ongekend pijn gedaan, wat ik nooit heb begrepen.
Ze vertelde haar verhaal : hoe dit tot stand was gekomen en hoe het van kwaad tot erger werd. En de hele klas ging hier in mee, bang voor die ene jongen.
Alles was te doen om mijn naam: …… Ze hadden me nog niet eens gezien, wisten niet wie ik was….. Maar de grondslag was gelegd. Ze vertelde ook dat ze mij wel eens bespioneerde als ik naar een paard ging.. Ze was jaloers, dat ik dat soort dingen deed. Ik had dit nooit gemerkt. Ze zag me later veel bij school staan en vertelde me dat er meer ouders bij stonden uit diezelfde periode. Ik zei haar die niet meer te herkennen. Ze vertelde me ook hoeveel verdriet zij hier van heeft gehad en dat ze bang was, mij dit nooit te kunnen vertellen. We hebben samen gehuild en ik heb haar een knuffel gegeven, en vertelt dat deze woorden mij zo goed doen, dat het voor alle anderen er niet meer toe doet en ik heb het haar vergeven.
Terwijl ik de principes van CR leerde, kwam ik gaandeweg verder in mijn herstel proces.
Het was niet altijd makkelijk; het invullen van de vragen in de deelnemersgidsen was emotioneel gezien soms best pittig.
En ik voelde dat ik mijn vieze kleren uit moest trekken en mijn schaamte kwijt moest raken.
Mijn pijn en verdriet, mijn afwijzing, mijn angst.
Alhoewel ik nooit mijn narigheid aan de grote klok durfde te hangen vond ik het niet moeilijk om de dingen aan God te vertellen. Ook had ik een coach gevonden waar ik mee durfde te spreken.
Maar ondanks dat, bleven er dingen op mijn lippen liggen. Die ik nog niet durfde te delen,,
Er was nog maar één persoon waar ik het aan zou durven te vertellen; mijn vriendin.
En dat heb ik gedaan. Wat heb ik jammerlijk gehuild…. Wat voelde ik opnieuw die pijn.
Het koste me een dag om mijn lippen te legen. En na afloop zei ik huilend…. Nu wil je zeker niet langer mijn vriendinnetje zijn. Maar die afwijzing kwam er gelukkig niet.
Ze was juist blij,…. En ze drukte dat met warme woorden uit: nu begrijp ik je gewoon veel beter….
Wauw, Wat een liefde heeft zij voor mij….

Ik heb mij altijd vast gehouden aan de Bijbeltekst 1 Kor 10: 13
Het gaat over beproeving en hoeveel je aan kunt:
De beproevingen die u hebt ondergaan, zijn niet ongewoon. God is trouw. Hij zal ervoor zorgen dat de beproevingen u niet te veel worden. Hij zal ook een uitweg uit de beproevingen geven, zodat u er tegen opgewassen bent.

Laatst hoorde ik een studie over Passie.
En ik kreeg het op mijn hart om meer met Coachen te gaan doen.
Paarden coachen, mensen coachen het maakt allemaal niet uit. Het komt voor een deel op het zelfde neer.
Hoe dit een invulling gaat krijgen laat ik aan God over.

Bij CR heb ik de tools geleerd, hoe ik beter met moeilijke situaties om kan gaan. Het was geen gemakkelijk proces, soms heb ik geneigd om te stoppen. Maar wat ben ik blij dat ik dat niet heb gedaan. Het zou me opnieuw tot een looser hebben gemaakt. En nu merk ik, dat ik verder kan met mijn leven. Ik leef vanuit Gods Kracht en wil dienen vanuit mijn ervaring.
Dat is de laatste van de 12 stappen…

Laatst las ik ergens iets waarbij het coachen opnieuw volop aan bod kwam
Het leek wel een bevestiging. Ik wil dan ook graag een coach zijn voor nieuwe deelnemers aan CR. Ik ben dankbaar dat ik deze genade van God mag ontvangen.
Mijn blijdschap, mijn vreugde, mijn geluk, dat is allemaal gebaseerd op Gods passie voor mij!

Ik wil iedereen bedanken die dit CR programma mogelijk hebben gemaakt.
Ik wil mijn Coach bedanken voor het geduld en liefde die ze voor mij had tijdens dit proces.

En ik wil eindigen met een zelfbedachte vraag zoals ook elk hoofdstuk in de uittrekselmap eindigt: Ik heb zelf ontdekt, wanneer ik niet meer kan, dat God het dan overneemt. Hoe ervaren jullie dat?

*Tamara is een gefingeerde naam

Hersteld van geestelijke en lichamelijke mishandeling, minderwaardigheidscomplex, codependency en zelfhaat

Mijn naam is Gerda, ik ben 42 jaar oud, en hersteld van geestelijke en lichamelijke mishandeling, een
minderwaardigheidscomplex, codependency en zelfhaat.

Ik ben inmiddels 24 jaar getrouwd, moeder van 5 kinderen, twee meisjes daarvan zijn als baby overleden. De oudste is na een voldragen
zwangerschap van 42 weken op 6 dagen overleden aan de gevolgen van een ernstige
zwangerschapsvergiftiging. Ons derde kindje is na een zwangerschap van bijna 5 maanden overleden.
Wij mogen nu zorgen voor onze zoon van 22 die sinds een paar maanden met zijn vriendin
samenwoont en voor onze dochter van 19 en onze zoon van 10. Zij zijn met elkaar één van de meest
waardevolle geschenken die ik in mijn leven mocht ontvangen.

Er is zoveel in mijn leven gebeurt, dat het best pittig was om alles op een rijtje te krijgen. Nu ik
dankzij Gods genade mijn leven weer bijna op de rit heb, vind ik het nog steeds moeilijk om te
omschrijven waar ik allemaal van hersteld ben.

Het grootste wonder wat ik mocht meemaken is dat ik Jezus Christus echt heb leren kennen en dat
mijn relatie met Hem vernieuwd is. Die vernieuwde relatie die ik nu mag ervaren heeft hele grote
gevolgen gehad. Ik ben nu hersteld of bijna hersteld van de gevolgen van geestelijke en lichamelijke
mishandeling, seksueel misbruik en het verlies van onze dochters.

Deze gebeurtenissen hebben diepe sporen achtergelaten in mijn leven. Ik heb lange tijd gedacht dat
de schade, die daarvan het gevolg was, onherstelbaar zou zijn. Gedurende vele jaren voelde ik me
heel erg onzeker, afgewezen en eenzaam. Ik had besloten om mezelf te beschermen. Daarom had ik
me afgesloten van de buitenwereld en worstelde met een minderwaardigheidscomplex, een heel
laag zelfbeeld, please-gedrag en codependency. Dat laatste in het bijzonder naar mijn moeder toe.

Het was zelfs zo ver gekomen dat ik van mening was, dat ik het niet waard was om op deze wereld
een plek in te nemen. Ik had immers geen toegevoegde waarde; ik was voor mijn gevoel overbodig.
Dat had dus een stevige depressie tot gevolg. Worstelend met negatieve gevoelens en negatieve
gedachten liep ik regelmatig rond met de vraag hoe ik het beste een einde aan mijn leven kon
maken. Het bleef niet alleen bij denken; ik heb diverse pogingen ondernomen. Achteraf weet je het
allemaal niet meer zo precies, maar het is nooit gelukt, want dan had ik hier natuurlijk niet gestaan.
Misschien waren mijn pogingen wel een schreeuw naar aandacht en liefde naar mijn ouders toe en
voornamelijk naar mijn moeder.

Tot vorig jaar heb ik enorm met dit probleem geworsteld, ik kon niet van mijzelf houden. Ik was
ervan overtuigd dat ik het ook niet waard was om geliefd te zijn. Luisterend naar de mensen om mij
heen kreeg ik langzamerhand de overtuiging dat alles wat mij overkomen was, mijn eigen schuld was.
Als je iets maar vaak genoeg hoort van je omgeving dan word je bijna gehersenspoeld. In die periode
was ik me daar nog niet zo erg van bewust, later werd me wel wat duidelijker hoe deze gedachten bij
mij waren binnengekomen.

Vandaag sta ik hier om jullie mee te nemen achter de schermen van mijn leven, zodat jullie een blik
kunnen krijgen in mijn verleden. Niet omdat ik daar trots op ben. Integendeel. De reden dat ik het
vertel is omdat ik graag wil laten zien dat er bij God geen hopeloze gevallen zijn. En dat, hoe diep je
ook in de put zit, Hij altijd in staat is om je eruit te halen en je de vrijheid terug te geven.

Maar eerst wil ik graag iets heel belangrijks vertellen voordat ik mijn PV ga delen: vandaag sta ik hier
niet om mijn ouders of degenen die mij pijn hebben gedaan te veroordelen, of negatief af te
schilderen. Want ik ben ervan overtuigd dat wat zij mij hebben aangedaan mede een gevolg is van
hun eigen beschadigde leven. Ook zij zijn het product van hun eigen omgeving. En hebben de pijn die
zij in hun jeugd en opvoeding hebben geleden weer door-geprojecteerd op anderen. Daarom is mijn
gebed dat jullie na mijn Persoonlijk Verhaal NIET negatief over hen gaan denken.
Ik vind het niet zo makkelijk om over mijn ouders te spreken; ondanks wat er in mijn leven is gebeurd
heb ik altijd heel erg veel van hen gehouden. In 1972 werd ik geboren als 5de kind van mijn vader en
moeder. Toen een aantal jaren later hun gezin compleet was, waren het er 11. Ik heb 5 broers en 5
zussen, waar ik overigens stapelgek op ben! Maar ook zij zijn (net zoals ik) opgegroeid in een
disfunctioneel gezin; met name de oudste zes broers en zussen hebben veel van mijn ervaringen ook
meegemaakt. Zij hebben in diezelfde periode ook te maken gehad met geestelijk en of lichamelijk
misbruik.

Maar ondanks dat wij hetzelfde verleden delen, betekent dat niet dat zij dezelfde emoties hebben
gekend als ik. Ik ben tot de ontdekking gekomen dat de gebeurtenissen bij ons allemaal een
verschillende uitwerking tot gevolg heeft gehad. De manier waarop we het beleefd hebben is
verschillend; de invloed die het in ons latere leven heeft gekregen was ook verschillend. Misschien is
dat wel een gevolg van het feit dat we allemaal verschillend zijn en dus allemaal op een andere
manier omgaan met de pijn in ons leven. We hebben allemaal onze emotionele pijn meegekregen en
we zijn daar vervolgens dus ieder ons eigen weg mee gegaan. Ik deel iets over de gevolgen die de
gebeurtenissen uit het verleden hebben gekregen in mijn leven.

Mijn moeder werd in 1950 als tweede dochter geboren in een streng gelovig gezin van een gezin wat
later 11 kinderen telt. Zij was op haar 16de zwanger geraakt van mijn vader die uit een ongelovig en
gescheiden gezin kwam. De keuze om met hem te trouwen had tot gevolg dat zij later een moeizame
relatie met haar ouders heeft gehad.

Mijn ouders kenden ook een leven van misbruik en of mishandeling in hun jeugd, door hun eigen
ervaringen hebben zij ons weer geestelijk, emotioneel en lichamelijk beschadigd. Daarom heb ik het
hen ook nooit echt kwalijk kunnen nemen. Mijn moeder heb ik altijd gezien als een vrouw die
geestelijk niet verder ontwikkeld was dan een 13 jarige. Dat was de leeftijd dat ze van school werd
gehaald om haar verantwoordelijkheid op zich te nemen in het gezin en als 16-jarige werd ze zelf
moeder en stond ze er alleen voor, zonder ouders: eenzaam en afgewezen.

Op haar 24ste was ze moeder van 6 kinderen, de bevalling van mijn 1 jaar oudere zus ging niet goed,
hierdoor heeft mijn moeder kritiek gelegen en dachten ze dat de baby al overleden was.
Na de geboorte van deze zus kregen ze het advies om geen kinderen meer te baren, maar daarna
ben ik geboren en na mij nog 6 andere.

In die moeilijke periode is mijn vader tot geloof gekomen en heeft hij zich met de kinderen laten
dopen. Hij werd in 1947 geboren als oudste van een gezin van 3 kinderen. Zijn ouders besloten op
jonge leeftijd te scheiden en zijn beide ouders stierven relatief jong: 54 en 55 jaar.

Mijn vader was een zeer harde werker voor zijn vrouw en kinderen, maar zijn verleden en zijn
huwelijk zorgden er voor dat hij veel troost vond in de alcohol. En ook hier zorgt de alcohol dat er
meer kapot gemaakt werd dan je lief is . Ruzies waren schering en inslag. De alcohol werd op een
bepaald moment verstopt en het drinkgedrag werd voortgezet, maar dan stiekem. Onze ouders
waren beiden zelf slachtoffer van misbruik en / of mishandeling. Maar helaas leidde dat niet tot een
ander leven maar werden zijzelf daders van dezelfde handelingen die zij als kind hadden moeten
ondergaan. Later heb ik me gerealiseerd dat alles wat er is gebeurd al vanaf het begin van mijn leven
de vertrouwensband met mijn ouders kapot heeft gemaakt. En ook de vertrouwensband die je zou
moeten hebben met familieleden.

Mijn relatie met mijn moeder is een zeer moeizame relatie geweest, ik heb enorm veel van deze
vrouw gehouden, maar tegelijkertijd was ik ook heel bang voor haar en had ze een grote macht over
mij. Ik wilde niets liever dan er met heel mijn wezen voor haar zijn en wilde haar absoluut geen
verdriet doen. Mijn moeder kende mijn zwakte en angst; van deze houding heeft ze tot haar dood
toe misbruik gemaakt.

Wij werden later ook gehersenspoeld met uitspraken dat het misbruik onze fout was, wij waren
immers gewillige kinderen die hiernaar opzoek waren. En dat op een leeftijd waarin wij peuters en
kleuters waren.

Dit heeft een grote invloed in mijn hele denkwijze, mijn emotionele leven, mijn geloofsleven en mijn
seksueel leven gegeven. Wij zijn van huis uit altijd naar reformatorische scholen gestuurd, hierdoor
moesten wij psalmen uit ons hoofd leren en zongen deze veel, zowel op school als in de kerk. Op
mijn 4de kreeg ik een liefde voor psalm 27 in het bijzonder vers 7 berijmd.

Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven
Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven?
Ik was vergaan in al mijn smart en rouw.

Deze psalm is later een rode draad in mijn leven geworden, daar hoop ik straks nog wat meer van te
mogen vertellen.
Ik heb mijzelf vanaf mijn 4de altijd slecht en vies gevonden, de gebeurtenissen heb ik hierdoor ook
heel ver weggestopt. Ik heb het misbruik naar mijzelf altijd ontkend. Ik wilde niet aanvaarden dat het
gebeurde, nog minder dat ik ertoe gedwongen werd. Eigenlijk wilde ik een normaal leven en dat
zwarte gat helemaal afsluiten. Nog steeds weet ik niet meer hoe alles precies in elkaar stak.

Wel staat mij helder voor ogen dat ik mezelf altijd schuldig heb gevonden. Ik zag mijzelf ook als de
dader, want ik had mijn moeder teleurgesteld maar bovenal had ik mijn Hemelse Vader teleurgesteld
er was dus geen weg meer terug voor mij.

Mijn moeder manipuleerde mij regelmatig. Als ik iets niet wilde doen dan vertelde ze mij dat ik blij
moest zijn als ze straks nog leefde en niet in het trapgat hing. Hierdoor ging ik please gedrag of co
dependent gedrag vertonen naar haar. Ik aanbad haar, wilde alles voor haar doen, zodat zij zich nooit
van het leven zou beroven. Als ze huilde dan troostte ik haar altijd liefdevol, bracht een glas water en
droogde haar tranen. Ze gaf me hierdoor een groot schuld gevoel, ik ging mijzelf haten, maar niet
alleen mijzelf ik ging ook mijn vrouw-zijn haten…

Op 13 jarige leeftijd begonnen de vrouwelijke hormonen op te spelen en kreeg ik borsten. Ik was zo
verliefd op een jongen uit mijn klas en ik was de koning te rijk dat ik een blauwe maandag verkering
met hem had. Het ging uit omdat hij alleen verkering met mij wilde als hij aan mijn borsten mocht
zitten. Daar ben ik zo van overstuur geweest dat ik pogingen had gedaan om mijn borsten te
verwijderen, ik haatte ze. Ik haatte mijn hele vrouw zijn, want mannen wilden immers alleen maar je
lichaam en zagen geen innerlijke schoonheid. En daarachter speelde een nog grotere angst: stel dat
ik er aan toe zal geven, dan heeft mijn moeder gelijk met haar uitspraak dat ik een viespeuk was.

Van de weersomstuit ging ik mij nog meer als een jongen gedragen. Ik ben altijd ondanks mijn
verleden een persoon geweest die enorm veel van de mensen kon houden, helemaal van mijn
vriendinnen. Dat geluk of die blijdschap daar kon mijn moeder schijnbaar moeilijk mee omgaan. Als ik
vol blijdschap of trots over mijn buurvrouwen sprak omdat ik een compliment kreeg voor het
oppassen, dan reageerde ze met de opmerking dat ik maar bij hen moest intrekken. Later vertelde
mijn moeder mij dat deze buurvrouwen altijd kwaad over mij spraken en nam ik afstand van deze
mensen, met veel pijn in mijn hart want ik hield oprecht van hen! Als ik close was met mijn
vriendinnen en daar positief over sprak, dan was haar reactie en van anderen dat ik lesbisch was en
dit zorgde ervoor dat ik tot ver in mijn huwelijk last kreeg van een identiteitscrisis. Want ik hield echt
heel veel van mijn vriendinnen, dus mijn moeder zal wel gelijk hebben. Het kwam geen moment in
mij op, dat mijn moeder wel eens kon liegen tegen mij vanuit een jaloezie.

Toen ik 15 jaar was begon ik steeds meer overspannen te raken, ik had mijn moeder zoveel verdriet
aangedaan dat zij zelfs overwoog om uit het leven te stappen. Mijn optie was dat ik beter uit het
leven kon stappen want ik had niemand wat te bieden, in die periode voelde ik me zeer eenzaam.
Ondanks dat ik een groot gevoel voor humor en veel vriendinnen had.

Over de thuissituatie kon ik niet met vriendinnen spreken want daar stond een pak slaag op. Als je
emoties toonde dan werden die emoties de kop ingedrukt, want niemand mocht immers weten of
een vermoeden krijgen wat er thuis afspeelde.
Mijn gevoelens raakten aardig in de knoop wat mocht ik wel en wat mocht ik niet voelen. In het
geloof stond ik er alleen voor, mijn liefde voor God (ondanks mijn angst voor Hem) was zeer groot.
In die periode heb ik diverse pogingen gedaan om uit het leven te stappen of ben ik weggelopen van
huis. Ook hiermee werd ik in mijn latere leven geconfronteerd door vernederingen. Als iets mij niet
zinde dan was het gelijk, kijk uit straks loopt ze weg of maakt ze er een eind aan, ze heeft last van
zelfmoordneigingen.

Mijn vader sloeg ons bij tijd en wijle hard, in mijn beleving vaak met aansporing van mijn moeder. Als
ik alleen met hem was dan was het een lieve zachtaardige man, die trots op zijn kinderen was. Op
mijn 18de zag ik nog maar één uitweg en dat was trouwen met mijn huidige man.
Het was een pure vlucht omdat ik van binnen aan het sterven was. Vrij snel na onze huwelijksdag was
ik zwanger van onze eerste dochter, een moeilijke zwangerschap, geestelijk en lichamelijk. Mijn
lichaam werd steeds zieker en geestelijk had ik het moeilijk omdat 3 van mijn zussen niet meer thuis
kwamen en mijn zus mijn vader in die tijd bij de politie had aangegeven voor misbruik.

Deze aangifte heeft de relatie in het gezin verder verstoord en heeft ons allemaal heel veel verdriet
gedaan. Ik probeerde altijd de vrede te bewaren in ons gezin en mijn zussen te verzoenen met mijn
ouders. Onze oudste dochter werd geboren na 42 weken zwangerschap, tijdens de persweeën zakte
haar hartslag weg en werden wij in onze auto gezet om met spoed naar het ziekenhuis te rijden.
In mijn beleving was het een monsterlijke bevalling waarin ik het gevoel had alsof ik geen mens maar
een beest was. Na een uur alleen op de verloskamer te hebben gelegen kwamen zij mij hechten en
vertellen dat onze dochter stabiel was voor overplaatsing naar het Sophia kinderziekenhuis.
Mocht ik nu huilen? Mocht ik mijn emoties of gevoelens tonen? Ik belde onze ouders op, mijn man
was daar niet toe in staat. We gingen een zware tijd in met mijn ouders: ruzies, gevechten en
gevoelens van onmacht wisselden elkaar af. Ondanks de pijn en het verdriet waren het 6 Goddelijke
dagen waarin wij voor haar mochten zorgen, met haar mochten zingen en bidden.
Toen ze stierf hebben wij in diezelfde nacht mogen zingen psalm 138: 4

Als ik, omringd door tegenspoed,
Bezwijken moet,
Schenkt Gij mij leven;

In deze dagen kon ik weinig troost en steun vinden bij mijn moeder. Op de dag van de begrafenis liep
ze niet naast mij, maar naast de andere twee zussen die niet meer thuis kwamen. Mijn andere zus
die niet meer thuis kwam was niet aanwezig omdat zij hoogzwanger was en 3 weken na mij beviel
van een zoon. Daar stond ik gevoelsmatig alleen aan de poort van de begraafplaats, mijn man had in
zijn armen het kistje met onze dochter, mijn moeder in de armen van mijn zussen, mijn vader aan de
hand van mijn 5 jongste broertjes en zusjes die toen een leeftijd hadden tussen 4 en 13 jaar.

Mijn broer merkte op dat ik daar alleen stond en droeg mij als het ware over het graf heen. Tijdens
het sterven van onze dochter ontving ik in mijn hart de woorden: “Verkondig al mijn heerlijkheden
onder de mensen.” En verhard u niet maar laat u leiden!

Ik voelde me zo gesterkt door Christus en ondanks het verdriet zat er ook een ongekende blijdschap
in mij: Christus was nog zo goed voor mij. Familieleden en kerkgenoten konden niet goed overweg
met mijn getuigenis. Velen hoorden me niet aan of gingen me verbeteren: “Ach je bent nog jong, dan
kan God niet in je werken, eerst levenservaringen opdoen meid!”

Vanuit de Liefde van God was dit verlies en gemis te dragen, hoe vreemd dit ook kan klinken, het werd
een zware weg door het gedrag van de mensen.

Na het overlijden van onze dochter vertelde ik voor het eerst aan mijn man wat er in ons gezin was
gebeurd over het misbruik; een tamelijk onschuldig voorval wat plaats vond toen ik vier jaar was. Hij
walgde van mij en dat trok diepe wonden in mijn emotionele leven. Ik vereenzaamde ook in mijn
huwelijk, 13 maanden later beviel ik van onze zoon, en daarna verloor ik ons derde kindje, twee jaar
later werd onze jongste dochter geboren en kort daarna kreeg mijn man een auto ongeluk waardoor
ik ook nog een ‘volwassen kind’ moest verzorgen.

Tien jaar later werden wij verblijd met de geboorte van onze jongste zoon, die in mijn leven rust en
vertroosting bracht. Het leek wel of ik opdat moment alles kon loslaten en accepteren, ik kreeg weer
vertrouwen in het leven. Na het auto ongeluk van mijn man raakte hij zijn baan kwijt en zijn wij een
eigen bouwbedrijf gestart; dit liep zo goed dat wij mijn hartsvriendin en haar echtgenoot erbij
hebben betrokken zodat zij het ook goed konden krijgen.

De afgelopen 4 jaar waren hele zware jaren voor mij. Dat begon met het
- overlijden van mijn moeder waarbij het ons niet werd toegestaan om afscheid van haar te
nemen.
- Onze hartsvriendin en haar man die wij in ons bedrijf hadden betrokken bedroog ons en liet
ons berooid achter.
- Onze zoon kwam in een zware depressie terecht,
- onze dochter die worstelde met de gezondheid van haar hart en op de intensive care terecht
kwam,
- onze jongste zoon die 3x in een jaar geopereerd moest worden,
- rechtszaken om het bedrijf overeind te houden wat uiteindelijk niet lukte
- en het overlijden van onze goede vriend op 45 jarige leeftijd

Ik heb een lange adem en kan veel hebben maar vorig jaar werd het mij teveel,
- ik voelde me eenzaam in het gezin,
- ik kwam tot de ontdekking dat ik door mijn emotionele schade ongewild mijn kinderen ook
schade had toe gebracht door altijd het goede voor ze te willen doen, ze te overladen met
cadeaus ze alles uit handen te nemen en ze als prinsen en prinsessen te behandelen,
- ik diende mijn kinderen, ik diende mijn man en cijferde mezelf steeds weg.

Later heb ik me heel vaak afgevraagd wat had ik anders bij mijn ouders kunnen doen, zodat deze
gelukkig konden zijn. Ik niets heb kunnen vinden, waar ik als kind een grote invloed op had kunnen
hebben door mijn eigen gedrag.
Maar in mijn huwelijk en vriendenkring daar heb ik eerlijk moeten bekennen dat de schade uit mijn
eigen leven wel gevolgen heeft gehad. Het heeft er o.a. voor gezorgd dat ik onbewust in de
opvoeding van mijn kinderen emotioneel gehandeld heb, door alles voor ze te doen en ze alles te
geven. Ik heb hen onbedoeld en onbewust daardoor van een stukje eigenverantwoordelijkheid
beroofd.

Tijdens de periode van de depressie van onze zoon en zijn therapie, ging ik mij dat steeds meer
realiseren: ik ben geen perfecte moeder, en door mijn liefde voor hen en mijn persoonlijke
beschadigingen heb ik toch wat steken laten vallen. Mijn leven had op een bepaald moment geen
waarde meer voor mij en ik raakte wat gedeprimeerd door al die jaren op mijn tandvlees te lopen.
Altijd maar hollen voor anderen. Altijd maar zorgen dat zij zich goed zouden voelen. Opnieuw was ik
in codependent gedrag vervallen.

Ik ben trots op mijn gezin en ook dat we dit openlijk mochten bespreken met elkaar, het verleden is
niet meer terug te draaien, maar we mogen wel uitzien en werken aan en naar de toekomst.

Begin februari 2014 nodigde mijn vriendin mij uit voor Celebrate Recovery, dat moest ik maar eens
proberen! Ik kwam daar de tweede avond binnen, een avond waarop de deelgroepen voor het eerst
bij elkaar kwamen. Ik zou gelijk met haar meelopen en net doen of ik de eerste keer ook was
geweest, zodat ik niet naar de “nieuwkomersgroep” hoefde en wij samen in ieder geval verzekerd
waren van een plaats in dezelfde groep.
Wat was ik die eerste keer bang, de angst om bekeerd te worden of dat ze me een kamer in zouden
trekken voor gebed. Ten diepste was mijn angst dat ik emotioneel zou worden of er gevoelens naar
boven kwamen die ik al heel lang verstopt had.

Ondanks mijn angst vooraf voelde het aan alsof ik thuis kwam, er was en is nooit een moment
geweest dat ik me teveel of te dik voelde. Sterker nog: door CR te volgen kwam ik er achter dat ik
een emotie-eter was, door dat te erkennen ben ik in dat jaar 22 kilo afgevallen.

Door trouw de bijeenkomsten te bezoeken kreeg ik steeds meer een welgemeend verlangen naar
Christus. Het verlangen om Zijn Heerlijkheid onder de mensen te verkondingen kwam weer helemaal
terug.
Psalm 27 vers 7 ging ik beter verstaan, want inderdaad als ik niet had geloofd in de genade van
Christus dan had ik mijn zelfmoord doorgezet en had ik er nu niet zo bij gestaan. Maar ook psalm 138
heeft dit jaar een bevestiging in mijn leven gekregen. In het diepste van mijn leven gaf God mij weer
Het Leven! Ik mocht herstellen in de Liefde voor Christus en in die Liefde ben ik hersteld of nog
herstellende van mijn verleden en laag zelfbeeld.

Mijn verleden, mijn leven is nu geen last meer maar een lust geworden, het klinkt bizar maar ik mag
het uit genade zo zien, dat het een eer is om met Christus te mogen lijden, in Christus te mogen
vergeven en dat kan alleen door Christus omdat Hij mij heeft geholpen om mijn vijanden te zien
vanuit Zijn perspectief. Ik werd overladen door liefde en was in staat om voor ze te bidden en ze te
vergeven en ze te zegenen met de liefde van Christus.

Tijdens mijn avonden op Celebrate worden de 12 stappen vanuit de Bijbel voorgelezen en thuis
werken wij door 4 boekjes heen. Het eerste boekje was gericht op zelfonderzoek. Deze vond ik het
moeilijkste maar ik ben dankbaar dat ik dit boekje heb mogen doorlopen. Mede hierdoor heb ik een
helder beeld gekregen van wat er gebeurd was en heb ik mijn identiteit in Christus mogen vinden. Ik
was al gedurende mijn hele leven op zoek naar mijn identiteit. Ten diepste had ik het leven geleid
van een ander; wie ik was, wat er gezegd werd klopte niet met mijn diepe innerlijk.

Mijn zelfhaat is verdwenen, omdat ik mijzelf door deze boekjes heen heb mogen vergeven en mogen
inzien dat ik een geliefd kind van Christus mocht zijn. Vergeven vind ik het moeilijkste wat er is, maar
ik heb me laten leiden door de liefde van God. Dankzij hem is het me gelukt. Vergeven heeft me het
gevoel van vrijlating gegeven. Ik wordt niet langer gegijzeld door mijn verleden. Sterker nog dit jaar
heeft God mij de stappen van vergeving vragen en schenken nog meer laten nemen, ook naar mijn ex
hartsvriendin waar ik enorm veel verdriet van heeft gehad. God heeft ook dit ten goede gekeerd, er
zijn weer ouderwets gezellige gesprekken. Heeft zij mij vergeving geschonken? Of ook schuld
bekend? Dat doet voor niet meer ter zaken, in de gehoorzaamheid van Christus mocht ik vergeving
aan meerdere mensen schenken en ook vragen.

Ik ben nu aan het leren me te laten leiden door de liefde van Christus. Ik proef dagelijks het geluk van
wat het betekent om nederig van hart zijn. De Heer belooft dat als ik nederig van hart en zuiver van
hart ben dat ik Hem beter zal mogen leren kennen. Daar strek ik me naar uit! Ik wil mijn wil
volkomen aan Hem geven.

In het afgelopen jaar ben ik trouw geweest in het wekelijks bezoeken van de Celebrate
bijeenkomsten. Het uitwerken van de deelnemersgidsen heeft mij geholpen een gezonde kijk op
mijzelf te krijgen. Ik ben er zeker niet fluitend doorheen gelopen. Het heeft de nodige strijd en
pijnlijke herinneringen opgeleverd, maar het was meer dan de moeite waard!.

Ook heb ik veel gehad aan de 12 stappen en de 8 principes vanuit de Bijbel, deze stappen had ik
eerder moeten kennen, dan was mijn pijn en strijd veel minder diep geweest en waren deze ook
eerder opgelost. De belangrijkste lessen gingen over vergeven. Daar heb ik ontdekt dat het niet erg is
om de minste te zijn. Het principe van fouten toegeven en eerlijk zijn heb ik het afgelopen jaar ook
veel meer toegepast in ons nieuwe bedrijfje. We hebben daar echt al de vruchten van mogen
plukken.

Niet dat ik een leugenaar was, maar voorheen durfde ik nooit iemand eerlijk te vertellen dat iets niet
zou gaan lukken, of waar ik mee zat. Ik wilde immers nooit iemand teleurstellen. Uiteindelijk leidde
dat nogal eens tot frustratie en spanningen. Nu probeer ik gewoon open en eerlijk te zijn en ik merk
dat dit ook in mijn thuissituatie en in ons bedrijf gewaardeerd wordt. Ik ervaar dat als enorme winst!

Daarnaast ben ik met andere deelneemsters van Celebrate veel conferenties, seminars en lof prijs
bijeenkomsten gaan bezoeken. Dat heeft tot gevolg dat we een sterke band gekregen hebben met
elkaar. En niet alleen dat maar ook de moed en de kracht om samen verder te gaan, elkaar te
bemoedigen en elkaar zelfs oprecht lief te hebben. Maar het allerbelangrijkste is dat CR een
hulpmiddel is geweest waardoor mijn relatie met Christus is hersteld. Dat heeft de pijn vanuit het
verleden en de daaruit ontstane schade weggenomen.

Mijn man is afgelopen zomer tot zijn bekering gekomen, dit heeft in ons huwelijk zoveel moois
gegeven. Ik geniet er elke dag van: eindelijk niet meer alleen staan in je geloofsovertuiging. Het is nu
een huwelijk van ons samen waarin wij samen het beeld van Christus in zijn volmaaktheid mogen
laten zien. We ervaren nu eenheid in en door ons geloof, we mogen elkaar dienen en tot zegen zijn
voor onze omgeving en ons gezin. Ook in ons gezin zijn er veel dingen ten goede veranderd. We
hebben al veel mooie tafelgesprekken mogen hebben met onze kinderen. We hebben daarin ook
eerlijk toegegeven dat we op verschillende terreinen gefaald hebben als ouders. Ondanks onze
goede bedoelingen en ondanks onze liefde voor hen, zijn we wel tekortgeschoten!

Ik ben te allen tijde verantwoordelijk voor mijn eigen gedrag en uitspraken en wil mij nimmer
verschuilen achter mijn verleden om dit gedrag te rechtvaardigen. Mijn kinderen hebben daar niet
om gevraagd en onbedoeld heb ik ze toch verdriet gedaan. Ik ben de Vader enorm dankbaar voor
deze lieve kinderen die bereid waren om met mij te spreken over mijn verkeerde houding naar hen
toe. Ze hebben me vergeven en me ook verteld dat zij een positievere beleving hebben gehad van
hun opvoeding dan ik. Het was goed om ook hierin weer te kunnen leren en te kunnen groeien.

Zo bang als ik vorige jaar was om deel te gaan nemen aan Celebrate, zoveel te meer kan ik het nu
iedereen aanraden. God werkt echt door dit programma heen!

Het gaat om Bijbelse principes die zorgen voor puurheid en zuiverheid in je leven: God liet mij Zijn
waarheid zien en hij werkte die vervolgens in de stappen uit.

Ik wil iedereen aanmoedigen om die uitdaging ook aan te gaan. Wie trouw is zal net als ik ervaren dat
er genezing en zegen uit voortvloeit. Het gaat immers niet om menselijke adviezen, maar Goddelijke
principes die binnen de 12 stappen hun uitwerking krijgen.
Een ding was voor mij heel duidelijk toen ik bij Celebrate binnenstapte, ik zal me niet laten
veranderen en wilde daar ook geen vriendjes maken, die had ik immers genoeg , maar
Ik ben ten goede veranderd, mede door Celebrate heen en ik heb er warme vriendschappen aan
overgehouden en ik geniet iedere keer van onze uitjes waarin wij gevoed mogen worden door het
Woord, want dat is het allerbelangrijkste in mijn herstel geweest. Ik liet mij voeden zodat de Heilige
Geest in mij kon groeien en ikzelf kleiner mocht worden! Het is fantastisch om dat te mogen ervaren.

In het afgelopen jaar heb ik dagelijks met Henk het gebed van innerlijke rust gebeden. Wij hebben
samen veel aan dit gebed gehad, wat ook de Vrede van Christus, de innerlijke rust in ons heeft
gegeven.

Ik wil ook hier afsluiten met het volgende gedicht.

Christus houd van je, ook als je je niet geliefd voelt,
Hij houd van je, zelfs als er niemand anders van je houd.
Wat er ook gebeurd en hoe vaak je ook struikelt.
Hij houd van jou, wat je ook gedaan heeft en wat je ook is overkomen.
Hij houd van je!

Hartelijk dank dat ik dit met jullie mocht delen!

Herstellende van gevoelens van afwijzing, boosheid, controledrang en een laag zelfbeeld.

Ik ben Henriëtte en ben herstellende van:
- gevoelens van afwijzing en boosheid die het gevolg waren van het opgroeien in een disfunctioneel gezin
- Controledrang en een laag zelfbeeld

Ik kom uit een gezin met 7 kinderen, 3 broers en 3 zussen, ik ben de tweede in de rij.
Mijn moeder had geen baan buitenshuis, ze was dus altijd thuis. Mijn vader werkte in ploegendiensten en deed daarnaast nog veel vrijwilligerswerk. Mijn herinneringen aan de basisschool zijn goed. Ik speelde heel veel buiten en werd door buurtgenootjes altijd gevraagd om buiten te komen spelen.
Thuis had mijn vader het altijd voor het zeggen, zijn mening was de waarheid. Zelfs wanneer het aantoonbaar onjuist was, mochten we hem nooit tegenspreken. Achteraf heb ik ontdekt dat die starre houding is voortgekomen uit zijn eigen opvoeding. Mijn moeder accepteerde hem als hoofd van het gezin en sprak hem ook nooit tegen.
Ik ben heel rechtlijnig opgevoed, ruimte voor nuance of een gedachte wisseling was er niet in ons gezin; we moesten gewoon doen wat ons werd opgedragen. Zo niet, dan werd er geschreeuwd, of dreigde mijn vader met slaan en soms kreeg je een klap. Omdat we niet voor onze mening uit mochten komen, kregen we thuis nauwelijks gelegenheid om een eigen mening te vormen.
Toen ik op de middelbare school zat, had ik al snel een bijbaantje. Ik werkte gedurende mijn vrije tijd bij de HEMA. Mijn vader luisterde niet naar mij en zag mij niet, daarom zorgde ik ervoor dat ze bij mijn werkgever wel naar mij luisterden en mij wel zagen staan. Dit deed ik door mijn werk goed te doen en voor mezelf op te komen als er onrecht was. Ik liet daar niet over me heen lopen. Als een leverancier geen of verkeerde taarten bezorgde, confronteerde ik hem hiermee zodat hij de volgende keer zijn huiswerk beter zou doen en de bestelling correct zou uitvoeren. Thuis kon en mocht ik nooit mijn eigen mening formuleren maar bij mijn werkgever werd ik hierom juist gewaardeerd. Bij de HEMA heb ik mij dus wel op een bepaalde manier kunnen ontwikkelen, maar niet op de juiste manier.

Mijn ouders toonden weinig belangstelling voor mij, ze waren nauwelijks geïnteresseerd in mijn leefwereld, maar ze verwachtten dat ik wel voor hen beschikbaar zou zijn. Ik ontving geen begrip, genegenheid en liefde en daardoor raakte ik overtuigd, dat ik eigenlijk niet de moeite waard was.
Achteraf kwam ik tot ontdekking dat het gebrek aan oprechte liefde en belangstelling behoorlijk wat gevolgen heeft gehad voor de ontwikkeling van mijn emotionele leven. Ik heb thuis veel verantwoordelijkheid gedragen. Ik regelde veel dingen en deed tot enkele jaren geleden veel in het huishouden van mijn ouders. Ik had in mijn ouderlijk huis alle touwtjes strak in handen, ik zag dat er veel dingen moesten gebeuren naast mijn eigen activiteiten en daardoor ben ik ongeduldig geworden en voelde me altijd opgejaagd, want er moest altijd nog zoveel. In mijn eigen gezin heb ik daar heel lang mee geworsteld, tot afgelopen winter. Ik ben in mijn jeugd vaak geconfronteerd met geschreeuw en dreiging. Dit verkeerde gedragspatroon heb ik meegenomen naar mijn eigen gezin, zowel naar mijn man als naar mijn kinderen. Naar hen toe reageerde ik vrijwel altijd vanuit een negatieve houding. Aan de buitenkant was dit niet altijd te zien maar de negativiteit was bijna altijd in mijn hart aanwezig. Het uitte zich in een gespannen houding in mijn hele leven en lichaam. Van mijn ouders heb ik geen veiligheid gekregen; ik heb geprobeerd om die veiligheid wel aan mijn broers en zussen te geven.

Ik heb ze als dat nodig was , in bescherming genomen. Moeizame gesprekken of dreigende confrontaties liepen vaak via mij. Als ze bijv. met een slecht cijfer of een slecht rapport thuiskwamen, of verkering kregen met iemand van buiten onze kerk dan kwamen ze naar mij en samen vertelden wij het dan aan mijn moeder zodat ze hun straf zouden ontlopen. Ook heb ik mijn moeder altijd tegen mijn vader in bescherming genomen. Ik overtuigde hem dan dat hij niet zo moest schreeuwen tegen haar. Al snel werd ik de vertrouwelinge van mijn moeder. Zij ging steeds meer met mij bespreken en steeds minder met haar man.
Ik ben christelijk opgevoed. In onze situatie hield dat in dat er heel veel regels en beperkingen waren en dat ik heel weinig of niets mocht. Soms kreeg ik het gevoel dat ik opgesloten werd: voor een gezellig avondje uit kreeg ik nooit toestemming. Nergens viel over te praten, want nee was nee! Omdat ik langzamerhand voor mijn gevoel in een gevangenis was terechtgekomen, liep ik tegen grenzen aan die ik regelmatig overtrad. Ik deed dingen die mijn ouders niet mochten weten.

Mijn opvoeding heeft veel invloed gehad op mijn leven.

In mijn jeugd heb ik een sterk gevoel ontwikkeld voor verantwoordelijkheid. Ik voelde me verantwoordelijk dat het huishouden van mijn ouders goed geleid werd. Dat verantwoordelijkheidsgevoel bleef voortduren ook nadat ik getrouwd was. Na mijn huwelijk bleef ik regelmatig langs komen om klusjes in de huishouding te doen en bleef ik voor mijn moeder zorgen. Door haar lichamelijke klachten kon ze alleen maar lichte huishoudelijke werkzaamheden doen. En omdat ik vond dat het huis dan niet voldoende schoongemaakt kon worden, voelde ik mij verantwoordelijk om die klusjes van haar over te nemen. Ik had ook het gevoel dat ik mijn moeder moest beschermen tegen mijn vader: hij is iemand die altijd veel verbaal geweld heeft gebruikt. In zulke situaties nam ik het dan voor haar op. Tot enkele jaren geleden was mijn verantwoordelijkheidsgevoel voor het welzijn van de thuissituatie buitensporig hoog.
De kracht en de energie die ik gebruikte voor de huishouding en het welzijn van mijn ouders gingen natuurlijk ten koste van mijn eigen gezin. Ik kon nu eenmaal niet op twee plaatsen tegelijk zijn.
Gedurende het huwelijk met mijn man Steven mochten wij drie kinderen ontvangen.
De controledrang, mijn bemoeienis met de gang van zaken in het ouderlijk huis en andere zaken leidden ertoe dat ik op een bepaald moment tot ontdekking kwam dat ik een probleem had en verkeerd bezig was. Je zou dus kunnen zeggen dat ik hier de eerste stap zette van CelebrateRecovery. Ik riep uit naar God: “God ik kan dit niet meer, ik wil mijn kinderen niet opvoeden zoals ik zelf ben opgevoed. Ik kan dit zelf niet oplossen; Ik heb U nodig”.
Ik had mijn kinderen niet opgevoed zoals ik dat graag had gewild. Maar hoe had ik het eigenlijk wel gewild? In mijn eigen opvoeding had ik het nodige gemist; een goed voorbeeld heb ik nooit gehad. Hoe moest ik ze de liefde schenken die ik zo graag wilde geven? Door de opvoeding die ik zelf had gemist, miste ik ook de vaardigheden om hen op te voeden en lief te hebben.
Onze oudste zoon Chris is veel te vroeg geboren. Hij kwam met 26 weken op de wereld en als ik nu terug kijk, kom ik tot de conclusie dat God hem in ons gezin heeft geplaatst om mij te leren hoe ik lief moest hebben. Hij was maar net levensvatbaar toen hij werd geboren. Ik werd hierdoor gedwongen heel intensief met Chris bezig te zijn. Hij had heel veel zorg en aandacht nodig. God heeft mij in deze periode geleerd om Chris lief te hebben zonder dat ik zelf veel liefde had ontvangen van mijn ouders. Omdat ik in mijn jeugd alles voor mijn ouders heb gedaan zonder dat ik daar waardering voor heb gekregen, was er een leegte in mijn hart ontstaan. Van hen heb ik ook geen geborgenheid ontvangen. En deze geborgenheid heb ik ook mijn kinderen lange tijd niet kunnen geven. God heeft mij hierin veranderd. Ik ben nu aan het leren om mijn kinderen geborgenheid te geven en ze mogen zijn zoals ze zijn. Eigenlijk vind ik het schokkend dat ik veel dingen van uit mijn jeugd onbewust heb overgedragen op mijn eigen kinderen en dat dit zo’n grote invloed op hen heeft gehad. Onze jongste zoon heeft er heel lang over gedaan om zindelijk te worden. Later ontdekte ik dat dat waarschijnlijk kwam omdat hij zich niet veilig en geborgen heeft gevoeld. Voor mijn man was dit proces net zo moeilijk als voor mij. Hij heeft in zijn jeugd ook emotionele beschadigingen opgelopen, en had als gevolg daarvan, meer dan genoeg aan zijn eigen beslommeringen en worstelingen. Hij kon mij niet de steun geven die ik op dat moment zo hard nodig had. Dit betekende voor mij dat al die jaren uit zorgen, zwoegen, vertwijfeling en soms wanhoop bestonden.
Na de geboorte van ons derde kind begon ik vast te lopen. De lichamelijke en emotionele druk van het zorgen begon zijn tol te eisen. Chris, bleek een heel druk jongetje te zijn. Hij had concentratieproblemen en was hyperactief. Ik moest altijd in zijn buurt zijn om hem in de gaten te houden. Ook Lizette, die 3 jaar jonger is, is erg beweeglijk en door haar gedrag werd Chris op een negatieve manier geprikkeld. Dit betekende dat ik van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat bezig was met het sussen van ruzies en het herstellen van de vrede. Dit vergde heel veel van mij. Toen pas kwam ik bij mezelf tot ontdekking dat mijn irritatie grens snel bereikt werd. En dat ik ging schreeuwen. Ik was volop bezig met verbaal geweld te gebruiken, iets wat ik altijd zo verafschuwd had.

Vanaf de geboorte van Chris hebben we begeleiding en controle gehad in zijn ontwikkeling. Vanwege zijn vroeggeboorte. Vanaf zijn derde jaar kreeg we ook thuis ondersteuning omdat we niet konden omgaan met zijn gedrag, maar eigenlijk wist de professionele hulpverlening ook niet hoe we met hem om moesten gaan. Verschillende instanties hebben zich over hem gebogen en ten einde raad is Chris opgenomen bij Stichting De Hoop in 2009. Daar heeft hij een half jaar op de kinderpsychiatrie gezeten. Hier werd hem geleerd om zelfstandig te spelen en zich zelfstandig aan- en uit te kleden, dit zou rust in het gezin moeten brengen. Maar helaas … heeft deze therapie niet voldoende vruchten afgeworpen en kregen we vervolgens hulp van Trivium. Nu moest ik leren hoe ik met mijn kinderen om moest gaan.
Maar ook dat was geen succes. We modderden maar wat aan en in augustus 2011 was ik ten einde raad. Ik was alleen nog maar aan het schreeuwen, zelfs als de kinderen alleen maar iets vroegen! Ik kon zo niet meer verder leven en vond het verschrikkelijk dat ik zo met mijn eigen kinderen omging. Maar het lukte me niet om het anders te doen. Het was voor mijn gevoel een patroon wat ik niet meer kon doorbreken. Toen was het moment daar dat ik naar God uitriep dat ik het niet meer aankon. Ik ben toen hulp gaan zoeken en heb verschillende hulpverlenings-trajecten gevolgd.

In die periode werd mij veel duidelijk, onder andere dat ik diep in mijn hart angst had voor God, angst voor de dood, angst voor poezen en autorijden, angst om in het donker te zijn. Ik werd me bewust van een veel te groot verantwoordelijkheidsgevoel voor het welzijn van anderen. En ik begon me ook te realiseren dat ik me bijna altijd boos, geïrriteerd en afgewezen voelde. Mijn innerlijke stem zei me dat ik geen geduld had. Het gevolg was dat ik bijna altijd gehaast was en vluchtgedrag vertoonde.
Ik voelde met mijn vader weinig verbinding. Maar met mijn moeder had ik een betere verhouding. Ik heb onvoldoende geleerd om mijn eigen keuzes te maken, ik deed eigenlijk automatisch wat anderen van mij vroegen, ik had mijn eigen identiteit onvoldoende ontwikkeld. Ik had een lage zelfwaardering en heb mijzelf lange tijd niet de moeite waard gevonden. Wat voegde ik eigenlijk toe aan mijn gezin, aan de samenleving?

De omkeer in mijn denken kwam toen iemand mij vertelde dat ik een geliefd kind van God ben. Het heeft lang geduurd alvorens dit tot mij doordrong, want ik begreep het niet. Hoe zou ik een geliefd kind van God kunnen zijn? Ik, die zo tekeer ging tegenover mijn man en kinderen? Ik had alleen maar gehoord over de Tien Geboden en over hoe streng God is, daarom was ik ook zo bang voor Hem. Ik was zondaar en die overtuiging was een eigen leven gaan leiden. Mijn eindbestemming zou de hel zijn en daarom had ik dus veel angst voor de dood. Dan is er iemand die mij vertelt over de genade van God! Dat ik een kind van God mag worden en dat ik door Hem geliefd ben en dat ik waardevol ben. Het werd mij langzamerhand duidelijk dat de wijze waarop ik met mijn kinderen en mijn man omging het gevolg was van hoe ik ben opgevoed. God liet mij toen zien dat dit moest veranderen. Ik was ten einde raad en eigenlijk dacht ik dat mijn gezin beter af zou zijn zonder mij en dat ik maar beter dood kon zijn. Ik schreeuwde het uit naar God! Ik kreeg een ontzettend schuldgevoel naar mijn kinderen toe. Ik was een schreeuwende moeder en daar begon ik mij voor te schamen, ik wilde dit niet meer.
Ik vroeg God om mij te helpen. Op een conferentie had ik een bijzondere ervaring met de Heilige Geest. Ik wist niet wat mij overkwam; ik kreeg zoveel te horen over de Heilige Geest en er viel veel op zijn plek.

Begin 2014 kreeg ik iets te lezen over Celebrate Recovery. Wat mij toen in het bijzonder aansprak was het ‘gebed van innerlijke rust’. Een maand daarvoor had ik een boek gekregen dat ook ging over gebed en over innerlijke rust.
Dit heeft mij gemotiveerd om een keer naar CR te gaan. Ik besloot om te blijven en het programma te gaan volgen. God is tijdens die periode bij Celebrate Recovery verder gegaan met mijn herstel. Veel van mijn problemen waren al voor een gedeelte opgelost. Maar CR hielp mij om dit herstel proces te continueren en geestelijk te onderbouwen. Bij het thuis doorwerken van de deelnemersgidsen kwam ik tot ontdekking dat ik al verschillende stappen had gezet. Het probleem erkennen en toegeven dat ik het zelf niet kon oplossen, mijn leven en wil overgeven aan Jezus... Dat was al gebeurd. Maar bij vergeven moest ik nog actie gaan ondernemen. Ik had al eens eerder een vergevingsgebed uitgesproken naar mijn ouders toe. Door dat gebed heeft God mijn boosheid naar mijn ouders weggenomen, maar bij CR werd mij duidelijk dat ik dit ook naar henzelf moest uitspreken. Ik ben met hen een gesprek aangegaan ik vond het erg lastig om hen te vertellen dat ik in mijn jeugd dingen heb gedaan waarvan ik wist dat ze daar toen niet mee in zouden stemmen. Ze vonden het moeilijk om erop te reageren maar aan het eind van het gesprek hebben ze mij de vergeving kunnen schenken waar ik hen om gevraagd heb. Na het gesprek heb ik hen vergeving geschonken dat ze mij niet hebben kunnen geven, wat ik zo nodig had in mijn jeugd.
Die gebeurtenissen hebben er toe geleid dat ik mijn ouders nu kan loslaten en dat de relatie tussen ons nu gevoelsmatig een gezonde ouder-kind relatie is geworden.
Ook met mijn broer heb ik ook gesproken. Na dat gesprek is hij wel vriendelijker geworden, hij ziet dat ik ben veranderd. Ik ben dankbaar dat God mij de kracht heeft gegeven om met hem te praten, voor mij is dit een stukje vrijheid die ik van God heb gekregen.
Tijdens een gebed bij C.R. werd er uitgesproken dat wij parels zijn en dat God ons gaat oppoetsen. Dit heb ik ook werkelijk mogen ervaren.

In de “open-deelgroep” kwam ik in contact met mensen met wie ik mij verbonden ging voelen omdat zij in deze veilige omgeving ook open durfden te zijn over de emotionele pijn in hun leven. Dit maakte het voor mij mogelijk dat ik durfde te delen over wat mij bezighield. Eindelijk kon ik mezelf zijn. Wat een opluchting was dat! Dit waren mensen zonder masker die ervoor gekozen hadden om niet alleen te erkennen dat ze pijnpunten hadden. Maar ook hadden besloten om samen met God en met elkaar de weg naar herstel in te zetten. Hier voelde ik me begrepen, iedereen had wel iets waardoor we ons steeds meer met elkaar verbonden voelden. Naast het delen over onze problemen werd er ook veel over God gepraat en wat Hij in onze levens aan het doen was. Dit werkte helend en bemoedigend. Er groeide in mij een verlangen om steeds meer met Hem bezig te zijn. Door steeds meer in Zijn aanwezigheid te zijn, zijn er inmiddels al veel dingen opgeruimd uit mijn verleden en krijgt de Heilige Geest meer ruimte om deze lege plekken op te vullen. Daardoor mag ik nu de vreugde en de vrede van God ontvangen. Waar mijn hart vol van is stroomt mijn mond van over. Ik spreek nu met iedereen die ik tegenkom over wat God voor mij gedaan heeft. Met sommige vrouwen uit onze “open-deelgroep” zijn we ook naar verschillende conferenties geweest wat mij zeer opgebouwd heeft. God is met mij aan de slag gegaan en er zijn inmiddels zoveel dingen veranderd.
Wat ik eerder vertelde over mijn angst voor God en voor de dood, dit heeft God ook hersteld. Ik had de afgelopen periode 2 begrafenissen in twee maanden tijd. Bij de eerste begrafenis werd ik terneergedrukt en angstig toen ik nadacht over wat er met mij zou gebeuren als ik zou sterven. Ik kon alleen maar huilen, want dan moest ik immers voor God verschijnen. Als ik alleen al daaraan dacht werd ik misselijk, want God zal mij vast niet goed genoeg vinden en voor mij is er vast geen plek in de hemel. Op een avond lag ik op bed en had een bijzondere ervaring met God.
Bij de volgende begrafenis ontdekte ik dat God mijn angst had weggenomen. Het negatieve gevoel was verdwenen. Ik was niet meer bang voor God en ook niet meer voor de dood. Ik ging me steeds meer verdiepen in Gods woord en werd me steeds meer bewust van Gods aanwezigheid in mijn leven. In plaats van bang te zijn voor de dood, kreeg ik een steeds sterker verlangen om te weten hoe het in de hemel zou zijn.

Ook in mijn huwelijk zijn dingen ten goede gekeerd:
Door de ervaringen die ik in mijn jeugd had opgedaan, liep de relatie met mijn man erg stroef. Thuis was ik immers altijd gewend om de touwtjes in handen te nemen en dit deed ik onbewust ook in mijn huwelijk. Ik was bijna altijd de baas en mijn man kon niet tegen mij op. Alles moest op mijn manier gebeuren en ik stond niet open voor een andere zienswijze of een andere oplossing. Dit werd veroorzaakt door mijn overlevingsmechanisme. Naar de buiten wereld toe maakte ik een heel andere indruk dan wanneer ik thuis was. Ik droeg lange tijd een masker en was daar heel bedreven in geworden. Mensen zagen mij als lief, terwijl ik thuis meestal niet te genieten was. Wij zijn samen tot twee keer toe in huwelijkstherapie geweest. In die periode zijn mijn ogen opengegaan voor wat ik verkeerd deed. Ik heb toen ontdekt dat ik alle verantwoordelijkheden naar mij toe had getrokken, waardoor mijn man zijn verantwoordelijkheid niet op zich kon nemen. Ik heb toen ontdekt dat ik bepaalde taken los moet laten en deze verantwoordelijkheden aan hem moet overlaten. Zodat hij op die manier het hoofd van het gezin kan zijn. Het zijn heftige jaren in onze relatie geweest. Zelfs het woord ‘scheiding’ is een paar keer gevallen. Ik ben God zeer dankbaar dat Hij mijn man het geduld gegeven heeft om met mij om te gaan en dat we nu nog steeds samen zijn. God is met ons aan het werk gegaan en ik kan nu dan ook zeggen dat we echt gelukkig zijn met elkaar en met de kinderen.

Als ik nu terug kijk, zie ik nog meer veranderingen in mijn leven die ten goede gekeerd zijn:

- Ik ben altijd erg negatief geweest en ik zag van alles de schaduwzijde: nu kan ik veel positiever denken
- Ik had geen innerlijke rust, ik was altijd op pad en vertoonde continu vluchtgedrag. God heeft mij rust en innerlijke vrede gegeven.
- Ik voelde me door veel mensen niet gezien en niet gehoord, ik voelde mij afgewezen, ik weet nu dat God mij wel ziet en hoort. Ik zoek het nu bij Hem en ben veel minder afhankelijk geworden van de goedkeuring van mensen.
- Ik wist niet waar ik voor moest leven, ik begreep niet waarom ik geboren ben en wat God in mij zag. Sinds God mij heeft vastgepakt en gevuld heeft met de Heilige Geest, weet ik dat God mij gebruikt om elke dag in Zijn Koninkrijk te laten werken. En mijn verlangen om door Hem op die wijze gebruikt te worden, wordt alleen maar groter. Ik ben dus volop bezig met stap 12 waar staat dat ik als persoon veranderd ben en bezig ben aan anderen te vertellen wat God heeft gedaan in mijn leven. Ik mag nu ervaren wat het betekent om medewerker te zijn in Zijn Koninkrijk.
- Vroeger dacht ik dat ik geen keus had om nee te zeggen, daardoor was alles wat ik deed een moeten vanuit plichtsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel. Ik heb nu geleerd dat je een keuze hebt en het woordje ‘moeten’ heeft God omgebogen naar IK Wil
- Ik heb geleerd dat onze kinderen wel degelijk een moeder nodig hebben en dat ik er voor hen mag en wil zijn om moederliefde te geven.
- God heeft mij laten zien dat ik geliefd, waardevol, gewenst en goed genoeg ben. Dankzij Zijn genade heb ik dit mogen ontdekken en ervaren.

Stap 7 is voor mij heel belangrijk geworden. Ik heb geleerd om elke dag uit de bijbel te lezen en te bidden tot God en ik mag ervaren dat dit mij kracht geeft om te doen wat Hij van mij vraagt. Vanaf les 8 moesten we een coach zoeken. Mijn coach was voor mij heel waardevol. Met haar heb ik een aantal processen kunnen bespreken en zij heeft mij hier door heen geleid. Ze heeft mij door het vergevingsproces heen geholpen en samen hebben we besproken hoe ik dat het beste aan kon pakken. Het was fijn om met haar te kunnen overleggen waar ik tegen aan liep en zij heeft mij steeds weer bemoedigd om door te gaan.

Door de principes van CR heb ik geleerd mijn fouten eerder te herkennen en te erkennen. Ik verval nog wel eens in de fout dat ik het zelf op wil lossen. Als dit nu gebeurt herken ik het vrij snel en kan ik het direct bij God brengen en geef ik mijn wil over aan Hem. Het gaat dan geen eigen leven meer leiden. Het geeft mij rust.

Ik ben er nog niet helemaal. Ik ben nog steeds herstellende van ongeduld en boosheid, deze wortels zijn nog niet helemaal weg. Het is al veel minder dan het geweest is, ik mag ervaren dat de vrucht van de Heilige Geest, die onder andere zichtbaar wordt in liefde en geduld, langzamerhand groeit in mijn leven.

Verschillende liederen en Bijbelgedeelten hebben mij houvast gegeven tijdens mijn herstel proces:
Jeremia 29:10: Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: ik zal je een hoopvolle toekomst geven. Jullie zullen mij aanroepen en tot mij bidden, en Ik zal naar jullie luisteren.
Deze tekst raakte me diep want dit verlangen heb ik ook altijd gehad. Maar alle problemen die ik met mij meedroeg stonden lange tijd tussen God en mij in. Deze tekst werd voor mij in de loop van mijn herstelproces werkelijkheid. Ik kreeg de overtuiging dat ik een geliefd kind van God mag zijn en dat Hij de Enige is die mij een hoopvolle toekomst kan geven. Die bewustwording heeft de grootste vreugde in mijn leven gebracht. Ik heb ervaren dat God mijn gebeden heeft verhoord en het goede met mij voor heeft, dit geeft mij vertrouwen dat er in God een hoopvolle toekomst is.

Martin Brand heeft het lied ”Jezus nooit gezien” geschreven
Dit lied heeft een couplet dat verwoord hoe ik het beleef. God heeft mijn leven veranderd. Hij leidt mij en vult mij met Zijn kracht.
In dit lied staat:
Mijn hele leven is veranderd
sinds ik knielde voor mijn Heer
Hij heeft mijn schuld vergeven
mijn hart weer zacht gemaakt
Hij leidt mij stap voor stap
Hij vult mij met zijn kracht
zodat ik weet: Jezus leeft!

Dit is ook echt hoe ik het ervaar.
Ik heb radicaal voor God gekozen en Hij voor mij en ben echt op zoek naar Zijn wil voor mij.

Hartelijk dank dat ik dit met jullie mocht delen.

Hersteld van opgroeien in een disfunctioneel gezin, een negatief zelfbeeld en de pijn van afwijzing.

Mijn persoonlijk verhaal
Ik ben Ariane, een christen die hersteld is van opgroeien in een disfunctioneel gezin, een negatief zelfbeeld en de pijn van afwijzing.

Op 18 januari 1962 ben ik geboren. Als tweede kind in het gezin van mijn vader en moeder, waar al eerder een broer was geboren. Mijn broer is vier jaar ouder dan ik. Mijn vader en moeder bezochten iedere zondag de diensten van de plaatselijke traditionele kerk. Zolang ik mij herinner heeft mijn moeder grote psychische problemen gehad. Alles in ons gezin draaide om mijn moeder die om het minste of geringste kon ontploffen en je met woorden of door het gooien van een slof duidelijk kon maken dat je eigenlijk alleen maar lastig was. Al heel vroeg leerde ik eerst de stemming van mijn moeder te peilen voordat ik actie ondernam. Je wist immers nooit hoe ze zou gaan reageren. Ik was een ondernemend kind; ik zag overal de lol van in en probeerde te genieten van het leven. Door deze onzekere thuissituatie werd ik steeds minder spontaan. Er was immers altijd een risico dat mijn gedrag zou worden afgestraft omdat mijn moeder dit niet kon handelen.

Mijn vader heeft zijn hele leven geprobeerd om de boel te sussen en heeft ervoor gekozen om mijn moeder te beschermen tegen alles en iedereen. Zo deed hij heel erg veel in het huishouden en zorgde hij ervoor dat iedereen “s morgens in de kleren kwam en naar school ging. Mijn vader werkte hard om te kunnen voorzien in de eisen die mijn moeder aan het leven stelde. Een volledige baan, een bijbaan en meer dan 100% inzet voor het huishouden; dat kon niet goed gaan. In de loop van de tijd had hij ook veel schulden opgebouwd. Daarnaast was hij ook behoorlijk actief in het kerkelijk leven en was ‘s avonds vaak van huis voor een vergadering of andere verplichtingen. Er werd ons verboden om over deze moeizame thuissituatie met anderen te spreken; dit was ons familiegeheim. Stel je voor dat de mensen zouden ontdekken hoe de situatie werkelijk bij ons thuis was… De term ‘roze olifant’ kenden we toen nog niet, maar onze thuis situatie was een goed bewaard familiegeheim dat koste wat het kost in stand moest blijven. Als kinderen werden wij gemanipuleerd om te blijven zwijgen… “Want anders zouden ze mama misschien komen ophalen en in een gesticht stoppen, dat zou je toch niet willen?”
Dat was een opmerking die ik meerdere keren van mijn vader heb gehoord.
En zo bleef het familiegeheim in stand. Iedereen in ons gezin wist het, maar het werd verdoezeld en we moesten zwijgen. Was het manipulatie? In ieder geval wilde ik niet de oorzaak zijn dat onze thuissituatie bekend zou worden.

De kleutertijd was voor mij de leukste tijd. Ik begreep nog lang niet alles van wat er thuis speelde en mama was mama en dat was eigenlijk best ideaal. Toen ik wat ouder werd, merkte ik aan mijn broer en mijn vader dat ze mijn moeder toch niet altijd zo aardig vonden. Dit maakte mij erg bang en onzeker. Eén gebeurtenis weet ik mij nog goed te herinneren. We liepen met zijn vieren in de stad te winkelen. Ik liep tussen mijn vader en mijn moeder in en sprong in een diepe plas waarop mijn moeder zich omdraaide, nadat zij ‘rotkind’ had gezegd. En vervolgens ging ze er met grote haast vandoor. Wij hebben overal gezocht en toen we uiteindelijk laat thuis kwamen, stond ze daar te strijken alsof er niets was gebeurd. Er is (achteraf gezien verbazingwekkend) later ook nooit meer over dit voorval gesproken. De boodschap die ik had gekregen was duidelijk: ik was een “rotkind”.

Ik heb mijn vader niet vaak boos gezien, het is een man van weinig woorden die alles, maar dan ook alles, in het werk stelde om mijn moeder tevreden te houden. Mijn moeder had steeds meer kalmerende medicatie nodig om nog een beetje te kunnen functioneren. De eerste jaren van de lagere school waren ook nog leuk. Ik was de clown van de klas en zorgde ervoor dat de klas (en ik!) veel lol hadden. Dit zorgde ervoor dat ik nogal eens op de gang zat om na te denken over wat ik had misdaan. Ik was gewoon heerlijk mijzelf en ik hoefde op school niet bang te zijn voor een pak slaag. Het feit dat ik op de gang moest zitten vond ik geen probleem. Na verloop van tijd werd mijn zwakke plek ontdekt en begonnen klasgenoten met pesten.. Ik ontpopte me tot een vechtersbaas en sloeg er onmiddellijk op los als iemand mij te na kwam. Daarbij had ik de gewoonte ontwikkelt om iemand onmiddellijk op zijn neus te slaan wat natuurlijk altijd weer resulteerde in straf. Hoe onzeker mijn bestaan en het leven van alledag ook was, iedere middag zat mijn moeder klaar met de thee als ik uit school kwam. Wat ik niet begreep was dat ik de ene keer op een bepaalde actie wel straf kreeg en de andere keer weer niet. De dagen vielen dan nog wel mee. Anders voelde het wanneer ik ‘s avonds naar bed moest en ik alleen was. Ik kon altijd moeilijk in slaap komen en lag vaak te luisteren of mijn moeder misschien weer boos zou worden. Als ik angstig was in bed en om mijn vader of moeder riep, kwam er nooit niemand kijken. Bleef ik te lang doorgaan met roepen, dan werd ik vaak uit bed gehaald en in de donkere badkamer opgesloten of op mijn blote voeten in het portiek gezet. Daar kroop ik dan achter het muurtje omdat ik bang was voor de buurman. In mijn paniek belde ik dan een paar keer aan zonder dat er open gedaan werd. Ik ontwikkelde mij tot iemand die heel goed kon simuleren alsof ik gelukkig was.

Mijn broer ging toen ik 13 jaar was, op kamers en ik was boos want ik voelde mij in de steek gelaten. De periode van de puberteit heb ik eigenlijk overgeslagen. In ons gezin was er eigenlijk maar één in de puberteit … en dat was mijn moeder. De fase van ontdekken wie je bent en waar je identiteit ligt is toen aan mij voorbijgegaan. Ik wist dus niet wie ik was en koos ervoor om de verpleging in te gaan. Daar zou ik kunnen laten zien dat de ander altijd belangrijker is dan ikzelf. Thuis probeerde ik positief te zijn maar vaak werden mijn pogingen om aardig te zijn niet begrepen of negatief uitgelegd. Toen het voor mij tijd werd om op kamers te gaan werd ik ernstig ziek waardoor dit niet door kon gaan. Zo heb ik, totdat ik met Ronald trouwde, thuis gewoond. Mijn ouders hadden geen begrip voor mijn ziek zijn. Dat ik ziek was wilden ze nog wel accepteren; dat was immers de medische diagnose van de artsen. Maar dat ik daardoor niet zou kunnen gaan werken kwam in hun woordenboek niet voor. Ik ontwikkelde mij tot iemand die zich nooit liet kennen en werd erg hard, met name voor mijzelf. Ik wist wel wat ik kon, maar niet wie ik was, dus ik stortte mij op mijn werk om te bewijzen dat ik de moeite waard was. Mijn werk ontwikkelde zich vervolgens tot mijn identiteit. Nu was het in die tijd zo dat er in de verpleging meer vrouwen werkten dan mannen. Het omgaan met vrouwen was erg moeilijk voor mij. De situatie van thuis zat zo diep dat ik deze moeilijk los kon koppelen van mijn omgang met andere vrouwen. Het omgaan met mannen was voor mij een verademing, die zijn tenminste eerlijk en zeggen niets achter je rug om. Eigenlijk was ik erg eenzaam. Thuisblijven omdat ik erg ziek was werd niet geaccepteerd. Je zal maar afgekeurd worden. Omdat ik niet had geleerd om met geld om te gaan gaf ik meer geld uit dan ik had en zat ik ook al snel in de schulden. Op het werk hield ik de schijn hoog dat het goed ging en meestal reed ik na afloop van mijn werk veel harder dan was toegestaan (en met de radio keihard aan) weer naar huis. Zo verschool ik mij achter de dingen die ik deed. Later tijdens Celebrate Recovery realiseerde ik me dat ik jarenlang opgezien heb tegen stap één. Het erkennen dat je een probleem hebt is ontzettend moeilijk voor veel mensen. Het was het in ieder geval voor mij! Koste wat kost wilde ik de ‘vuile was’ niet buiten hangen, maar het ging steeds meer wringen binnen in mij.

Ik probeerde te vluchten vanuit de realiteit naar een droomwereld en nam regelmatig een slaaptablet om alles te kunnen vergeten. Ik verlangde ernaar om gewoon kind te kunnen zijn. Ik verlangde naar veiligheid. Toen mijn toestand verslechterde, kreeg ik een hele hoge dosis prednison om te voorkomen dat ik aan de beademing moest. Ik was boos op God; ik begreep Hem niet. Niet meer naar de kerk gaan zou thuis tot spanningen leiden, ja misschien wel oorlog tot gevolg hebben! Dus wat deed ik? Ik zette spottend een gleufhoed op en ik bleef naar de kerk gaan. Door de hoge dosis prednison kon ik niet meer goed slapen. Ik koos ervoor om aan vechtsporten te gaan doen en ben het langste blijven hangen bij karate; een aanvals sport. Ik kon dan gooien met mensen en dat deed ik dan ook, zo hard en zo agressief dat de dames niet langer met mij wilden trainen. Ik trainde dus met de mannen van meer dan 90 kilo.

Inmiddels had ik ook epilepsie gekregen wat een vervelende consequentie had: ik mocht geen auto meer besturen. Daar ging dus opnieuw een stukje van mijn identiteit. In deze tijd leerde ik Ronald kennen. We waren erg verliefd en wilden zo snel mogelijk trouwen. Het was vanaf het begin duidelijk dat de vader en moeder van Ronald niet achter onze relatie stonden. In de speech op onze bruiloft werd door zijn Pa gezegd dat hij zeker niet voor mij zou hebben gekozen, maar ja hij hoefde immers niet met mij te leven. Ik voelde mij weer afgewezen. Binnenkort zijn we 23 jaar getrouwd. In deze 23 jaar is er veel gebeurd. Er waren veel conflicten met zijn ouders en ook met mijn ouders. Ondanks alles hielden en houden we erg veel van elkaar en deelden we het verlangen naar een groot gezin. Toen een zwangerschap uitbleef zijn we voor onderzoek naar de huisarts gegaan; de uitslag was helder en duidelijk. Er werd ons gezegd dat we eerder de hoofdprijs in de loterij zouden winnen dan zwanger raken. Menselijkerwijs was dit dus onmogelijk. Wij waren verdrietig maar wisten ook dat bij God niets onmogelijk is. Zo zijn we blijven bidden voor een zwangerschap en God heeft ons op 4 mei 1996 een mooi meisje gegeven waar we erg trots op zijn.

Omdat mijn gezondheid steeds verder achteruit ging, besloten we naar Drenthe te verhuizen omdat de lucht daar schoner is. We bezochten een gemeente in Emmen waar we samen een soort herstelprogramma hebben gedaan. Hierdoor leerde ik mijzelf beter kennen en kon ik voorzichtig beginnen met andere mensen te vertrouwen. In 2000 ben ik samen met Ronald gedoopt en langzaam ontdekte ik dat God veel van mij hield. Ik probeerde mij niet meer te verschuilen achter al de vragen die ik had van ‘waarom dan?’ en ‘waar was u dan?’. Ik had nog steeds moeite met het feit dat Ronald van mij hield, wat had hij nu aan mij? Ik was immers ziek, er was gezinszorg en ik kon zijn liefde moeilijk accepteren. Zelf was Ronald voor mij alles en ik probeerde hem dan ook alles te geven wat ik dacht dat hij nodig zou kunnen hebben. Dat hij mij nodig had, was iets wat ik niet kon begrijpen. Stap voor stap ging het beter met mijn lichamelijke gezondheid. God heeft mij genezen van de longaandoening die 15 jaar een stempel had gedrukt op ons gezamenlijke leven. Samen zijn we God gaan danken voor dit wonder en strekten wij ons uit naar het plan dat Hij voor ons had. Zo kregen we een nieuwe taak: we werden pleegouders in Schiedam. Nu hadden we toch dat grote gezin waar we zo naar verlangden: 4 of 5 pleegkinderen en samen met onze dochter een heerlijk groot gezin vol uitdagingen. Zes jaar lang hebben we dit gedaan en toen was het tijd om te stoppen. Er waren conflicten met de organisatie gekomen die niet oplosbaar blijken te zijn.

Omdat we nu tijd over hadden, besloot ik samen met Ronald aan te haken bij Celebrate Recovery. Ik geloof dat we nog maar 3 weken op weg waren toen hij mij vertelde dat hij tijd nodig had om na te denken, zo vertrok hij in november met zijn tentje en een kacheltje naar een recreatiegebied in de regio en ik dacht ‘Die komt nooit meer terug, hij heeft het gehad met mij’ en ik begreep hem helemaal. Wat was er in ons leven eigenlijk wel onbezorgd en normaal gegaan? Hij had gewoon gelijk toen hij wegging. Hij ging met zijn tentje en zijn bijbel, hij wilde alleen zijn met God en God heeft tot hem gesproken. Hij heeft symbolisch de negatieve banden met zijn ouders doorgesneden en daarmee hun invloed buiten de deur gezet. Toen hij terug kwam was ik blij maar ook erg jaloers, waarom sprak God nooit met mij? Ik wilde die ervaring ook en meldde Ronald meteen dat ik ook even na moest denken, maar dat ik niet naar het hetzelfde plekje zou gaan. Ik startte internet en boekte een 7 daagse reis naar Tunesië in een 5 sterrenhotel. In deze week heb ik het boekje “Hoe overwin ik mijn negatieve zelfbeeld” doorgeworsteld. En God heeft zich laten zien. Ik voelde dat Hij er was en dat Hij echt van mij hield. Ik heb het boekje bijna helemaal overgeschreven, uitgebeden en uitgeroepen. Mijn thuiskomst was echt een thuiskomen. Ik ben in Ronalds armen gesprongen en we wisten : het is goed!!! We hebben nu een open, gelijkwaardige relatie. Ik wist waar mijn plekje was en hoefde niet te twijfelen aan de liefde van Ronald.

God had mij duidelijk gemaakt wie ik was, mijn identiteit werd voor een groot deel vernieuwd. Hier is mij duidelijk geworden dat ik mag zijn wie ik ben. Toen ik bij Celebrate Recovery dan ook was aangekomen bij stap twee, was dit eigenlijk al een proces wat al plaatsgevonden had. God had Zijn armen om mij heen geslagen en vanaf nu ga ik samen met Hem op weg. Ik had mezelf geaccepteerd en veranderde mijn kleding van voornamelijk zwart naar opvallende kleuren. Zo kwamen we op een bepaald moment in het programma van C.R. bij het onderwerp ‘Vergeven’. Ik wist het natuurlijk al veel langer: ik mocht mijn moeder vergeven en na lang nadenken heb ik dat gedaan. Ik heb de keus gemaakt om te vergeven en haar vanaf dat moment te zegenen. Ik kon de hele situatie loslaten. Wat in mijn ogen onmogelijk was, gebeurde. God is een God van herstel. Hij heeft heel gemaakt wat kapot gegaan was.

Toen ik was aanbeland bij stap vier en mijn leven op een open en eerlijke manier ging onderzoeken, kwamen er steeds weer nieuwe dingen aan het licht. In de deelnemersgidsen kwam ik vragen tegen die me het gevoel gaven of dat ze voor mij waren opgeschreven. In de open deelgroep heb ik ervaren dat de contacten met de anderen steeds belangrijker voor me werden. We waren samen met God op weg naar herstel. De één ging sneller dan de ander; onze problematieken verschilden. Maar we hadden een ding gemeenschappelijk: we wilden graag een leven leven, zoals God het heeft bedoeld. Velen van ons hadden al heel wat zoektochten en trajecten achter de rug. Sommigen hadden daarbij wel wat positieve invloed ervaren, anderen niet. De wekelijkse bijeenkomsten werden kostbaar voor mij: samen met mijn man naar CR. De relatie met mijn moeder is ondertussen hersteld. Ik zie nu ook waarom ze zich zo heeft gedragen en ik kan van haar houden. Ik ben alles wat er gebeurd is niet vergeten, maar het staat niet meer tussen ons in en daar ben ik God heel erg dankbaar voor.

In deze tijd kwam mijn broer over uit Limburg waar hij woonde, om ons te helpen met de verhuizing. Hij vertelde ons dat hij niet meer kon eten en dat hij erge pijn in zijn maag had. Op onze vraag wat de arts daarvan zei reageerde hij met de opmerking dat hij nog niet naar de dokter was geweest, omdat hij in zijn huwelijk niet de ruimte had om ziek te zijn. Hij was 20 jaar getrouwd met een vrouw die erg egoïstisch was en regelmatig te veel dronk. De opvoeding van zijn beide meiden had hij grotendeels alleen moeten doen. Die waren nu bijna volwassen: 16 jaar en 18 jaar. De oudste had al 12 maanden niet meer met haar ouders gesproken en de jongste had anorexia ontwikkeld. Toen hij twee dagen later in ons huis lag te huilen van de pijn ben ik met hem naar het ziekenhuis gegaan. Nadat ik mijn schoonzus had gevraagd of zij nuchter was, heb ik haar gezegd dat zij met spoed naar ons moest komen omdat haar man ernstig ziek was. Twee dagen later hoorden we dat hij maagkanker had met uitzaaiingen en dat er niets meer aan te doen was. Vijftien weken later is hij overleden, ik heb hem zelf met zijn vrouw tot het laatst toe verpleegd. Ook probeerde ik de relatie tussen de oudste dochter en haar vader en moeder te herstellen wat gelukkig 10 dagen voordat hij overleed, is gelukt.. Ik mis hem nog steeds. Wat wel heel mooi en bijzonder is, is dat deze laatste 15 weken van hun huwelijk de mooiste waren van alle afgelopen 20 jaar. Herlinde, zijn vrouw, gaat nu naar een evangelische gemeente en heeft haar verdriet samen met God een plek kunnen geven.

Toen ik er achteraf op terug keek, ontdekte ik dat ik weer in mijn oude patroon was teruggevallen: ik ging zorgen voor mijn broer, mijn schoonzus en hun kinderen en ik vergat mijzelf. Het verdriet dat het gevolg was van het overlijden van mijn broer had ik ver weggestopt. Ondertussen had ik een nieuwe, zware baan in een verpleeghuis. Ik heb dat anderhalf jaar volgehouden tot ik letterlijk niet meer op mijn benen kon staan. Ik kwam op bed te liggen. Tien weken lang kon ik niet meer van dat bed af .Door ernstige spierpijn en een vreselijke vermoeidheid stortte mijn wereld in. Ik heb na deze periode twee keer geprobeerd om weer opnieuw te gaan werken maar na een jaar werd ik afgekeurd en zat ik thuis ….wat ik erg moeilijk vond. En nog dacht ik, ik kan het allemaal zelf wel… ik heb geen hulp nodig van God of van mensen. Er is in die tijd veel voor mij gebeden, maar ik had zelf de visie “Ik weet dat God kan genezen en dat Hij dat ook gaat doen op Zijn tijd en op Zijn manier”. Maar na twee operaties en nog een ziekenhuisopname verder verbeterde mijn toestand niet. Om mijn tijd op een andere zinvolle manier in te vullen ging ik mij bezig houden met hobby’s. Maar accepteren deed ik het niet. Ik bleef vechten met God en tegen mijzelf. Ik keek alleen naar de onmogelijkheden en niet naar de kansen die God mij gaf. Ik kon niet meer bidden en in oktober vroeg een psycholoog aan mij: wat wil je nu zelf? Mijn antwoord was duidelijk: ik wilde weg van huis, uitrusten, niet om mij heen kijken en ik weigerde te accepteren dat ik het huishouden niet kon doen . Ik miste de overtuiging dat mijn leven op aarde andere mensen gelukkig maakte. Voor met name Ronald en onze dochter voelde ik mij alleen maar lastig. In oktober 2011 heb ik mij op laten nemen omdat ik het leven niet meer aankon. Wat was het moeilijk om toe te geven dat de sterke Ariane hulp moest vragen van anderen. Maar wat ben ik dankbaar dat ik dit heb gedaan. Gedurende de therapie kwam ik erachter dat ik de drukte van het pleeggezin en de kinderen vreselijk miste. Ook het overlijden van Tom, mijn broer, had ik niet verwerkt. Door alles heen heb ik ontvangen waar ik zo diep van binnen naar verlangde: het weten dat je er mag zijn. Mensen om je heen die van je houden, vriendinnen hebben. En ik ging het leven aanvaarden als een zegen. In de therapeutische leefgemeenschap waar ik was heb ik veel geleerd. Tijdens creatieve therapie moest ik een gedicht schrijven over waarom ik daar zat.

Gedicht 1
Karakter is door God gegeven
iedereen is uniek.
goede eigenschappen kunnen vervormen in het leven,
wat je meemaakt maakt soms ziek
Tegenslagen, ziekte en pijn
kunnen zo overrompelend zijn.
Jezelf verliezen, alles kwijt
van zoveel dingen heb je spijt.
Opnieuw weer zoeken naar wie je bent
dat is hard werken maar er is er een die mij kent.
Het doet zo’n pijn om te verliezen
een weg te gaan die je zelf niet zou kiezen.
Om dat te kunnen accepteren,
moet ik nog heel veel over mijzelf leren.
Hoe ga ik door, hoe leef ik verder
samen met de goede Herder
die mij leidt en die mij wil geven,
alles wat ik nodig heb om echt te kunnen leven.
ook als het niet gaat zoals ik had gedacht
er komt een dag dat het leven weer lacht
Het is nu tijd om afscheid te nemen maar te weten
God is mij niet vergeten.
Ik wil op zoek naar nieuwe dingen in mijn leven
die mij opnieuw vervulling kunnen geven
Dwars door de problemen en de pijn
zal ik worden wie ik mag zijn.
en mijn waarde niet ophangen aan wat ik kan
want daar word je ongelukkig van.
een andere toekomst een ander leven
door de goede God aan mij gegeven

Nadat ik dit geschreven had heb ik er een poosje naar zitten staren, en kwam tot het besef dat ik het zo niet langer wilde. Ik wilde niet meer vechten. Ik heb het wilsbesluit gemaakt om te aanvaarden wat het leven mij ook brengt. En God te vertrouwen dat Hij altijd bij mij is. Om in moeilijke situaties hulp te vragen aan Hem en aan de mensen om mij heen. Ook oefen ik nu dagelijks met het aangeven van mijn grenzen. Dat doe ik met vertrouwde mensen om mij heen. Ik merk dat ik serieus genomen wordt en dat maakt dat ik mijzelf ook steeds meer serieus neem.
Voordat ik weg ging uit de therapeutische leefgemeenschap werd mij opnieuw gevraagd een gedicht te schrijven en dat heb ik gedaan:

Gedicht2
Vier muren, wat ramen en een dak
Dat is ons huis, maar ik voel mij er niet op mijn gemak
Teveel gebeurd, vergeten te rouwen
Hier kan ik mijn toekomst niet op bouwen
Werken en sporten, dat is wat ik deed
Misschien dat ik daardoor al die ellende vergeet
Ik kwam erachter dat het zo niet door kon gaan
Er moest iets gebeuren, zodat ik weer op beide benen kon staan
Maar wat, wanneer en hoe?
En waar moet ik dan naartoe?
De toekomst was een donker pad
Waar ik eigenlijk geen zin aan had
Zo donker alles om mij heen
Zo liet ik jullie toen alleen
Ik ging naar Nehemia en werd vrij
van alles wat zo vast zat in mij
Vergeef mij dat ik er even niet kon zijn
Ik voelde mij verloren in mijn angst en in mijn pijn
Nu kom ik terug en zie weer het licht
De toekomst is een mooi vergezicht
Met nieuwe dingen, nieuwe taken
Waarmee ik mij nu prima kan vermaken
Nooit gedacht
Nooit verwacht
Toch gekregen
Wat een ZEGEN
Vier muren, wat ramen en een dak, dat is ons thuis
En weet je………….ik voel mij er op mijn gemak!!!!!!

Mijn leven staat nu in het teken van principe 3 van Celebrate Recovery: Die luidt: Ik maak de radicale keuze om heel mijn leven en mijn wil aan de zorg en leiding van Jezus toe te vertrouwen (Math.:5:5)
God is door mijn deelname aan CR heel dicht bij mij gekomen. Gods liefde voor mij mag ik dagelijks ervaren . Waar ik spijt van heb? Dat ik niet vele jaren eerder samen met Ronald van het bestaan van CR wist. Het begin was lastig want … Ik was zo dom om te geloven dat CR voor zielpieten was. Nu begrijp ik wat Wim Stoorvogel ooit in het blad Opwekking schreef: Celebrate is voor de helden van de kerk!
Bij CR ontving ik een lied van één van de andere deelnemers. Dat lied heeft mij aan het denken gezet en bracht mij bij psalm 84.
ZELFS VINDT DE MUS EEN HUIS O HEER
GELUKKIG ZIJ DIE BIJ U HUN TOEVLUCHT ZOEKEN, TREKKEN ZIJ DOOR EEN DAL VAN DORHEID HET VERANDERT VOOR HEN IN EEN OASE STEEDS KRACHTIGER GAAN ZIJ VOORT

En ik heb gemerkt dat wanneer je dichtbij God leeft, Hij degene is die de dingen in je leven gaat veranderen. Zo heeft mijn schoonmoeder haar excuses aangeboden voor het feit dat ze, zoals ze zelf zei, een hele slechte schoonmoeder is geweest. Nu hebben we een positieve opbouwende relatie waarin regelmatig ruimte is voor gevoelige intensieve en persoonlijke gesprekken. Ik had na 23 jaar niet meer durven hopen dat zoiets nog mogelijk was. Ik had de bestaande situatie al geaccepteerd en ik ging er niet meer van uit dat hierin nog iets zou veranderen maar bij God is alles mogelijk!!!!!
Als ik naar mijn leven kijk dan kan ik niet anders doen dan geloven dat er een God in de hemel is die veel van mij houdt en die samen met mij op weg gaat dwars door alles heen Zijn toekomst tegemoet. Met Hem mag ik overwinnaar zijn. Het is mijn dank aan mijn hemelse vader, dat ik nu bezig mag zijn met stap 12 van het CR programma: doorvertellen hoe God mijn leven heeft veranderd en hoe Jezus Christus mijn voorbeeld om na te volgen, is geworden.

Hartelijk dank dat ik mijn Persoonlijk Verhaal met jullie mochten delen!

Hersteld van hoogmoed, trots, codependency, perfectionisme en boosheid

Even voorstellen:

"Hallo, ik ben Karel."

Ik ben een christen, … en hersteld van hoogmoed, trots, codependency, perfectionisme en boosheid.
In mijn leven heb ik geworsteld of worstel ik nog steeds in meer of in mindere mate met het 1ste Gebod, waardoor ik geneigd ben om andere zaken op de 1ste plaats te zetten in mijn leven, zoals mijn vrouw, mijn kinderen, mijn werk of mijzelf en mijn reputatie. En dat heeft al aardig wat problemen opgeleverd…

Ik worstel dus met verschillende problemen in verschillende verschijningsvormen. De daaraan gerelateerde probleemgebieden zijn bijvoorbeeld mijn worstelingen met:
•  geëerd willen worden in een groep en afhankelijk zijn van de goedkeuring door anderen,
•  prestatiedrang en perfectionisme,
•  het zoeken naar eigen eer,
•  meerderwaardigheidsgevoelens en veroordeling van anderen,
•  zelfacceptatie en het mogen zijn zoals ik ben,
•  het lastig kunnen waarnemen van andermans grenzen en daar overheen gaan,
•  angst voor afwijzing en verlating,
•  seksuele behoeftebevrediging en rookverslaving,
•  grof taalgebruik en een kort lontje,
•  boosheid als reactie op onrecht
•  worstelingen om mijn leven te willen plannen en beheersen
•  het vertrouwen op eigen kracht en kunnen.

Ik ben geboren in een liefdevol en gelovig gezin. Mijn zus is een jaar ouder als ik en mijn broer is ruim zes jaar jonger.
Als kind merkte ik al snel, dat ik op veel gebieden beter presteerde dan kinderen in mijn omgeving. Ik kon heel goed leren, was zeer goed in de meeste sporten en was makkelijk in de omgang met andere mensen. Ik was buitengewoon leergierig en mocht graag spannende dingen doen en nieuwe terreinen verkennen.
Op de kleuterschool was ik al snel de leider van de klas. Leider van de groep bleef ik ook op de lagere school, middelbare school en daarna. Daar hoefde ik geen moeite voor te doen, het ging bijna automatisch. Ik was bijna altijd buiten en op straat, dat trok me enorm! Want daar gebeurde van alles en daar was het spannend.
Binnen zitten vond ik maar saai en op school resulteerde dat al snel in vervelend doen in de klas. Voor sommige leraren was ik onuitstaanbaar. Uiteindelijk maakte ik het zo bont dat ik op de middelbare school definitief van school werd gestuurd. Door bemiddeling van mijn ouders werd die beslissing van de schoolleiding na veel gesprekken teruggedraaid en kon ik blijven. Op straat was ik vaak bezig met dingen, die men tegenwoordig schaart onder jeugdcriminaliteit. Ik heb dingen in mijn jeugd gedaan, waar ik me nu diep voor schaam.

Mijn geloofsbeleving en de relatie met mijn vader:
Ondanks dat alles, was ik heel gelovig: ik had een persoonlijke relatie met Jezus en ervoer Zijn Liefde. Naar mijn omgeving maakte ik daar zeker nooit een geheim van, maar ik voelde me wel verdeeld: gelovig, maar ook erg van deze wereld en alles wat die te bieden had, houden!
Het beeld dat ik had van het geloof van mijn ouders was dat het in het leven ging ging om de Bijbel en om het strijden tegen demonische krachten. Dat laatste was een stokpaardje van hen. Ik kon daar niet zoveel mee in mijn geloofsbelevenis. Naar mijn mening was Gods liefde voor de mensen het centrale thema en niet allerlei Bijbelse wetenschap of duiveluitdrijving.
Mijn vader was anders opgegroeid dan ik: hij moest al op jonge leeftijd gaan werken en had nauwelijks schooldiploma's. Hij werkte lange dagen om ons gezin te kunnen onderhouden, deed nooit iets aan sport en zat graag thuis. Als kind en puber miste ik het heel erg, om samen met mijn vader allerlei dingen te doen en te delen. Onze enige gezamenlijke interesse was het geloof, dus op dat vlak probeerde ik me met hem te verbinden. Dat lukte echter niet, omdat ik hem er niet van kon overtuigen dat mijn centrale thema's in mijn ogen belangrijker waren dan de zijne. Voor mij was dat uitermate frustrerend. Ik miste de relatie met mijn vader en het enige wat ons kon verbinden, voelde voor mij als de grootste verwijdering.

Mijn volwassen leven:
Toen ik bijna 18 was, kon ik gelukkig lekker op mezelf gaan wonen; zo kon ik tenminste makkelijk afstand nemen van mijn ouders, zodat iedereen gewoon met z'n eigen leven verder kon gaan. Ik ging Bedrijfseconomie studeren; dat was een studie met goede kansen in het bedrijfsleven. Ik wilde later geen geldzorgen hebben!. Toen ik 20 jaar was, deed ik vakantiewerk in een discotheek. Daar leerde ik mijn eerste vrouw kennen. We werden verliefd en na 4 jaar samenwonen besloten we te trouwen. Mijn studie Bedrijfseconomie had ik inmiddels afgerond en op dat moment was ik sergeant in het leger geworden. Na de militaire dienst was het moeilijk om werk te vinden. Ik kreeg een baan in een ander deel van het land en we moesten noodgedwongen verhuizen. Niet leuk, maar daar was werk! In dat zelfde jaar werd onze zoon geboren en onze dochter volgde twee jaar later. Ik maakte snel carrière en verdiende genoeg geld om geen serieuze financiële zorgen te hoeven hebben.
"I had it made": ik was gelukkig getrouwd, twee gezonde kinderen, een succesvolle carrière en alles ging voor de wind ... of toch niet helemaal?

Mijn innerlijke verdeeldheid:
Innerlijk bleef ik mezelf enorm verdeeld voelen: graag Jezus willen volgen, maar niet werkelijk daar toe in staat zijn. Ik zat echt in een spagaat. Ik was een man van de wereld: ik kende de regels van de straat, die regels golden ook in militaire dienst en ook op kantoor. Het was het recht van de sterkste, de beste en bij die categorie hoorde ik nu eenmaal altijd. Bracht het me innerlijke vervulling? Nee! Ik bleef me verdeeld voelen, onmachtig om Gods liefde te ervaren en uit te stralen, terwijl ik daar aan de andere kant wel sterk naar verlangde. Ik was hard voor mezelf en voor anderen, prestatiegericht, perfectionistisch, functioneel en resultaatgericht. Als je me in die tijd gekend zou hebben zou je misschien geconcludeerd hebben dat ik bij wijze van spreken "over lijken" zou kunnen gaan om mijn doel te bereiken. Was ik dan zo'n liefdeloze onaardige gozer? Welnee, ik denk dat al mijn vrienden dat zouden ontkennen, maar afgemeten aan God en de Bijbelse maatstaven, voelde ik me wel zo.

De motor begint te haperen:
Ik begon steeds meer last te krijgen van situaties in mijn werk en in mijn leven, waarbij ik niet geliefd werd. Die frustraties in mij stapelden zich op. Mijn vrouw kon mij niet genoeg liefde geven. Mijn ouders konden zich niet met mij verbinden. Dat was althans mijn perceptie. Ik vond dat mijn collega's het allemaal niet zo goed snapten als dat ik dat deed. De wereld was niet te vertrouwen en vol met mensen die alleen maar iets van mij wilden. Ik leefde meer en meer met de angst om te verliezen wat ik allemaal had opgebouwd en wat me tot nu toe een gevoel van geluk en veiligheid had gegeven. Overleven werd een moeizame strijd. Getob en frustraties namen langzamerhand de plaats in van genieten.

De motor loopt vast:
Het kookpunt kwam toen mijn relatie met mijn ouders in een crisis belandde. Alle frustraties en teleurstellingen van vroeger kwamen versterkt terug uit de afgrond, waar ik ze naar had weggedrukt. Het straalde ook af op de relatie die ik had met mijn zus en mijn broer. Dat ging zo ver en zo diep, dat ik besloot om afstand van mijn familie te nemen en de banden te verbreken. Ik had me voorgenomen om er een jaar over te rouwen en dan misschien weer voorzichtig contact te leggen en te bekijken hoe dingen zich verder zouden ontwikkelen.
Persoonlijk voelde ik me steeds meer verbitterd en gefrustreerd. Niets of niemand kon voorzien in waar ik blijkbaar behoefte aan had. De relatie met mijn vrouw werd moeizamer, relaties op m'n werk verliepen moeizamer, ik voelde mezelf steeds meer eenzaam en geïsoleerd in de boze buitenwereld.
Uiteindelijk hield mijn vrouw het niet meer uit. Ze wilde scheiden. Voor mij kwam die mededeling als een donderslag bij heldere hemel. Ik was er totaal niet op voorbereid. Ik wist dat we het wel eens lastig hadden, maar in de ruim twintig jaar dat we samen waren, waren we er toch iedere keer weer bovenop gekomen!? En nu ineens dit! En het was zo definitief, ze wilde niet meer terug.
Mijn wereld stortte in. Alles waar ik mijn leven op had gebouwd werd van onder mijn voeten weg geschopt. Geen vrouw meer, geen gezin, ik zat er helemaal doorheen. Het praktische gevolg was ook dat ik niet meer in staat was om te werken en door de situatie werd ik gedwongen om in een antikraakpand te gaan wonen zonder spullen. Ik was echt kapot! Ik schreeuwde het uit naar Jezus: "Wat is er mis met mij??!!".

Begin van het herstel:
Jezus kwam met het antwoord, en dat was niet leuk! Hij benoemde mijn diepste problemen en maakte me duidelijk:
Je vrouw en je kinderen zijn je afgod,
Je werk is je afgod,
Jij zelf en je zelfvoorzienendheid zijn je afgod.
Jezus liet mij zien dat ik leefde vanuit angst en pijn. Hij liet mij zien hoe die angsten en pijnen waren ontstaan in het verleden en dat dat leidde tot allerlei disfunctioneel gedrag in de relaties tot de mensen om mij heen.
Ik werd stil en klein; ik werd me bewust van mijn gedrag en mijn houding. Woorden en daden, waarvan ik me daarvoor nooit bewust was geweest stonden me opeens helder voor de geest. Ik voelde me altijd maar gewoon slachtoffer van mijn karakter: zo was ik nou eenmaal!; daar kon ik toch ook niks aan doen? Hoe hard ik dat ook 40 jaar lang had geprobeerd; de vicieuze cirkel was nooit doorbroken!
Ik had gestreden, maar verloren. Jezus leerde mij dat dat kwam, omdat ik had leren vertrouwen op eigen kunnen in plaats van te putten uit Zijn Krachtbron en afhankelijk willen te zijn van Hem.

Hoe ik dit allemaal leerde? In drie en een halve maand volgde ik verschillende psychologische trajecten parallel naast elkaar. Ik bestudeerde heel veel boeken op het snijvlak van psychologie en geloof. Ik had vele persoonlijke gesprekken met vrienden en familieleden. Ik keek veel natuurfilms, wandelde en fietste veel; hield een dagboek bij en stopte met werken om mezelf volledig te kunnen storten op mijn herstel en om mezelf volledig toe te wijden aan Jezus. In dat proces gebeurde iets heel opmerkelijks: mijn vader werd mijn mentor.

In het begin was mijn eerste reactie:
"Ik ben me bewust geworden van wat er allemaal mis is met mij …
en vanaf nu, moet ik het dus gewoon anders gaan doen!".
Al snel kwam ik er achter, dat ik daartoe helemaal niet in staat was; weer was ik geneigd om de verandering op eigen kracht gestalte te geven. Uiteindelijk gaf ik het op: … "Jezus, ik geef het op. Ik kan het niet. Wilt U het in mij gaan doen?!”.

Ik was klaar om een begin te maken met
Stap-1: 'Hoogmoed bekennen'

Ik geef toe dat ik zelf niet bij machte ben om mijn neiging om verkeerde dingen te doen onder controle te krijgen.
Ik ben namelijk God niet.

Romeinen 7:18
"Immers, ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wíl het goede wel, maar het goede doen kan ik niet."

Wauw, ... en toen begon de verandering!
Langzamerhand begon ik Gods liefde in mijn leven te ervaren. Ik ervoer hoe Hij mij vergeving schonk over alle dingen die ik verkeerd deed of in het verleden verkeerd had gedaan. Ik ervoer dat ik geliefd was en dat ik mezelf mocht accepteren met al mijn pijn en verwondingen en al mijn beperkingen. Ik voelde dat ik daardoor niet meer veroordelend keek naar andere mensen, maar ook hun pijn en emotionele wonden kon zien en het disfunctionele gedrag, dat daaruit voortkwam. Ik ervoer dat ik het niet meer nodig had dat anderen in mijn behoeften moesten voorzien. Dat scheelde een berg frustraties en teleurstellingen. Ik merkte zelfs dat ik van hen kon gaan houden, zelfs al deden zij mij onrecht aan. Er ging een nieuwe innerlijke wereld voor mij open: ik voelde Vrede, Rust en Blijdschap in mijn hart. Ik hoefde niet meer hard te werken om mezelf gelukkig te voelen of om mezelf te bewijzen. Eigenlijk hoefde ik er niets voor doen: God deed Zijn werk in mij en daardoor ging het als vanzelf. Dat was nou genade! Je begrijpt: het begrip genade kreeg een nieuwe inhoud voor mij.

Veranderingen in mijn leven:
God heeft in drie a vier maanden tijd mega veranderingen in mijn leven bewerkstelligd. Mijn vrouw kon de veranderingen niet zien en heeft de scheiding doorgezet. Ik heb begrip en respect voor haar beslissing. We hebben nog steeds contact met elkaar en ik mag haar nu liefhebben met Gods liefde, alleen niet meer als partner.
Afgoderij speelt geen rol meer: God is mijn God, Hij staat op de eerste plaats, Hij is de Grote Baas in mijn leven en de Bron van mijn Levenskracht. Ik heb geen behoefte meer om mezelf te bewijzen naar anderen toe. Ik mag zijn wie ik ben. Ik kan en mag ook anderen laten zijn wie ze zijn; zelfs wanneer ze mij onrecht aandoen of niet voldoen aan de verwachtingen die ik van hen heb. Deze dingen die mij vroeger beheersten, gebeuren af en toe natuurlijk nog steeds. Maar nu niet meer structureel, maar incidenteel; ze krijgen geen vaste voet meer aan de grond; het blijft een strijd tegen de verleidingen, maar samen met God mag ik de verleidingen overwinnen.
Tevens heeft God mij, door middel van een bevrijdingsgebed op 5 mei (bevrijdingsdag in Nederland!), bevrijd van verlatingsangst en van leugens en valse overtuigingen die mijn gedachten al die jaren hadden verblind. Door dit alles is de relatie met mijn vader en mijn moeder meer dan hersteld, alsook de relatie met mijn zus en met mijn broer. Mijn kinderen zijn getuigen van de manier waarop God mijn hart heeft genezen.
Mijn mentale en emotionele verwondingen zijn niet voor niks geweest. Inmiddels mag ik als pastoraal werker anderen ondersteunen op hun weg naar herstel en de richting wijzen naar hun Liefdevolle Hemelse Vader, naar het bevrijdende werk van Jezus en naar het herstellende werk van de Heilige Geest.

Tot slot:
Het creëren van mijn eigen schijnzekerheid door het plannen, het organiseren en het controleren van mijn eigen leven, heeft plaats gemaakt voor rust en vertrouwen op God in plaats van op eigen kracht en inzicht. De kracht van Gods liefde die mijn hart vervult , is mij gegeven uit Genade, ik heb er niets voor hoeven te doen, dan mij overgeven aan Hem. Het uitleven van deze Liefde in woord en in daad naar mijn medemens, die zich in mijn directe omgeving bevindt, gaat als vanzelf ... of het gaat niet. Ik bedoel hiermee dat ik mezelf compleet afhankelijk heb leren opstellen van wat ik van God heb mogen ontvangen: dat is wat ik kan uitdelen, niet meer en niet minder. Ik voel me niet langer verdeeld, maar geheeld. Jezus heeft mij laten ontdekken, wie ik in werkelijkheid mag zijn: Leven zoals God dat bedoelt heeft. Dank U Jezus!

Ik dank God dat ik dit levensverhaal met jullie heb mogen delen.

Hersteld van mishandeling, boelemie en codependency

Dag allemaal, ik ben Karry en ik ben een dankbare gelovige die hersteld is van mishandeling, boelemie en co-dependency.
Zelfs voordat ik christen werd kon ik Gods hand op en plannen voor mijn leven zien.

Ik groeide op met alcoholisme. Mijn vader was een alcoholist. Zijn zondige leven had tot gevolg dat hij veel slechte keuzes maakte. Zijn drankgebruik veroorzaakte pijn en verdriet bij mijn moeder en mij. Hij onderhield diverse buitenechtelijke relaties. Hij was thuis vaak afwezig en had geen echte relatie met mij. De opmerkingen die hij wel regelmatig naar mij maakte, kenmerkten zich door seksueel getinte denigrerende grappen over vrouwen.

Hij deelde details over zijn liefdesleven. Hij maakte ongepaste grappen over mijn lichaam. Op een nacht zag ik dat hij mijn babysitter verkrachtte. Ik was toen 5 jaar oud.
Ik ging geloven dat ik lichamelijk aantrekkelijk moest zijn om de aandacht, liefde en goedkeuring van mannen te krijgen. Vooral die van mijn vader. Mijn ouders scheidden toen ik 5 was. Mijn moeder en ik woonden daarna bij vrienden of familie om rond te komen. Dit had tot gevolg dat we vaak verhuisden en we vaak in moeilijke situaties terecht kwamen.
In mijn jeugd ervoer ik veel emotioneel en seksueel misbruik van ‘vaderfiguren’. Ik voelde me verloren, onzeker en vertrouwde niemand. Zonder het te begrijpen, ging ik mijzelf isoleren en ging ik overmatig eten, of juist helemaal niet eten. Dit zorgde voor een gevoel van veiligheid en controle. Ik ontdekte in mijn contact met mannen, dat ik in stilte had gezworen nooit meer zo kwetsbaar te zijn als bij mijn vader. Vertrouw niemand meer; nooit; dat was mijn motto geworden.

Na elke man die uit mijn leven vertrok, werd ik in mijn overtuiging gesterkt. Ik leefde zelfvoorzienend en onafhankelijk van anderen. Jaren later hertrouwde mijn moeder. Ook haar tweede man was een mishandelende alcoholist. Ik was wanhopig op zoek naar een papa. Want ik kon zijn voortdurende boosheid en seksuele opmerkingen niet aan.
Ik voelde me steeds onzekerder en waardelozer worden. Ik geloofde rotsvast dat liefde en waardigheid gebaseerd zijn op lichamelijke perfectie en schoonheid. Als ik het perfecte gewicht kon bereiken, zou het misbruik stoppen. Anderen zouden van mij gaan houden. Ik geloofde toen, dat ik slechts een lichaam was zonder ziel.

Zijn misbruik en woede uitbarstingen namen de volgende 11 jaar toe. Ik trok mij steeds vaker terug en raakte meer verslaafd aan eten. Wat onschuldig was begonnen toen ik 7 was, nam extreme vormen aan. Ik was langzamerhand verslaafd aan sport, eten en dieetpillen. Een jaar na mijn moeders tweede scheiding was ik 22. Ik geloofde mijn liefde en geluk gevonden te hebben en trouwde met Chris. Maar omdat ik CR en mijn eigen gedragspatronen nog niet werkelijk kende, trouwde ik met een alcoholist en drugsverslaafde.
Wat ik begreep van liefde en relaties trok mij naar hem toe. Ervaringen uit het verleden hadden mij geleerd om in zo’n omgeving te leven. Uiterlijk was alles. Hij bepaalde wat ik droeg, hoe mijn haar zat. De vrouwen in zijn pornoblaadjes vormden een bedreiging voor mij. Op een dag wilde ik laten zien dat ik de baas was. Ik knipte mijn lange haar af. Hij maakte duidelijk nu het gevoel te hebben met een man getrouwd te zijn. Mijn schaamte en vernedering hadden nachtelijke vreetbuien tot gevolg.
Mijn gewicht nam drastisch toe. Als al mijn inspanning om slank te zijn, niet resulteerden in liefde voor mij, zou ik hem dwars zitten door dik te worden! Het werkte. Maar het resulteerde in meer boosheid en emotioneel, fysiek en seksueel misbruik.

Na een jaar huwelijk probeerde ik hem te verlaten. Hij achtervolgde me en probeerde mij van de weg af te rijden. Nadat hij bovenop de auto gesprongen was, trok de politie hem eraf. Ik zwoer dat ik nooit meer naar hem terug zou gaan.
Dat hield ik 4 maanden vol. Ik schaamde me zo diep dat ik hem opnieuw toeliet in mijn leven. Wat ik met mezelf had afgesproken, verankerde zich nog dieper in mijn ziel. Ik verloor het laatste beetje ‘Karrie’ die ik nog was in deze relatie. Ik vond alleen nog leuk wat hij leuk vond en maakte zelf geen vrienden meer. Ik schoof mijn familie aan de kant en voelde me doodsbang en alleen.
Maar na 5 jaren van gebroken neuzen, blauwe plekken, complete wanhoop en een ernstige eetverslaving sprak de Heer tot mijn hart. Hij zei: ‘Karry, je hoeft niet langer zo te leven. Het is jouw keus, maar laat Mij je helpen.’ Ik gaf eindelijk toe dat mijn leven ontspoord was. Ik vertrouwde mijn verhaal aan een vriendin toe. God opende de deur om me naar buiten te laten. Zij bracht mij naar CR in deze kerk, bijna 15 jaar geleden. Ik kan niet geloven dat het 15 jaar geleden is.

De eerste keer voelde ik veel angst en onzekerheid. Ik zat al zo lang in dit patroon en nu zou de situatie misschien veranderen. Prijs God; dat is gebeurd! Gods liefdevolle armen om mij heen gaven mij de moed om elke week terug te komen. Ik kreeg nieuwe hoop. God liet me zien dat er geen andere manier is om te genezen dan een relatie met Jezus te hebben. Ik moest Hem toestaan, door mij heen te werken. In de tweede week speelde de aanbiddingsleider het lied “Tienduizend redenen”. Ik kon de enorme pijn die ik voelde niet in woorden beschrijven. Terwijl ik luisterde, voelde ik Gods Geest en stortte ik in. Ik begreep eindelijk wat mij zoveel pijn deed en begon hard te huilen. Ik geloofde dat ik een tweede kans kreeg om opnieuw te beginnen. Onze dominee leidde ons in een gebed om Jezus als Heer en Redder aan te nemen en ons leven te leiden.

Ik vertelde God dat ik Hem niet kon zien of aanraken. Maar God gebruikte onze dominee om mijn hart te bereiken. Dat was bijna 15 jaar geleden.
Door de gemeenschap bij CR voelde ik me voor het eerst onvoorwaardelijk geliefd. Mijn voornemen om nooit meer iemand te vertrouwen begon te breken. Ik ontwikkelde echte vriendschappen en steun. Hierdoor genas en bevrijdde God mij. Toen ik mijn vertrouwen op God alleen ging stellen, keerde mijn mishandelende echtgenoot zich van mij en God af. Ons huwelijk kwam ten einde. Doordat ik geen angst meer hoefde te hebben voor mishandeling, begon ik de schaamte en leugens over mijn leven los te laten. Ik ontving het CR werkboek en met mijn bijbel nam ik deel aan de eerste CR vrouwengroep. Ik weet niet zeker of ik een vrijwillige deelnemer of een vrijwillig proefpersoon was, maar het werkte. Het was geweldig.

Met de bijbelse stappen tot genezing, ging ik met Gods liefde en geduld kijken naar de pijnlijke en moeilijke ervaringen die ik had weggestopt. Een morele inventarisatie maken hielp mij om de wonden en herinneringen onder ogen te zien van het emotionele en seksuele misbruik door mijn vader. Ook gaf ik toe aan mijn schaamte dat ik op 16 jarige leeftijd ben verkracht terwijl 5 jongens toekeken. Het was pijnlijk en beangstigend om deze zaken onder ogen te zien. Maar de Heer hield mij vast en liet mij de waarheid zien. Die waarheid zette mij vrij. Ik leerde dat ik alle gebeurtenissen uit mijn leven onder ogen moest zien om vrij te worden. Ik wilde dat zij mij niet langer zouden beheersen.

Naast het onder ogen zien van deze gebeurtenissen, was er nog iets anders om te bekijken: mijzelf. Hoe had ik anderen pijn berokkend? Welke zonden heb ik begaan? Ik leerde ook dat de mishandelingen niet te wijten waren aan mijzelf en dat ik me daar dus niet schuldig over hoefde te voelen. Maar hoe reageerde ik op dit misbruik? Had ik toegestaan dat mijn verleden mijn toekomst ging bepalen? Heeft mijn pijn anderen op een zondige manier beïnvloed? Welke destructieve patronen had ik ontwikkeld om al mijn pijn te verstoppen? Ik zag eindelijk de zonde van mijn eetverslaving in. Ik propte me vol, verzamelde overal eten. Ik kwam 5 kilo aan en hongerde het er vervolgens weer vanaf. Ik nam iedere dag dieetpillen en laxeermiddelen. Ik woog mezelf dagelijks en beoordeelde mezelf op de omvang van mijn pols. Ik streed voortdurend om zo slank mogelijk te zijn zodat ik de liefde van anderen zou verdienen. Ik probeerde mijn schaamte te verhullen achter de extra kilo’s.
Vinger achterin de keel en overgeven werd de snelle en gemakkelijke manier om gewicht te verliezen. Ik had anderen uit mijn verleden vergeven. Maar ik was vergeten om mezelf te vergeven. Ik beleed dit aan mijn coach en vroeg om hulp. Ik kon eindelijk Gods vergeving aanvaarden. Ik werd langzamerhand bevrijd vanuit de donkere gevangenis van mijn geheimen en stapte Zijn geweldige licht in.
Nu stond ik eindelijk toe dat God mij veranderde.

Ik was bereid om alle veranderingen toe te staan die Hij wilde volbrengen. Ik moest toestaan dat Hij mijn denken zou veranderen. Mijn ideeën en mijn identiteit. Ik accepteerde dat mijn waarde alleen van Zijn liefde afhangt. Ik probeer nu niet meer te voldoen aan de eisen van de wereld. Ik schoot immers altijd tekort. Ik mag dit schrijven met opgeheven hoofd – prachtig in Gods ogen.
Ik vroeg God te werken aan de moeilijke kanten van mijn karakter zodat ik eindelijk volwassen kon worden en kon worden wie Hij voor ogen heeft. Ik vroeg vrienden en familie om vergeving voor wat ik hen had aangedaan door mijn eetverslaving en alle boosheid die ik had geuit als gevolg van mijn pijn. Hierdoor vond geweldige genezing plaats. God herstelde mijn hart en veel relaties. Hij bracht een nieuwe vaderfiguur in mijn leven: mijn (derde) vader Robert. Hij was een geschenk en werd de vader die ik altijd had gezocht. Door zijn leven werden de verloren jaren uit het verleden ingehaald.
Hij liet mij zien hoe een echte man Gods is. Ook gaf God mij een nieuwe relatie met mijn eigen biologische vader. Na enkele jaren van vervreemding, zat ik in december 2007 naast hem voordat hij een levensbedreigende operatie moest ondergaan. Hoewel ik hem had vergeven, was ik toch om een of andere reden bang en ging met tranen in mijn ogen naar hem toe. Ik wist dat God mij vroeg te gaan. De tijd met mijn vader was door God geleid. De nacht voor de operatie gaf God me ongelofelijke moed. Ik vroeg mijn vader naar zijn relatie met God. Een paar minuten later zat ik op mijn knieën en bad het zondaarsgebed met hem. Hij vroeg Jezus in zijn leven.

In die stoel zag ik een gebroken man. Een man die door God vergeven was. Ik leerde toen dat ongeacht de ernst van de zonde of het misbruik, dat je moet vergeven om te kunnen genezen. Vergeving is Gods medicijn voor gebroken harten. Ik heb ook mijn moeder tot geloof zien komen, nadat ze zag wat Christus voor mij gedaan heeft. Het is geweldig, we sleepten haar mee en ze is nu ook deel van CR.
Zes jaar geleden in oktober was ik bij mijn vader Robert terwijl hij vocht tegen kanker en ik kon hem vertellen over Jezus. God is een God van wonderen.

Maar Gods liefdevolle genade stopte daar niet. Hij gaf me de liefde van mijn leven: mijn echtgenoot Bob. Hij is mijn beste vriend! Toen ik zijn babyblauwe ogen zag wist ik: die is voor mij. Maar hij was een herstellende alcoholist. We wilden zeker weten of het verstandig was om te trouwen en vroegen om raad. We wilden immers geen herhaling van mijn verleden. Volgens onze pastorale adviseurs waren we een perfect stel. Ik kan bijna niet geloven dat voorganger X ons bijna 13 jaar geleden heeft getrouwd. En ik ben nog steeds dol op hem!
Het is een geweldige man die mij eert en respecteert. Door het recovery programma leerde ik dat mijn voornemen om nooit meer kwetsbaar te zijn, overbodig was geworden. Stap voor stap leerde God mij om mensen weer te vertrouwen. Zelfs na al het misbruik leerde ik dus weer te vertrouwen en kwetsbaar te zijn.

Een paar weken geleden vroeg God mij een volgende stap te nemen in kwetsbaarheid richting mijn eigen, biologische vader. God vroeg me een brief te schrijven en hem te bedanken dat hij mijn vader is. Ik schreef onder andere: “ Papa, ik zou niet de vrouw geweest zijn die ik nu ben en ik zou God niet zo dienen als ik nu doe, als jij mijn vader niet was geweest. Ik weet dat jij diep van binnen wenst dat het anders gelopen was met ons gezin. Het is okay. Ik wil dat je weet dat ik intens van je houd en respecteer wie je bent. Ik koester dat jij mijn vader bent. Je bent een goede man. Liefs, je dochter.”
Hij belde mij een paar dagen later op. Met een gebroken stem stamelde hij, dat dit zijn leven goed maakte.

Door CR heeft God mij laten zien dat ik alleen in Hem veilig ben. Ik hoef niet de regie te houden over mijn leven. God strekte Zijn handen naar me uit en bevestigde dat Hij mij opvangt. Laat los! CR leerde mij ook dat God het misbruik in mijn leven niet veroorzaakt heeft. Maar door wie Hij is heeft Hij het wel gebruikt om betekenis en zin aan mijn leven te geven. Hij hielp mij om overal doorheen te komen. Ik ben geen slachtoffer meer dat met eten probeert te overleven. Ik ben een overwinnaar die prachtig is in Gods ogen. Hij heeft mij laten zien hoe ik iets voor anderen kan betekenen doordat hij al mijn ervaringen gebruikt tot eer van Hem. Ik heb mijn levensdoel gevonden door nu samen met mijn man mensen te motiveren om naar God te gaan een deel te nemen aan Celebrate Recovery. God heeft mij als gebroken vaasje genomen, geheeld en gevuld en tot leider benoemd.

Stel je voor! Hij gebruikt mij nu om van anderen te houden, hen te leiden en te bemoedigen. Hij gebruikt mij om als voorgangersvrouw haar man te steunen
Maar weet je, niets betekent meer voor me dan 1 verloren persoon te bereiken en hem bij het kruis te brengen. Eentje maar! De broer van mijn man woont op Walcheren; hij wil ook naar CR om een nieuw leven op te bouwen. Het was zo’n teleurstelling dat er daar nog geen enkele kerk is waarnaar ik hem door kon verwijzen, dat ik bijna gemotiveerd ben om te verhuizen en daar zelf te gaan starten.
Het programma van Celebrate Recovery heeft God gebruikt om mijn leven te veranderen. Ik ben een nieuw mens geworden. Ik ben voor altijd anders. Ooit moest ik een beslissing nemen. Ik kon terug naar mijn verleden ondanks de verandering, of voor het eerst in mijn leven vertrouwen schenken. Jezus zegt in Mattheüs 16:25: ‘Wie zijn leven wil redden zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest om Mijnentwil zal het vinden.’ Ik heb het gevonden. Ik weet wie Karry is vandaag, en ik mag haar graag. Maar ik hou nog veel meer van God!

Dank je wel dat ik dit met jullie mocht delen!

Hersteld van anorexia

Ik ben Petra, 34 jaar en getrouwd. We hebben 2 kinderen: een dochter van 9 jaar en een zoon van 5 jaar.

Tweeënhalf jaar geleden ben ik tot bekering gekomen en heb ik een levende relatie met Jezus Christus gekregen.

Ik ben hersteld van anorexia. Toch vind ik het nog steeds moeilijk om dit uit te spreken.

Ik kom uit een christelijk gezin. We waren met z'n negenen: vader, moeder, 5 broers en zussen, oma en ik. Het geloof, de buitenkant, hard werken en niveau was erg belangrijk in ons gezin. Toch was er ook veel liefde en gezelligheid. We werden in het dorp vaak gezien als het perfecte gezin.

De familie van mijn vaders kant had veel invloed op ons gezin. Trots, hoogmoed en 'de ware kerk' waren zo belangrijk, dat deze kant van de familie uiteindelijk een eigen kerk heeft gesticht en in een sekte is beland. Mijn ouders gingen hier als enigen niet in mee, dus werden we verstoten. Dit had grote gevolgen voor ons als gezin.

Op mijn 12de werd mijn moeder depressief. Ze werd vervolgens regelmatig opgenomen in psychiatrische inrichtingen. Ook heeft ze een zelfmoordpoging gedaan. Mijn vader werkte hard. Dus oma, en af en toe een kindermeisje, zorgden voor ons.

Ik heb mij altijd de minste gevoeld. Als persoon stelde ik niet zoveel voor. Iedereen kon alles net iets beter dan ik en was mooier dan ik. Als het thuis niet goed ging, dan lag dat aan mij. Of tenminste: zo dacht ik. Toch stond ik bekend als het zonnetje in huis. Ik geloofde in God, maar had daarnaast veel angsten en hallucinaties. Ik had het idee mijzelf te verliezen en had geen controle meer over mijzelf.

Ik was ongeveer 16 jaar toen ik begon met minder eten. Ik at bijvoorbeeld geen koeken en dronk geen zwarte koffie. Zo kreeg ik mijzelf onder controle. Op mijn 17de kreeg ik verkering met de jongen die nu mijn man is. Ik moest stagelopen in een jongerencentrum en ging op kamers.

Alles kwam tegelijk. Ik had het gevoel aan zoveel eisen te moeten voldoen; ik had er geen grip op.

Vanaf dat moment ging het bergafwaarts. Ik ging al minder eten. Hele dagen zat het in mijn hoofd: wel eten, niet eten, ik ben lelijk, ik kan niets, dom, dik enzovoort. Op een gegeven moment woog ik nog maar 46 kilo. Ik werd achterdochtig naar mensen, slikte afslankpillen, laxeerpillen en afslankgels. Op een gegeven moment moest ik stoppen met mijn studie Jeugd- en Jongerenwerk en ging ik weer thuis wonen.

Toch heb ik mijn eetprobleem heel lang geheim kunnen houden. Mijn vriend en mijn vriendin wisten het wel, maar ik had het er niet veel over. Het bleef mijn geheim, dat was veilig. We trouwden en ik dacht: dan gaat het vast wel beter. Maar het werd alleen maar erger. Er moest gekookt en gegeten worden.

Boodschappen doen was iets vreselijks. Wat halen we in huis en wat niet? We hadden ons winkelkarretje gescheiden. De ene helft voor mij en de andere helft voor mijn man. Hij moest ook per se de route nemen in de winkel die ik wilde, anders raakte ik de kluts kwijt. Sommige dingen moesten ook verplicht ergens anders gehaald worden, daar zat dan bijvoorbeeld 1 calorie minder in.

Lichamelijk contact werd steeds moeilijker. Niemand mocht mij aanraken. Ik ging nog meer sporten, fietsen, lopen, rennen, trap op, trap af. Echt alles in het extreme. Vier uur sporten achter elkaar zonder eten, geen probleem. Ik gaf mezelf ook nog op de kop, want het had altijd nog wel sneller, harder of langer gekund. Het was nooit voldoende.

Soms kookte ik, ging daarna aan tafel zitten en keek toe hoe mijn man at. Ik leidde op een gegeven moment mijn eigen leven en leefde van schuldgevoel naar schuldgevoel.

Van een vriendin kreeg ik een dagboekje om mijn problemen van me af te schrijven. Hier heb ik twee keer iets in geschreven. Ik citeer een stukje uit 1994: "Ik ben er heel diep in weggezakt. Ik voel me als ik niet eet schuldig, ik voel me als ik wel eet schuldig. Ik voel me schuldig als iemand mij wat aanbiedt en ik zeg nee! Ik voel me schuldig tegenover mijzelf als iemand mij eten aanbiedt en ik zeg ja! Ik ben geestelijk zo moe, en lichamelijk voel ik niks. Ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Ik fiets ermee, ik werk ermee, ik eet ermee, ik praat ermee, nooit één moment rust."

Hierna ben ik in therapie gegaan. Ik heb daardoor leren eten, en mijn gevoel weer te leren voelen. Ik durfde er op een gegeven moment niet meer heen. Het was zo beangstigend om weer te voelen. Mijn man moest me erheen sleuren. Hij bracht me tot aan de deur, wachtte tot de deur achter mij dicht ging en haalde me aan het eind van de dag weer op.

Drie jaar later heb ik weer een stukje geschreven: "De maat is vol van al dat gepieker, eindelijk kom ik erachter (na zo'n 3,5 jaar) dat het niet over gaat. Ik kom erachter dat douchen ook vreselijk is. Ik sla mijn armen altijd om mijn buik, zodat ik mijn lelijke lichaam niet hoef te zien en toch kijk ik dan en dan voel ik me weer schuldig. Het is net of ik mezelf pijn wil doen, zodat ik dan niet wil eten. Maar dan pak ik toch weer eten en dan voel ik me weer rot. Ik ga er alleen nog maar op achteruit."

Dat was echter niet zo, want ik ging dingen signaleren. Ik kreeg weer gevoelens die ik niet meer kende. Het waren gevoelens van angst, boosheid en verdriet. Het voelde zo ellendig, dat ik het gevoel had dat ik dood ging. Ik kon het niet meer verdragen. Mijn lichaam en geest konden niet samengaan; de balans was zoek. Soms viel ik zomaar weg, in een diepe slaap. Dat gebeurde regelmatig.

Ons huwelijk liep niet meer goed, mede door andere dingen die er bij kwamen. We hadden niet veel met God. We geloofden wel, maar deden er niet veel mee. Op een gegeven moment besloten we uit elkaar te gaan. Maar het bijzondere was dat we in die tijd één keer samen hebben gebeden: God help ons!!! Toch wilden we het samen opnieuw proberen. Later hebben we 2 prachtige kinderen van God ontvangen. Omdat mijn lichaam veranderde vond ik de zwangerschappen niet makkelijk. Maar door 4 jaar therapie had ik alles wel aardig onder controle en leefden we gewoon ons leven.

God heeft ons gebed 8 jaar later verhoord. Ik begon een dieper gevoel van emotie te missen. Eigenlijk was ik op zoek naar God. Op zoek naar geliefd te worden. Door de campagne Doelgericht Leven en een interkerkelijk koor kreeg ik een relatie met Jezus. Ik vond het zó bijzonder hoe deze mensen vol van God waren. Ik begon steeds meer te begrijpen: "God kijkt naar mij en Hij vindt mij mooi."

Toen ik op een zondagochtend in een fijne gemeente belandde, heb ik alleen maar gehuild. Ik kwam erachter dat ik mocht zijn wie ik ben. Ik begon bijbel te lezen en kon niet meer stoppen. (Dat was pas een goede afslankmethode.) En zo kwam ik bij die tekst uit Efeze 5:29: Want niemand haat zijn eigen lichaam, maar voedt en verzorgt het zoals Christus de kerk.

Ik ben op mijn knieën gegaan en heb gezegd: "Heer hier ben ik. Ik kan het niet meer. Vergeef mij, Heer. Hoe kan ik mijn eigen lichaam nog steeds zo haten, terwijl God het heeft gemaakt, zoals Hij het heeft bedoeld? Wilt U mij veranderen? Ik geef mijzelf aan U. Wilt U mij genezen."

Ik ben een herstelprogramma gaan volgen: Celebrate Recovery. Ik heb dit doorlopen met nog 3 fantastische vrouwen (zussen) en er is mij zoveel meer duidelijk geworden. Ik heb kunnen vergeven wat anderen mij hebben aangedaan. Ook ik heb veel mensen, vooral mijn lieve man en familie en vrienden, verdriet gedaan. Maar God heeft mij vergeven. Nu kan ik ook mijzelf vergeven. Ik leef niet meer van schuldgevoel naar schuldgevoel. Ik ben vrij!!! Uit genade.

Ik heb verschillende therapieën gevolgd en dat was goed. Het was ook noodzakelijk. Maar uiteindelijk is God de heelmeester van geest, ziel en lichaam. Het aparte was dat ik langere tijd dacht dat het heel goed met mij ging. Dat was ook wel zo, althans, beter dan het eerder was. Maar het anorexieprobleem zat altijd in mijn hoofd. Ik hield het nog steeds onder de duim. Er zat nog steeds veel angst, om niet dik te worden, eigenlijk om niet geliefd te zijn. Maar het is nu weg, uit mijn hoofd. Geest en lichaam kunnen weer samengaan. In begin ervoer ik dat als een rust, nu als een intense vrede met God.

Jazeker, ik word nog steeds aangevallen. 'Je moet toch maar weer sporten. Wat zou het heerlijk zijn om als een veertje door het leven te gaan!' Alsof ik dan meer gewaardeerd word, alsof mijn identiteit van mijn uiterlijk afhangt. Maar mijn identiteit is in Christus. Een aantal weken geleden heb ik te horen gekregen dat ik reuma in de weke delen heb. Ik heb ook last van hypermobiliteit, dus ben altijd moe en heb voortdurend pijn. Ook is er geconstateerd dat er een stukje bot beschadigd is, waarschijnlijk door het vele sporten en mijn bevallingen. Ik heb mijn lichaam niet goed verzorgd en ik heb niet goed naar mijn lichaam geluisterd. En dit zijn dus de consequenties. Ook daar pakt Satan mij op: "Voel je maar weer lekker schuldig". Maar ik stuur het weg in de naam van Jezus. Want het zijn allemaal grote leugens die in mijn hoofd zitten. Zoals het staat in de Bijbel: Onderwerp u dus aan God, maar verzet u tegen de duivel en hij zal van u wegvluchten. — Jakobus 4:7-8

Dit is wat ik voor God mag doen: dienen vanuit ervaring. Wie ben ik, dat ik hier mag staan? Ik? Ik ben een parel in Gods hand. Echt, God kan genezen! Door zijn zoon Jezus heeft Hij alle pijn en verdriet gedragen, zodat ik mag leven zoals Hij dat heeft bedoeld. Beken eerst je hoogmoed. Ik bedoel hiermee dat je moet ontdekken dat je het zelf niet kan. Kies radicaal voor God. Stel je leven onder de heerschappij van Jezus. Dan komt de rest ook wel.

Ik weet als geen ander wat het is om het alleen te willen oplossen. 'Dat van mij is nooit erg genoeg. Er is altijd wel iemand dunner dan ik.'

En dit is wat ik anderen wil vertellen: alsjeblieft deel het! Kom uit die schulp, laat God het openbreken. Dan kun je de parel zijn die God heeft bedoeld.

Hersteld van pornoverslaving en zelfbevrediging

Ik ben een christen die bevrijd is van verslaving aan zelfbevrediging en pornografie. Ook ben ik hersteld van minderwaardigheidsgevoelens, neerslachtigheid, zelfveroordeling en de leugen dat ik niet goed genoeg ben.

Ik ben christelijk opgevoed en heb een redelijk normale jeugd gehad. Wel was ik iemand die erg meegaand was. Ik leerde al op de basisschool om me aan te passen om conflicten te vermijden. Dat hielp wel, maar ik kwam ook veel tekort. Later gebruikte ik dit verdedigingsmechanisme ook om conflicten thuis te vermijden. Als ik maar de lieve, goede zoon was, was ik geliefd en was er niks aan de hand. Ook dit werkte en zorgde ervoor dat ik thuis het gevoel kreeg dat ik geliefd was. Ik had niet door dat ik hierdoor het zicht op mijn identiteit kwijtraakte.

In je puberteit ontdek je wie je bent en ontwikkel je je persoonlijkheid. Dit gebeurde bij mij niet. Het gevolg was dat ik geen eigen beslissingen nam, en het gevoel had dat ik geleefd werd. Toen ik stage ging lopen, verwachtten mijn begeleiders dat ik initiatief toonde. Dat kon ik niet, want ik was gewend om te volgen en me aan te passen. Ik werd ontslagen op die stage en tijdens andere stages kreeg ik steeds weer te horen dat ik niet genoeg initiatief toonde.

Deze boodschap vertaalde ik naar: je bent niet goed genoeg. Hierdoor werd ik neerslachtig. Ik voelde een diepe leegte en die vulde ik op met zelfbevrediging en porno. Het gevolg was dat ik hieraan verslaafd raakte en een blijvend schuldgevoel kreeg.

God heeft me door alles heen wel vastgehouden. Steeds opnieuw toonde Hij zijn onvoorwaardelijke liefde en trouw. 2 Tim. 2:13 zegt: ... als wij hem ontrouw zijn, blijft hij ons trouw, want zichzelf verloochenen kan hij niet.

Maar ik bleef vastzitten aan mijn problemen. Waarom hielp God mij niet? Anderen had Hij wonderbaarlijk genezen en bevrijd. Maar bij mij gebeurde dat niet. 'God vindt mij zeker niet goed genoeg.' Deze leugen werd weer bevestigd.

Bij Celebrate Recovery kwam ik als een klein, zielig jongetje binnen, met veel pijn in mijn hart. Anderen waren in mijn ogen daar de schuld van. Ik hoopte dat God in zou grijpen. Ik was behoorlijk wanhopig. God zei: 'Je mag gaan staan!!' Er kwam geen stem uit de hemel, maar God sprak door mijn coach, door de groepsleiders, zelfs door mensen die niet geloven.

'Hoezo staan, iedereen en alles drukt me naar beneden!'

'Je mag gaan staan!'

'Maar ik weet niet hoe...'

Het werd tijd om keuzes te maken. Maar ik wist niet wat ik wilde. God bleef tegen me zeggen dat ik mocht gaan staan, ook als ik viel en ver afdwaalde. Hij hielp me niet overeind op de manier die ik verwachtte. "Och arme jongen, ik help je wel". Dit was ik gewend. In plaats daarvan zei God: 'Je mag gaan staan.' Ik werd het spuugzat.

Langzaam is het tot me doorgedrongen. God grijpt niet in, omdat Hij wil dat ik zelf de keuze maak voor het leven. Hij geeft er wel de kracht voor, maar de keuze is aan mij. Dit is niet één keuze geweest, maar dit betekent elke dag heel bewust keuzes maken. Doe ik de TV uit na 10 uur, of blijf ik kijken? Kies ik ervoor om me te laten leiden door een leugen of luister ik naar de waarheid? Kies ik ervoor om te zondigen of naar de Heilige Geest te luisteren?

Ik ben er nog lang niet; vaak struikel ik nog. Maar ik ben geen slaaf van de zonde meer. Ik ben niet gebonden aan het verleden, maar mag vooruitkijken. Romeinen 8:12-15 zegt: Broeders en zusters, we hoeven ons niet langer te laten leiden door onze eigen wil. Als u dat wel doet, zult u zeker sterven. Als u echter uw zondige wil doodt door de Geest, zult u leven. Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om hem te kunnen aanroepen met 'Abba, Vader'.

Ik mag niet alleen kiezen tegen de zonde maar ook voor het leven. Doordat ik weet wie ik ben in Christus, durf ik kansen te pakken, confrontaties aan te gaan, verleiding te weerstaan. Ik ben geen slachtoffer meer van het leven. Ik vertrouw op God, dat Hij me een hoopvolle toekomst geeft. Want dat heeft Hij beloofd. Ik leef voor Hem, want Hij houdt van mij.

Hersteld van de gevolgen van alcoholisme en misbruik

Ik ben Brenda, een christen die herstellende is van alcoholisme en van lichamelijk, emotioneel en seksueel misbruik.

Toen ik opgroeide ging mijn familie elke zondag naar de kerk. We leken een goed christelijk gezin. Maar de waarheid was, dat we slechts één keer per week goed aangekleed waren, zodat iedereen in onze woonplaats kon zien hoe christelijk we waren. Daarna keerden we snel terug naar een leven vol van drank en misbruik.

Mijn vader was alcohollist. Het drankmisbruik werd steeds erger, waardoor hij ons op een gegeven moment begon te mishandelen. In het begin was het alleen met woorden, maar rond mijn negende jaar veranderde dat in lichamelijke mishandeling. Mijn moeder en ik waren degenen die het het zwaarst te verduren hadden. Ik herinner mij nog het vreselijke moment dat mijn vader een poging deed om mijn moeder te wurgen. Ik probeerde hem tegen te houden, maar hij smeet me door de kamer en hij schopte me meerdere keren in mijn buik.

Niet alleen mijn vader misbruikte me. Ik werd ook op een onbetamelijke manier seksueel bejegend door familieleden. Drie van mijn grootouders waren ook alcoholist en deden dezelfde dingen.

Ondanks de chaos in mijn persoonlijke leven deed ik het op de basisschool voortreffelijk. Toen ik elf jaar was ontdekte ik de alcohol. Direct voelde ik mij lekker in mijn vel zitten. Ik begon vaker te drinken, altijd tot het moment dat ik examen moest doen. Op mijn veertiende maakte ik een illegale identiteitskaart (ID) zodat ik drank kon kopen. Ik gebruikte veel make-up, ontspoorde op seksueel gebied en ik experimenteerde met drugs. Toen het gebruik van alcohol en drugs erger werd, had ik ook veel wisselende seksuele contacten. Ik leunde op relaties met mannen om me geliefd te voelen en de pijn vanuit mijn jeugd te verzachten. Ik was seksueel actief met vele partners in de leeftijd van 14 tot 25 jaar. In die tijd raakte ik ook twee keer zwanger en koos vervolgens voor abortus.

Ik hield mezelf voor dat ik mijn leven onder controle had, maar dat was niet het geval. Voor mijn werk reisde ik door het hele land. Al die tijd reisde ik nooit zonder drugs bij me te hebben. Ik dronk ook tot het moment dat ik een black-out kreeg en ik sliep met vreemde mannen in elke stad. Toen werd ik ontslagen bij het grote bedrijf waar ik voor werkte. Mijn baas betrapte mij op een leugen waardoor de reputatie van het bedrijf mogelijk geschaad zou worden. Hij twijfelde terecht aan mijn integriteit. Mijn schaamte werd nog groter toen ik in datzelfde jaar werd opgepakt voor rijden onder invloed. En ik realiseerde me ook dat mijn vriend, waarmee ik samenwoonde, drugs dealde vanuit ons huis.

Geestelijk bankroet zonk ik naar het diepste punt van mijn leven. Ik riep het uit naar God, maar eerlijk gezegd verwachtte ik niets. Ik was gebonden aan alcohol, drugs, seks en de gevolgen van het misbruik tijdens mijn jeugd. Ik was op het punt gekomen alles te willen doen om die pijn te laten verdwijnen. Na een mislukte zelfmoordpoging begon ik met een behandeling voor mijn alcohol- en drugsverslaving. Daar maakte ik kennis met de reguliere 12 Stappen, maar zonder de God die ik als kind kende. De God die me in de steek had gelaten toen ik het moeilijk had.

Het is me gelukt om 8 jaar clean en nuchter te blijven. Andere verslavingen vulden toen de leegte. Ik werd een workaholic. Ik keek overal rond en gaf mijn zuur verdiende geld uit aan dingen waar ik tijdelijk helemaal van in de ban was. Ik ging uit eten in de beste restaurants en begon problemen te krijgen met mijn gewicht. Al die tijd had ik nog steeds seksuele relaties die destructief voor mij waren.

Juist op het moment dat ik mij ging verbazen over of dat nu alles was wat het leven te bieden had, kreeg ik een nieuwe baan aangeboden. Ik kon opnieuw beginnen, op een andere locatie in het land. Ver weg van familie, vrienden en bekenden ontsnapte ik tijdelijk aan de realiteit van mijn leven tot het punt dat ik weer instortte. Op dat moment greep God in en redde Hij mijn leven.

In de zomer van 1997 begon ik met Celebrate Recovery en ik kreeg Jezus Christus lief. Hij werd mijn Hogere Kracht. Door alles wat ik vervolgens meemaakte ontmoette ik op een gegeven moment een man die ik vroeger had gekwetst. Inmiddels is hij mijn liefdevolle echtgenoot geworden. Samen dienen we nu de Heer bij Celebrate Recovery en delen we onze ervaringen, overwinningen en hoop met andere mensen die pijn en moeilijkheden in hun leven hebben.

Ik ervaar meer liefde in mijn leven dan ik ooit had kunnen voorstellen. Ik heb meer vrienden dan ik kan tellen, een toegewijde echtgenoot, een lief dochtertje en een God die mij verlost heeft van alle gebondenheden. Mijn doel in mijn leven is volkomen helder: Ik zal Gods leiding volgen met heel mijn hart en anderen helpen de weg te vinden om uit de duisternis te komen. Ook heb ik mijn persoonlijke levenstekst ontdekt, namelijk: Niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest! zegt de Here der heerscharen. (Zach. 4:6)

Hersteld van de gevolgen van emotionele verwaarlozing

Ik ben Alie, een christen, die worstelt met de gevolgen van emotionele verwaarlozing en seksueel misbruik. Dit leidde bij mij tot boosheid en angsten.

Bijna 59 jaar geleden werd ik geboren in een klein, zeer christelijk dorp in het westen van het land. Mijn ouders hadden 5 meisjes en 2 jongens. Ikzelf was het tweede meisje in het gezin.

De kerk in het dorp was een 'zware' kerk en al jong wist ik dat er veel regels waren en dat er 'iets' moest gebeuren voor je een kind van God was. Dat was je niet zomaar!

In het begin van haar huwelijk kwam mijn moeder tot persoonlijk geloof. Ze las veel boeken en ontwikkelde haar geloofsleven. Dit paste echter niet altijd binnen het gedachtegoed van onze kerk, waardoor we als gezin een aparte plek innamen. Op het dorp werden we erg gepest. Mijn moeder was zeer loens/scheel en het was bij periodes normaal naar ons te spugen, ons te slaan en vooral uit te schelden. Ook volwassenen deden aan het schelden mee. Ik werd behoorlijk wantrouwend naar mensen.

Mijn moeder leefde het leven en beleefde haar geloof vanuit diepe beschadigingen. Ze was seksueel misbruikt en er was depressiviteit in haar familie. Haar zus, waar ze veel van hield, pleegde zelfmoord en liet 5 kinderen achter. Deze gebeurtenissen hebben veel invloed gehad op onze opvoeding. Er was veel overheersing, geweld en onzekerheid. Mijn moeder probeerde zo goed mogelijk alles onder controle te houden. Hoewel er ook goede momenten waren, was er echter nooit evenwicht.

Mijn vader was een hardwerkende man, al jong invalide en leed veel pijn. Het grote gezin was hem vaak teveel. Hij was een goede man voor mijn moeder, maar als vader heb ik maar weinig herinneringen aan hem. Hij gaf zelden zijn eigen mening, beschermde mijn moeder en reageerde zijn frustraties vaak af op ons kinderen. Ik voelde me dan machteloos en woedend en had het gevoel dat ik er niet toe deed.

Het geloofsleven van mijn moeder liep als een rode draad door ons leven. Ze vond het leven vaak heel zwaar en haar stemmingen wisselden heel snel. Ze gaf aan dat ze liever bij God wilde leven (dus eigenlijk dood wilde). Als kind was dat erg verwarrend voor mij. Deed ik er niet toe? Het voelde alsof ik niet mocht leven, terwijl ik dat heel graag wilde. Maar ik wilde ook solidair zijn met mijn moeder. Het maakte dat ik me schuldig voelde.

Al heel jong leerde ik de signalen van de stemmingen van mijn moeder op te vangen en mijn gedrag hierop aan te passen. Als ik terugkijk ging ik al jong een eenzame weg; ik voelde me niet op mijn plek binnen het gezin en God was ver weg. God was eigenlijk net als mijn moeder: streng, veroordelend, bestraffend en niet te vertrouwen. Ik was bang en besloot een pantser voor m'n hart te doen. Zo kon niemand mij pijn doen of doden. Ik werd een in zichzelf gekeerd meisje dat erg onzeker was en eigenlijk niemand vertrouwde.

Ik heb nooit getwijfeld aan het bestaan van God, maar God was iemand die ik toch nooit tevreden kon stellen. Ik was bang voor Hem en vertrouwde Hem nergens in. Zo leefde ik met veel angsten, maar ergens verlangde ik naar de 'blijde boodschap', wat die ook was.

Op mijn 12e jaar werd ik aangerand door een groep van ongeveer 6 jongens die tussen de 12 en 17 jaar oud waren. Ik voelde aan dat ik dit niet aan mijn ouders kon vertellen. Ik voelde me vies, slecht en het was mijn eigen schuld. Het is toen een periode heel slecht met mij gegaan. Het kwam niet in me op het iemand te vertellen. Er ontwikkelde zich een diepe haat en boosheid naar die jongens toe. De daden van deze jongens waren fout en hadden en hebben nog steeds heel veel consequenties voor mijn verdere leven....... Jaren later heb ik mijn haat en boosheid bij God gebracht en de wil uitgesproken ze te vergeven. Nog later heb ik deze jongens in gebed bij God gebracht en gevraagd of Hij hen wilde vergeven en wilde zegenen. Nog niet zo lang geleden kwam ik één van hen tegen en ik voelde geen haat en geen boosheid meer. Door te vergeven heb ik mezelf vrij gezet en kon God samen met mij beginnen aan een genezingsproces, dat nog steeds doorgaat.

Op mijn 18de jaar vertrok ik uit mijn geboortedorp en uit ons gezin om als leerling verpleegkundige in de psychiatrie te gaan werken. Het werk paste goed bij me. Vanbinnen was het echter één grote puinhoop. Ik was onzeker, kon geen grenzen aangeven en zocht liefde bij verkeerde mensen. Dit resulteerde in seksueel misbruik.

Ondanks dat ik niets van God merkte en geen persoonlijke relatie met Hem had, kan ik terugkijkend zien dat God erg genadig is geweest in die tijd. Hij heeft mij behoed voor een leven dat ten onder ging aan drank en drugs. Ik balanceerde soms op het randje.

Ruim 35 jaar geleden trouwde ik met Wout. Wout was niet gelovig opgevoed, eerder

antikerkelijk. Met hem deelde ik mijn zoektocht naar God en we gingen trouw naar de kerk. We kregen vier kinderen, waarvan de jongste 2 dagen na de geboorte overleed. Door een sterk overlevingsmechanisme bleef ik overeind en ging door. Later heeft God me de ruimte gegeven het verlies van onze dochter op een gezonde manier een plek te geven.

Het duurde echter nog ruim 10 jaar voordat er echt iets veranderde in mijn relatie met God. Inmiddels waren al mijn broers en zussen tot persoonlijk geloof gekomen. Ook mijn zus waar ik veel mee optrok, veranderde langzaam. Ze sloot zich aan bij een evangelische gemeente en liet zich dopen. Ze vertelde me dat je een bewuste keuze voor Jezus kon maken. Ik was heel wantrouwend, vroeg me af in welke sekte ze terecht was gekomen. Ik was wel meer heftige acties van haar gewend. Ik sprak met haar af dat ik haar wel in de gaten zou houden, en daarom moest ik wel luisteren naar wat ze te vertellen had. Ik bemerkte echter een echtheid waar ik niet omheen kon. Op haar uitnodiging ging ik mee naar een vrouwenconferentie waar een oproep voor gebed werd gedaan. Ik ging naar voren en tijdens dat gebed werd ik doorstroomd met Gods Liefde. Er was geen tijds- en plaatsbesef meer, alleen maar Zijn Liefde.

Ik wist nu dat ik een bewuste keuze kon maken voor Jezus, in plaats van dat er 'iets' moest gebeuren waar ik geen vat op had. Vanaf dat moment wist ik dat ik een geliefd kind van de Vader was. Ik was ook direct genezen van mijn schuldgevoelens die ik al heel m'n leven met me meedroeg. Ik ervoer een enorme bevrijding die mijn relaties sterk beïnvloedde. Ik mocht zijn wie ik was.

Vijf jaar later, in 2003, werd ik ziek. Er werd mondkanker geconstateerd. Mijn wereld stortte in. De behandeling zou bestaan uit een operatie van 12 uur en 37 bestralingen. Het vooruitzicht was dat er na de behandelingen problemen met praten, slikken en eten zouden komen, maar hoe ernstig wisten ze niet precies. Erg onzeker allemaal. Ik had geen controle meer over mijn leven.

Deze periode van behandelingen en een paar maanden erna zijn heel zwaar geweest; emotioneel leek ik dood te gaan. Mijn relatie met God en mijn omgeving hadden er zwaar onder te lijden. Er was zowel lichamelijke als geestelijke uitputting. Er was geen verleden en geen toekomst meer, alleen het nu. Het was een hel, ook al wist ik dat God erbij was. Ik kon zelf niet bidden, maar er is toen wel veel voor mij gebeden.

Na maanden kwam er een ommekeer. Ik kreeg weer zin in het leven en mijn somberheid verdween. Ook lichamelijk krabbelde ik weer op. Mijn uitputting was zo groot geweest dat ik eigenlijk niet meer wist hoe ik geld moest pinnen. Mijn veranderd uiterlijk en verminderd spraakvermogen maakten het ook wel ingewikkeld om weer deel te nemen aan het dagelijks leven. Het kostte veel moeite, maar toch kon ik na verloop van tijd weer 32 uur gaan werken. Ik leefde bij de dag en keek niet te ver vooruit.

In deze periode heeft God veel genezing gegeven. Ik was niet meer bang voor de dood. Ik was God na deze periode heel dankbaar. Ik had het gevoel dat ik extra tijd kreeg, maar wilde deze tijd niet zelf invullen of verspillen. Ik wilde leven naar Gods plan.

In 2007 was er een oproep om mee te doen met de pioniersgroep van Celebrate Recovery. Even daarvoor had ik tegen God gezegd dat ik wel iets in het pastoraat wilde doen en vroeg ik of Hij me duidelijk wilde maken welke stappen ik moest zetten. Deze oproep was het antwoord op mijn vraag. Zelf had ik nooit aan zoiets gedacht. Ik hield niet zo van groepen en ik voelde me daar nooit veilig. Maar toch zei ik: "Oké Heer, als het Uw plan is, ga ik ervoor".

Tijdens dat jaar ontdekte ik dat er toch wel veel onverwerkt leed was in mijn eigen leven en dat er zaken moesten veranderen. Ik merkte dat mijn wantrouwen naar God en mensen toe een diepgeworteld patroon was. Ik erkende mijn machteloosheid en aanvaardde Gods hulp hierbij. Ik leerde te vergeven en mezelf en anderen te aanvaarden met al onze tekortkomingen en fouten.

Vervolgens merkte ik dat groepsleider worden de volgende stap moest worden. Ik wilde heel graag doorgeven wat God mij geleerd had en vertellen dat er bij Hem altijd hoop is. Mijn onregelmatige werktijden vormden echter een belemmering. Toen heb ik mijn agenda aan Jezus gegeven. Hij heeft hierin voorzien, waardoor ik vrijwel nooit een dinsdagavond heb hoeven missen. Door mij afhankelijk van Hem op te stellen ging ik me steeds gemakkelijker in een groep voelen. Door het groepsleider zijn nam God mijn angst voor groepen weg.

Mijn weg met Jezus begon ik steeds meer als een ontdekkingsreis te zien. In plaats van zelf aan de slag te gaan, riep ik bij elke tegenslag Gods hulp in en dankte ik Hem voor de inzichten die hij me gaf. Nooit vroeg ik tevergeefs!

Afgelopen juli besloot de man van mijn dochter bij haar weg te gaan. Zij was net een paar maanden zwanger en ze hadden al 2 kleine kinderen. Mijn schoonzoon kon de zwangerschap niet aan en wilde een abortus. Hulp aanvaardde hij niet.

Onze dochter moest binnen afzienbare tijd bevallen, maar moest ook snel verhuizen. In die periode stopte haar man met de financiële verantwoordelijkheid die hij had, en dreigde bovendien een dag voor kerst het huis leeg te halen. Het goede nieuws was dat er in december een prachtige baby geboren werd. Het was een bijzondere tijd met heel veel mooie momenten. God was erbij en dat gaf rust. Vrijwilligers van de gemeente van mijn dochter, Wout en onze zoons hebben in twee maanden tijd haar nieuwe woning opgeknapt. Per 1 maart is ze daar gaan wonen met haar 3 dochters en het gaat goed met haar!

Ondertussen hadden we voor april weer een reis naar Israël geboekt. Het was de bedoeling uit te rusten van deze drukke periode. Vervolgens wilden we vrijwilligerswerk gaan doen in de gaarkeukens in Jeruzalem. Echter, de eerste dag dat we in Israël waren kregen we een telefoontje van onze jongste zoon en schoondochter. Zij vertelden dat onze kleindochter leukemie had. De behandeling was direct gestart en hield twee jaar chemokuren in. We waren geschokt en we voelden ons machteloos. Dit kon niet waar zijn!

Onmiddellijk heb ik naar de kleine groep , mijn zussen en broers en later naar het CR-gebedsnet gemaild voor gebed. Het met anderen delen was erg belangrijk. Vervolgens heb ik mijn kleindochter bij mijn Hemelse Vader gebracht en gezegd: "U mag voor haar zorgen". Ik had verder geen woorden voor gebed. Mijn houding werd afwachtend.

We rustten uit in Israël. We hebben vrijwilligerswerk gedaan en dat was goed. Er was rust en vrede maar ook verdriet. Het was te erg om binnen te laten komen.

Geïnspireerd door een preek wist ik later wat mijn gebed voor mijn kleindochter mocht zijn. "Heer, als Lotte zware behandelingen moet ondergaan wilt U haar dan op schoot nemen en wilt U haar zich veilig laten voelen bij U."

Op veel vragen heb ik geen antwoord. Ook blijft het erg en verdrietig om onze kleindochter zo ziek te zien, maar dit weet ik wel: God zorgt voor haar. Deze God wil ik dienen, aan deze God wil ik mijn leven geven. Hij is een sprekend God en Hij wil ons helemaal. Hij houdt zo ontzettend veel van ons! Hij is LIEFDE.


Hersteld van misbruik en drugsgebruik

Mijn verleden kenmerkt zich door een aaneenschakeling van narigheid. Ik ben geboren uit een verkrachting. Mijn moeder moest al meteen na mijn geboorte niets van mij hebben; ze had graag een jongetje willen hebben. Tijdens mijn vroegste jeugd heb ik mij daarom als een jongetje gedragen. Ik had stekeltjeshaar, zat op judo en voetbalde en vocht er op los. Dit alles deed ik om mijn moeder te behagen.

Vanaf mijn derde jaar kreeg ik een stiefvader. Mijn eerste herinnering aan hem is dat hij mijn moeder bewusteloos sloeg.

Op mijn twaalfde heeft hij mij het huis uigezet en kwam ik onder de kinderrechter terecht. Ik ging van tehuis naar tehuis. Op mijn veertiende ben ik door 'beste vrienden' van mijn ouders verkracht.

Dat was het moment waarop ik begon te blowen.

Toen ik zeventien jaar was en op mijzelf ging wonen, ging ik van softdrugs over op harddrugs. Ik feestte en 'beestte' er op los. Ik was letterlijk en figuurlijk van God los.

Als kind had ik wel een godsbesef. Al heel jong had ik mijn hart aan de Here Jezus toevertrouwd. Ik had over Hem horen vertellen op de christelijke school waar ik naartoe ging. Maar door de omstandigheden was ik het zicht op Hem totaal kwijtgeraakt.

Ik kwam steeds verder in de onderwereld terecht. Ik ging om met Hells Angels en stond op het punt om kilo's cocaïne te gaan dealen. Maar God greep in. Op een gegeven moment werd ik psychotisch. Ik moest opgenomen worden in een psychiatrisch ziekenhuis.

Op een gegeven moment ben ik in een kerk terechtgekomen en heb daar mijn hart aan de Heer gegeven. Toen ik het zondaarsgebed gebeden had, was ik van het ene op het andere moment niet psychotisch meer. Jezus ging mijn leven ordenen. Vanaf toen heb ik ook nooit meer harddrugs gebruikt.

Ik had ondanks alle narigheid in mijn jeugd toch een goede opleiding weten af te ronden en ging werken als secretaresse. Maar juist toen ik mijn leven steeds beter op orde begon te krijgen, kreeg ik een ongelovige vriend. Ik viel terug in het blowen en ging weer stappen. Na 3 jaar ging mijn relatie uit. Volkomen verslagen stortte ik mijn hart uit bij God. Er kwam weer orde in mijn leven doordat ik Jezus opnieuw de regie over mijn leven in handen gaf. Na een periode van betrekkelijke rust kwam het sterke verlangen naar een vriend terug. Ik ging weer stappen en de hele situatie herhaalde zich van voren af aan. Ik ging niet meer naar de kerk, blowde en leefde er op los. Nadien heeft dit patroon zich nog een keer herhaald. Totdat ik tot het besef kwam dat niet ik, maar God een partner voor mij moest zoeken.

Inmiddels was ik door mijn psychische klachten voor 100% afgekeurd. Ik ging een tijd van herstel in. Tijdens een tijd van gebed waar mensen gebeden hebben voor bevrijding, heeft God mij na 18 jaar van het blowen bevrijd. In 2004 leerde ik mijn huidige man kennen in een kerk. Beter dan in de kroeg zullen we maar zeggen. Op 07-07-07 zijn wij getrouwd.

Ik was door alles heen flink beschadigd en dat resulteerde in depressieve perioden. Dan lag ik dagen in bed en kwam er niets uit mijn handen. Ook had ik last van woedeaanvallen. In deze periode ging ik meedraaien met Celebrate Recovery. Ik leerde daar mijn verdriet te uiten in plaats van in woedeaanvallen uit te barsten. Ook ontdekte ik dat God blij met mij is en dat Hij mij heeft gewild. Door het jaar heen heb ik veel dingen kunnen verwerken en oude pijnen opgeruimd. Na dit CR-jaar lig ik niet meer van ellende op mijn bed.

Ook heeft God voorzien in een baan. Na 10 jaar uit het arbeidsproces te zijn geweest, werk ik nu anderhalve dag per week als secretaresse. Ik had nooit verwacht zo ver te kunnen komen. Door de vrijheid die ik nu ervaar is er hoop voor de toekomst geboren. Deze hoop wil ik delen met de mensen om mij heen. Bij God is niets onmogelijk!

Destijds was ik door de psychiater opgegeven. Hij gaf mij zelfs het advies te blijven blowen en het maar als medicijn te zien. Maar in ons laatste gesprek zei hij dat in God gaan geloven de beste keus is die ik ooit gemaakt heb! Hij zei ook dat ik vooral God vast moet blijven houden. Deze psychiater heeft zelfs op een congres van psychiaters mijn leven als voorbeeld gebruikt om te laten zien wat geloof met mensen kan doen. Zo gaat God verder. God verspilt geen wond. Openbaring 12:11 zegt: "En zij hebben hem (de satan) overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis". Mijn leven is een bewijs dat God bij machte is om mensen te veranderen. Ik raad iedereen die worstelt, op welk gebied dan ook, aan om een jaar te investeren in Celebrate Recovery.

Bij God is niets onmogelijk!

Hersteld van codependent gedrag

Lees het verhaal van Eric door het PDF-document te openen.

Hersteld van een eetstoornis

Mijn naam is Inez, ik ben christen die hersteld is van een eetverslaving. Verder worstel ik met een laag zelfbeeld, ik ben ook een 'people pleaser' die worstelt met 'co- dependency' als gevolg van seksueel en verbaal geweld in mijn jeugd.

Als jong kind had ik geen zicht op mijn leefomstandigheden, mijn vader was een zeer passieve alcoholist en mijn moeder had last van zenuwinzinkingen, ze kreeg shockbehandelingen en medicijnen om haar depressies te bestrijden.
Als oudste van vier broers en zussen, werd ik de eerstverantwoordelijke in het huishouden. Ik nam de rol over van moeder en verzorger.

Terwijl ik opgroeide ging ik mee naar de kerk met mijn moeder, soms ook met mijn oma en tantes. Ik was dus niet onbekend met het geloof. Ik leerde over een God die van ons houdt en er altijd voor ons wil zijn, wat er ook gebeurd. Ik bad met heel mijn hart tot God om mijn omstandigheden te veranderen, maar het voelde alsof God mijn gebeden niet hoorde of beantwoordde. Ik voelde me alleen en geïsoleerd omdat ik niemand had om mee te praten over wat er werkelijk aan de hand was bij ons thuis.

De scheefgroei in mijn leven begon tijdens mijn kinderjaren. Ik dacht dat als ik maar genoeg bad, mijn omstandigheden wel zouden veranderen. Natuurlijk was ik me er als klein kind niet van bewust dat ik in de meeste gebeden tegen God zei wat ik dacht nodig te hebben, in plaats van God te vragen met me te zijn en me te laten zien wat Hij me wilde leren. Nu weet ik dat ik in die tijd bezig was overlevingstechnieken te ontwikkelen. Al die tijd wilde Hij mijn aandacht terwijl ik het op mijn eigen manier probeerde. Ik weet nu dat ik met alles bij Hem kan komen, met het mooie en het goede, maar ook met het slechte en het lelijke!

Het breekpunt kwam, toen dingen in mijn leven uit de hand begonnen te lopen door een aantal keuzes die ik maakte om mijn pijn te onderdrukken en mijn echte ik af te schermen.

Het opgroeien met een vader die alcoholist was en een moeder met een psychische aandoening was te ingewikkeld om als jong kind te kunnen begrijpen. Ik herinner me dat ik graag wilde dat het leven anders zou zijn dan waar ik dagelijks mee te maken had en dan wat ik bij mijn ouders zag, het verbaal geweld, de leugens en het bedrog. Het vulde mijn hart met verdriet en pijn, en ik vroeg me af wat er mis was met mij. De mensen, mijn ouders, die mijn beschermers behoorden te zijn, hadden op de één of andere manier gefaald. Ik begon alles op mezelf te betrekken en zo begonnen pijn, angsten en slechte gewoonten deel uit te maken van mijn leven.

Als kind moest ik het huis schoon houden, koken, en zorg dragen voor mijn broers en zussen. Als zij iets verkeerds deden was het altijd mijn schuld. Mijn moeder had kritiek op alles wat ik deed of juist niet deed. Het leek of ik haar nooit tevreden kon stellen, en hoe meer ik het probeerde hoe kritischer ze naar me werd. Ze schold op me en sloeg me als ik niet reageerde zoals zij vond dat het moest. Op een gegeven moment dacht ik, waarom ben ik degene die zich perfect moet gedragen en doen mijn broers en zussen nooit iets fout? De boodschap die ik kreeg van mijn moeder was dat ik waardeloos was. En ik kon niet begrijpen waarom ze vond dat ik zo slecht was.


Mijn vader benaderde me op een heel andere manier. Hij begon me uitleg te geven over 'de bloemetjes en de bijtjes'. Hij legde me met behulp van tekeningen en soms fysiek uit wat ik jongens niet mocht toelaten bij mij te doen. Voor een meisje van 13 jaar was dit verwarrend. Ik was nog maar een kind en van promiscue gedrag (wisselende sexuele contacten) wist ik niets af. Ik voelde me goedkoop en vies. Ik werd afstandelijk en wilde me verbergen, en soms wilde ik niet meer leven. Ik heb vele dagen en nachten gehuild en soms toonde ik opstandig gedrag. Ik zonderde me vaak af en ook mijn huiswerk leed er onder. Ik probeerde ons vuile familiegeheim te verbergen. Ik had nooit geleerd om aan te geven wanneer iemand over mijn grenzen ging. Ik realiseerde me niet dat ik tegen hem kon zeggen dat hij moest stoppen. Het was alsof ik bevroren was, zonder eigenwaarde en bang om mezelf te uiten. Dit was waar de 'people pleasing' begon, proberen om alles te doen waardoor mensen me aardig zouden vinden.

Als ik nu terugkijk, dan was ik bezig te bewijzen aan mijn ouders en aan God dat ik Zijn liefde niet waard was. Ook vanuit de preken die ik in de kerk hoorde voelde ik me veroordeeld tot de hel voor mijn slechte gedrag. Ik besloot toen voor mezelf dat als dat waar was en ik naar de hel zou gaan, ik wel zou bewijzen hoe slecht ik was door koppig, opstandig en ongehoorzaam te zijn naar God toe. De dingen die ik deed maakten dat ik me vreselijk voelde over mezelf, en ook bracht ik mezelf ermee in gevaar. Ik ontdekte later tijdens mijn herstel dat ik de Heilige Geest bedroefde door alle slechte keuzes die ik maakte in mijn leven.

Als ik keek naar mijn klasgenoten op school en de mensen in de kerk, leek het of iedereen een zuiver en rein leven leidde. En ik wilde zo graag datgene hebben, waarvan ik dacht dat zij dat hadden. Ik had altijd het gevoel dat ik nooit iets goeds kon ontvangen. De waarheid voor mij was dat ik beschadigd en geschonden was, en dat niemand ooit iets van me zou willen als ze wisten wat er diep van binnen in mij verborgen zat. Ik begon een masker te dragen en deed alsof ik gelukkig was, terwijl ik van binnen dood ging.

Ik wist niet wat ik moest doen met de pijn in mijn leven, ik was depressief en angstig. Gevoelens van nutteloosheid waren voor mij normaal geworden. En dat terwijl ik er zo graag bij wilde horen, geliefd en geaccepteerd wilde zijn en Gods beloften toe wilde eigenen. Ik had er vaak over gehoord op de zondagsschool, maar ik was niet in staat om Zijn genade te begrijpen of te ontvangen. Ik had het gevoel dat ik op de één of andere manier anders was, maar ik wist niet precies waarom. Later, toen ik wat ouder was, kwam ik er achter dat mijn leven een leugen was geweest vanaf mijn conceptie. Ik kreeg te horen dat ik bij mijn moeder, buiten het huwelijk om, op haar 16de was verwekt.  Terwijl ze zelf aan het leren was om verantwoordelijkheid te dragen en hoe om te gaan met haar eigen problemen als jonge moeder met een baby, had ze er ook geen idee van hoe ze een moeder moest zijn.

Op een dag was ik de Bijbel aan het bestuderen en las ik Psalm 139. Deze verzen hielpen me om te begrijpen dat God een doel had voor mijn leven, een doel dat Hij speciaal voor mij had geschreven.

Psalm 139 : 13-17
13 Want Ú hebt mijn nieren geschapen,
mij in de schoot van mijn moeder geweven.
14 Ik loof U omdat ik ontzagwekkend wonderlijk gemaakt ben;
wonderlijk zijn Uw werken,
mijn ziel weet dat zeer goed.
15 Mijn beenderen waren voor U niet verborgen,
toen ik in het verborgene gemaakt ben
en geborduurd werd in de laagste plaatsen van de aarde.
16 Uw ogen hebben mijn ongevormd begin gezien,
en zij allen werden in Uw boek beschreven,
de dagen dat zij gevormd werden,
toen er nog niet één van hen bestond.
17 Daarom, hoe kostbaar zijn mij Uw gedachten, o God,
hoe machtig groot is hun aantal.

Hiermee begon een nieuwe bewustwording van Gods doel voor mij en mijn bereidheid om mijn getuigenis op te schrijven. Ik was toen begin 20. Mijn moeder vertelde me dat de man die mij had opgevoed niet mijn echte vader was. Dit verklaarde voor mij waarom hij mij anders behandelde dan mijn broers en zussen. Ik vertelde mijn moeder toen over zijn ongepaste gedrag naar mij toe vanaf mijn 13de jaar, ze wilde mij niet geloven en vroeg me wat ik had gedaan om dit uit te lokken. Door mijn levensverhaal weet ik nu dat dit te maken had met haar eigen ontkenning. Maar dat bracht toen nog meer verwarring in mijn gedachten. Als ik vroeg wie mijn echte vader was, gaf ze daar nooit een eerlijk antwoord op. Ik geloof nu dat ze zelf niet zeker wist wie mijn biologische vader was.

Mijn familie geschiedenis had mij veranderd. Ik had geen eigenwaarde, ik was in de war en huilde veel. Ik had het gevoel dat ik er met niemand over kon praten, en zeker niet met mijn ouders. Ook mijn oma en mijn tantes spraken niet over het familiegeheim, wat een grap was ik. Ik vroeg aan God hoe heel mijn verleden deel uit kon maken van zijn plan voor mij?

Het is nu zo'n 40 jaar geleden dat ik mijn eerste 12 stappen herstelprogramma meemaakte. Dit was toen ons gezin de AA / Alanon bijeenkomsten begon bij te wonen in een poging om mijn alcoholverslaafde vader te helpen. Ik herinner me hoe overweldigd ik me voelde op deze bijeenkomsten, 'het geheim komt eindelijk naar buiten..'. Ik was moe om te leven met al mijn onzekerheden en met de omstandigheden die niet normaal leken te zijn, en ook niet te weten hoe ik het kon veranderen.

Nu weet ik, doordat ik zelf het herstelprogramma doorlopen heb, dat het te maken had met een familiegeheim. Ik was bang voor herstel omdat ik niet echt begreep hoe het programma mij zou kunnen helpen bij mijn problemen. Om te willen herstellen moest ik me realiseren dat de pijn erger was dan de angst om door het programma heen te gaan. Ik begon me er voor open te stellen en verwelkomde de verandering!

Ik spreek uit ervaring, want ik wist dat ik met mijn eetgedrag bezig was de pijn vanuit mijn jeugd weg te stoppen. Ik begon te beseffen dat ik niet anders was dan de alcoholist, behalve dat ik het eten koos als mijn drugs. Ik dacht dat ik met het overeten anderen geen pijn deed, maar ik merkte en voelde dat dit mijn familie wel pijn deed. En zo pijnigde ik mezelf nog meer, om nog maar niet te spreken van al het geld dat ik uitgaf aan voedsel en junkfood en met de gedachten dat dingen me beter zouden doen voelen en verschillende therapiën die ik volgde werkten ook niet meer!!

Inmiddels was ik een echtgenote, moeder, dochter, vriendin, collega en ondernemer, en iemand die veel verantwoordelijkheid droeg. Ondanks mijn verleden probeerde ik om over alles de controle te houden om vervolgens te constateren dat ik het niet in de hand had. Mijn leven werd een 'soapserie' waarin ik probeerde mijn pijn te verdoezelen, maar reageerde vanuit mijn onzekerheden, gebrek aan vertrouwen, teleurstelling en woede. Hoe kon dit gebeuren? Ik was 'mede afhankelijk' geworden door vast te houden aan het vertrouwde in plaats van te accepteren dat ik kon veranderen!

Al die tijd dacht ik dat ik het perfecte leven leidde. Ik probeerde een andere levensstijl te projecteren dan wat ik als kind had meegekregen. Maar ik had geen controle meer over mijn eetgedrag, voedsel was mijn beste vriend geworden en ik probeerde hiermee alle pijn uit het verleden weg te stoppen, en daarnaast.. wie kon het iets schelen dat ik dik was?

In deze moeilijke tijd van mijn volwassen leven in 1980, gaf iemand mij informatie over de 'Overeaters Anonymous, Insist Anonymous, Adult Children of Alcoholics' bijeenkomsten. Hier hoorde ik voor het eerst dat ik geen controle meer had over mijn leven. Als  ik bereid was om het programma te volgen, de bijeenkomsten bij te wonen,  te werken met de 12 stappen, een dagboek bij te houden en bereid was om aan mijn problemen te werken, dan kon ik deze controle weer terug krijgen.

Dit betekende dat ik bereid moest zijn om te kijken naar de vuile familie geheimen en niet op mocht geven wanneer de pijn te veel werd. In wanhoop zei ik dan, 'zoals ik het hiervoor deed werkte het niet'. Maar ik werd er soms ziek van en wilde dan weer gebruik maken van de hulpmiddelen, die ik gewend was, om de pijn te onderdrukken.

Ik wilde meer voor mezelf en voor mijn kinderen! Ik overat jarenlang om oude en nieuwe pijn te onderdrukken. Truthful - Life in general! Maar ik herinner me dat de bijeenkomsten een veilige plek voor mij waren om echt te zijn. Ik begon vriendschappen te ontwikkelen waarin mijn pijn werd begrepen en ik begon me open te stellen om  aan mijn problemen te werken.

In seculiere bijeenkomsten hoorde ik over een God zoals ik Hem kende. Ik geloofde niet dat God luisterde naar mijn gebeden, want Hij had mij niet gehoord jaren geleden of ik had Hem verkeerd begrepen. Maar toch wilde ik weten hoe ik deze God van liefde en vergeving kon vinden! Ik heb in mijn levensverhalen ook altijd het herstel vermeld dat ik bij seculiere bijeenkomsten heb ondervonden, want dit proces werkt!

In 2007 liep ik mijn Celebrate Recovery bijeenkomst binnen en begon ik te zien en te horen hoe levens van mensen veranderden door het CR programma met inzet te doorlopen. In 2012, na 43 jaar huwelijk, verloor ik de liefde van mijn leven door de bijwerkingen van kanker. Met zijn dood viel mijn wereld uit elkaar. Het voelde alsof ik naar beneden werd geduwd en het me niet lukte om op te staan. Zelfs met al mijn ervaringen met Celebrate Recovery voelde ik me depressief en in de put. De oude negatieve gedachten staken de kop op, ik voelde het gewicht van de wereld op mij drukken. Gevoelens van eenzaamheid overweldigden me en ik had het gevoel dat ik niemand had die kon begrijpen waar ik op dat moment was.

Maar ik had een heel sterk gevoel; ik noem het een God gevoel, dat zei 'je weet waar je terecht kunt en de CR mensen zullen er zijn omdat ze mijn volk zijn! Ze zullen van je houden en je accepteren, wees eerlijk en deel met ze waar je nu bent!' Toen ik met hen deelde hoe ik me voelde, begrepen ze het en ze gaven me de ruimte om door de pijn heen te gaan.

Familie en vrienden vragen soms waarom ik naar de CR bijeenkomsten blijf gaan na al die jaren? Het is omdat het me helpt me te identificeren met de moeiten of problemen waar ik tegen aan loop, en mijn eigen gedachten te verkennen om een oplossing te vinden die werkt.

Één van mijn vrienden deelde deze tekst:


Filippenzen 4: 7- 9
7 En de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus... 9 Wat u ook geleerd en ontvangen en gehoord en in mij gezien hebt, doe dat; en de God van de vrede zal met u zijn.

Het CR programma is zo liefdevol geschreven voor mensen als ik, die hardleers zijn om de hulpmiddelen toe te passen in het leven. Ik weet dat ik hier steun krijg van mijn liefdevolle groep en ik wil verantwoording aan hen afleggen. Ik heb geleerd om van de CR richtlijnen te houden, mede hierdoor ontstond er een veilige plek om mezelf te uiten. Wat ik hier zeg, blijft hier! CR heeft mij de hulpmiddelen gegeven om te kijken naar mijn problemen, die mij in staat te stellen om te groeien in elke situatie op mijn levenspad.

God heeft in Zijn genade mij omringd met liefdevolle, zorgzame mensen, mensen met pijn net zoals ik. Het kan zijn dat onze moeite of pijn er anders uit ziet, maar de pijn voelt hetzelfde. Tegenwoordig heb ik de vrijheid om mijn ervaringen te delen met een groep mensen in mijn bijeenkomsten, wetende dat ze niet oordelen en bovenal wetende dat wat we in de groep delen, in de groep blijft. En ik houd voor ogen dat roddel geen plaats heeft in onze bijeenkomsten.

Celebrate Recovery heeft mij de gelegenheid gegeven om een aantal prachtige nieuwe mensen te ontmoeten van xxxxx tot xxxx en nu in xxxx. We krijgen de vrijheid om het leven te vieren waarmee God ieder van ons heeft gezegend. Ik moedig je aan om elke kans aan te grijpen om je te verbinden met 'onze eeuwige familie' en te genieten van een nieuwe levenservaring. Je zult zeker gezegend worden zoals ook ik ben gezegend met Celebrate Recovery!

Één van mijn favoriete bijbelteksten in de CR lessen is:


Spreuken 27:17
"Zoals men ijzer scherpt met ijzer, zo scherpt de ene persoon de andere."
Het doorlopen van de stappen geeft mij de ruimte om eerlijk te zijn zonder het gevoel te krijgen dat er over mij wordt geoordeeld, om de ontkenning los te laten, en mijn gevoelens te uiten hoe gek deze ook zijn en waar ik ook sta als ik wat deel. God blijft me zegenen - wetende dat het leven is ontworpen te delen, in relatie en vriendschap met anderen en niet in afzondering – door een leven in vertrouwen en niet in eenzaamheid.

De kunstenaar in mij kwam dit kleine verhaal tegen dat zo goed past in mijn eigen leven, het spreekt tot mij in levende kleuren – Mijn oude leven is als oude gebrandschilderde verfresten, met al mijn pijn, dat zijn de vlekken veroorzaakt door enkele van mijn eigen keuzes, velen door mijn schadelijke manier van denken zoals:
ROOD: de kleur van mijn slechte humeur en grofheid jegens anderen

GROEN: de afgunst van wat ik denk dat anderen hebben in hun leven en ik denk te missen
BLAUW: de schaduwen van wanhoop over iets wat ik zou kunnen veranderen door een andere houding aan te nemen
GEEL: het laf wegrennen van een situatie in plaats van toe te geven dat ik pijn heb of wanneer iets niet goed voelt, deze pijn te delen met een andere CR vriend.
Als ik het risico zou durven te nemen om al mijn lelijke vlekken te herschikken dan zouden deze kleuren een perfecte regenboog creëren.

Het is mijn verlangen om te werken met het Celebrate Recovery programma door deel te nemen aan de bijeenkomsten samen met Gods gewonde mensen. Om elkaar te helpen om tot genezing te komen en verkeerde gewoonten en angsten te overwinnen, die ons hebben verlamd. De open-deelgroep geeft me de ruimte om nieuwe gedachten te vormen zonder veroordeeld te worden.

Ik word uitgedaagd om mijn gedachten aan Christus te toetsen en ze met anderen te delen, om me te richten op nieuwe ideeën en niet alleen op mezelf gericht te zijn. Ik heb vriendschappen ontwikkeld die ik in mijn verleden van misbruik nooit voor mogelijk had gehouden.

Wat heeft God in mij veranderd? Ik weet nu dat God mijn hemelse Vader is en dat Hij altijd bij mij is geweest, zelfs toen ik me in de steek gelaten voelde door mijn ouders. En ik weet dat al mijn ervaringen me een betere volgeling van Christus hebben gemaakt.

Ik geloof voor iedereen die bij Celebrate Recovery binnenkomt, dat dit geen toeval is. En dat God door Zijn liefde ons leven kan weven tot een mooi veelkleurig 'CR tapijt', hoe ons leven er ook uit ziet als we hier komen, met al onze pijn, onze gewoonten en moeiten. En dat Zijn plan met ons zoveel groter is dan wij kunnen bedenken. Hij wil dat ik in alles van Hem afhankelijk ben, dat is meer dan ik ooit voor mogelijk hield.

Efiziërs 1:18-19
Moge uw hart verlicht worden, zodat u zult zien waarop u hopen mag nu hij u geroepen heeft, hoe rijk de luister is die de heiligen zullen ontvangen, 19 en hoe overweldigend groot de krachtige werking van Gods macht is voor ons die geloven.

Hersteld van de gevolgen van echtscheiding

Ik ben Petra, een Christen die hersteld is na een echtscheiding.

Ik groeide op in een vrij stabiel christelijk gezin. In was daarin de oudste van 3 kinderen. Op zondag naar de kerk gaan was iets wat er gewoon bij hoorde. Ik heb dat ook nooit erg of vervelend gevonden. Ik geloofde toen al dat God mijn hemelse Vader was.

Wel was ik duidelijk de oudste. Mijn zusje is 5 ½ jaar jonger en mijn broertje 8 jaar. Dat betekent dus dat er een behoorlijk leeftijdsverschil tussen ons zit. In het gezin voelde ik me altijd een beetje alleen; ik kon niet zo goed leren als mijn zus en broer en daaraan werd ook nog weleens herinnerd. Ik voelde me een beetje de domme zus.

Toen ik 15 jaar was kreeg ik verkering. Erg jong, maar ik vond de aandacht leuk en bij hem thuis in het gezin was, naar mijn mening, meer gezelligheid. Mijn ouders hadden een winkel en het was altijd erg druk.

Ik zat toen net op de HAVO en moest nog heel wat jaren naar school. Maar in die tijd was een lange verkering ook niets bijzonders. Na de HAVO ben ik naar de Pedagogische Academie gegaan. Ik heb daar met veel moeite het diploma voor onderwijzeres gehaald. Ik was er best trots op, maar heb wel 2x een jaar gedoubleerd. Ook daaraan werd ik thuis wel regelmatig herinnerd. Dat was best pijnlijk.

Toen ik 18 was mocht ik belijdenis doen in de kerk waar ik toen naar toe ging. Ik ging naar de belijdenis catechisatie en heb belijdenis gedaan. God was voor mij een betrouwbare vriend. Ik geloofde dat Hij mij wel vergaf als er dingen fout gingen. En ik constateerde dat ik zelf niet sterk genoeg was om die fouten te veranderen. Ik had niet in de gaten dat ik eigenlijk mijzelf en God maar steeds voor de gek hield daar mee.

Ik trouwde toen ik na het behalen van mijn diploma 2 jaar gewerkt had als onderwijzeres. Ik had een flink spaarcentje en daar werd alles wat nodig was om een huis in te richten, van gekocht. Mijn man had geen spaargeld. Hij studeerde nog steeds en gaf daar veel geld aan uit.

Na 2 jaar werd de oudste zoon geboren en ben ik gestopt met werken. We moesten zuinig leven, omdat we altijd de belasting achteraf moesten betalen. We wilden liever niet voor onaangename verrassingen komen te staan. Als ik beweerde dat er te weinig geld overbleef door alle extra uitgaven van mijn man, dan werd dat weggewimpeld met de opmerking dat het wel goed zou komen. Ik had niet de moed en ook niet de wil om hier tegenin te gaan. Ik bewaarde liever de vrede in huis. Na weer 2 jaar werd de 2e zoon geboren. We gingen verhuizen en ik hoopte dat alles beter zou gaan. Financieel, maar ook in onze relatie. Ik deed het huishouden en had niet veel vrienden omdat ik altijd 's avonds alleen thuis was. Ik vond dat niet erg, ik was het gewend.

Af en toe staken de financiële problemen weer de kop op en dan werd er wat geld geleend van mijn schoonouders. Of hij zag kans om op een andere manier aan geld te komen. Ik heb me dat pas achteraf gerealiseerd.

In 1990 werd onze dochter geboren en ik hoopte dat hij daar blij mee zou zijn. Hij was dat ook, maar de financiële situatie werd er niet beter op.

Omdat het steeds moeilijker werd om het hoofd boven water te houden moest ik besluiten weer te gaan werken. Toen onze dochter 3 was, ging ik werken, maar ik werkte eigenlijk alleen om het hoofd boven water te houden en de belasting te betalen.

Toen kwam mijn man met het plan om een huis te kopen. Hij was de mening toegedaan dat dat veel voordeliger zou zijn dan huren. Omdat ik me daar nooit in verdiept had, geloofde ik dat het waar was. Mijn vader overleed en er kwam een flinke som geld vrij. Dus waren de problemen weer even van de baan. Maar in plaats van te sparen, werd er meer uitgegeven. Intussen werkte ik weer bijna fulltime. In al die jaren heb ik alleen maar gedaan wat ik dacht dat goed was. Ik zorgde voor de kinderen, kookte eten en deed het huishouden en was altijd bezig.

Op een moment kwam mijn man helemaal verontwaardigd thuis. Hij werd ervan beschuldigd een relatie te hebben met een jonge vrouw. Hij was erg boos en ontkende dat het zo was. Ik geloofde en vertrouwde hem, alhoewel ik moest constateren dat er steeds minder was wat ons samenbond.

Niet lang daarna kwam mijn man met de mededeling dat hij wilde scheiden, omdat hij niet langer de energie kon opbrengen om onze relatie goed te houden. Hij had er al lang genoeg aan gewerkt, beweerde hij. Daar stond ik ....in verwarring en niet wetend wat te doen.

Ik begreep het niet en ik heb geprobeerd er alles aan te doen om het weer in orde te krijgen. En ons huwelijk te redden. Ik heb hulp gezocht bij mensen waarvan ik dacht dat hij hen wel zou vertrouwen, waaronder een predikant. Er was echter geen praten aan en de muur die hij opbouwde werd steeds groter. Hij werd onbereikbaar voor mij.

Toen stelde ik voor dat we de dominee van de kerk waarvan we op dat moment lid waren, zouden inschakelen. Daar stemde hij mee in en de afspraak werd gemaakt. De predikant besloot eerst met mijn man een afspraak te maken en toen ik thuis kwam, bleek dat de dominee het idee had opgepakt dat de echtscheiding al min of meer geregeld was. Hij vertrok zonder naar mij te informeren of te vragen wat mijn gedachten en wensen waren. Zonder gebed of zelfs maar in de bijbel gelezen te hebben verdween hij weer...

Ik voelde me behoorlijk in de steek gelaten. Deed mijn mening er dan niet toe? Was ik niet belangrijk genoeg?

De echtscheiding werd in gang gezet, ik moest het aan de kinderen vertellen en kreeg het huis waarin we woonden, toegewezen. Dat betekende dat ik nog steeds niet uit de financiële problemen was. Ik wilde niet dat mijn kinderen iets tekort kwamen en ik gaf hen alles wat mogelijk was en soms ook wat niet mogelijk was. Dat spaarde ik dan uit op mijzelf.

Drie maanden nadat hij vertrokken was liet hij weten dat hij de jonge vrouw, waarover hij zo stellig had beweerd dat hij geen relatie met haar had, toch wel erg lief vond. Binnen een jaar was hij ook met haar getrouwd en nog een jaar later kregen zij een kind. Mijn kinderen werden in de steek gelaten; hij keek er niet meer naar om.

Om de financiële problemen het hoofd te kunnen bieden, probeerde ik ons huis te verkopen. Dat viel niet mee, het heeft 1 ½ jaar geduurd. Daarna kwam ik te wonen op een huurflat. Ik had het nog steeds erg zwaar en leefde verder van dag tot dag.

De kinderen gingen hun eigen gang en ik ging steeds minder vaak naar de kerk omdat ik daar geen steun vond voor mijn moeiten en zorgen.

Wel bleef ik op God vertrouwen, als Hij mij niet had vastgehouden, was ik hier nu niet geweest. Soms keek ik in een donker gat, niet wetend hoe het verder moest. Had ik nog een toekomst? Ik heb momenten gekend dat ik het liefst een einde aan mijn leven zou willen maken.

Toen kwam de periode dat het allemaal uit de hand dreigde te lopen: mijn dochter werd recalcitrant en dreigde te ontsporen. Op dat moment ervoer ik dat God op een bijzondere manier een verandering in mijn leven teweeg bracht.

Ik leerde Cees kennen en kreeg een relatie met hem.

Wat een ontdekking en bevrijding was het, toen ik met hem mee ging naar deze gemeente. Niemand veroordeelde mij om mijn situatie of mijn verleden en ik voelde me opgenomen in het gezin van God. God heeft ons duidelijk bij elkaar gebracht met een bedoeling. Samen hebben we onze dochter geholpen weer op het goede spoor te komen.

Nadat Cees en ik getrouwd waren, heeft zij op haar 18e verjaardag ook zijn naam aangenomen.

Toen ik Cees leerde kennen heb ik hem alles verteld wat er gebeurd was en we hebben ontzettend veel gepraat. Alle frustraties en pijn had ik al die jaren binnen gehouden. Ik kon er voor mijn gevoel met niemand over praten. Ik ontdekte dat ik de scheiding nog lang niet had verwerkt, het was in feite een wond die nog lang niet geheeld was. Ik heb veel last gehad van nachtmerries en nog lang bepaalde schuldgevoelens met mij mee gedragen. Doordat ik er veel over kon praten werd dat langzaam beter. Ik leerde te verwerken en ook kon ik op een gegeven moment uitspreken, dat ik mijn ex kon en wilde vergeven.

Op het moment dat CR werd geïntroduceerd in de gemeente voelde ik direct dat dit een goed programma was. Hier kon je eerlijk zijn naar anderen en God over wat je had gedaan en meegemaakt. Niet langer huichelen dat het wel goed gaat, als dat eigenlijk niet zo is... Je schaamte en pijn kon je laten zien en niemand veroordeelde je erom. Samen met Cees, die ook heel erg positief was over het programma, zijn we begonnen met de voorbereidende stappen van het opzetten van CR in onze gemeente.

Omdat we ook als deelnemers in het programma zijn gestart ontdekte ik dat de pijn en het verdriet over de scheiding nog steeds niet helemaal weg waren, maar ik ontdekte ook dat het veel te maken had met veel dingen die ik vanuit mijn jeugd heb meegekregen. Ik zocht naar warmte en bescherming en dacht dat ik die kon vinden door anderen te plezieren. Ik wilde het iedereen naar de zin maken. Nog steeds heb ik daar soms last van. In CR heb ik geleerd dat je steeds weer opnieuw kunt beginnen en dat als je je leven maar in Gods hand legt, Hij je de juiste weg wel wijst. Vaak is het niet de weg die jij zelf in gedachte hebt, maar God gebruikt situaties die op je pad komen, op een bijzondere manier.

Nu mag ik vanuit mijn eigen ervaring andere mensen dienen die te maken hebben met pijn en verdriet. Soms zijn er dingen die uit je verleden voortkomen, zonder dat je dat opmerkt. God helpt je om daarvan los te komen.

Ik moest leren om niet in het verleden te blijven hangen. En leren om uit te zien welke weg God op dit moment met mij wil gaan. Kijk vooruit, maar verwacht het van Hem. Op dit moment moet ik nog steeds leren om niet alles zelf te willen doen en te controleren. Ik moet ook steeds meer op Hem vertrouwen en de weg gaan die Hij voor mij heeft bedacht.

Ik heb ontzettend veel gehad aan het onderwijs tijdens de avonden, maar zeker nog meer aan de groepsgesprekken na de pauze. Eigenlijk is CR voor iedereen, want wie kan nu beweren dat alles goed gaat? Iedereen heeft wel iets, ik was niet de enige; jij bent niet de enige, dat is wat CR zo bijzonder maakt. God heeft mijn leven hersteld en daarvoor ben ik Hem nog steeds dankbaar!!

Hersteld van emotionele mishandeling en verkrachting

Mijn naam is Janneke, 55 jaar, en ben inmiddels bijna 33 jaar getrouwd en samen hebben we vier kinderen, 28, 26, 20, 18 jaar mogen grootbrengen, en we hebben drie kleinkinderen, en wonen in het mooie dorp xxxxxxxxx.

Voordat ik met het Celebrate Recovery begon, worstelde ik erg met verschillende gebeurtenissen uit mijn verleden, die mij waren aangedaan. Zoals mishandelingen (zowel lichamelijk als geestelijke), boosheid, verkrachting, vernederingen, onzekerheid, nachtmerries, angst, verlegenheid, paniekaanvallen, emoties, oneerlijkheid, frustraties, en het kwijtraken van mijn eigen identiteit.

Ik ben opgegroeid in een niet-Christelijk gezin, met ouders en drie zussen. In ons gezin hadden ze nog nooit van God gehoord, laat staan dat ze zich realiseerden dat er een God is, die je persoonlijk kunt leren kennen.

Mijn moeder had nogal losse handjes. Ze sloeg mij regelmatig met van alles wat ze op dat moment ook maar in haar handen had, pollepel, mattenklopper, pureestamper of wat dan ook. Daarnaast moest ik ook regelmatig emotionele mishandelingen en vernederingen ondergaan.

Deze mishandelingen en vernederingen gingen door tot ik een jaar of 14/15 was. Toen heb ik al mijn moed bij elkaar geraapt en haar verteld, als je me ook nog maar met één vinger aanraakt, vertel ik alles aan pappa, want ze sloeg me nooit in het bijzijn van mijn vader. Dan hing ze de perfecte moeder uit. De lichamelijke mishandelingen stopten. De emotionele geestelijk mishandeling ging nog even door.

Ik moest nog steeds vernederingen ondergaan.. Maar ik was blij met wat ik bereikt had.

Toen ik dacht dat het langzaam beter ging gebeurde er opeens iets wat heel turbulent was. Ik werd verkracht door een kennis van mijn ouders. Voor mij hoefde het leven niet meer, ik voelde me vies, vernederd, en ik wilde eigenlijk niet meer leven. Toen kwam daar 'mijn reddende engel' Evert op mijn pad. Aan hem klemde ik mij vast en dacht aan een nieuwe toekomst te kunnen beginnen.

Op een avond gingen we samen naar een koffiebar in Emmen. Daar trad een groep op, The Adullemites, die mijn hart raakten. Een van de bandleden gaf een getuigenis. Dat maakte zo'n indruk op me dat ik besloot om ook christen te worden en de leiding van mijn leven uit handen te geven aan Jezus Christus. Ik voelde me een heel ander mens en besefte dat dit het werk was van Jezus Christus die vanaf nu in mij woonde.

Ik had mijn hart voor Jezus geopend. En in 1980; twee weken voordat we zouden gaan trouwen, ben ik samen met Evert gedoopt.

Maar hier eindigt het verhaal nog niet. In mijn relatie met Evert worstelde ik erg met het geheim van de verkrachting. Ik durfde het niet aan Evert te vertellen uit angst dat hij mij zou verlaten. Een ander gevolg van de verkrachting was dat ik op één of andere manier was geblokkeerd van de liefde van Evert voor mij. Want ik was het niet gewend om liefde te ontvangen van iemand die van je houdt.

Ik stootte Evert van me af, maar ook mijn liefde voor Jezus duwde ik van me af. Ik kwam in een spagaat terecht: wel willen, maar niet kunnen.

Dat werd erger na de geboorte van onze derde kindje die drie maanden te vroeg werd geboren. Ik gaf God overal de schuld van. Ik beschuldigde Hem ervan dat Hij er niet voor me was, terwijl ik Hem zo hard nodig had.

Satan, de tegenstander van God, had vrij spel in ons gezin, en kreeg de ruimte om de narigheid in mijn leven te laten voortduren. Ik werd continu heen en weer geslingerd tussen anders willen, maar niet kunnen. En zo ging het 16 jaar door. Toen werden mijn ogen geopend.

Tot aan september 2009, ging mijn leven door een diep dal. En niet alleen mijn leven, maar mijn situatie had ook gevolgen voor het functioneren van ons gezin. Onze oudste zoon kwam meer en meer onder invloed van allerlei spelletjes en raakte langzamerhand gokverslaafd. Ik raakte alle controle kwijt over ons gezin En had het gevoel dat ik aan de zijlijn stond; onmachtig om ook maar iets ten goede te kunnen keren. Ik was enorm verdrietig over de hele situatie. Ons gezin was een puinhoop geworden. In mijn wanhoop schreeuwde ik het uit naar God, als U daar bent help mij toch alstublieft, want ik kan niet meer en weet niet meer wat ik moet doen. Neemt U het alstublieft van mij over.

En zo vond ik mijn leven en Jezus terug, Jezus heeft mijn schreeuw gehoord. Er kwam een enorme rust over mij heen, ik wist dat dit het werk van de Heilige Geest van God was.

Enige dagen later op een avond zat ik de weekkranten door te bladeren, en mijn ogen werden naar een artikel in de krant getrokken. Het ging over het "Feest in Emmen-project" van de VBE in Emmen. Ik had vreemd genoeg wel zin in een feestje. In ons huis was het geen feest meer, alleen maar een opeenstapeling van ellende en frustraties. Tamelijk onverwacht liet ik mijn man en kinderen weten dat ik zin had in een feestje. En dat ik besloten had dat we aanstaande zondag naar de kerk zouden gaan. Ze keken me vol verbazing aan met vraagtekens in hun ogen. Maar de kerk?!? Ja, We gaan naar de VBE, want daar is het Feest.

En na wat gemopper van de kinderen zijn we die bewuste zondag naar de kerk gegaan, ik kan er nog warm van worden als ik er over vertel. Wat een warmte en liefde daar uitstraalde is met geen pen te beschrijven. Al direct bij de binnenkomst, het voelde direct erg vertrouwd. En het werd voor mij echt een waar feest, het voelde als echt thuiskomen. Mijn tranen vloeiden rijkelijk tijdens het zingen van de liederen. Ik werd daar zo aangeraakt door Jezus. Daar kwam ik tot de ontdekking dat ik God wel losgelaten had, maar Hij mij niet. Hij pakte daar bij wijze van spreken mijn hand en zei tegen me, kom mijn kind, ik ben er voor jou. En zo kwam Jezus terug in mijn leven en in ons gezin. We hebben het hele project afgemaakt, en met alles

meegedaan, we zaten opeens op een kring, mijn leven zag er opeens heel anders uit, met de Heer Jezus, en aan het einde van dit Feest in Emmen werd afgesloten met een megadoopdienst, en hier was ook onze oudste zoon bij. Wat een Grote God is Hij, mijn geliefde Pappa, Vader. Die naar mij luistert en mij verder door het leven leidt, en zegt wat ik moet doen.

En door de VBE ben ik in contact gekomen met het Celebrate Recovery programma. Ik besloot aan te haken, maar wel met de nodige aarzeling. Tijdens het programma werd mijn verleden weer naar boven gehaald. Ik wilde dit eerst niet toelaten, want ik was mijn gevoelens van vroeger toch vergeten? Ik had het toch ver weggestopt, om het nooit weer naar boven te halen, ik wilde toch niet erkennen dat er een probleem was? Dat waren mijn overwegingen. Ik was immers een nieuw leven begonnen? Ja, dat is dacht ik. Maar niets bleek minder waar te zijn. Alle weggestopte emoties, gevoelens en narigheid kwamen weer in alle hevigheid terug. Ik was geschokt.

Gelukkig waren er in de open deelgroep van het CR programma wijze mensen die me vertelden dat het goed is om je verleden te verwerken. Ze vertelden me dat dit moet gebeuren om God tot zijn doel met mij te laten komen. Om echt herstel te ervaren moest ik opnieuw door het proces heen.

Laat God het maar voor je doen, want God kan zoveel meer dan je denkt. Laat die nare gevoelens van onmacht, verdriet, maar los, leg het voor het Kruis van Jezus' voeten neer.

Ik had opeens weer last van paniekaanvallen, ik durfde nergens meer alleen naar toe, niet alleen autorijden, niet alleen naar de supermarkt. Ik liet me altijd vergezellen door één van de kinderen. En dat zonder dat ze wisten waarom; want ik schaamde me er voor dat ik eigenlijk niets meer alleen durfde. Dat was eigenlijk een hele nare ervaring, want ik dacht dat ik alles achter me had gelaten. Wat bleek was dat ik alleen maar een pleister op de wond had geplakt en gedacht had dat hij daarmee ook geheeld was. Tijdens het programma kreeg ik het advies om een goede coach te zoeken. Eerst zag ik het nut daar niet zo van in, later wel. Met haar kon ik mijn gevoelens van onmacht delen; met haar kon ik samen lachen en huilen. Maar ook samen bidden. Ik kon haar in vertrouwen nemen; ze begreep me en voelde de problemen aan waar ik mee worstelde. Zij heeft me door de stappen heen geleid.

Ik heb heel veel aan mijn coach gehad en nog steeds spreken we regelmatig eens met elkaar af, want ze is langzamerhand een echte vriendin voor mij geworden.

Halverwege het Celebrate Recovery programma, merkte ik opeens dat er een verandering in mijn leven was gekomen. Het begon allemaal weer wat gemakkelijker te lopen. De paniekaanvallen namen af, het zelfstandig autorijden ging beter, en vooral naar de supermarkt ging opeens veel beter. Ik ging hier voor het eerst in lange tijd weer alleen naar toe. Ik vroeg God of Hij met mij mee wilde gaan.

Ik ervoer heel duidelijk tijdens het boodschappen doen, dat dit het werk van God was, van Zijn Heilige Geest die over mij heen daalde, want ik deed

het allemaal weer alleen, maar samen met God. Wat was ik God zo enorm dankbaar, dat ik de hele dag door liep te zingen en te dansen van blijdschap en dankbaarheid.

Nu merk ik dat er echt een last van me is afgevallen. Dankzij Gods genade mag ik in de vrijheid staan. Aan Hem alle eer!

Het Celebrate Recovery programma en de medewerkers die zo dienstbaar waren, heeft God op een geweldige manier gebruikt in mijn leven!

Hersteld van een blokkade om diepgaande relaties te ontwikkelen.

Jaren geleden werd mij gevraagd om deel te nemen aan een pilot van het CR programma, dit programma heette: Op Weg naar Herstel. Ik had geen idee wat ik daar moest gaan doen. Ik leidde een succesvol leven, had een prachtige carrière; ik had toch geen problemen, dacht ik. Voor de aanvang van de eerste avond werd ik toch wel een beetje nerveus. Waar moest ik mee op de proppen komen? Ik wilde degene die mij had gevraagd niet teleur stellen, Ik had immers aan haar beloofd dat ik zou komen, maar wat moest ik hiermee?

Ik bad, heel simpel : Heer, wat moet ik daar gaan doen en steeds weer als ik dit vroeg werd ik bepaald bij vriendschap, relaties. Ik las er steeds over in de Bijbel en nam het besluit mijn eigen leven eens eerlijk onder de loep te nemen. Mijn "probleem" werd langzaam duidelijk: ik kon geen echte, diepe vriendschappen aan. Ik had ook geen echte vriendinnen. Vriendschap, en zeker met vrouwen, was niet voor mij weggelegd. Een DISC test had in verleden wel wat duidelijk gemaakt: ik heb een profiel met kenmerken, die vaker bij mannen voorkomen dan bij vrouwen. Voor de kenners: een torenhoge D met ietwat C daarbij! Dat was dus de oorzaak: geen wonder dat ik niet zo'n goede match heb met heel veel vrouwen en dat ik veel makkelijker kan samenwerken met mannen.

En dan kom je in zo'n herstelprogramma... nog wel in een vrouwengroep. Ik hoorde problemen aan waarvan ik , in eerste instantie, dacht: waar gaat dit allemaal over? Toen het mijn beurt was te vertellen waar ik aan wilde werken heb ik verteld dat echte, diepgaande vriendschappen moeilijk voor mij waren. Ik geloof niet dat er veel vrouwen waren die dit echt begrepen, maar daar gaf ik niet om. Ik begreep veel dingen die ik hoorde ook niet echt. Het werd een zoektocht en met vallen en opstaan leerde ik, binnen de groep, en met behulp van een aantal vertrouwde mensen, mezelf hierin te ontwikkelen. Ik sprak eerlijk de dingen uit waar ik tegenaan liep en vond soms begrip, soms ook niet. Maar het belangrijkste was: ik liet voor mij bidden ook in de groep. Het werden waardevolle weken, ik leerde dat ik scheef gegroeid was, niet in balans, en ik leerde vriendschap, echte vriendschap op te bouwen, met vrouwen. God heeft mij veranderd!

Nu, jaren later, ben ik hoofd pastoraat in onze gemeente geworden. Zonder deze lessen had ik dit zeker niet gekund. God heeft dit gebruikt, als een eerste stap in een leerproces waarin ik meer en meer gevormd mag worden naar Zijn Beeld.

Ik schrijf dit om te laten zien dat we allemaal gebieden in ons leven kunnen hebben waarin we scheefgegroeid zijn. Gebieden waar de balans ontbreekt. Gebieden die, uiteindelijk, niet onder de heerschappij van onze Hemelse Vader gebracht zijn. En ik heb ervaren dat het CR- programma ook daarin verandering, ondersteuning en vernieuwing biedt.

Alie

Hersteld van negatief zelfbeeld en de gevolgen van manipulatie

Ik ben Caroline, getrouwd en samen hebben we twee mooie kinderen gekregen, Simon van 6 jaar en Suzanne van 4 jaar.

We waren in het noorden van het land aangesloten bij een kerk en waren zeer actief in het kerkelijk werk. Helaas deden we het (achteraf gezien) allemaal uit traditie. Ik had God losgelaten, maar God mij niet.

Toen ik ouder werd en altijd druk aan het werk was, is het geloof voor mij steeds minder gaan betekenen. Daarnaast was ik altijd veel met mijzelf bezig. Wat vinden andere mensen van mij? Houden ze wel van mij? Ben ik de moeite wel waard? Doe ik mijn werk wel goed? Et cetera. Ik vroeg eigenlijk altijd om bevestiging. Ook had ik vanaf mijn jeugd veel last van migraine, en op 19 à 20-jarige leeftijd kwam ik met mijzelf in de knoei. Ik had een verkeerd vriendje en had vrienden om mij heen die mij eigenlijk alleen zagen staan als het hun uit kwam, of zo voelde dat in ieder geval voor mij.

Ik was dan ook erg onzeker worstelde heel erg met mijn zelfbeeld. Ben daardoor veel gaan eten (emotioneel eten) en natuurlijk daarvan ook gegroeid. Dit deed ik om maar niet te hoeven praten en ik heb daarom ook nooit aangegeven hoe ik mij voelde en wie ik werkelijk was of wilde zijn. Toen ik werkzaam was in de kinderopvang, waar ik altijd met plezier heb gewerkt, kon ik mij volledig op mijn werk gaan richten en zo kon ik mijn gevoelens lekker wegstoppen, dacht ik.

Op een gegeven moment ben ik op een bijzondere manier mijn man tegengekomen. Het was liefde op het eerste gezicht en na ongeveer twee jaar zijn we getrouwd. Ik hou natuurlijk ontzettend veel van hem, maar hiermee waren mijn problemen niet opgelost.

Ik was inmiddels zwanger van Simon. Nadat Simon was geboren, zijn de migraineaanvallen heftiger geworden en zo ben ik steeds dieper in de put geraakt. Op een gegeven moment gaf mijn lichaam aan dat het genoeg was en heb ik een paar weken met een burn-out thuisgezeten.

Op een gegeven moment ben ik gestopt met werken om zo voor Simon te kunnen zorgen. Kort daarop werd onze dochter Suzanne geboren. Opnieuw raakte ik in een depressie en de migraine werd nog heftiger. Ik was daarvoor al in behandeling bij een hoofdpijnkliniek en kreeg veel medicatie, zowel voor de migraine als voor de depressie. Door al die medicijnen veranderde ik nog meer, mijn emoties verdwenen en ik voelde eigenlijk niets meer, ik leefde in een roes. Eigenlijk wilden ze mij vanuit de hoofdpijnkliniek opnemen in het ziekenhuis, om mij van de medicijnen af te krijgen.

Daarnaast had ik veel schuldgevoel; Johan moest veel voor mij zorgen.

Op een gegeven moment had ik paar keer in een droom een meisje gezien dat op haar knieën lag te bidden en het uitschreeuwde naar de Heer. Ik wist niet wat ik daarmee moest. Later hoorde ik in mijn slaap een stem. Die stem riep mijn naam. De eerste keer dacht ik: "het zal wel, ik heb vast gedroomd". Later hoorde ik dezelfde stem, weer hoorde ik mijn naam. Ik ben bij de kinderen gaan kijken, maar die lagen heerlijk te slapen, ook mijn man sliep. "Wacht, hij snurkt. Misschien heb ik dat dan gehoord", dacht ik en ging weer slapen. Later voor de derde keer hoorde ik weer dezelfde stem mijn naam roepen. Ik wist nog steeds niet wat ik ermee aan moest en had daarom ook niets tegen mijn man gezegd.

De volgende dag kregen we een uitnodiging voor een genezingsdienst o.l.v. Jan Zijlstra, in onze regio. Ik had wel eens van die naam gehoord, maar wist niet wat deze man deed. Ik ben gaan zoeken op internet en daar zag ik dat er mensen werden genezen. Jan Zijlstra was aan het bidden voor de zieke mensen en riep: ''In de naam van Jezus, genees!''. Eerst was ik sceptisch. Ik was hier helemaal niet mee bekend. Ik wist alleen dat Jezus mensen genas in de verhalen die ik had gelezen in de kinderbijbel, maar dat dat ook nu nog gebeurde, wilde ik eigenlijk nog niet geloven. Totdat er toch stiekem iets in mij begon te kriebelen. Als het nu wel echt is, dan kan Jezus ook mij genezen van mijn migraine en depressie. Samen met mijn man ben ik naar de genezingsdienst gegaan, met hoop. Wat zou Jezus met mij doen? Tegelijkertijd gingen er ook negatievere gedachten door mij heen: ben ik wel goed genoeg en wil Jezus mij wel genezen?

Halverwege de dienst deed Jan Zijlstra een oproep aan de mensen die hun leven wilden geven aan Jezus. Zonder overleg, zijn mijn man en ik opgesprongen en naar voren gegaan. Op dat moment hebben wij ons leven aan Jezus gegeven. Later in de dienst heb ik een migraineaanval gekregen en heb ik een paar keer overgegeven. Maar er was maar één gedachte: "Volhouden, want God gaat vanavond wonderen doen en Hij gaat mij genezen. En er is maar één persoon die mij wil tegenhouden en dat gaat hem niet lukken."

Op een gegeven moment mochten we in de rij gaan staan. Toen ik bijna aan de beurt was voor persoonlijk gebed door Jan Zijlstra voor mij, vroeg een vrouw aan mij waarvoor ik genezing nodig had. Ik zei voor de migraine. Deze vrouw bad voor mij en op datzelfde moment begonnen mijn handen te trillen. Ik had nog niet eens door wat er was gebeurd, want het was vooral heel erg spannend allemaal. Een moment later stond ik bij Jan Zijlstra en ook hij ging nog bidden voor genezing van de migraine, maar God had mij al genezen. Vanaf dat moment heb ik geen last meer van migraineaanvallen gehad en ook de depressie was weg. Sindsdien heb ik geen medicijnen meer gebruikt en is ons leven radicaal veranderd.

We hebben een keuze gemaakt voor de Here Jezus en ik voelde op dat moment zo'n vreugde en blijdschap in mijn hart. Zo is ook ons geloofsleven radicaal veranderd. De droom en de stem die ik had gehoord waren van God geweest. God riep mij in mijn slaap en het knielende meisje, dat meisje was ik. Ik schreeuwde het diep in mijn hart uit naar de Heer. Waar komt mijn hulp vandaan, van U Heer. Psalm 121.

Wij hebben een Machtige God, een God van wonderen. Mijn leven heeft weer zin gekregen, want ik ben gered door wat Jezus Christus voor mij en ons allemaal heeft gedaan. Ik heb diep ontzag gekregen voor Jezus, voor mijn hemelse Vader. Maar na dit blijde gebeuren kwamen we in een hele heftige periode terecht. Dat begon zo.

Voor de genezingsdienst o.l.v. van Jan Zijlstra waren we uitgenodigd door onze nieuwe buren. Ik was erachter gekomen dat ze christen waren en zo heb ik ze uitgenodigd voor de groeigroep bij ons thuis. We kregen een goed contact met elkaar en we konden goed praten over het geloof. Dat was voor mij iets heel erg moois. Ik had niet echt een vriendin waar ik het geloof mee kon delen. Ik zag het ook echt als leiding van God, dat Hij deze mensen op ons pad had gebracht. Op dat moment waren we een open kanaal: we waren hongerig naar Gods woord.

In deze tijd zijn we ook op zoek gegaan naar een andere gemeente. We kwamen in een gemeente terecht waar we ons eigenlijk vanaf het eerste bezoek thuis voelden. Op 10 april 2011 hebben mijn man en ik de stap gezet om ons hier te laten dopen. Met een oprecht hart stonden wij daar, om God te laten zien dat we voor Hem hadden gekozen. Dat wij ons oude leven wilden begraven en opstaan in een nieuw leven met Jezus Christus. Het was een mooie en bijzondere dienst.

Aan onze doop is een hele strijd vooraf gegaan. Volgens onze buren moesten we ons namelijk in ons eigen dorp in de kerk laten dopen, in plaats van in onze nieuwe gemeente. Ook waren ze van mening dat mijn man zich niet mocht laten dopen omdat hij niet wilde evangeliseren, "want dan komt het niet uit zijn hart". Ze dreigden mij, als ik dit allemaal door liet gaan, gesprekken aan te vragen met een leidinggevende uit onze gemeente. Ik heb dit de hele tijd tegengehouden en heb ook niets tegen mijn man gezegd. Ik zei tegen hen: "Jullie kunnen niet voor hem beslissen. Hij heeft een keuze gemaakt met een oprecht hart." Na de doop viel er zo'n spanning van mij af, dat ik de hele dag ziek op bed heb gelegen. Later probeerden onze buren ons weg te houden bij onze gemeente. Volgens hen waren daar allemaal dingen mis. Gelukkig ben ik hier nooit op in gegaan.

Maar het ging steeds verder. Onze buren gingen ons op een geven moment met Bijbelteksten manipuleren. Bij wat voor gebeurtenis dan ook, in ons gezin of in de familie - wat wij dan met hun deelden - kwamen ze met een Bijbeltekst aanzetten. Dat bracht ons in de war en dat bracht ook spanningen in de familie teweeg. Voor mijn gevoel keerde iedereen zich tegen ons. Op een gegeven moment gaf dat ook spanning in ons huwelijk. Zo werd iedereen op een slinkse manier langzaam tegen ons op gezet. Ik kreeg steeds meer last van spierspanning en dat zorgde ervoor dat ik last kreeg van hoofdpijn, geen migraine maar spanningshoofdpijn.

Op een geven moment had ik het gevoel dat mijn man en ik elkaar ook niet meer aanvoelden. We hadden alleen nog maar ruzie en er was een rare spanning bij ons thuis. We sliepen bijna niet meer en waren doodop. Door veel gesprekken met deze buren heb ik toen de keuze gemaakt om te gaan scheiden. Ik wist helemaal niet waar ik mee bezig was. Ik wilde rust en ik wilde mijn gezin terug en ik wilde van de spanningshoofdpijn af. Scheiden was iets wat de buren wilden. Ze waren intussen verhuisd naar het diepe zuiden van ons land, maar ze kwamen graag even terug om te helpen met verhuizen. Een donkere episode in mijn leven...

Maar gelukkig greep God in op een wonderlijke manier.

Ik ben in verwarde toestand een week ingetrokken bij mijn ouders. Een echtpaar uit de gemeente stond meteen op de stoep om met ons te gaan praten. Ik heb zoveel mailtjes, sms'jes en telefoontjes gekregen van vrienden en vriendinnen die zich zorgen maakten om ons. Ik ben toen tot het inzicht gekomen dat deze vroegere buren ons kapot wilden maken en dat dit een aanval was van de duivel.

Op een geven moment kreeg ik van een familielid een uitnodiging om mee te gaan naar een dienst in een andere gemeente in de buurt. Ik had het mailtje te laat gelezen en heb haar gemaild dat ik niet aanwezig zou zijn bij de dienst met een bericht erachteraan dat ik net werd bemoedigd door Psalm 23, De Heer is mijn herder. Deze had ik ook net mijn man gestuurd ter bemoediging. Later belde ze mij op en zei dat ik er echt bij had moeten zijn. Er was namelijk een man met een bijzondere boodschap tijdens de dienst gaan staan. Hij had een boodschap gekregen van God, dat er een echtpaar in een heftige storm verkeerde die eigenlijk te zwaar was. Hij spoorde het echtpaar aan om de mond open te trekken en de storm waar ze in verkeerden het zwijgen op te leggen. Dat echtpaar waren wij. Daarbij haalde deze man het verhaal aan van de discipelen die op zee in een heftige storm terechtkwamen. Toen kwam Jezus en legde de storm het zwijgen op: "Zwijg en wees stil". De voorganger had vervolgens in zijn verkondiging over Psalm 23 gesproken. God wilde tegen ons zeggen dat we de storm waar we in verkeerden het zwijgen mochten opleggen. We mochten Psalm 23 echt als een bemoediging zien en voelen. Hij was erbij.

Diezelfde dag ben ik gaan bidden, op mijn knieën, en heb ik God om vergeving gevraagd voor alles wat er was gebeurd. Zo heb ik ook de storm het zwijgen opgelegd. De volgende dag stond mijn man op de stoep en vroeg of ik mee naar huis ging. We wilden een nieuwe start maken.

We hebben besloten om met z'n tweeën mee te doen aan het programma Celebrate Recovery, om dit proces op een goede manier te verwerken en dit ook samen te doen met God. In het begin ging het moeizaam. Ik was erg moe, was natuurlijk ook erg boos om wat er allemaal was gebeurd en schaamde mij natuurlijk ook tegenover de mensen om mij heen. Dat ik dit niet eerder heb gezien.... Ook had ik nog veel last van spierspanning en dit maakte mij opnieuw ziek. Op een Celebrate Recovery-avond zag ik bij het kruis een potje olie staan. Toen heb ik Joke gevraagd of ik mij mocht laten zalven. Dit moest ik bespreken met de voorganger en dat heb ik gedaan. Op 8 januari 2012 ben ik gezalfd en dit was een zeer bijzondere ervaring. Alleen al de aanwezigheid van Jezus was voor mij zo bijzonder; ik was de hele dag van de kaart. 's Middags zei ik tegen mijn man: "Voel mijn nek eens". Mijn nek was gloeiend heet. Vanaf dat moment heb ik geen spierspanning meer gevoeld. Prijs de Heer, halleluja! Vanaf dat moment tot aan de dag van vandaag voel ik meer rust in mij en kan ik mij veel beter ontspannen.

Sinds ik mee heb gedaan aan het programma Celebrate Recovery heeft God mij op weg geholpen om uit de negatieve spiraal te komen, waar ik steeds weer in terugviel. God heeft laten zien dat ik ook de moeite waard ben en dat ik Zijn geliefde kind ben. Zo heb ik mensen kunnen vergeven die mij pijn hebben gedaan in mijn leven, maar ook heb ik mensen om vergeving kunnen vragen voor de dingen die ik fout heb gedaan de afgelopen tijd. Ik probeer mijzelf nu door de ogen van God te zien. De ene keer gaat dat makkelijker dan de andere keer, maar daardoor voel ik wel dat ik anders omga met de mensen om me heen, met de mensen die mij dierbaar zijn. Ik zit niet meer te kniezen met gedachten als: "die mag mij niet" of "die deed raar tegen mij".

Ook wat er de afgelopen tijd is gebeurd, wat betreft de buren, heb ik voor een deel een plekje kunnen geven. De boosheid is weg en ik bid ze toe dat ze tot inkeer komen en weer op juiste pad terechtkomen.

Ook mijn man en ik zijn opnieuw begonnen, en met succes. Tijdens Celebrate Recovery is er zoveel losgekomen en hebben we zoveel gesprekken gevoerd, dat we kunnen zeggen dat na alles wat er is gebeurd, wij er als man en vrouw sterker uitgekomen zijn. Alles wat er tussen ons in stond, ook al toen we nog maar net waren getrouwd, hebben we besproken. We hebben elkaar vergeving kunnen vragen en kunnen schenken. Ik kan alleen maar zeggen dat ik ontzettend veel van mijn man houd en dat ik God erg dankbaar ben. Wat God bij elkaar brengt kan door geen mens worden gescheiden.

We zijn samen met God op weg. Ook al zullen we nog steeds struikelen en vallen, God is erbij.

Ook al ben ik nog niet waar ik wil zijn, dankzij God ben ik ook niet meer waar ik ooit was.

Waar je ook bent in je relatie met God, weet dat Hij je op het oog heeft en je uitgekozen heeft om Zijn kind te zijn. Hij is blij met hoe hij je gemaakt heeft en Zijn liefde omringt je. Je bent zijn oogappel. Dit las ik laatst in een stukje van Joyce Meyer. Dit is voor mij echt een bemoediging. Voor iedereen, hoop ik.

Hersteld van leven in een fantasiewereld en co-dependency

Mijn naam is Erik. Ik ben een christen die worstelt met co-dependency en leven in een fantasiewereld.
Ik ben opgegroeid in een gezin met 3 jongens, waarvan ik de middelste ben. Al op vroege leeftijd, ik was zo'n 4 jaar, zijn mijn ouders gescheiden. Omdat het contact tussen mijn moeder en vader niet zonder problemen was, stopten mijn broers en ik al heel vroeg met het bezoeken van onze vader. Hierdoor heb ik maar heel weinig herinneringen aan mijn vader uit mijn kindertijd. In de weinige contactmomenten die ik met hem heb gehad na de scheiding heb ik afwijzing ervaren. Door het ontbreken van een relatie met mijn vader is het beeld van een vader en dus mijn beeld van God, en het beeld van hoe een man is of zou moeten zijn, ernstig verstoord.

Mijn moeder stond al vroeg alleen voor de taak mij en mijn 2 broers op te voeden. Mijn oudste broer raakte veel in de problemen, en mijn reactie daarop was de brave zoon te spelen om mijn moeder pijn te besparen.

Mijn moeder was een lieve zorgzame moeder, maar had ook veel problemen in haar leven. Ze is iemand wiens stemming zomaar als een blad aan een boom kan omslaan. Vaak als ik thuiskwam, was het spannend of er weer wat gebeurd was waardoor ze overstuur was. Hierdoor heb ik heel goed geleerd om de stemming van mijn moeder te peilen en mijn gedrag daarop aan te passen.

Ik heb rood haar en al vroeg op de basisschool begonnen de eerste pesterijen. Tjonge, wat was ik daar gevoelig voor! Het resultaat was dat er in mijn basisschool tijd veel periodes waren dat ik met niemand kon spelen. Ik herinner me dat ik in de pauzes dan hoog in de klimrekken klom en daar zat te dromen tot de bel ging. Al in deze periode vond ik het heel leuk om naar sciencefictionseries en tekenfilms op televisie te kijken en met wat ik daar zag bouwde ik ongemerkt een fantasiewereld op. Ik droomde dan van een wereld waarin ik door iedereen aardig gevonden werd en een grote held was.

Terugkijkend op mijn vroege jeugd zie ik nu dat ik al heel vroeg heb geleerd om conflicten uit de weg te gaan, en om mijn gedrag aan te passen aan wat ik dacht dat wenselijk was voor de mensen waaronder ik me bevond. Ik deed alles om niet op te vallen, en kwam zeker niet op voor mijn eigen behoeftes of grenzen. Ergens op 14 à15-jarige leeftijd ben ik begonnen mezelf de levensregel "ik word nooit meer boos" aan te leren. En ik ben daar helaas redelijk goed in geslaagd. Tja, ik werd dan uiterlijk niet meer boos, maar vanbinnen natuurlijk nog wel. Ik leerde een heel goede manier om de pijn van het niet geliefd voelen, de boosheid over het pesten en mijn frustraties over mijn onvervulde behoeftes te compenseren: alle emoties die mijn relatie met de mensen om mij heen teweegbrachten en die mij in gevaar zouden kunnen brengen, beleefde ik gewoon in mijn eigen fantasiewereld. Ik hoefde die emoties dus niet meer in de relaties te laten zien.

Aan het einde van de middelbare school kreeg ik een paar goede christelijke vrienden. Mijn jarenlange fantaseergewoonte begon in mijn nieuwe vriendschappen nu opeens hinderlijk te worden. Wat ik merkte, was dat mijn fantasiewereld iets was waar ik geen weerstand tegen kon bieden. Op verjaardagen, op feestjes, tijdens pauzes, ik kon niet voorkomen dat ik regelmatig afdwaalde omdat ik aan het fantaseren was. Ik begon voor het eerst mijn fantasiewereld als iets storends te ervaren.

Op mijn 18e leerde ik Jezus kennen en werd ik christen. Op geestelijk vlak gebeurde er direct iets. Voor korte tijd, ik denk een week of zo, was ik bevrijd van mijn fantasiegewoonte. Ik had echter niet geleerd hoe ik met de pijn in mijn leven naar God en anderen toe moest gaan. Het gewoontepatroon was niet doorbroken, en na deze korte tijd van niet meer fantaseren kon ik toch geen weerstand bieden aan mijn verslaving.

In 2000, op de introductiecursus van de kerk leerde ik mijn vrouw kennen. Wat een geweldige vrouw! Een dik jaar later zijn we getrouwd. Samen met haar leven gaf en geeft mij een heleboel geluk. In mijn huwelijk merkte zij wel eens op dat ik niet goed bereikbaar was, of niet open was over mezelf. Nog steeds verwerkte ik pijn niet met anderen maar via mijn verslaving. Dit werd echter een steeds groter probleem toen we een moeilijke tijd meemaakten rondom de geboorte van onze dochter. Ik praatte niet en droomde weg in mijn fantasiewereld. We konden elkaar niet goed bereiken. Het werd een steeds groter probleem dat ik mijn gevoelens en gedachten niet deelde. Vreemd genoeg was ik me er eigenlijk helemaal niet van bewust dat mijn fantasiegewoonte de oorzaak was van de problemen in mijn relaties. Het was voor mij zo normaal geworden en het leek alsof niemand er last van had. Ik merkte niet op hoeveel plekken in mijn leven het voor problemen zorgde (op mijn werk (waardoor ik me soms niet goed kon concentreren), in de kerkdienst tijdens de preek (waardoor ik niets meekreeg, en natuurlijk veel last had van schuldgevoelens daarover), tijdens aanbiddingdiensten (in plaats van me op God te richten was ik vertrokken), tijdens stille tijd (kon ik me niet op God richten, dwaalde steeds af) in gezelschap ("Goh wat zit jij te staren"), als ik bijbel las (steeds afdwalen) enzovoort.

In januari 2007 ben ik mee gaan doen met Celebrate Recovery. Hoe verder we in het programma kwamen, hoe meer ik me realiseerde dat er iets instond tussen mij en God. Het onderwijs en vooral de persoonlijke verhalen maakten veel in mij los. Het waren spiegels, die steeds meer probleemgebieden in mijn leven aan het licht brachten.

Halverwege het programma van Celebrate kwam ik op mijn werk in een moeilijke situatie terecht, en ik kwam grieperig en bijna overwerkt thuis te zitten. God maakte me duidelijk dat mijn fantaseergewoonte heel schadelijk voor me was. Een verslaving, die de oorzaak was van heel veel problemen in mijn leven. Op het moment dat God dit tegen me zei, was ik zo verbaast, ik ben letterlijk van mijn krukje afgevallen. Ik geloofde God gewoon niet: Verslaafd?? God, waar heeft U het over?! Ik zat zo diep in de ontkenning over mijn fantasieverslaving dat ik verblind was en het niet eens als een probleem kon zien. Toen ik mijn ontkenning langzaam begon op te geven schrok ik heel erg. Ik begon te zien wat de invloed was van mijn fantasiewereld op mijn leven, en ik begon te beseffen dat als ik hiermee wilde stoppen, ik geen boeken meer zou kunnen lezen of televisie kon blijven kijken. Toch nam ik de wilbeslissing dat ik God wilde gehoorzamen. Ik besloot niet langer mijn gedachten over te geven aan fantaseren.

Ik kwam er al heel snel achter dat het zelf willen stoppen met een jarenlange verslaving errug lastig is, zo niet onmogelijk. Dit vind je ook terug in de eerste stap van Celebrate Recovery: "Ik geef toe dat ik machteloos sta tegenover mijn verslaving en mijn dwangmatige gedrag; dat mijn leven niet zelf te besturen is." Ik heb verteld in mijn CR-groep wat ik doormaakte en ben de stappen van Celebrate Recovery gaan toepassen. Dit zorgde voor een doorbraak. Na meer dan 20 jaar elke dag, misschien wel elk uur, te vluchten in mijn eigen wereld ben ik met Gods hulp vrij geworden van mijn verslaving. Ik heb gemerkt dat ik door het te delen met anderen en uit de ontkenning te komen opeens van God de kracht kreeg om te kiezen, niet meer toe te geven aan fantaseren.

Wat ik toen niet heb beseft, maar later aan den lijve heb ondervonden, is dat mijn fantasieverslaving niet het probleem was, maar een symptoom. Wat een ander doet met drugs, alcohol of gokken, deed ik met fantaseren: mijn pijn verzachten en ontkennen wat er echt speelt. Zonder mijn fantasiewereld was er geen plek meer om mijn pijn, frustraties en behoeftes te bevredigen. Hierdoor kon ik niet langer meer ontkennen wat voor puinhoop het op sommige gebieden van mijn leven was. Naast mijn fantasie-verslaving worstelde ik ook met co-dependency. Dat uit zich bij mij in een verslaving aan de goedkeuring van mensen. Hierdoor heb ik moeite met grenzen stellen en liet ik mijn mening afhangen van die van anderen, zover dat ik vaak niet eens meer wist wat ik zelf vond. Ook ging ik conflicten uit de weg. Tja, en zonder fantasiewereld moest ik de problemen die dit gedrag veroorzaken onder ogen gaan zien.

Ik ben begonnen met mijn vrouw. Langzaam ben ik begonnen confrontaties met haar aan te gaan en af en toe boos te worden. Tijdens de eerste 4 jaar van ons huwelijk was ik nog nooit boos geweest, en dit was dus heel spannend voor mij. (Waar ik bang voor ben is dat bij een conflict de relatie eindigt.) Voor het eerst sinds 10-15 jaar probeerde ik weer boos te worden in een relatie die me heel dierbaar was. Wij hebben in ons huwelijk nog nooit zoveel ruzie gehad als toen. Het resultaat...? Aan het einde van dat 2e CR-jaar kwamen we erachter dat we allebei veel eerlijker waren geworden, en dat onze relatie veel gezonder was geworden.

Mijn vrouw raakte in verwachting van onze zoon, en ook die geboorte verliep niet geheel probleemloos. Zij moest 6 weken op de bank rust houden, of anders naar het ziekenhuis. We hadden hulp nodig, en niet zo'n beetje ook. Ik heb toen echt moeten leren om hulp te vragen aan mensen, iets wat ik mijn hele leven vermeden had (stel je voor dat ze 'nee' zeggen!). Door alle hulp die we kregen, vooral van de mensen bij CR, begon ik door te krijgen dat deze mensen echt om me gaven, iets wat ik zo moeilijk vond om te geloven.

Vlak na het herstel van mijn worsteling met fantaseren ging ik deelnemen aan het coördinerend team van CR. Ze lieten mij, een worstelaar met co-dependency (wat ik toen nog niet wist trouwens) de rol van leider vervullen. Weet je wel hoe vaak en tegen hoeveel mensen je dan "nee" moet zeggen, een standpunt in moet nemen en de confrontatie aan moet gaan?! Binnen Celebrate Recovery begon ik te leren me meer en meer te verbinden, en open en eerlijk te worden. De andere twee mensen van het coördinerend team werden, naast mijn vrouw, degenen met wie ik meer en meer begon te oefenen. Oefenen met terug te komen op mijn conflictvermijdende leugens. Een voorbeeld van zo'n leugen was dat wanneer iemand me vroeg of ik iets vervelend vond, ik dan altijd "nee hoor" zei. Ook al vond ik het eigenlijk niet leuk. Het was voor mij heel belangrijk dat ik dit soort leugentjes om bestwil ook daadwerkelijk leugens ging noemen. Ook werd het me gaandeweg steeds duidelijker dat ik dingen mooier deed voorkomen dan ze waren door ze aan te dikken. Dit ben ik ook leugens gaan noemen. Verder ben ik gaan oefenen met grenzen aangeven, omgaan met verschil van inzicht en natuurlijk confrontaties. Meer en meer heb ik me door de intensieve samenwerking met deze twee teamleden verbonden, en geleerd dat het oke is wat ik denk, voel of vind. Dat ze van me blijven houden als we het oneens zijn of een pittig gesprek voeren.

Als lid van het coördinerend team was het ook de bedoeling dat ik lessen ging geven. LES GEVEN ? Tjemig, dan moet je dus dingen gaan zeggen die niet iedereen leuk vindt. Paniek. Lang geleden droomde ik ervan om les te geven, maar die droom had ik allang opgegeven. Veel te moeilijk en veel te eng. Door les te geven kwam ik erachter dat ik het zoeken naar de goedkeuring van mensen echt moest loslaten. Pff. En... ik kwam erachter dat ik onderwijs geven niet alleen leuk vond, maar dat ik er nog goed in was ook.

Bij CR begon ik steeds meer te leren voor mezelf te zorgen en op te komen. Op mijn werk bracht me dat langzaam maar zeker steeds meer in conflict met verschillende collega's. Ik was gewend om, uit angst voor conflicten of spanningen, te compenseren voor fouten of verkeerde planningen van anderen, maar ging dit nu steeds minder doen. Hierdoor werden deadlines niet gehaald, en werden fouten van anderen veel zichtbaarder op en buiten onze afdeling. Dat werd niet zo gewaardeerd. Met 1 collega heb ik het echt heel moeilijk gehad. Mijn grenzen aangeven en beter voor mezelf zorgen maakten zijn fouten erg zichtbaar, en hij besloot zijn invloed in de organisatie te gebruiken om ervoor te zorgen dat ik niet langer belangrijke of zichtbare projecten kon oppakken. Het was een moeilijke tijd, waarin ik een hoge prijs betaalde voor het beter voor mezelf leren zorgen. Ik heb toen veel gehad aan CR doordat ik deze problemen kon delen in de groep en ook steeds ben aangemoedigd de principes te blijven toepassen. In deze tijd had ik sterk het gevoel dat God van me vroeg te blijven en te leren van de situatie, koste wat kost. Het stukje in het Gebed voor innerlijke rust "veranderen wat je kunt veranderen, en aanvaarden wat je niet kunt veranderen" was waar het om ging. Het gedrag en de keuzes van mijn collega's kan ik niet veranderen, wel hoe ik erop reageer en ermee omga.

Met behulp van de inzichten van mijn gebedsmaatje kwam ik erachter dat ik ook bij onveilige mensen kwetsbaar was, met name bij die ene collega. Ik leerde dat het helemaal niet Gods bedoeling was om overal en altijd kwetsbaar te zijn, en dat God ook wil dat ik mezelf bescherm voor onveilige mensen, die misbruik maken van mijn kwetsbaarheid. Ik ben dit gaan oefenen bij deze collega, en dat had vrijwel direct een grote verandering tot gevolg. Hoewel hij zijn invloed op de organisatie nog steeds gebruikte om mij buitenspel te houden, merkte ik dat ik wel respect van hem kreeg. Hij accepteerde mijn grenzen en ging niet langer steeds het conflict aan. Wat ben ik blij dat ik gehoorzaam naar God ben geweest en op deze afdeling gebleven ben tot ik deze les geleerd had!

Dit bleek ook precies het patroon te zijn dat de basis was voor de lastige relatie met mijn moeder. Ook daarin ben ik me anders op gaan stellen. Het is voor mij, en ook voor mijn moeder, nu heel erg wennen dat ik me niet altijd meer kwetsbaar opstel naar haar, maar het heeft onze relatie wel veel beter gemaakt.

In de zomer van 2010 heeft God me een geweldig cadeau gegeven; op internet heb ik mijn vader gevonden. Als je nooit bewust je vader hebt gezien is zo'n eerste ontmoeting na 28 jaar heel raar.. Een van de dingen die me het diepst raakten was dat het patroon van conflicten vermijden, niet boos worden en voor de goedkeuring van mensen gaan - oftewel mijn worsteling met co-dependency - ook bij mijn vader diep wortel geslagen heeft. Ik heb ook gezien wat dit patroon in zijn leven gebracht heeft. Op zijn 59ste, zit hij in Spanje, in zijn villa met zwembad, alleen...... Geen mens die hem kent, niemand door wie hij zich echt laat kennen. Voor mij was dit bezoek een enorme spiegel. Weet je, ik vind het wel eens vervelend dat God mij aanspreekt op de patronen in mijn leven. Soms vind ik echt dat God een beetje zeurt. Maar als ik kijk naar het leven van mijn vader, aan wat het je brengt als je volhardt in het vermijden van conflicten, het goedkeuring van mensen zoeken, geen hulp vraagt of toelaat, probeert nooit boos te worden en je ware ik met je pijn en behoefte niet laat zien, aan helemaal niemand, dan eindig je dus zo. In een villa in een warm land, alleen. Ik heb hierdoor nog meer het hart van God voor mij gezien. Wat een lieve, zorgzame Vader heb ik in de hemel. Hij geeft mij het ware leven. Wat ben ik blij dat Hij mij blijft aanspreken op de verkeerde zaken in mijn leven.

De wekelijkse bijeenkomsten van CR waren voor mij goud waard: God heeft ze op bijzondere manier gebruikt!

Hersteld van emotionele verwaarlozing, controledrang en problemen met nicotine

Ik ben Ina, een christen die worstelt met de gevolgen van emotionele verwaarlozing,het loslaten van controle en problemen met nicotine. Ik ben opgegroeid in een christelijk gezin met 5 kinderen. Mijn vader was zeeman en was regelmatig voor langere tijd weg. Ik heb tot mijn 5e jaar weinig herinneringen aan hem als vader. Uit verhalen weet ik dat ik dol op 'm was. Mijn moeder zorgde goed voor ons. Rust, reinheid en regelmaat waren haar motto. Alles verliep volgens vaste regels, wat mijn moeder blijkbaar houvast gaf. Het gaf mij veiligheid; ik wist waar ik aan toe was.

Door aandacht te besteden aan bv. verjaardagscadeautjes en met zorg verjaardagsfeestjes te organiseren en nieuwe kleren voor ons te maken, uitte mijn moeder haar liefde voor ons. Knuffelen of het uitspreken dat je van elkaar houdt kenden we in ons gezin niet. Als kind kan ik me niet herinneren dat ik het miste. Nu weet ik dat het belangrijk voor me is. Verder werd er in ons gezin sterk in termen van goed en fout gedacht, zowel over zaken als over mensen.

Om in de gunst te komen bij met name mijn moeder leerde ik me al vroeg aanpassen en aan haar regels te voldoen. Ik was een stil, angstig en verlegen kind. Ik speelde het liefst met jongere kinderen, zodat ik de controle over de situatie had. Ik speelde veel alleen en voelde me veilig in mijn eigen fantasiewereldje. Ik had een echte vriendin. Helaas beschaamde ze mijn vertrouwen toen ik er achter kwam dat ze iets van me gepikt had.

God was voor mij een strenge rechter die al mijn fouten zag. Ik was o.a. daardoor heel gericht op alles goed willen doen. De angst voor veroordeling zat er al vroeg in. Ook veroordeelde ik mezelf als kind al. Dit uitte zich een keer - ik denk dat ik een jaar of 10 of 11 was - door in de spiegel te kijken en zo'n afschuw van mezelf te hebben, dat ik mijn gezicht aan de zijkant openkrabde. Niemand vroeg ernaar terwijl de krabplekken zo zichtbaar waren. Ik weet niet of dit voorval verband hield met het feit dat ik op m'n 11e jaar aangerand ben door een oudere jongen. Het gebeurde tijdens een spel en ik weet dat dit feit iets vanbinnen kapotgemaakt heeft. Mijn fantasiewereld was niet meer veilig en blijkbaar kon iemand zomaar over mijn grenzen heen gaan.

De eerste periode op de middelbare school werkte ik hard. Mijn goede schoolprestaties zorgden voor waardering thuis. Ik was onzeker over mijn uiterlijk. Ik was in die tijd langer dan gemiddeld, wat ik heel naar vond. Ik maakte voorzichtig contact met andere meisjes. Zo ontstond later een hecht vriendinnenclubje waarin ik me geliefd en geaccepteerd voelde en dat me een gevoel van veiligheid gaf. Met name de jongens hield ik op afstand.

Toen ik op mijn 15e verkering kreeg, gaf me dit meer zelfvertrouwen. Iemand vond mij bijzonder, mooi en ik werd gezien. In plaats van me terug te trekken, ging ik mezelf meer uiten. Ik had overal een mening over, wat goed van pas kwam toen ik in een jongerengroep van de kerk terechtkwam. Mijn onzekerheid verbloemde ik hiermee en zo hield ik mezelf staande.

Thuis stond ik bekend als Sara met "haar scherpe bekkie" en op de jongerengroep kreeg ik daar ook een keer een opmerking over. Dat deed pijn, maar ik liet dat niet merken.

Op m'n 18e jaar ben ik de deur uitgegaan en ben ik in de gezondheidszorg gaan werken. Ik was bang om fouten te maken. Ik had het idee dat fouten maken de dood tot gevolg kon hebben. Ik deelde deze gevoelens en gedachten echter niet.

Omdat alcoholgebruik onder vrienden normaal was en ik ook meedeed, merkte ik al gauw dat mijn onzekere gevoelens minder werden als ik een paar wijntjes op had. Dat kwam goed van pas in contact met anderen. Mijn verkering was inmiddels uit en ik ging regelmatig uit met vriendinnen. Zo nu en dan had ik een vriendje voor een nachtje. Mijn gevoelens deelde ik met 2 goede vriendinnen. Zij waren heel belangrijk voor mij. Maar ook in deze contacten was ik onzeker, wat ik niet direct liet merken. Ik was zo bang om hen kwijt te raken, dat ik mijn best deed aan hun verwachtingen te voldoen. Ik vond dat ik er altijd voor hen moest zijn ook als het mij niet uitkwam. Ik zette dan mijn eigen plannen opzij. Ik stelde geen grenzen en zorgde dus slecht voor mezelf. Rond mijn 25e ben ik naar het midden van het land verhuisd i.v.m. een nieuwe opleiding die ik ging volgen. Tijdens de opleiding stak mijn onzekerheid de kop weer op en ik heb hulp gezocht. Ik heb 2½ jaar psychotherapie gehad. Daardoor kreeg ik meer zicht op het functioneren van ons gezin en op gevoelens die ik steeds weer wegdrukte. Ik rouwde over het gemis aan intimiteit in ons gezin. Ik wilde alsnog gezien en gekend worden door mijn ouders en deed verwoedde pogingen om dit voor elkaar te krijgen. Ik ging regelmatig met hen het gesprek aan over wat ik gemist had in mijn jeugd. Mijn ouders voelden zich aangevallen en het liep vaak uit op ruzie. Dit leidde tot een tijdelijke breuk met mijn ouders.

In die tijd ging ik regelmatig uit en dronk dan teveel, waar ik vervolgens weer spijt van had. In ons studentenhuis dronken we dagelijks alcohol. Zo ontwikkelde ik de gewoonte om aan het eind van de dag 2 à 3 glazen te drinken, en als het gezellig was meer. Zo zette ik mijn pijnlijke gevoelens 'op sterk water'. Mezelf en anderen analyseren was een tweede natuur van me geworden. Zo probeerde ik controle over mijn gevoelens te houden, door alles weg te redeneren. Met het analyseren van anderen dacht ik voorbereid te zijn op eventuele reacties van hen. Ik zocht bevestiging en goedkeuring bij vrienden, kreeg die ook, en hield mezelf zo op de been.

Na 2 mislukte relaties leerde ik de vader van mijn zoon kennen. We gingen samenwonen en al snel was ik zwanger. Deze relatie gaf veel spanningen en toen ik 5 maanden zwanger was, ben ik bij hem weggegaan. In 1996 is mijn zoon geboren. Dat is het moment geweest dat ik zeker wist dat God bestaat. Ik zag het wonder; dat mooie kindje dat God had gemaakt. Het is de aanleiding geweest om serieus op zoek te gaan naar God. In 1997 ben ik tot bekering gekomen en ik heb me in januari 1998 laten dopen.

De vader van mijn zoon kwam ook tot bekering en we zijn in 2000 getrouwd. Dit huwelijk gaf heel veel spanningen. Vijf jaar lang probeerde ik krampachtig alles op de rails te houden. Als mijn man zijn verantwoordelijkheid niet nam, dan nam ik het over. Ik probeerde wel grenzen te stellen, maar verbond daar geen consequenties aan. Zo liepen o.a. de geldschulden op. Mijn man probeerde mij onder controle te houden door te intimideren, agressief te worden en regelmatig te liegen. Dit was heel onveilig voor mij, en het versterkte mijn controledrang. Hoewel ik God wel betrok in onze problemen, vertrouwde ik toch het meest op mijn eigen inzichten.

In 2006 zijn we gescheiden. Er kwam relatief wat meer rust in mijn leven en ik vond meer houvast in mijn geloof. Jesaja 43:1-3 werd een tekst die ik vaak las.

Maar schuld- en schaamtegevoelens over mijn verleden en mijn scheiding bleven mij kwellen. In de jaren na mijn bekering was ik me steeds weer bewust van het leven dat ik geleid had zonder God. Ik wist dat Hij mij vergeven had, maar ik bleef mijn losbandige leven voor ogen zien. Wat mijn scheiding betreft bleef ik bezig met de vraag wie er schuldig was aan de scheiding. Ik kon niet om mijn eigen fouten heen, maar wees ook vooral in de richting van mijn ex-man.

In september 2007 heb ik besloten aan het herstelprogramma Celebrate Recovery deel te nemen. Ik was moegestreden. Ik wilde van mijn schuld- en schaamtegevoelens af en had nog veel verdriet over de scheiding. Ik verlangde naar rust in mijn hoofd en in mijn hart. Stap 1 bracht een schok bij me teweeg; ik moest erkennen dat "ik niet bij machte was mijn pijn, problemen en psychische wonden onder controle te krijgen"!! Mijn controledrang bleek hoogmoed te zijn. Ik had al die tijd verwacht het ZELF wel op te lossen i.p.v. God echt te betrekken in mijn problemen. Ik moest mijn hoogmoed belijden en dus een stap in vertrouwen zetten. Dat ging niet vanzelf, maar ik verlangde naar herstel.

Ik heb er geen spijt van gehad dat ik dat jaar iedere week het wilsbesluit maakte om naar de samenkomsten van CR te gaan. Door de lessen en persoonlijke verhalen kreeg ik weer HOOP dat het ook met mij t.z.t. beter zou gaan. Wat vooral voor mij belangrijk is geweest is dat ik Jezus beter leerde kennen. Zijn waarheid is dat ik volkomen aanvaard, vergeven, geliefd ben en er bij Hem geen veroordeling is. Mijn waarheid was dat ik liefde moet verdienen, dat ik gestraft word als ik fouten maak en eigenlijk het niet waard ben om geliefd te zijn. Ik leerde Zijn waarheid tegenover mijn leugen te stellen.

Gelukkig hoefde ik dat niet alleen te ontdekken. In de groep probeerde ik eerlijk te zijn. Omdat ik niet veroordeeld/ afgewezen werd, merkte ik dat het ruimte gaf vanbinnen. Het luchtte op om met juist die dingen te komen waar ik me al zo lang schuldig over voelde en me voor schaamde. Omdat ik het met mensen durfde te delen, ontdekte ik ook dat ik juist met mijn ballast bij God mag komen. Ik ontdekte dat Hij er altijd is, niets gek voor Hem is en dat Hij juist graag wil dat ik met alles bij Hem kom.

Naast deze ontdekking en het feit dat er een fijne coach voor mij was, gaf het me de moed om serieus met mijn zelfonderzoek aan de gang te gaan.

Wat ik allereerst onder ogen moest zien, was dat ik inmiddels een alcoholverslaving had. Ik dronk iedere avond gemiddeld een fles wijn en zelfs meer als ik me erg rot voelde. Hoewel ik me steeds voornam minder te drinken, lukte me dat niet. Tijdens het programma van CR ervoer ik dat mijn gevoelens er mochten zijn en ze dus niet weg hoefde te stoppen. In het bijzijn van een vriendin heb ik toen besloten nooit meer te drinken. Ik weet namelijk dat "met mate" bij mij niet werkt. Een innerlijke motivatie om geen alcohol meer te gebruiken was dat ik graag als groepsleider in het programma van CR wilde meedraaien. Het had mij zoveel opgeleverd en voelde de behoefte er ook voor anderen te zijn. Het was als het ware een stok achter de deur.

Het feit dat ik iedere week weer een ontmoeting had met mensen van CR en dat ik eerlijk wilde zijn naar o.a. mijn vriendin, heeft me door de beginperiode van stoppen geholpen. Wel moest ik de consequenties van jaren teveel drinken dragen; ik viel kilo's af. De "kunstmatige ontspanning" viel weg en ik merkte hoe gespannen ik eigenlijk was. Een jaar later werd een burn-out vastgesteld. Ik bleek de afgelopen jaren roofbouw gepleegd te hebben op mijn lichaam. Omdat ik deze gevolgen onder ogen moest zien, had ik helder voor ogen dat ik niet meer terug wilde naar een leven waarin ik afhankelijk van alcohol was geworden. Het is inmiddels 2 jaar geleden dat ik mijn laatste druppels alcohol dronk.

Tijdens het zelfonderzoek ontdekte ik ook hoe ik mijn eigenwaarde ontleende aan de goedkeuring van mensen. Mijn perfectionisme bleek voort te komen uit de angst voor straf en afwijzing. Eigenlijk was ik bang voor mensen. Hoewel ik in de loop der jaren de verwachtingen naar mijn ouders had bijgesteld, bleek hen te vergeven de sleutel naar mildheid in mijn hart. Omdat ik mezelf meer aanvaard voelde door mensen en door God, ondanks mijn tekortkomingen, kon ik ook naar hen kijken als ouders waar God van houdt. Ook heb ik hen om vergeving gevraagd voor de pijn die ik hen heb aangedaan. Ik kan nu oprecht zeggen dat ik van ze houd en ontspannen ben in het contact met hen.

Het proces van mijn ex-man vergeven kwam tijdens CR ook op gang, hoewel ik bleef worstelen met boosheid en schuldvragen. Ik was heel bang die boosheid los te laten, omdat ik dacht dat mijn "hart in stukjes uit elkaar zou vallen", met andere woorden, dat mijn emoties te heftig zouden zijn en ik mezelf kwijt zou raken. Ik wilde de controle houden, maar moest mijn onvergevingsgezindheid en mijn machteloosheid onder ogen zien. Uiteindelijk heb ik God mijn boosheid gegeven. Diep vanbinnen bleek ik mezelf te veroordelen.

Er is toen voor mij gebeden en ik heb bevrijding mogen ervaren van de wortels van zelfveroordeling. Het gevolg daarvan was dat ik vergeving kon ontvangen, mezelf kon vergeven en in staat was vergeving uit te spreken (in een brief..) naar mijn ex-man. En dat gaf ruimte in mijn hart.

In januari dit jaar heb ik besloten te stoppen met roken. Na 35 jaar roken is dat een hele stap. De eerste 2 maanden gingen goed, maar ik ben de fout ingegaan door er toch 1 op te steken. Daarna ging het mis. Ik was teleurgesteld in mezelf en de zelfveroordeling lag en ligt op de loer. Ik weet dat God niet meer of minder van me houdt als het om wel of niet roken gaat. Dat houd ik me nu steeds voor ogen, maar ook dat God mij het beste gunt: gezond worden.

Net als bij de alcohol zal ik een stap moeten zetten en besluiten om nooit meer te roken. Eerlijk gezegd heb ik deze stap nog niet gezet, maar weet dat het er wel van zal komen en dat het zal lukken, samen met God en iemand die me scherp houdt.

De grote verandering in contact met Hem is dat ik me nu zoveel vrijer voel om bij Hem te komen. Ik verlang ernaar Hem meer en meer te leren kennen. God laat steeds weer zien dat ik de controle los mag laten omdat Hij voor mij zorgt. Op dit moment ben ik bezig weer werk te zoeken nu ik herstellende ben van mijn burn-out. Ik vind dat best spannend en merk dat ik de neiging heb om op zaken vooruit te lopen. Door in mijn stille tijd mijn zorgen bij God te brengen en te geloven dat Hij mijn leven in de hand heeft, ervaar ik meer Zijn rust. Hij helpt mij per dag te leven en per dag stappen te zetten i.p.v. te ver vooruit te kijken.

Terugkijkend op de periode vóór CR en nu ben ik dankbaar dat ik deel heb genomen aan het programma. Die wekelijkse bijeenkomsten zijn een keerpunt in mijn leven geweest. Samen met Hem EN mensen mag ik groeien naar meer heelheid. Ik hoef me niet anders voor te doen dan ik ben, ik hoef het niet alleen te doen en ik kan het niet alleen.... En dat wil ik je meegeven. Je hoeft niet alleen je zelfonderzoek in te gaan. Jezus is bij je en hij geeft je mensen die met je op willen lopen.

"Maar wie hoopt op de Heer krijgt nieuwe kracht: hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar, hij loopt, maar wordt niet moe, hij rent, maar raakt niet uitgeput." (Jes.40:31)

Als ik de HOOP niet opgeef, laat God zien dat Hij zijn beloften nakomt.

GODS ZEGEN

Ina

Herstellende van een uitgeput leven leiden

Ik ben Herman en wil graag met jullie delen waarom ik met Celebrate Recovery begonnen ben en wat ik er tot nu toe aan gehad heb.

Op het moment dat ik overwoog deel te nemen aan Celebrate Recovery was ik behoorlijk vastgelopen in mijn leven.

Mijn vluchttactieken werkten niet meer en ik kreeg last van paniekaanvallen. Tot dan toe was mijn vluchttactiek steeds geweest problemen te ontlopen door nog harder te gaan werken. Het gevolg daarvan was dat ik nu totaal was uitgeput.

Ik was al bezig met therapie, maar dacht dat CR een extra stimulans zou zijn voor mijn genezing. Ik was immers een kind van God, dus door CR te doen kon ik ook samen met God het proces van genezing in gaan.

Op het moment dat ik aan CR begon, vond ik het erg lastig dat het een groepsgebeuren was. Ik ben niet zo'n groepsmens. Maar juist door de groep ben ik veel gaan leren. We spiegelden ons aan elkaar en dat was waardevol. Ook het gevoel dat ik niet alleen ben in dit proces heeft veel in mij losgemaakt. Ik was gewend alleen te vechten en dat was niet meer nodig. Er waren anderen die wilden helpen, ook al hadden die anderen zo hun eigen worstelingen. Vaak had ik het gevoel dat ik de enige was die worstelde, maar door de groep merkte ik dat het niet zo was. Iedereen heeft zijn eigen worsteling.

God heeft mij laten zien dat ik het niet alleen hoef te doen. Hij is er voor mij en Hij gaf ook anderen om mij te helpen.

Ben ik hersteld? Ik ben nog steeds op weg naar herstel. Het is een proces en dat stopt niet, maar ik mag het in mijn eigen tempo doen, met vallen en opstaan. Ik mag weten dat mijn Hemelse Vader er altijd is en dat Hij met mij meegaat, en dat er anderen zijn die mij op de weg vergezellen. Ik mag ook de ander in zijn eigen proces bijstaan.

Zou ik weer voor CR kiezen? Honderd procent zeker weten! Juist door het groepsgebeuren ben ik gaan zien wie ik ben: een geliefd kind van God.

Deelnemer CR

Hersteld van zwaarmoedigheid en twijfels aan eigen persoon

Ik heb aan Celebrate Recovery meegedaan, omdat ik met mezelf in de knoop zat. Ik vond het leven zwaar en zag eigenlijk geen perspectief voor de toekomst. Ik had een burn-out gehad, was bij een psycholoog en andere hulpverlening geweest, maar nog steeds twijfelde ik veel aan mezelf. Ik twijfelde aan mijn rol als vader (ik had net een dochter gekregen) en of ik wel het juiste werk deed en zo nee, wat ik dan toch in godsnaam zou moeten doen. Zo kon het niet langer.

In heb een broer die samen met zijn vrouw het CR-programma elders heeft doorlopen. Zij vertelden dat ze er erg veel aan hadden gehad om hun relatie en persoonlijke problemen op te lossen. En, wat ik nog veel belangrijker vond, ik zag en voelde ook bij hen dat zij nieuwe energie hadden gekregen en het leven weer volop aan het leven waren. Dat wilde ik ook!

Zo besloot ik mij aan te melden voor het programma in een gemeente bij mij in de buurt.

Het waren boeiende, leerzame en vooral warme bijeenkomsten. Warm in de zin van menselijk. Het raakte me iedere keer weer dat zoveel mensen in het CR-programma vrijwillig zoveel tijd en energie staken in het helpen van anderen, waaronder ik. Dat raakte me des te meer, omdat ik ook als coach en trainer werkzaam was geweest in het bedrijfsleven, maar dan tegen een financiële vergoeding. Zij deden het dus 'om niet' zoals dat in het Nederlands zo mooi genoemd wordt.

Vanaf toen ben ik gaan leren anders tegen mezelf en tegen zaken aan te kijken. Ik ben ook veel gaan lezen in de Bijbel en aanverwante boeken. De bijeenkomsten in de mannengroep heb ik als bijzonder waardevol ervaren. Met gelijken praten over zaken in je leven die er echt toe doen. Dat met elkaar delen, er met elkaar van leren, dat is prachtig. Ik kwam iedere keer met meer energie terug van de bijeenkomsten dan ik er naartoe gegaan was. Dat zorgde ervoor dat ik alle bijeenkomsten probeerde te volgen.

Achteraf kan ik zeggen dat het volgen van CR een belangrijk keerpunt in mijn leven is geweest. Een keerpunt waarop ik God, Jezus en de wijsheid uit de Bijbel een plek in mijn hart en in mijn leven heb gegeven. Ik ben Zijn liefde en genade voor mij gaan ervaren en dat is voor mij van blijvende waarde.. Tijdens en na deze periode heb ik geleidelijk weer nieuw perspectief gekregen. Dat ging niet altijd zo snel als ik het wenste, maar het gebeurde wel. Het is nu 3 jaren na de eerste CR-bijeenkomst. Ik heb al die jaren langzaam gewerkt aan mijn herstel en aan het volgen van mijn hart. Daarbij heb ik nog andere begeleiding gekregen en cursussen gevolgd om mijn zelfinzicht en zelfacceptatie te vergroten. Nu kan ik oprecht zeggen dat ik van het leven kan genieten, dat ik houd van mijn vrouw, van mijn kinderen, mijn familie, mijn vrienden, mijn werk en mijn hobby's. En om dat zo te kunnen voelen is voor mij een grote rijkdom.

Ik kan dan ook niet anders (en ik zou het ook niet willen) dan CR aan te raden als je het idee hebt dat je met jezelf aan de slag moet, omdat je merkt dat je niet het leven leidt dat je zou willen leiden.

Geniet ervan!

Deelnemer CR

Hersteld van boosheid en herstellende van een laag zelfbeeld

Hallo, ik ben Pieter, ik ben een christen. Ik ben hersteld van boze buien en machteloze boosheid en ik ben herstellende van mijn lage zelfbeeld.

Ik ben getrouwd met Anna. We hebben 6 kinderen, de oudste is 45 jaar en de jongste 22. We hebben 5 kleinkinderen, de oudste is 18 jaar en de jongste 3 maanden.

Ik kom uit een gezin van 6 kinderen, waarvan ik de vierde zoon ben. Ik herinner mij niet zoveel positieve dingen uit mijn jeugd. Misschien waren er wel positieve dingen, maar zijn die verdrongen door de negatieve dingen. Tussen mijn 12e en 15e jaar (ongeveer) ben ik door 2 personen misbruikt.

Ik ben op mijn 19e getrouwd. Wat er in mijn jeugd is gebeurd heeft grote invloed gehad op de rest van mijn leven, en heeft dat nog steeds. Ik heb veel jaren met boosheid en machteloosheid gekend.

In 1995 kreeg mijn vrouw een zwaar hartinfarct en raakte zij 1/3 van haar hartfunctie kwijt. Wij waren al enige tijd op zoek naar een gemeente die bij ons paste en kwamen uiteindelijk terecht in een evangelische gemeente.

Toen wij lid wilden worden kregen we de gebruikelijke fundamentenstudie van een oudste. Tijdens een van die bijeenkomsten heb ik op een gegeven moment verteld van mijn boosheid en machteloze woede.

Soms kon het gebeuren, dat als ik in de tuin was en er iets onbenulligs gebeurde, er zomaar een grote aardbeienpot vol grond of een plastic stoel door de lucht vloog. Dat ik niets gebroken heb (behalve de aardbeienpot en de stoel) verbaast mij nog steeds. Deze dingen gebeurden gelukkig wel steeds als ik alleen was. Ook was ik in die tijd snel boos.

Na enkele weken hield de oudste een preek over boosheid en vertelde hij hoe een baby in de wieg al heel boos kan zijn. Ook vertelde hij dat iemand weleens zo boos kan zijn dat je iets door de lucht ziet vliegen, waarna het stuk slaat tegen de muur.

Deze preek was mij op het lijf geschreven en ik heb dan ook een bandje gekocht van deze preek. Meermaals als ik van huis reed naar mijn werk en 's avonds terug, draaide ik die preek. 2 keer 45 minuten. Hierdoor kon ik mijn boosheid en woede de baas.

Enige tijd later vertelde ik de oudste dat ik, door middel van het luisteren naar de preek in de auto, mijn boosheid en machteloosheid de baas was, en dat ik de preek inmiddels wel zeker 100 keer gehoord had! Hierna vroeg de oudste waar die woede vandaan kwam. Op dat moment hoorde ook mijn vrouw, voor het eerst na 27 jaar huwelijk, wat er met mij gebeurd was in mijn jeugd en hebben we gebeden voor vergeving voor hen die mij dit aangedaan hebben. Ook ikzelf heb hen vergeven. Hierna heb ik de preek nooit meer hoeven beluisteren!

Daarna zijn wij, en in het bijzonder ikzelf, steeds dichter naar God toegegroeid. Zelfs mijn karakter is voor een groot deel veranderd.

In 2002 is mijn vrouw overleden aan de gevolgen van haar hartinfarct. Ik heb God daar nooit een verwijt over gemaakt, maar begrijpen doe ik het niet.

Met de gedachte "dit is het einde van mijn leven" en de vaste overtuiging dat er nooit een vrouw meer in mijn leven zou zijn na 35 jaar huwelijk, leefde ik verder. Maar God doet wonderen.

Kort daarna ben ik door omstandigheden in een andere evangelische gemeente terechtgekomen. In 2005 leerde ik Anna kennen en een goed jaar later zijn we getrouwd. God heeft mij weer een vreugdevol leven gegeven. Eerst had ik het niet erg gevonden als God mij weggenomen had van deze aarde, maar nu bid ik dat God ons nog vele jaren geeft.

Een paar jaar geleden kwamen wij in aanraking met Celebrate Recovery doordat er op een zaterdag uitleg was over het programma in onze gemeente. Toen we naar huis gingen en we de oprit opreden, zei ik tegen Anna: "Als dit programma bij ons in de gemeente komt wil ik daar graag aan meewerken." Want het programma werkt op een manier zoals ik ook van mijn probleem ben afgekomen. Anna dacht er precies hetzelfde over.

Twee jaar geleden zijn we gestart met "Op weg naar herstel". Dat is een verkorte, inleidende versie van CR. We draaiden twee keer een pilot. In dat jaar werd er besloten om verder te gaan met het echte programma Celebrate Recovery en werd ons verlangen om mensen te helpen, bevestigd. Wij mochten Celebrate Recovery opstarten en leiden.

Door dit jaar van Celebrate Recovery mee te maken, mocht ik ontdekken dat mijn probleem, waarover ik hiervoor heb verteld, wel opgelost is en dat mijn boosheid en dergelijke wel weg zijn en mijn karakter wel veranderd is, maar dat ik al 50 jaar met een heel groot probleem zit als gevolg van mijn eerste probleem. Dat probleem is mijn lage zelfbeeld, twijfels over mijn eigenwaarde.

Als gevolg hiervan zag ik er nogal tegenop om een groep te leiden. Kan ik het wel? Doe ik het wel goed?

Heel lang heb ik met deze onzekerheden geworsteld, maar door het programma en door de gesprekken in de groep ben ik er sterker uitgekomen. Ook als iemand na een avond zei: "Pieter, het was een goede avond", liet God mij zien dat ik er mag zijn.

Een weekend van onze gemeente met het thema "Je mag er zijn" en het Pinksterweekend (van St. Opwekking) met hetzelfde thema, hebben mij laten zien dat ook ík een parel in Gods hand ben.

Tot slot: ik ben er nog niet, maar ik ben op de goede weg. Ook dit jaar ben ik nog deelnemer bij Celebrate Recovery, omdat ik weet dat God ons de overwinning geeft.

Ik wil ook alle deelnemers uit onze groep bedanken voor het meeleven met elkaar. En ik ben ervan overtuigd dat we met Gods hulp en met elkaar komen waar God ons wil hebben. AMEN

Hersteld van minderwaardigheidsgevoelens en onzekerheid

Ik ben een christen die herstellende is van minderwaardigheidsgevoelens, onzekerheid en vooral van niet weten wie ik was. Voordat ik deelnam aan CR was ik aan het overleven, in plaats van dat ik leefde. Het moeilijke daarvan was dat ik wel functioneerde in het dagelijks leven en het op die manier ook nog heel lang volhield, maar zelf niet door had wat er met mij aan de hand was. Ik deed een opleiding, had vrienden, geloofde in God, ging naar de gemeente. Ja, ik voelde me weleens ongelukkig en onzeker. Mijn leven had weinig diepgang. Soms kwam de vraag naar boven: waar is het leven in overvloed zoals de Here Jezus beloofde?

Ik leefde erg aan de oppervlakte. Emoties voelde ik niet veel. Ook vond ik het heel eng om nieuwe dingen te beginnen, bijvoorbeeld een nieuwe baan en autorijden. Het liefst ging ik onbekende situaties en personen uit de weg. Dingen of personen die me konden confronteren met mijn onzekerheid en met wie ik (niet) was. Zo leefde ik tot ongeveer 3 jaar geleden.

Toen ik 15 jaar was, bracht God me in een gemeente waar ik een keuze voor Hem maakte. Een aantal jaar later liet ik me dopen en wilde ik Hem volgen. Maar toch was het persoonlijke contact met Hem er vaak niet. Ik verlangde er wel naar om met Hem te wandelen zoals Mozes ook deed, maar het was er niet. Weer kwam die vraag: waar is het rijke leven met Jezus? Tegelijkertijd durfde ik er niet teveel naar te zoeken, omdat ik dan naar mijzelf moest gaan kijken en dat was confronterend.

Naar andere mensen toe hield ik mij vooral gesloten. Ik liet weinig van mijn emoties zien, zei niet veel over mezelf, ook niet mijn mening over dingen, omdat ik vaak niet wist wat ik ergens van vond. Ik was ook hard naar mezelf en naar anderen toe. Het kon altijd beter, het was nooit goed genoeg. Door zoveel mogelijk en zo goed mogelijk te werken, probeerde ik mezelf te bewijzen.

Uiteindelijk liep ik ontzettend vast in deze manier van overleven. Mensen in mijn omgeving gingen mijn gedrag benoemen, ze gingen vragen naar wat er in me omging. Ik vond dat achteraf gezien heel bedreigend en sloot mezelf nog meer op. Op een gegeven moment liepen bepaalde contacten niet meer, vriendschappen werden verbroken. Dat was het punt waarop ik niet meer verder kon. Ik was overspannen, ontzettend moe en emotioneel op. Dat moment gebruikte God om me naar Hem toe te trekken. Hij liet me zien dat ik me aan Hem over mocht geven en dat deed ik. Ik bad: 'Here God, nu mag U het doen, alstublieft, want ik kan het niet.'

Dat gebed heeft God gehoord en verhoord. Hij is het gaan doen. Niet dat ik dat meteen merkte. Ik voelde me nog even ellendig en vroeg me af of Hij me nog wel wilde na al mijn zonden en fouten.

Me overgeven aan God en Hem te vragen het te gaan doen in mijn leven was een grote stap. Het was erkennen dat ik hulp van Hem en van mensen om me heen nodig had. Die hulp kreeg ik. De belangrijkste momenten waren de momenten waarop ik alleen met God was en Zijn Woord las. Hoewel ik die momenten soms eng vond, want wat zou Hij gaan zeggen, sprak Hij door de Bijbel en gebed. Naarmate de maanden voorbij gingen kon ik steeds beter horen wat God tegen me wilde zeggen en dat Hij mij wilde herstellen en bevrijden.

Daarnaast heeft therapie me geholpen om het verleden te verwerken en uit het dal te komen waar ik in zat. God hield me een spiegel voor en liet me zien dat ik al in mijn kindertijd mijn manier van overleven had ontwikkeld. Toen was die manier van overleven bruikbaar in de situatie waarin ik me bevond, nu stond het me in de weg. Daar gingen we aan werken. Nadat ik een tijdje in therapie had gezeten, wist ik in ieder geval hoe het niet moest. Maar ik wilde weten hoe het leven dan wél kan zijn. Mijn verlangen naar het leven in al zijn volheid, zoals de Here Jezus dat beschrijft in Johannes 15, groeide. En de Here God leidde me verder.

In die tijd werd er verteld over Celebrate Recovery in de gemeente. Ik heb ervoor gebeden en toen het voor een tweede keer op m'n pad kwam en ik er weer voor bad, had ik het idee dat God me daar wilde hebben.

Mijn geloof in en het contact met God was op dat moment nog steeds niet zoals ik het verlangde, maar er was weer een basis in geloof en ik durfde weer naar God toe te gaan. Ik hoopte dat tijdens CR mijn leven met God sterker en dieper zou worden.

In de eerste stap van CR werd er gevraagd te erkennen dat je het zelf niet kan en je leven onbestuurbaar is geworden. Dat vond ik niet zo moeilijk, na de ervaringen die ik had gehad.

De tweede stap vond ik moeilijker: erkennen dat ik belangrijk ben voor God. Ik, die het zo verprutst had, nog steeds belangrijk voor Hem?! Ik, die niet eens wist wie ik was? Maar door de les heen leerde ik dat het niet gaat om wat ik doe of heb gedaan, maar dat Hij de kracht en genade heeft om mij te herstellen. Langzaam kon ik dat geloven en de stap zetten om te geloven dat ik belangrijk ben voor Hem.

De genade stond centraal door heel CR heen. Vooral de avond dat we daar les over kregen vond ik bijzonder. Ik kende het woord genade al heel lang, maar door CR heen heeft dat woord echt betekenis gekregen in mijn leven. We leerden dat genade oneindig is, een keuze van God naar mensen toe. Dat gaf me weer hoop voor verder herstel!

CR was dus na therapie een volgend middel dat God gebruikte om mij genezing te geven en me verder te laten groeien. Hij wil mij maken zoals Hij mij bedoeld heeft.

Het was goed om tijdens CR elke avond dat we bij elkaar kwamen, te praten over hoe het ging en wat God aan het doen was in onze levens. Het was voor mij een les om te delen wat er in me omging. Onder andere hier mocht ik leren dat het veilig was om meer van mezelf te delen en dat mensen wilden luisteren en er iets aan hadden. Ook was het bemoedigend om de verhalen van andere deelnemers te horen.

De stap om God de ruimte te geven om mij te bevrijden van verkeerde denk- en gedragspatronen vond ik een hele bijzondere. Hij bevrijdt mij steeds meer van de verkeerde patronen van me terugtrekken en overleven en geeft daarvoor Zijn manier van denken, Zijn Waarheid en Zijn wil in de plaats.

De Here God heeft veel hersteld in mijn leven. Laatst gaf een groep mensen me nog feedback. Ze gaven de feedback dat ze mij als een open, betrouwbaar, enthousiast en eerlijk persoon zagen en vonden dat ik goed in de groep lag. Een aantal jaren geleden zouden ze dat niet gezegd hebben, maar nu wel. Ik ben inderdaad opener geworden, meer van mezelf gaan delen en ik kan van mezelf houden, omdat de basis van mijn leven nu in God is. Ook kan ik luisteren naar anderen, leer om hen te nemen zoals ze zijn en hen lief te hebben.

Ik ben nu meestal gelukkig, mag zijn wie ik ben en hoef niet meer iemand anders te zijn. God is mijn Vader, en hoe Hij Vader wil zijn, mag ik iedere dag weer ontdekken. God heeft gaven en talenten gegeven en ik mag steeds meer ontdekken hoe Hij die wil gebruiken. Anderen vertellen mij dat ik straal, mooi ben, dat ze wat hebben aan wat ik tegen hen gezegd heb.

Ik durf nu ook veel meer: nieuwe dingen ondernemen, alleen op pad gaan, autorijden en fouten maken.

Tijdens mijn hele leven zal God verder herstel en groei geven; ik ben er nog niet. Wel kan ik nu zeggen dat mijn leven met God echt veranderd is. Mijn leven is nu in Zijn hand, ik versta steeds beter Zijn stem en mag Hem beter leren kennen. Hij vindt mij belangrijk, heeft mij gemaakt om met Hem te leven en heeft een doel voor mijn leven in Zijn Koninkrijk, tot eer van Hem.

CR is een goede stap in verder herstel geweest. Het heeft mij geleerd om de bijbelse principes voor herstel voor mezelf toe te passen. Overgave, belijden, vragen om herstel, samenwerken, het nieuwe ontvangen en doorgeven. Gelukkig hoefde ik het niet alleen te doen, maar zag ik tijdens CR dat er veel meer mensen zijn die God en Zijn herstel voor hun leven nodig hebben. Soms was het hard werken en doorzetten om iedere maandagavond er naartoe te gaan, m'n huiswerk te maken en ermee bezig te blijven. Maar het was het meer dan waard.

Blijf niet langer alleen met je problemen worstelen, hoe moeilijk of hoe eng je het misschien ook vindt om die met anderen te delen. Er is herstel mogelijk en dat mag je samen met God en samen met anderen gaan zoeken. God is groot en vol genade. Hij wil je maken zoals Hij je van oorsprong bedoeld heeft. Daarmee mogen we God groot maken!

"Hij trok mij uit de kuil van het graf,

uit de modder, uit het slijk.

Hij zette mij neer op een rots,

een vaste grond voor mijn voeten."

Psalm 40:3

Hersteld van de gevolgen van pesten

Op het moment dat ik dit schrijf ben ik 27 jaar. De afgelopen 6 jaar ben ik NIET gepest; al die jaren daarvoor dus wel. Op de lagere school werd ik gepest omdat ik een domineeskind was, een bril had, dik was en niet met alles mee kon doen, omdat ik astma had. Ik werd buitengesloten en er werd niets aan gedaan.


De eerste keer dat ik merkte dat ik gepest werd (ik was 7) ben ik naar mijn ouders gegaan en die zijn naar de meester gegaan. Die reageerde nogal laconiek. Hij zei dat het allemaal best meeviel en dat er niets aan de hand was. Ik heb daarna nooit weer gezegd dat ik gepest werd. Ik werd toch niet serieus genomen.

Hoe ouder ik werd, des te gemener de pesters werden. Eerst was het gewoon treiteren met woorden, maar langzamerhand werd er ook fysiek geweld gebruikt. Het ging zelfs zo ver dat ze mijn keel dicht knepen.


Op de MAVO werden continu mijn spullen vernield. Ik had daar de pech dat er ook een leerkracht was die mij treiterde. Ik moest elke les naar voren komen om overhoord te worden. Maar deze lerares zei bij voorbaat al dat het toch wel weer een onvoldoende zou worden, omdat ik niet leerde.

Iets wat helemaal niet waar was. Ik had alleen heel veel last van faalangst en Engels lag me gewoon niet. Soms moest ik gewoon bijna huilen als ik weer voorin de klas stond.


Op het MBO ging het getreiter verder, want ja.... de pesters waren meegegaan naar de vervolgopleiding. Ik moest werkstukken voor ze maken, want anders zouden ze mijn moeder iets aandoen of mij vermoorden.


Er werd gepest met woorden. Niemand zou ooit van mij kunnen houden omdat ik lelijk was, enzovoort. Ik ben erachter gekomen dat woorden soms veel meer pijn doen dan fysiek geweld. Tot het moment dat ik naar de PABO ging, werd ik gepest. En dan zul je misschien denken, waar is God dan in het hele plaatje? Nou.... die was er niet.


Hoewel mijn vader veel vertelde over de Bijbel en ik trouw naar de kerk en club ging, had ik niets met God.

Ik vond het zo gemeen en onrechtvaardig dat hij het allemaal liet gebeuren. De eerste paar keer heb ik nog gevraagd/gesmeekt of God me wilde helpen, maar er gebeurde niets. Ik was echt ontzettend boos op God.


In die tijd ging ik naar de jeugdclub. Ik was degene die het goede voorbeeld moest geven, want mijn vader was de dominee. Op een gegeven moment was het zover dat iedereen me vroeg wanneer ik me zou laten dopen, want tsja, ik was de dochter van de dominee.

Ik was het gezeur zo zat dat ik me maar heb laten dopen. Dat deed ik ook in de hoop dat ik daarna meer aandacht van mijn vader zou krijgen. Dat gebeurde niet en ondertussen ging het leven verder. Ik werd gepest en voelde me een nul. Ik had ouders die het druk hadden met de kerk, een God waar ik niets aan had, een school waar ik niet naar toe durfde, niemand met wie ik kon praten.

Ik was bang voor alles en iedereen die achter me stond, want ze zouden me zomaar kunnen vermoorden. Dat was namelijk waarmee gedreigd werd als ik aan iemand liet merken dat ik gepest werd. Het was zo erg dat ik op een dag besloten heb om er maar een eind aan te maken. Ik was toen 17 of 18 jaar oud.


Elke dag moest ik 15 km naar school fietsen en had ik dus kans genoeg om overreden te worden, dacht ik. Een aantal keren ben ik inderdaad bijna aangereden, maar de bestuurders konden altijd nog net uitwijken. Daarna probeerde ik het met medicijnen, maar ook dat werkte niet.


God had dus zo'n hekel aan me dat ik zelfs niet eens dood mocht gaan! Het enige positieve aan het rot voelen was dat ik super hard voor school ging werken en dus geweldige cijfers had.

Maar op de PABO ging het goed mis. Je kreeg daar sociale omgangskunde. Ik was doodsbang voor iedereen die dicht in mijn buurt kwam, bang dat ze gingen slaan of nog erger.

Als je dat op de PABO hebt, is het erg vervelend. Ze hebben zelfs op het punt gestaan om me van school te verwijderen omdat ik niet met mensen om kon gaan. Maar als er dan weer zo'n functioneringsgesprek was geweest, kon ik mezelf wel verplichten om een tijdje sociaal te doen.

Maar dat gaf zo'n spanning dat ik mezelf begon te snijden. In het laatste jaar hebben ze me naar een psycholoog gestuurd. Voor het eerst moest ik praten met iemand die ik niet kende.


Na de PABO heb ik een nog een jaar een 'kop-opleiding' (speciaal onderwijs) gedaan en stage gelopen in het midden van Nederland. Dat was echt moeilijk voor mij. De mensen daar zijn zo anders dan ik gewend was; opener, ze raken je altijd aan. Na een jaar was mijn stage afgelopen en moest ik terug naar huis, maar dat wilde ik niet. Waarom niet? Er was iets wat me aantrok in de mensen daar, maar ook in de kerk waar ik heen ging. Ik besloot om open sollicitaties te schrijven en maakte met mezelf de afspraak dat als God wilde dat ik hier bleef, Hij ook zou zorgen dat ik in het speciaal onderwijs terecht kwam.


Maar ik wist ook dat banen in het speciaal onderwijs dun gezaaid zijn. Dus de kans op werk was echt klein. Een paar weken voor het einde van het schooljaar belde er iemand of ik alsjeblieft kon komen invallen op een school voor speciaal basisonderwijs. En als het zou klikken, mocht ik blijven. Na een paar weken kreeg ik te horen dat ik mocht blijven.


Vanaf dat moment ben ik na gaan denken over God en over alle 'waaroms' van mij naar Hem toe. Ik heb me 2 jaar terug ook bewust weer opnieuw laten dopen en nu meende ik het met heel mijn hart. Op mijn werk hadden we intussen agressiehantering gekregen. Hoe pak je een kind op een pijnloze manier vast als het door het lint gaat? Maar dat moet je dan op collega's oefenen. Ik dacht altijd dat ik over dat pestgedoe heen was, maar niets was minder waar. Ik heb iemand geslagen toen die me vastpakte, heb gehuild, geschreeuwd dat ze het niet mochten doen.


Toen is het met mij heel snel bergafwaarts gegaan. Ik kon mijn werk niet meer doen want alle pijn, verdriet en angst was weer naar boven gekomen. Kinderen mochten niet meer achter me komen, collega's moesten echt hoorbaar aan komen lopen, want anders schrok ik me wild.

Mijn werk in de kerk was niet meer te doen, ik kon niet naar de kleine groep, ik was bang als ik naar de winkel moest.

Mijn stem werkte niet meer en uiteindelijk ben ik naar de dokter gegaan. De conclusie was dat ik depressief was.


Dat was voor mij echt het sein dat ik iets aan mezelf moest gaan doen. Maar wat?

Uiteindelijk deed iemand me het idee van Celebrate Recovery aan de hand. Dus ik stuurde een mailtje, eigenlijk in de hoop dat ik niet meer mee kon doen omdat de groep vol was of zo. Want ik vond het wel eng om in een groep iets over mezelf te vertellen. Maar er kwam een mailtje dat ik mee mocht doen.


Het begin was vrij simpel, dat kon ik rationeel heel goed behappen. Maar toen kwam al snel het gevoel aan bod: wat denk je en waarom? Wat is de rol van God in je denken, waar ben je boos over? Wat ik heel erg vond, was dat we uiteindelijk maar met zijn tweeën in een groepje overbleven en ik dus dubbel zo hard moest werken. Ik vond Celebrate Recovery echt zwaar. En om te vergeten dat het zo zwaar was, sneed ik mezelf nog steeds.


Totdat we met de kerk op kamp gingen. De gespreksgroep die ik daar had was zo open en eerlijk naar elkaar toe dat ik ook gewoon persoonlijke dingen kon vertellen. Zo kwam de vraag aan de orde waar we het meest mee bezig waren...... Op dat moment had ik heel veel last van het snijden. We hebben ervoor gebeden en de volgende ochtend had ik voor het eerst niet de neiging om mezelf te snijden. Ik was God zo dankbaar! Ik wilde het wel aan iedereen vertellen!


Toen kwam het moment dat we weer naar Celebrate Recovery moesten en wat was ik zenuwachtig.

We hadden elkaar zo lang niet gezien! En het werd steeds moeilijker om te gaan, want de vragen werden steeds persoonlijker.

Ik ben een poos echt elke keer ziek geweest als ik naar CR moest: overgeven, koorts, trillen. Als ik er uiteindelijk toch was, was het om ongeveer 9 uur 's avonds weer over. Je kon echt de klok erop gelijk zetten. Toen ik op een keer zo ziek was dat ik flauwviel, ben ik na gaan denken. Ik kwam erachter dat ik vergat om aan God te vragen of Hij me wilde helpen elke keer als ik naar CR ging. Vanaf dat moment was het over. De spanning was er nog steeds, maar ik werd niet ziek.


Ik heb ontdekt dat God er vroeger ook al was en dat Hij echt voor me gezorgd heeft. Al die keren dat ik bijna gesmoord werd, kwam er wel weer iemand langs waardoor het niet gebeurde. Al die keren dat ik geslagen werd, kwam er iemand langs waardoor het niet erger werd. En al die keren dat ik zelfmoord wilde plegen, konden de mensen in de auto het stuur steeds omgooien of was mijn timing slecht.


De laatste weken begin ik ook te merken dat ik het niet meer heel erg vind als mensen me aanraken.

Maar ook dat ik mensen gemakkelijker durf te vertrouwen, dat ik niet meer bang ben dat ze me iets aan willen doen. Ik ben er nog niet; soms heb ik echt nog de neiging om mezelf te snijden (en heel soms gaat het ook mis). Maar ik kan mezelf beter beheersen en weet dat ik het van God moet verwachten.


Het klinkt nu alsof ik overal alleen achter ben gekomen, maar er zijn zoveel mensen voor nodig geweest voordat ik inzag dat ik gewoon God moest leren vertrouwen, moest gaan bidden, en moest aanvaarden dat Hij echt van me houdt. Al die tijd dat ik niet bad, hebben zij voor mij gebeden. Hoewel ik dat eerst als een zwakte, een falen van mijn kant zag, besef ik nu wel dat ze me gedragen hebben door gebed. Dat je mag vragen of mensen voor je willen bidden als het je zelf niet meer lukt.


Ik heb heel vaak de neiging gehad te stoppen met CR omdat bepaalde onderwerpen oude gevoelens van pijn weer opriepen (die ik het liefst wilde vergeten). En toch..... ik heb ooit een tekst gelezen dat God je geen situaties geeft die te zwaar voor je zijn. Daar heb ik me aan vast proberen te houden en dat gaat ook bij vlagen goed en minder goed.


Celebrate Recovery heeft ervoor gezorgd dat ik stap voor stap ben gaan werken aan mijn problemen.

Ook heb ik daardoor een veel duidelijker zicht gekregen op het feit dat ik het niet zelf moet proberen, maar dagelijks moet vertrouwen op God. Ik ben niet in een keer van alle problemen af, maar ik kan en durf weer te genieten van de kinderen in mijn klas. Ik durf echt te geloven dat ik er mag zijn. Ik vertrouw Hem nu echt en ik weet zeker dat ook het snijden op den duur over zal zijn. Weet je, Celebrate Recovery doe je niet even, zomaar. Het vraagt veel energie, maar wat ik terug heb gekregen is echt alle inspanning waard geweest.


Aan God zijn alle eer.

Hersteld van faalangst, afwijzing en worstelen met alcohol en porno

Een dik jaar geleden zag mijn leven er heel anders uit dan nu. Toen zat mijn hoofd nog vol met lawaai, onrust, rotzooi, drank en verwarring. Jarenlang was er die schaamte die ik verzweeg; het werd een geheim. Er kwam een deur voor mijn hart en satan had de sleutel. Ik was gebonden. Gebonden aan schaamte, onzekerheid, afwijzing. Ik werd geknecht door het kijken naar porno en overmatig drankgebruik. Maar op een zondagmorgen in augustus vroeg ik God om hulp en gaf Hij mij kracht om mijn geheim te vertellen.


Ik ben in 1970 geboren. Mijn ouders lieten mij dopen. De bijbel was voor hen een duidelijk richtsnoer. Mijn jeugd was goed, mijn ouders waren gek op mij. Ik was de eerste van 4 kinderen. Ik trok veel op met mijn vader en zo ontwikkelde zich mijn gevoel voor techniek. Vele zaterdagen hielp ik mijn vader in huis, in de tuin en in de garage. Timmeren, repareren, lassen, olie verversen, aanleggen van gas, water en elektriciteit, klussen. Geen klus die we niet samen aan konden.


Ik was verlegen. Ik werd niet gepest, maar ik weet nog wel momenten te herinneren dat ik werd uitgelachen. Het had geen duidelijke oorzaak, maar langzaam groeide schaamte en verlegenheid. Ik kon goed opschieten met een groep jongens. We maakten samen veel lol, maar met meiden kletsen deed ik niet.


Mijn tijd op de mavo was onbezorgd. Thuis was het ook goed. Een echte prater was ik niet, zeker niet als het over seksualiteit ging. De satan heeft toen al een bolwerk in mijn denken gemaakt. Seksualiteit ging gepaard met schaamte. Dat is intiem, daar praat je niet over. Het was geen gespreksonderwerp aan tafel.


Toen ik 13 of 14 jaar was werd ik voor het eerst geconfronteerd met een seksboekje. Spanning, een instinctgevoel werd er losgemaakt, maar er rinkelde ook een bel. Als christelijk opgevoede jongen wist ik dat dit niet mocht! Verboden! Toen al is er dat onmogelijke in mijn verstand gekomen. Wel de gevoelens als man hebben, maar tegelijkertijd het bord 'Verboden toegang' zien. Ik waagde het niet om erover te praten.


Als 16-jarige ging ik naar de MTS - hoe kon het ook anders.. Techniek was echt mijn van God gekregen talent. Op de MTS zaten 300 jongens en 5 meiden. Vakken als werktuigbouwkunde, gereedschapstechniek, en besturingstechniek waren dagelijkse kost. Over gevoelens, sociale vaardigheden of emoties werd niks geleerd. Toch werd ik mij langzamerhand wel bewust van het vrouwelijke. Het trok mij zeker aan! Zo heeft God ons geschapen. Maar zonder Gods Geest en zijn Woord wordt het een rommel. Liefde, lust, begeerte, het ligt zo dicht bij elkaar. Vanaf die tijd bekeek ik af en toe een Panorama, Aktueel en Playboy. De wereld van de seks was in mijn leven gekomen.


Dat was ik, 18 jaar en nog midden in mijn pubertijd. Lol maken met mijn vrienden, een doener, geen prater, verlegen en me niet bewust van emoties. Ik kon nauwelijks omgaan met meiden en seksualiteit werd opgesloten in een kamer in mijn hart.

En zo ineens kwam er een vrouw in mijn leven. Het was kerst 1988 en plotseling had ik verkering. Wow, ik had een vriendin! Maar was ik mezelf? Kende ik mezelf wel?


Elke week ging ik met mijn ouders mee naar de kerk. Dat is nooit een strijd geweest. Ook de catechisatie en jongensvereniging stond vast op mijn agenda. Voor de vereniging moest je voorstudie maken, wat bijbellezen en de catechismuszondagen uit je hoofd leren. Ik deed examen in de kerkenraadkamer en samen met 25 anderen stond ik een week later voor in de kerk mijn geloof te belijden. Het catechismusboek verdween daarna van de plank om ruimte te maken voor de nieuwste Cd's.


Ik heb nooit getwijfeld aan God. God is almachtig! Ik maakte samenvattingen van de preek, ik bad. Ik wist hoe het geloof in elkaar zat. Jezus was voor mijn zonden gestorven, daar geloofde ik in. Dat wist ik en ik ging ook aan het avondmaal.

Het avondmaal. Ja, als er iets was in mijn leven dat mij bewust maakte van God was dat wel het avondmaal. Sinds mijn belijdenis was er altijd dat zinnetje in het formulier dat keihard aan kwam.

'Wij vermanen daarom allen die in schandelijke zonden leven zich van het avondmaal te onthouden en wij verkondigen hun dat zij geen deel aan het rijk van Christus hebben.'

Wij noemen de volgende zondaars..' en dan stond daar altijd: 'Allen die getrouwd of ongetrouwd hun lichaam niet rein bewaren.'

Dat was ik, ik kon niet aan het avondmaal en toch zat ik er. Huichelaar dat je bent!

Maar een zin verder stond er geschreven: 'God neemt ons in genade aan en keurt ons waardig om aan deze hemelse spijs en drank deel te hebben. Elke keer was dat heftig.


In 1993 trouwden wij. We hebben 2 dochters die intussen 14 en 11 jaar oud zijn. Mijn vrouw is een hele andere persoonlijkheid, het tegenovergestelde van mij. Open, hartelijk, aantrekkelijk, aanwezig. Duidelijk én emotioneel. Mijn vrouw! Ik was trots op haar. Ik zette mij in. Als praktische jongen, rustig, niet van slag te krijgen, stabiel. Ik volgde haar. Ze vormde mij. Ik zette mij in voor haar, voor mijn gezin, voor werk en kerk. Maar wat had zij nodig? Was het goed wat ik deed?


Geestelijk stond ik stil en mijn belangstelling ging uit naar mijn werk, hobby, sport en gezin. Ik leefde met mijzelf op de troon en satan zorgde er wel voor dat de Bijbel dicht bleef. Praten over mijn gevoel, nee, dat was iets onbekends. Ik kon dat niet pakken, dat boek stond niet in mijn boekenkast.


We hebben vaak op de bank gezeten en dan wilde mijn vrouw praten. En veel mannen zullen het herkennen. Blokkade, de deur gaat dicht. Ik voelde van alles, kreeg het zweet onder mijn oksels en op mijn voorhoofd, maar alles wat er uit kwam was 'ja' en 'nee'.

Ik voelde me machteloos. Praktisch en technisch kon ik zoveel, de meiden waren gek op mij, ik was succesvol in mijn werk, maar emotioneel en geestelijk gezien was ik een loser. Diep in mij wilde ik zo graag zo veel vertellen: de eenvoudige dingen, de mooie dingen, hoeveel ik van haar hield. Maar hoe? Alles wat ik goed kon, was niet het juiste voor haar.


Een gesprek over seksualiteit was er dus ook niet, laat staan dat ik iets kon delen over mijn schaamte. Als het gesprek die kant op ging kromden mijn tenen en hield ik mij afwezig. Ik kon er niet over praten. Ik durfde niet. Daarbij kwam dat mijn vrouw een afkeer had van porno; ze walgde ervan. Hoe kon ik dan ooit vertellen dat het mij bezighield?


In 1995 kreeg ik een baan als vertegenwoordiger. Zo opa, zo vader, zo zoon. Een auto van de zaak, telefoon, onkostenvergoeding, het zat er allemaal bij. We kochten onze eerste PC, met internet. En zo kwam de wereld van pornografie in mijn kantoortje thuis. Het was een fantasiewereld. Zo 'verboden toegang' als maar mogelijk is. Het was voor mij als man totaal oncontroleerbaar. Ik wilde het absoluut niet, maar het is net een knop die omgezet wordt. Ik dacht het in mijn dagelijkse leven wel te kunnen verbloemen.


Hoe ik mijn best ook deed, het lukte niet echt. Ik kwam steeds vaster te zitten. Ik zette er goede dingen tegenover. Ik wilde aan God laten zien dat ik ook goede dingen deed. Ik deed mijn best voor mijn gezin, en streefde er iedere maand naar het beter te doen op mijn werk. Ik wilde de beste zijn op de sportclub, werken aan mijn conditie, meer wedstrijden winnen. Ik zette mij praktisch in voor de kerk als hulpkoster, diaken, liturgiecommissielid.. De vriendschappen die ik had, waren oppervlakkig.


Ik wilde meer bijbellezen. Vaak heeft mijn vrouw dat van mij gevraagd. Ik moest de leiding hierin nemen; zij verwachtte dit van mij. En alsof dat nog niet voldoende was, las ik het tijdschrift National Geographic, met alle verhalen over milieuverontreiniging, het uitsterven van dieren, hongersnoden en oorlogen en het opraken van de olievoorraden. Het leven viel me zwaar.


Vijf jaar geleden bracht satan de 'palenka' op mijn pad. Dat is een eigen gestookte sterke drank uit Roemenië. Na 1 à 2 borrels was het leven makkelijker. Het werd een lichte roes die een gevoel gaf alles onder controle te hebben. En al snel had de drank mij in zijn greep, al dacht ik zelf van niet.

En zo leefde ik, gebonden, vast in het leven dat met een rotgang doorging. Wie was ik?


De Bijbel was voor mij een dik boek. Ik wist niet waar ik moest beginnen en na elk begin in een boek begon ik na twee of drie hoofdstukken weer aan een volgend boek. Ik snapte er niks van. Zeker die brieven van Paulus niet, over de oude en nieuwe mens en het 'in Jezus zijn'.


Mijn vrouw voelde dat er iets niet was tussen ons. Mijn hart was van steen. Er zat een zware zwarte dichte deur voor mijn hart. Af en toe glipte er een emotie tussen de kieren door, liepen mijn ogen vol. Bij een romantische film, muziek, of die momenten dat ik een intense liefde voelde voor mijn dochters of vrouw. Ik wilde me wel uitdrukken, maar ik wist niet hoe.


Mijn leven zat vast; ik had een redder nodig.


Vijf jaar geleden begon God mij naar zich toe te trekken. Ik werd gevraagd om mee te helpen als hulpkoster bij de organisatie van een conferentie. Het was een weekend met bijzondere gebeurtenissen. Toen was er ook dat moment dat de voorganger vroeg om naar voren te komen voor gebed. Mensen die een deur voor hun hart voelden werden uitgenodigd. Dat was ik! Maar ik durfde niet.


Drie jaar geleden kreeg ik een Cd van Matthijn Buwalda, 'Storm voor de Stilte' genaamd. Die heb ik grijs gedraaid in de auto. Keihard soms. Wat heb ik vaak meegezongen, meegeschreeuw, meegebeden en ook meegehuild.


Mijn vrouw had ook zo haar leven. Ze hield van me, zei ze. Maar de laatste periode vertelde ze steeds meer voelde dat we als broer en zus in een huis leefden, in plaats van als man en vrouw. En in plaats van dat het me wakker schudde, kroop ik nog meer in mijn schulp.

'Je bent waardeloos, je kunt niet voldoen aan de wensen van je vrouw'. Ik werd afgewezen.


Ik trok mij terug naar binnen, terwijl zij zich juist naar buiten toe openstelde. Ook zij wou zo graag anders, maar hoe? Zoals ik mij meer en meer toesloot, zo zette zij zich meer en meer open. Ook zij deed keihard haar best om meer van mij te krijgen, meer uit mij te krijgen. Totdat er die ene man op haar pad kwam en het kwaad geschiedde. De vlam was aangestoken. De echte liefde voor mij was al lang weg.


Toen was er die nacht in augustus vorig jaar. Ik raakte ook de laatste zekerheid kwijt. Die ene zekerheid in mijn leven die ik nog dacht te hebben, de liefde van mijn vrouw. Ze had een andere man lief gekregen. Mijn wereld stortte in. 's Nachts, na een zeer verwarrende dag, hebben we samen voor het laatst gebeden: 'Heer, helpt U ons, leg uw hand op onze schouders'.

Toen ineens was het daar. De kamer van mijn geheim werd opengedaan. Opeens besefte ik wat ik haar moest vertellen. 'Lia, ik ben niet eerlijk geweest naar jou toe. Ik ben verslaafd aan porno en seks via internet.' Het floepte er zo ineens uit.

Zij schrok hevig en was erg boos. En ze ging weg om niet meer terug te komen. Ik heb tot op heden nauwelijks met haar kunnen praten. Na een lange tijd van onderhandelingen zijn wij sinds kort officieel gescheiden en woont zij nu samen met een andere man. En toch hou ik van haar.


Er gebeurde nog iets anders die nacht, iets groters in de geestelijke wereld. Ik beleed mijn zonde en God genas mij toen. Op dat ene moment bevrijdde God mij van mijn verslavingen. Alle rotzooi werd uit mijn hart genomen, ik werd schoon gespoeld, met een waterstraal zoals uit een brandslang. Zo'n dikke, harde straal van puur schoon water. Ik kreeg Jezus in mijn hart. Liefde, warmte, bevrijding. Weg was de schaamte. De deur voor mijn hart werd met donder en geweld weggebroken.


Diezelfde nacht werd de Bijbel een open boek voor mij en een nacht later kon ik niet anders dan mijn knieën buigen voor God en mijn hart uitstorten bij Hem. Alle emoties kwamen eruit.


Half september vorig jaar stapte ik op de woensdagavond binnen bij een Celebrate Recovery-avond. Mijn hart bonkte, maar langzaam kwam ik tot rust. Ik begon met de deelnemersboekjes, maar voordat ik de antwoorden van les 1 en 2 kon formuleren waren we al 3 maanden verder. Mijn denken was een puinhoop. Dat moest vernieuwd worden.


Het onderwijs, de deelgroepen en de 8 stappen van H.E.R.S.T.E.L.D. doorliep ik. Ik kom ook tot het besef dat mijn verslaving niet het kernprobleem was. Faalangst en afwijzing waren de echte bolwerken. Die mocht ik toen aanpakken door mijn identiteit in Jezus te zoeken! In die autoriteit ben ik gaan staan. Ik merk nu dat ik geestelijk groei. Ik leer Jezus nu meer en meer kennen. Ik besef dat Hij voor mij is gestorven. Voor mij persoonlijk! En dan kun je niet anders, wil je niet anders dan leven voor Hem.

Het jaar van Celebrate Recovery was onvergetelijk.... Ik mag ook meer en meer ontdekken wat Gods plan is voor mijn leven. Ik krijg ervaring met de leiding van de Heilige Geest in mijn leven en ben volop aan het ontdekken.

Ik besef ook het geschenk van 2 dochters, mijn dochters, onze dochters. Ook dat kan ik nog nauwelijks bevatten. Wat ben ik trots op ze, wat hou ik van ze! En daarom hou ik ook nog steeds van hun moeder. Want dat is de waarheid. Liefde geven is een keuze, tegen beter weten in. Vergeving vragen zijn stappen. Vergeving schenken voelt als 'niet eerlijk', maar het maakt me vrij. En dat is gaaf! We zijn geboren om vrij te zijn!


Ik ben hersteld. Mijn verslaving is geheel verbleekt. Ik ben hersteld en nu mag ik dienen vanuit ervaring.


Hoe het zit tussen mij en mijn ex-vrouw? God kent mijn hart en dat hart staat open voor haar. Ik hou nog steeds van haar. Hoe het verder moet en hoe het zal gaan? Ik leef bij de dag, en vertrouw ook hierin op God.


Bart

Hersteld van een negatief zelfbeeld

...maar zonder geloof is het onmogelijk Hem welgevallig te zijn. Want wie tot God komt moet geloven, dat Hij bestaat en een beloner is voor wie Hem zoeken. (Hebreeën 11:6)


Ik ben een christen die herstellende is van schuld- en schaamtegevoelens en een negatief zelfbeeld.


Eigenlijk worstelde ik mijn leven lang al met schuld- en schaamtegevoelens. Ik ben als kind opgevoed met het beeld van God als strenge rechter, die alles van mij zag en wist. Hoewel ik erg mijn best deed, was ik me al vroeg bewust van het feit dat ik fouten maakte. Ik voelde me vaak slecht.

Mijn overlevingsstrategie werd onder andere bevestiging zoeken bij mensen. Als ik die bevestiging niet kreeg, werd ik onzeker, angstig en ging ik uiteindelijk mensen uit de weg.


Op mijn 25e ben ik in psychotherapie gegaan. Veel gevoelens kwamen naar boven en ik kreeg inzicht in hoe ik had gefunctioneerd in het gezin waarin ik opgegroeid was. Toch haalde dat mijn negatieve zelfbeeld niet weg.


Na een aantal stukgelopen relaties ontmoette ik in de zomer van 1995 een man. We gingen samenwonen en ik raakte zwanger. Al snel kwam de relatie in een crisis terecht en ik heb hem toen verlaten. In 1996 is mijn zoon geboren. Zijn geboorte maakte dat ik zeker wist dat God bestaat. Daarna ben ik, na een Opwekkingsweekend meegemaakt te hebben, op zoek gegaan naar een kerk waarin ik me thuis voelde. Dat is deze kerk geworden. Hier heb ik ook 'ja' gezegd op de uitnodiging Jezus toe te laten in mijn leven. In 1998 heb ik mij laten dopen.


Zomer 2007 zag ik de kaalslag in mijn leven. In 2000 was ik getrouwd met de vader van mijn zoon, maar het huwelijk liep stuk. Ondanks het feit dat ik 10 jaar christen was en probeerde te leven zoals God het bedoeld had, bleef ik worstelen met minderwaardigheidsgevoelens, schaamte- en schuldgevoelens en was ik in de loop der jaren steeds meer alcohol gaan gebruiken. Verder vond ik dat de boosheid en het verdriet over de scheiding maar over moesten zijn. Maar ik werd er toch iedere keer weer mee geconfronteerd. Ik was moegestreden.


Ik klampte me in die zomer vast aan de tekst die in Jesaja 54:10 staat: Bergen zullen wijken, heuvels wankelen, maar onwrikbaar is Mijn liefde voor jou, onwankelbaar mijn belofte van vrede en vriendschap. De Heer heeft gesproken. Hij die met jou is begaan.


En dat was waar ik naar verlangde: vrede in mijn hart en Jezus als vriend leren kennen. Ik besloot deel te gaan nemen aan Celebrate Recovery. En dat is de eerste stap geworden op de weg van herstel. Ik moest erkennen dat ik niet in staat was om mijn pijn, psychische wonden en problemen onder controle te krijgen.


Door mijn problemen en gevoelens te delen met anderen en geen afwijzing of veroordeling te ervaren, durfde ik eerlijker naar mijzelf te kijken. Ook hoorde ik verhalen van anderen die ervan getuigden hoe God herstel in hun leven had gebracht. De rode draad in ieders verhaal was steeds dat zij hun problemen en hun gevoelens bij Jezus, bij het kruis hadden gebracht.


Ik moest erkennen dat alleen God in staat is herstel te geven. Zo heb ik onder andere aan de hand met hulp van mijn coach mijn pijn, maar ook mijn boosheid en wrok en machteloosheid bij Jezus gebracht. En gedurende het 'CelebrateRecovery-jaar' ben ik steeds meer van Zijn liefde gaan ervaren. Hij veroordeelde mij niet. Ik heb mijn zonden uit het verleden, waar ik mij onder andere schuldig over voelde en waar ik me voor schaamde, beleden. Naar aanleiding van een lied (The voice of Truth, van Casting Crowns) dat mij diep raakte, ontdekte ik dat de gedachten die ik over mijzelf had niet klopten met wat de Bijbel zegt. Ik leerde Zijn Waarheid daar tegenover te stellen en gaandeweg werden mijn schuld- en schaamtegevoelens minder. Zijn liefde voor mij maakte dat ik anderen wilde vergeven, maar ook mezelf. Voorzichtig durfde ik weer vooruit te kijken in plaats van bezig te zijn met het verleden.


Het diepe besef in mijn hart dat Jezus van mij houdt en dat ik er mag zijn, heeft mij minder afhankelijk gemaakt van de bevestiging van mensen. Hij heeft het verlangen in mijn hart gelegd om steeds weer met alles bij hem te komen. Mijn angst om nieuwe mensen te ontmoeten is minder geworden. Het is niet Zijn bedoeling dat ik me terugtrek, maar ik mag gaan ervaren dat leven in verbondenheid met Hem en anderen vreugde geeft in plaats van angst.


Sinds kort heb ik een nieuwe baan. Die stap had ik een jaar geleden niet durven zetten. Maar nu wel in de wetenschap dat Hij voor mij is!

Ook zou ik graag een bijdrage willen leveren aan het programma van Celebrate Recovery. Ik ben dankbaar dat God dat verlangen in mijn hart gelegd heeft en de angst om nieuwe stappen te zetten kleiner heeft gemaakt.


God is trouw. God komt Zijn beloften na. Ik wil graag afsluiten met een belofte van God:

Want Hij heeft gezegd: Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten. Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen: wat zou een mens mij doen? (Hebreeën 13:5)

Hersteld van wrok, haat en onzekerheid vanwege echtscheiding

Ik ben Nelly, 55 jaar, gescheiden moeder van 4 kinderen en oma van 4 kleinkinderen.

Ik ben een christen die hersteld is van wrok, haat en onzekerheid over het feit dat ik mijn huwelijk moest laten ontbinden. Daarnaast heb ik met Gods hulp een seksuele relatie kunnen verbreken.


Ik ben in een groot gezin opgegroeid. Ik was 1 van de 12. Mijn vader was arbeider en we hadden het niet breed thuis. Maar hij was altijd bezig voor ons en we hadden altijd te eten, kleding en een goed dak boven ons hoofd. Dankzij mijn moeder liep het huishouden geweldig. Zij was er altijd voor ons. Kortom, ik had een veilig thuis met godvrezende ouders. Zij leefden met God. Dat kreeg ik mee van hen en ik wilde zelf ook graag zo leven. Zij beseften echt dat ze hun kinderen van God gekregen

hadden. Mijn ouders hielden veel van elkaar en van ons.


Op 16-jarige leeftijd ging ik op kamers, omdat ik in de verzorging ging werken. Daar leerde ik Jan kennen. In die tijd was ik erg onzeker. Ik had nog net geen minderwaardigheidscomplex, maar ik had absoluut niet veel eigenwaarde.

Ik keek erg tegen mijn zussen op. Die konden beter leren dan ik en hadden in mijn ogen vrienden en mannen die meer aanzien genoten dan Jan en ik. Dat gevoel en idee had ik.


Toen we na 4,5 jaar verkering trouwden dacht ik dat de dingen waar we nog niet zo goed in waren, bijvoorbeeld samen alles met God doen, ons volledig aan Hem toevertrouwen, ons samen ontwikkelen, wel zouden komen als we eenmaal samen waren.Als we geen verantwoording meer aan onze ouders af hoeven te leggen en zelf keuzes kunnen maken, dan zal het wel goed komen, was mijn naïeve gedachte.

Nou, dat lukte maar ten dele. We hebben goede jaren gehad, kregen 2 prachtige dochters en Jan had altijd werk.


Jan was alleen niet zo sociaal voelend. Als er vergaderingen waren van bijvoorbeeld kerk of school, ging ik daarheen. Hij had de hele dag gewerkt en hoefde niet zo nodig ook nog 's avonds ergens heen. Daarentegen vond ik het heerlijk om naast de zorg voor hem en de kinderen en het huishouden me nog te verdiepen in andere dingen. Ik bleef me ontwikkelen en stond wat die dingen betreft midden in het leven en het kerkelijke leven. Vele jaren leidde ik de kinderevangelisatie en kinderclub en zat ik op een vrouwenvereniging.


Toen werd Jan ernstig ziek. God was heel dicht bij ons, en heeft hem genezing geschonken. Toch kwam mijn man niet ongeschonden uit de operaties. Hij hield er lichamelijke beperkingen aan over, maar ook psychische problemen. Kortom, hij had heel veel moeite om als vader (we kregen na zijn ziekte nog 2 kinderen) en als echtgenoot te functioneren. Voor hem gold eigenlijk alleen maar 'hoe overleef ik en hoe leef ik'.


Na veel jaren met veel strijd, moeite, verdriet en pijn besloot ik om met de jongste kinderen - de oudste kinderen waren al heel jong op zichzelf gaan wonen - te verhuizen en zo Jan de gelegenheid te geven na te denken over ons huwelijk en hoe het verder moest, en om mij daarna weer terug te vragen. Dit is niet gelukt en we zijn na 3 jaar officieel gescheiden. De kinderen hadden kort daarna geen contact meer met hun vader.


Hoe was mijn verhouding met God in die tijd? Hij was er, altijd en dichtbij. Door kleine dingen, door mensen om me heen, door familie en vrienden merkte ik dat Hij er was.


Maar ook de satan was er. Hij gaf me vooral in gedachten dat ik toch wel heel goed mijn best gedaan had. Dat ik nu wel erg eenzaam was. Dat er ook mensen waren die heel goed voor me waren, en dat ik best voor mezelf op mocht komen. Mijn eigendunk was niet zo goed en ik was best onzeker.


In deze tijd kwam er een man in mijn leven waar ik een seksuele verhouding mee kreeg. Satan bracht me op de gedachte dat het logisch was dat ik ernaar verlangde om mijn pijn en moeite met een ander te delen. En in zwakke momenten gaf ik daaraan toe. Satan fluisterde mij altijd in dat het best menselijk is om gehoor te geven aan lichamelijke verlangens.

Hierbij geef ik niet anderen de schuld, maar de schuld lag bij mijzelf. Ik gaf gehoor aan satan. En het net sloot zich steeds meer om me heen.


Ik hoefde niet eens veel te liegen. Als ik maar niet alles vertelde, dan wisten anderen er ook niets van. Ik merkte dat ik vaak halve waarheden vertelde, dus de leugen. Ik schaamde me vooral erg voor wat ik fout deed en had niet de moed en kracht het te veranderen.

Ik stopte de relatie, maar bleef er in mijn hoofd wel mee doorgaan. Ik kon er geen radicale punt achter zetten. Elke keer als ik het voor God beleed, vergaf Hij mij. Maar ik kon mezelf niet vergeven en zo hield satan mij steeds in zijn macht.


Ik besefte dat ik radicaal moest kiezen voor God. Die keuze maakte ik en ik heb me vervolgens laten dopen om met Jezus Christus op te staan uit de dood en een nieuw leven met Hem te hebben.


Toen kwam onze predikant met de prekenserie over Celebrate Recovery. O, wat herkende ik mezelf in veel dingen. Ik verlangde na iedere dienst alweer naar de volgende dienst.


Hoogmoed bekennen. Ja dat deed ik, machteloos om mijn pijn en problemen zelf onder controle te krijgen. Ik ben God niet, en de satan werkt me zo tegen. Het leven door God te laten sturen, dat wilde ik.


Erkennen van Gods bestaan.
Dat heb ik altijd gedaan, maar ik begon mezelf ook als belangrijk te zien door Zijn ogen.


Radicaal kiezen voor God.
Ja ik wilde mij helemaal aan Hem geven, Hem mijn leven te laten leven.


Schuldbelijdenis van fouten.
Ik kende mijn fouten en had ze aan mezelf wel beleden, ik had ze God ook beleden. Maar na deze preek wist ik dat ik die zonden nu echt helemaal weg moest doen.

Ik ben na de dienst naar de nazorg gegaan. Ik heb daar mijn zonden beleden en ook echt benoemd. We hebben satan weggestuurd. Satan had en heeft geen recht op mij. Daarbij werd gelezen Jakobus 4:7: Onderwerp u dus aan God, en verzet u tegen de duivel, dan zal die van u wegvluchten.

Ik kreeg opeens door dat ik niet alleen mijzelf, maar ook een ander gezin in de macht van satan gebracht had. Mijn daden hadden veel meer gevolgen.

Ik ben naar huis gegaan en heb mijn kinderen ook beleden wat er fout was in mijn leven. Een geweldige opluchting en vrede kwamen in mijn hart. Ook mijn kinderen veroordeelden me niet en we konden elkaar recht in de ogen kijken.

Er waren vaak dingen die ik niet durfde zeggen tegen de kinderen. Wie was ik dat hen durfde vermanen en bestraffen. Ik had toch zelf boter op mijn hoofd. Ik heb daardoor veel kansen gemist.

In de afgelopen jaren kwamen er steeds weer dingen bij me in gedachten waar ik mee aan de slag gegaan ben. Ik merkte dat God deze dingen bij mij in herinnering bracht. Dat gebeurde door gesprekken, dingen zien, foto's, verhalen enz.

Schuld belijden van fouten betekent niet altijd alleen dat je iets verkeerd gedaan hebt, maar ook dat gevolgen van bepaalde daden in mijn leven anderen moeiten en pijn hebben opgeleverd.

Zo sprak mijn oudste dochter mij aan op dingen waar ik totaal geen weet van had, maar die haar heel veel moeite gegeven hadden.


Toelaten van Gods wil.
Wat is God mij genadig geweest. Hij heeft mij de ogen geopend en mijn hart bewerkt. Hij heeft mijn denken en doen veranderd.


Evalueren van relaties.
Ik vergeef mensen die mij pijn hebben gedaan en maak dingen weer goed bij mensen die ik iets heb aangedaan, behalve als dat hen opnieuw zou schaden.

Dit is moeilijk, onvoorwaardelijk te vergeven. Dat lukte pas toen God mij echt deed inzien dat dat kan als ik ZIJN vergeving aan wil nemen.

Dit ging ook niet in één keer. Telkens was er weer iets of iemand die God in mijn gedachten binnenbracht en waar ik vergeving aan kon schenken of kon en wilde vragen.

Ook liet God me zien dat ik sommige dingen bij Hem moest laten, omdat ik anders anderen zou bezeren of kwetsen.


Zo heb ik op een avond na Celebrate Recovery waar we over vergeving vragen spraken mijn schoonmoeder een brief gestuurd. In die week was ze 90 jaar geworden. God liet me door verschillende mensen heen zien dat ik hier iets mee moest doen, dat dit nog opgeruimd moest worden. Ik heb geen antwoord terug gekregen. Ik zit er niet meer over in. Dat mag ik bij God laten.


Door Celebrate Recovery heb ik geleerd de moeiten en pijn met anderen te delen. Elkaar te bemoedigen en anderen te steunen. Het open te breken. Want satan wil dat we het in het duister laten, zodat hij grip heeft op ons.


Het laatste jaar is er veel in ons gezin gebeurd. Mijn oudste dochter is al een poos ziek, maar in haar ziekteperiode heeft ze God teruggevonden. En wonder boven wonder is haar man ook op zoek gegaan. Ze zijn samen op zoektocht om God beter te leren kennen en hebben Hem gevonden. Ze zijn kortgeleden tot bewust geloof gekomen en zoeken Gods weg voor hun verdere leven. De andere drie kinderen hebben een levende relatie met God.


Een ander voorbeeld van wat er in ons gezin gebeurde, is wat er gebeurde toen mijn zoon ging trouwen. Hij heeft een gesprek met zijn vader gehad, na jaren van stilte. Hij heeft zijn vader vergeven en hem ook uitgenodigd voor de kerkdienst. Jullie begrijpen dat er toen heel wat afgepraat werd binnen het gezin. Gelukkig konden we elkaar de emoties laten zien en met elkaar meevoelen. De kinderen hebben nu af en toe een gesprekje met hun vader of een groet voor hem.


Nog mooier was wat uit de vorige gebeurtenis voortkwam. Ik heb mijn ex-man ook zelf vergeving geschonken, in een brief. En ik heb een briefje terug gehad.

Ja, ik heb hem zelfs aangesproken in het dorp. Dat ging zomaar, zonder wrok of verkeerde gevoelens. Dit had ik in het verleden weleens vaker geprobeerd, maar er zat dan altijd een 'ja maar....' bij.


Leven vanuit Gods kracht. Ik ervaar het elke dag. Het heeft mij zo'n rustig gevoel gegeven. Ik heb een relatie met God. Hij is er altijd. En het mag open en eerlijk. Ik hoef deze relatie niet weg te stoppen, niet stiekem.


Dienen vanuit ervaring.
Ik ben herstellende, nog niet volledig hersteld .Maar wel hersteld tot bruikbaarheid.


Ik worstel af en toe nog wel met schuldgevoel, omdat ik mijn huwelijk niet in stand kon houden. Omdat ik daardoor de belofte die ik voor God deed niet kon houden. De gevolgen zijn zichtbaar, ook in het gezin. De kinderen zijn opgevoed door één ouder, terwijl er wel twee ouders zijn.

Maar God is hun Vader. Gelukkig hebben ze Zijn uitgestoken hand gepakt.


Wat heb ik veel energie en tijd verkeerd gebruikt, o.a. door de verkeerde relatie die ik jarenlang had. Geweldig dat God mij steeds vastgehouden heeft. Ik had het niet verdiend. Het is pure genade die Hij mij schenkt. Meer heb ik niet nodig. De tekst die me zo aanspreekt en die mijn vader ons altijd voorhield is: "Je hebt niet meer nodig dan Mijn genade " (2 Korintiërs 12:9)

Nu mag ik weten dat God mij vergeven heeft. Hij wilde mijn redder zijn. Mijn redding heb ik aan Hem te danken.


Celebrate Recovery... Acht bijbelse principes en twaalf stappen. Ze zijn door God gebruikt om mijn leven op orde te brengen.

Ik ervaar dat ik steeds heen en weer stap. God vraagt niet van ons dat we perfect zijn, maar dat we bereid zijn.


Degenen die me een beetje kennen weten dat Psalm 31:8 als het ware voor mij geschreven is: Ik wil juichen en mij verheugen over uw goedertierenheid, daar Gij acht hebt geslagen op mijn ellende, hebt geweten van de benauwdheden van mijn ziel.


Ik heb radicaal voor God gekozen. Tijdens dit leven zal ik steeds stappen blijven zetten, voor en achteruit, maar ik blijf bij Jezus in de buurt. Hoe het afloopt weet ik dus al. En voor het leven hier op aarde? Ik laat me graag door Hem verrassen.


Nelly

Hersteld van geslotenheid en blokkade

Hallo, hier sta ik dan en mag ik getuigen van Gods werk in mijn leven. Uit mezelf zou ik dit getuigenis niet kunnen geven, het is echt Gods werk. Het is nu ongeveer 2,5 jaar geleden dat ik ben toegetreden tot de gemeente waar ik nu in zit. Die keuze was ook niet vanzelfsprekend. Ik was namelijk bang voor al de mensen die ik op zondag in de zaal zag zitten. Angst voor afwijzing hield mij van de zaken vandaan die dichtbij mijn hart liggen. Jezus aanvaarden, Gods liefde aanvaarden, dat is een zaak van het hart.


Van de buitenkant bekeken was en is mijn leven voor mij al die tijd niet verkeerd geweest. Ik ben opgegroeid als jongste in een christelijk gezin met een liefdevolle moeder en vader met een succesvolle eigen onderneming. Ik heb alweer vele jaren een leuke baan op een middelgroot accountantskantoor dat ook mijn opleiding betaalde. Ik ben getrouwd met een fantastische vrouw en kon een huis kopen oftewel: het leven lachte me toe. Althans, zo leek het aan de buitenkant....




Maar, u voelde het waarschijnlijk al aankomen, er is ook nog zoiets als een binnenkant. Zolang als ik mij kan herinneren, van jongs af aan dus, heb ik mijn gevoelens en emoties verstopt. Voor zover God mij heeft laten zien en voor zover ik mij kan herinneren, zijn hier geen zeer schokkende gebeurtenissen aan vooraf gegaan. Het leek de beste manier om het leven te leven, zonder dat anderen mij konden beschadigen.
De geslotenheid was ook bij mijn ouders en school bekend en dit werd op een gegeven moment als onderdeel van mijn persoonlijkheid bestempeld. Toen nam niemand meer het initiatief om door die geslotenheid heen te breken.



Toch kon ik bij vrienden wel delen van mijzelf laten zien, maar nooit alles. Ik hield altijd wel een deel voor iemand verborgen. Dan bleef er dus altijd een deel verborgen dat niet afgekeurd of beoordeeld kon worden.



Ik was buitenshuis bijzonder avontuurlijk en ondernam veel dingen. Natuurlijk haalde ik ook een heleboel kattenkwaad uit, maar thuis vertelde ik hier maar weinig over. Dat leek mij beter. Zo begon ik te leven met zeer diverse levensstijlen.




In mijn pubertijd kwam de seksualiteit vanzelfsprekend naar voren en daarmee ook zelfbevrediging. Satan gebruikte dit direct en wist een sterk bolwerk in mijn gedachten te vestigen. "Dit is héél slecht", dacht ik. En daaraan koppelde ik de conclusie: “Dus ik ben slecht en bij God hoef ik nu niet meer aan te komen". Dit waren de gedachten die Satan lang heeft gebruikt om mij bij het reddende werk van Jezus vandaan te houden. Later kwam hier ook pornografie bij.



In de jaren daarna heeft de levende God mijn hart geraakt en heb ik mijn leven aan Jezus overgegeven. Ik woonde inmiddels hier in de stad en kreeg zomaar af en toe een ‘geestelijk infuus’ wanneer ik bij mijn ouders op bezoek ging. Die waren inmiddels ook bekeerd en toegetreden tot een levende gemeente van Christus. Zij moedigden ons aan hetzelfde te doen. Mijn huidige vrouw (destijds nog vriendin) Paulien en ik besloten uiteindelijk om verantwoordelijkheid te nemen voor ons christelijk leven en ons aan te sluiten bij een plaatselijke gemeente.



In die tijd hadden Paulien en ik ook besloten om te gaan trouwen. Paulien was op de hoogte van het feit dat ik weleens porno zag. Ik ben God er nog altijd dankbaar voor dat zij dit eerst minder bezwaarlijk vond (of deed alsof). Hierdoor hoefde ik er ook geen geheim voor haar van te maken. Ik vond het zelf wel balen, maar er wat aan doen bleek moeilijk.

Er waren wel goede voornemens, maar daar bleef het bij. Later gaf Paulien toch aan hier niet mee te kunnen leven. Toen ontdekte ik dat het een verslaving was geworden; ik kon er niet mee stoppen....



In onze jeugdkring kwam mijn emotionele geslotenheid steeds meer naar voren. Ik kwam op het punt dat ik merkte dat ik wel meer wilde geven, maar het gewoonweg niet kon. Ik had een blokkade tussen mijn gedachten (verstand) en mijn gevoel. In mijn hoofd kende ik alles en wist ik precies hoe een christen zich hoorde te gedragen. Maar mijn gevoel was een oncontroleerbare massa waar ik niet mee overweg kon.
Ik voelde mijzelf nep, een façade, en dat was ik ook. In elk gezelschap had ik wel een andere verschijning. Er waren vele momenten dat ik wel wilde huilen, maar het toch niet kon. Ik voelde mij waardeloos en onbruikbaar voor God en een mislukking naar mijn aanstaande vrouw toe. En ik wilde zo graag betekenisvol en bruikbaar zijn in Gods Koninkrijk. Ik wilde anders zijn.




Toen ben ik binnengestapt bij Celebrate Recovery. De eerste weken leek het programma wel speciaal voor mij geschreven! Al vrij snel was ik het niet meer die tegen Satan streed en verloor, maar had Jezus het voor mij gedaan en overwonnen en ik mag delen in zijn overwinning! Het was eigenlijk een nieuwe bekering.


Maar het was vooraf al duidelijk dat de verslaving niet de wortel was van mijn probleem, maar eerder de vrucht ervan.


In de deelgroep durfde ik het al snel aan om mijzelf volledig te laten zien. Immers, ik had ook niets meer te verbergen. Ik werd er gewaardeerd en voelde mij thuis. Op deze manier bouwde God mij op om zo ook buiten de groep echt mezelf te kunnen zijn. Vanuit eerdere vormen van hulp had ik eens geprobeerd de band met mijn vader te versterken. Met behulp van het programma van CR en mijn coach ben ik hier verder aan gaan werken. Ik heb mijn vader inmiddels vergeven voor de liefde die ik heb gemist en nu proberen we het een beetje in te halen.
 


Maar God werkt natuurlijk ook op andere wijzen. Door mijn oude kringgenoten werd ik meegevraagd voor een weekend met als thema ‘God de Vader’. In dit weekend heeft God mij doordrongen van zijn liefde voor mij en mijn barrière tussen mijn verstand en mijn gevoel volledig laten verdwijnen. Hij heeft mij weer één heel persoon gemaakt!

Heeft God mij veranderd? JA! Ben ik iemand anders geworden: NEE! Ik ben nu echt mezelf: Gods geliefde kind. Amen.




R.

Hersteld van schadelijke fantasieën

In januari ben ik mee gaan doen met Celebrate Recovery. Ik verwachtte vooral kennis te maken met het programma en eens te kijken of ik ergens in kon meehelpen. Ik verwachtte totaal niet dat God ook bij mij iets zou willen herstellen.

In de loop van de tijd werd de inhoud van het programma voor mij echter steeds confronterender. De levensverhalen van de andere deelnemers maakten veel in mij los, omdat ik er zoveel van mezelf in herkende. Het waren als het ware spiegels, die steeds meer van de probleemgebieden in mijn leven aan het licht brachten.

Het Celebrate Recovery-programma bestaat uit 12 stappen. Hoe verder we kwamen met deze stappen, hoe meer ik me realiseerde dat God voor mij al een hele tijd moeilijk te bereiken was, en ik eigenlijk geen stap kon zetten. Toen we tijdens een Celebrate Recovery-bijeenkomst aan God mochten geven waar wij mee worstelden of ons schuldig over voelden, moest ik denken aan de fantasiewereld waar ik al vele jaren mee worstelde.

In die voor mij emotionele bijeenkomst heb ik aan God gevraagd of Hij mij wilde helpen omdat ik aan het vastlopen was. En dat heeft God serieus genomen.

Ik had het gevoel dat ik zaken met God moest doen. Met een flinke lijst met punten en de Celebrate Recovery-boekjes onder mijn arm heb ik 3 dagen uitgetrokken om samen met God mijn leven eens goed door te lichten. Per punt werkte ik het Celebrate Recovery-programma stap voor stap door. Terwijl ik zo het lijstje met God door worstelde, openbaarde Hij mij dat de fantasiewereld waar ik al vele jaren mee worstelde een probleem was die zeer schadelijk voor mij was. Het stond tussen Hem en mij in, en schaadde ook al mijn andere relaties.

God vroeg me hiermee te stoppen, wat ik niet zo makkelijk vond. Ik realiseerde me dat de consequentie zou zijn, dat ik bepaalde dingen nooit meer zou kunnen doen. Ik wist echter ook dat als ik niet gehoorzaamde, dit gedurende de rest van mijn leven tussen Hem en mij in zou blijven staan.

Ik begreep dat ik op een kruispunt was gekomen: "Wil ik God gedeeltelijk, of geheel, in mijn leven toelaten?" Ik heb daar gekozen om God te gaan gehoorzamen op alle terreinen van mijn leven, dus ook over mijn fantasieën.

En toen gebeurde er iets. Ik werd voor het eerst sinds lange tijd weer hoopvol, omdat ik wist dat ik dit niet zelf kon veranderen. Dat is stap 1 van Celebrate Recovery. Maar ik wist dat God het wel kon. Dat is stap 2 van het programma. Ik wilde Hem nu echt volledig gaan volgen en vertrouwen. Dat is stap 3. Toen ik met behulp van stap 4, het zelfonderzoek, inzicht kreeg in de mate waarin mijn leven was aangetast door deze zonde, begon stap 5 - het vertellen en belijden van de problemen - ook een stuk makkelijker te worden. Ik wilde immers zo snel mogelijk af van deze rottigheid, hetgeen stap 6 & 7 is, ongeacht de consequenties.

Waar sta ik nu? Sinds mijn keuze om God te gaan gehoorzamen en volgen, lukt het me heel goed om niet meer te fantaseren. Wel merk ik dat ik nog steeds veel moeite heb om te leven in het hier en nu. Mijn gedachten dwalen nog steeds snel af en het kost me af en toe nog veel moeite om dit te stoppen en bij God te brengen. Ik heb wel ontzettend veel vertrouwen in de toekomst. Ik denk dat de belangrijkste blokkades nu weg zijn. Ik kan weer praten met God! Ik merk dat Hij me kracht en inzicht geeft. Ik heb besloten, om te gaan doen wat God zegt, en te gaan staan, daar waar Hij mij wil hebben. Ongeacht de consequenties. We hebben echt een geweldige God!

Hersteld van onvermogen om te vertrouwen op God

Ik ben geboren als tweede zoon in een christelijk gezin met 5 kinderen. Ik heb 2 broers en 2 zussen. Zondags gingen we naar de kerk of de zondagsschool. Na het eten werd er altijd een stukje uit de Bijbel gelezen. Ik ben dankbaar dat mijn ouders mij dit hebben meegegeven.

Mijn opvoeding was desondanks enigszins afstandelijk en gericht op eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid. Er was weinig ruimte voor emoties of gevoelens. Dat vond ik toen heel normaal. Pas een paar jaar geleden kwam ik erachter dat gevoelens een onderdeel zijn van het menselijk leven. Dit geeft een extra dimensie aan je leven, al is het soms ook wel eens lastig.

Op mijn 18e jaar heb ik heel bewust belijdenis van mijn geloof gedaan. Als tekst kreeg ik 1 Petrus 1:13 mee: 'Doe daarom een gordel om uw middel, wees verstandig en nuchter'. Dit heb ik altijd in de praktijk gebracht. Ik beredeneerde alles wat ik deed. Alles moest nuttig zijn of een functie hebben. Ik controleerde mijn eigen leven. Tijdens Celebrate Recovery kwam ik erachter dat vers 13 nog een tweede deel heeft, namelijk: 'Vestig al uw hoop op de genade, die uw deel wordt, wanneer Jezus Christus zich zal openbaren'. Ik hoefde het niet zelf te doen, maar deed dat wel.

In 2002 zijn mijn lieve vrouw, onze dochter en ik naar Amersfoort verhuisd om voor het Leger des Heils te gaan werken als 'gezinshuisouder'. We kregen een huis van het Leger en 4 pleegkinderen om voor te zorgen. Dit was een mooie maar ook een zware tijd. In de zomer van 2007 besloten we om aan het einde van dat jaar met het gezinshuis te gaan stoppen en een sabbatsjaar te nemen om uit te rusten. Daarna zouden we wel zien wat God op ons pad zou brengen. Een paar weken later werd er in de kerk afgekondigd dat het programma Celebrate Recovery zou gaan starten. Mijn vrouw besloot al snel dat ze dit programma wilde volgen. Voor mij zou het ook goed zijn, zei ze. Ik dacht toen: Hoezo? Ik ben niet verslaafd aan alcohol of drugs. Ik heb geen problemen. Toch besloot ik om er ook naartoe te gaan. Misschien waren er wel wat dingen die tussen mij en God in stonden. Ik heb God als het ware uitgedaagd om te laten zien wat er nog zat. Die uitdaging heeft God aangenomen.

Tijdens een van de bijeenkomsten werd ik onder andere geconfronteerd met mijn vertrouwen op God. In hoeverre vertrouwde ik God? Ik kwam erachter dat ik God vertrouwde als het ging om vergeving van zonden en dat Hij het is die mijn leven leidt. Voor de rest hield ik liever zelf alles onder controle. God mocht niet verder gaan dan de ruimte die ik Hem gaf. Ik wist wel wat goed was en wat niet. Als alles maar op mijn manier gebeurde, dan ging het goed. Daardoor vond ik het bijvoorbeeld erg moeilijk om hulp te vragen. Die ander doet het op zijn manier, en die is anders dan mijn manier. Op dat moment ben ik de controle kwijt.

Op het gebied van financiën gaf ik God helemaal geen ruimte. Ik ging er vanuit dat ik dit allemaal zelf moest regelen. Als ik er de controle over had, dan zou alles wel goed komen. Ik vertrouwde God niet op dit gebied. Dit had ook gevolgen voor mijn relatie met mijn vrouw. Als we onenigheid hadden, ging het altijd over geld. Ik vond dan dat zij geld uitgaf aan zaken die in mijn ogen niet nodig of functioneel waren. Zaken die IK niet belangrijk vond, maar voor mijn vrouw wel belangrijk waren. Ik wilde alles onder controle houden. In een relatie kan dat echter niet, want je bent met z'n tweeën. Dit heeft mij heel veel gepieker en ook zorgen opgeleverd.

Tijdens Celebrate Recovery werd mij zeer duidelijk dat ik dus heel trots was en God niet vertrouwde. Op een avond heb ik dit beleden aan God en het gebied van financiën toevertrouwd aan Zijn leiding. Regelmatig moet ik deze keuze opnieuw maken, want de verleiding is erg groot om de touwtjes weer zelf in handen te nemen. Dit zorgt dan gelijk voor veel onrust in mijn hoofd.

In Matteüs 6:25-34 staat: 'Daarom zeg Ik jullie, maak je niet bezorgd over wat je zult eten of drinken om in leven te blijven, en ook niet over de kleding voor je lichaam. Is het leven niet meer dan het eten, en je lichaam niet meer dan de kleding? Kijk naar de vogels van de hemel: ze zaaien niet en maaien niet en oogsten niet, je hemelse Vader voedt ze. Zijn jullie niet veel meer dan de vogels? Wie van jullie kan met al zijn zorgen een el [dag] toevoegen aan zijn leven? ...... Jullie hemelse vader weet wel dat je dat allemaal nodig hebt. Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan krijg je dat alles erbij. Maak je dus niet bezorgd over de dag van morgen......'

Ik heb gemerkt dat God heel goed weet wat goed voor mij is. Het geeft mij ook veel rust en vrede. We zitten nu midden in een verbouwing en gaan bijna verhuizen. Veel dingen lopen anders dan verwacht, maar toch ben ik niet ongerust of bezorgd.

Thuis heb ik een beeldje in de kast staan van een vaderfiguur met aan zijn hand een kind. Die vaderfiguur is God en ik ben het kind. Ik wil aan zijn hand wandelen, de rest van mijn leven.

Hersteld van misbruik en drugsgebruik

Mijn verleden kenmerkt zich door een aaneenschakeling van narigheid. Ik ben geboren uit een verkrachting. Mijn moeder moest al meteen na mijn geboorte niets van mij hebben; ze had graag een jongetje willen hebben. Tijdens mijn vroegste jeugd heb ik mij daarom als een jongetje gedragen. Ik had stekeltjeshaar, zat op judo en voetbalde en vocht er op los. Dit alles deed ik om mijn moeder te behagen.

Vanaf mijn derde jaar kreeg ik een stiefvader. Mijn eerste herinnering aan hem is dat hij mijn moeder bewusteloos sloeg.

Op mijn twaalfde heeft hij mij het huis uigezet en kwam ik onder de kinderrechter terecht. Ik ging van tehuis naar tehuis. Op mijn veertiende ben ik door 'beste vrienden' van mijn ouders verkracht.

Dat was het moment waarop ik begon te blowen.

Toen ik zeventien jaar was en op mijzelf ging wonen, ging ik van softdrugs over op harddrugs. Ik feestte en 'beestte' er op los. Ik was letterlijk en figuurlijk van God los.

Als kind had ik wel een godsbesef. Al heel jong had ik mijn hart aan de Here Jezus toevertrouwd. Ik had over Hem horen vertellen op de christelijke school waar ik naartoe ging. Maar door de omstandigheden was ik het zicht op Hem totaal kwijtgeraakt.

Ik kwam steeds verder in de onderwereld terecht. Ik ging om met Hells Angels en stond op het punt om kilo's cocaïne te gaan dealen. Maar God greep in. Op een gegeven moment werd ik psychotisch. Ik moest opgenomen worden in een psychiatrisch ziekenhuis.

Op een gegeven moment ben ik in een kerk terechtgekomen en heb daar mijn hart aan de Heer gegeven. Toen ik het zondaarsgebed gebeden had, was ik van het ene op het andere moment niet psychotisch meer. Jezus ging mijn leven ordenen. Vanaf toen heb ik ook nooit meer harddrugs gebruikt.

Ik had ondanks alle narigheid in mijn jeugd toch een goede opleiding weten af te ronden en ging werken als secretaresse. Maar juist toen ik mijn leven steeds beter op orde begon te krijgen, kreeg ik een ongelovige vriend. Ik viel terug in het blowen en ging weer stappen. Na 3 jaar ging mijn relatie uit. Volkomen verslagen stortte ik mijn hart uit bij God. Er kwam weer orde in mijn leven doordat ik Jezus opnieuw de regie over mijn leven in handen gaf. Na een periode van betrekkelijke rust kwam het sterke verlangen naar een vriend terug. Ik ging weer stappen en de hele situatie herhaalde zich van voren af aan. Ik ging niet meer naar de kerk, blowde en leefde er op los. Nadien heeft dit patroon zich nog een keer herhaald. Totdat ik tot het besef kwam dat niet ik, maar God een partner voor mij moest zoeken.

Inmiddels was ik door mijn psychische klachten voor 100% afgekeurd. Ik ging een tijd van herstel in. Tijdens een tijd van gebed waar mensen gebeden hebben voor bevrijding, heeft God mij na 18 jaar van het blowen bevrijd. In 2004 leerde ik mijn huidige man kennen in een kerk. Beter dan in de kroeg zullen we maar zeggen. Op 07-07-07 zijn wij getrouwd.

Ik was door alles heen flink beschadigd en dat resulteerde in depressieve perioden. Dan lag ik dagen in bed en kwam er niets uit mijn handen. Ook had ik last van woedeaanvallen. In deze periode ging ik meedraaien met Celebrate Recovery. Ik leerde daar mijn verdriet te uiten in plaats van in woedeaanvallen uit te barsten. Ook ontdekte ik dat God blij met mij is en dat Hij mij heeft gewild. Door het jaar heen heb ik veel dingen kunnen verwerken en oude pijnen opgeruimd. Na dit CR-jaar lig ik niet meer van ellende op mijn bed.

Ook heeft God voorzien in een baan. Na 10 jaar uit het arbeidsproces te zijn geweest, werk ik nu anderhalve dag per week als secretaresse. Ik had nooit verwacht zo ver te kunnen komen. Door de vrijheid die ik nu ervaar is er hoop voor de toekomst geboren. Deze hoop wil ik delen met de mensen om mij heen. Bij God is niets onmogelijk!

Destijds was ik door de psychiater opgegeven. Hij gaf mij zelfs het advies te blijven blowen en het maar als medicijn te zien. Maar in ons laatste gesprek zei hij dat in God gaan geloven de beste keus is die ik ooit gemaakt heb! Hij zei ook dat ik vooral God vast moet blijven houden. Deze psychiater heeft zelfs op een congres van psychiaters mijn leven als voorbeeld gebruikt om te laten zien wat geloof met mensen kan doen. Zo gaat God verder. God verspilt geen wond. Openbaring 12:11 zegt: "En zij hebben hem (de satan) overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis". Mijn leven is een bewijs dat God bij machte is om mensen te veranderen. Ik raad iedereen die worstelt, op welk gebied dan ook, aan om een jaar te investeren in Celebrate Recovery.

Bij God is niets onmogelijk!

Hersteld van minderwaardigheidsgevoelens en afwijkend gedrag om geliefd te worden

Ik ben Rick, ik ben een christen die worstelt met de gevolgen van emotionele verwaarlozing, wat leidde tot wantrouwen en het doorlopend pleasen van mensen.

Ik kom uit een trots arbeidersgezin. In ons gezin werd vaak en heftig gediscussieerd aan de eettafel. Allerlei onderwerpen kwamen aan bod, bijvoorbeeld politiek. Ik heb zowel goede als slechte herinneringen aan deze discussies. De goede herinneringen bestaan uit het feit dat we met z'n allen om de eettafel zaten, met soep en brood. Het gaf me een gevoel van 'gezin-zijn'; wij horen bij elkaar.

De slechte herinneringen bestaan uit het feit dat je regelmatig met woorden kon worden afgemaakt, en in een hoek gezet kon worden. In mijn beleving is dit regelmatig bij mij gebeurd. Dit zorgde ervoor dat ik me afgewezen voelde, dat mijn mening er niet toe deed. Later zag ik in dat het best een onveilig gevoel heeft gegeven, en dat ik uit zelfbehoud of meepraatte, of boos werd of mijn mond hield. Er werd veel gediscussieerd, maar er werd niet gesproken over gevoelens.

Op de televisie in de huiskamer stond een foto. Een foto van een leuke jongen met krullen in een cowboy outfit. Dat was ik..... althans, dat dacht ik tot ver in mijn tienertijd.

Ik vond het erg leuk dat er een foto van mij, en niet van mijn zus en broers stond. Het maakte dat ik me speciaal voelde; ze moesten toch wel superveel van mij houden. Maar was dat wel zo? Langzaam maar zeker kwam ik erachter dat ik niet de persoon op die foto was. Maar wie dan wel? Als ik rechtstreeks aan mijn ouders vroeg wie die jongen op de foto was, kreeg ik geen antwoord. Na een gesprek met mijn zus werd duidelijk dat de jongen op de foto mijn broer Henri was. Hij overleed op 4-jarige leeftijd na een ongeluk met een veegauto.

Ik was boos en verdrietig; ik had een broer waar ik niets van wist. Mijn ouders weigerden er met mij over te praten, wat ik heel moeilijk vond. Ze hadden destijds het advies gekregen om maar snel weer kinderen te krijgen. Dat zou ervoor zorgen dat hun rouwperiode sneller voorbij zou zijn... en toen werd ik dus geboren. Ik was hun rouwverwerking.

Een jaar na mij werd er nog een zoon geboren. Mijn jonge broertje leek erg op mijn overleden broer. Hierdoor kwam hij erg in de belangstelling te staan; mijn ouders hadden hun verloren zoon weer terug. Langzaam verdween ik naar de achtergrond. In deze periode ging ik steeds meer geloven dat ik er niet mocht zijn, dat ik er niet toe deed. Het zorgde ervoor dat ik enorm mijn best ging doen om de liefde en erkenning van mijn ouders te verdienen.

In mijn tienertijd was het moeilijk om te bemerken dat mijn jongere broertje alles kon doen wat hij wilde zonder daarvoor berispt of gestraft te worden. In deze periode leerde ik vrienden kennen die christen waren en heb ik de keuze voor Jezus gemaakt. Ik werd hierdoor nog meer een buitenbeentje in ons gezin. Ik bleef worstelen met mijn minderwaardigheidsgedachten. Zelfs in de kerk was ik bezig liefde te verdienen.. ook die van God.

Om toch de liefde en erkenning te krijgen waar ik zo naar snakte, ging ik zelfs zover dat ik hetzelfde vak als mijn vader koos. Ik werd brood- en banketbakker. Ik was me niet bewust van de werkelijke reden van mijn keuze. Ik vond het best een mooi beroep, maar ik merkte al snel dat dit vak mij niet echt lag. Het werkte ook niet; ik kreeg er namelijk geen liefde en waardering voor terug.

In deze tijd liep ik mezelf steeds meer voorbij en begon ik me eenzaam te voelen. Ik trok mezelf steeds meer terug en gedachten van zelfmoord dienden zich aan. De gedachte "laat ik het nog 1x proberen" zorgde ervoor dat ik deze gedachten niet ten uitvoer bracht. Het was eigenlijk meer een schreeuw om aandacht.

Ik was op zoek naar vaderfiguren, mensen die me lief zouden hebben om wie ik was. Ik rende als een dolle hond door het leven en probeerde het iedereen naar de zin te maken. Daarvoor deed ik de gekste dingen, waaronder stelen. Met die diefstallen deed ik best goede dingen. Wat ik gestolen had gaf ik namelijk weer weg. Ik voelde me een soort Robin Hood en kocht daarmee vriendschappen.

Ik ontdekte ook dat alcohol me hielp om mijn eenzaamheid te verdringen en om losser te worden in mijn contacten. Ik kreeg vrienden en was populair. Maar de negatieve effecten zorgden ervoor dat ik uiteindelijk beschaamd alles opbiechtte aan vrienden en om hulp vroeg om er vanaf te komen. Met hun hulp ging ik aan de sapjes, en kon op een later moment weer af en toe genieten van een biertje.

Nadat ik erachter gekomen was dat het bakkersvak toch niet echt aan mij besteed was, ging ik in de zorg werken. Het was alsof ik hiervoor gemaakt was. Ik had het reuze naar mijn zin, want 'ze hadden me echt nodig, ik was waardevol.' Maar eigenlijk leefde ik nog steeds vanuit de leugen dat ik er niet echt toe deed.

Ik was goed in mijn werk, ook al zeg ik het zelf, en ik was populair bij collega's. Ik stond namelijk altijd voor ze klaar en zette me ervoor in om het hen naar de zin te maken. Ik was mezelf kwijt, wist niet meer wat ik wel of niet leuk vond. Tenslotte liep ik helemaal vast. Zo kon het niet verder.

In deze periode kwam ik oude vrienden tegen die me uitnodigden om mee te gaan naar de Rafaelgemeente. Toen ik daar binnenkwam voelde het alsof ik thuiskwam.

Er waren mensen die interesse hadden in mij! Ik kan me nog een reactie herinneren van iemand die zei: "Dus jij bent Rick, ik heb al zoveel over je gehoord.... Welkom." Het gaf mij het gevoel dat ik er mocht zijn met al mijn fouten en gebreken, een verademing... En het begin van een proces op weg naar herstel.

In de eenzaamheid door de jaren heen waren pornografie en zelfbevrediging een uitlaatklep geworden in mijn onsuccesvolle zoektocht naar liefde. Het was een neerwaartse spiraal en ik kon niet meer normaal naar vrouwen kijken. Ik had hierbij echt hulp nodig. Op een zondag heb ik al mijn moed verzameld en het aan iemand in de gemeente verteld. Ik dacht: "Nu gaat het gebeuren, ze zien me als een viezerd en sturen me weg." Maar in plaats daarvan kreeg ik liefde en begrip terug. Ik was erg bang om afgewezen te worden, maar het was juist een enorm genezend moment. Samen hebben we gebeden. Na het bidden wist ik en voelde ik dat ik bevrijd was.

Als ik vandaag de dag niet lekker in mijn vel zit, of spanningen ervaar, weet ik dat het bezoeken van foute websites op de loer ligt. Ik zorg er dan voor dat ik niet alleen ben en zoek vrienden op om erover te praten. Wat mij een periode lang erg goed geholpen heeft, en waar ik me veilig bij voelde, is een speciaal programma dat ik op mijn computer had geïnstalleerd. Dit programma mailde 1x per week alle dubieuze sites die ik bezocht had naar een vriend.

Tijdens het herstelproces begon ik langzaam te begrijpen en te geloven wie ik werkelijk was: een persoon van waarde.

Door mijn leugenachtige denkwijze over mezelf hielden relaties met vriendinnen nooit lang stand. Ik liet ze nooit te dichtbij komen. Totdat ik Tineke tegenkwam. Ik kon niet geloven dat zij van mij hield en dat ik zulke diepe gevoelens voor haar kon hebben. Het duurde overigens nog wel een hele tijd voordat ik klaar was om haar liefde te beantwoorden.

Een tekst uit de Bijbel die in deze tijd erg belangrijk voor me was, is: Zie, ik ga iets nieuws verrichten.....Heb je het nog niet gemerkt? (Jesaja 43:19)

Ik kon niet geloven dat God tegen mij persoonlijk sprak. Hij kwam dichtbij, zonder dat ik me afgewezen voelde.

De relatie met mijn ouders was in de loop der jaren niet zo veel veranderd. Toch had God wel iets in mijn hart bewerkt. Ik kon mijn ouders liefhebben zonder er iets voor terug te verwachten. Het was niet meer zo nodig dat ik hun aandacht en liefde verdiende.

Vijf jaar geleden moest mijn vader een hartoperatie ondergaan. Mijn ouders waren inmiddels 80-ers. Na de operatie ging het helemaal mis. Mijn vader overleefde de reanimatie, maar hij was verlamd vanaf zijn middel, kon niet meer praten, en was erg verward. Hij was daarna lange tijd niet aanspreekbaar.

Ik heb het uitgeschreeuwd naar God: waarom heeft mijn vader me nooit verteld dat hij van me houdt...?! Ik wil niet dat hij doodgaat voordat we met elkaar hebben gesproken. Het werd stil, en toen hoorde ik de stem van God. Er was geen veroordeling, maar een vraag in liefde gesteld: "Rick, heb jij weleens tegen je vader gezegd dat je van 'm houdt?"

Ik heb met deze vraag van God geworsteld, totdat ik besloot om het gewoon te gaan doen.

Na een aantal weken waarin mijn vader langzaam wat helderder werd, kwam ik zijn kamer binnen. Hij keek me recht aan. Het leek wel alsof hij me verwachtte. Ik ging recht voor hem zitten en zei: "Ik ben er trots op dat jij mijn vader bent, dat je goed voor me gezorgd hebt en dat ik goed terecht gekomen ben. Dankjewel daarvoor, en ik wil zeggen dat ik van je hou." Mijn vader keek me aan en zei: "Ik ben altijd je vader geweest, en natuurlijk hou ik ook van jou." De tranen liepen over zijn wangen en voor het eerst in mijn leven kreeg ik van hem een aai over mijn bol.

Na dit bijzondere moment heb ik een droom gehad waarin ik zag dat ik terugkeerde op de plek in het gezin, de plek waar ik thuis hoorde. Dit gebeurde ook in werkelijkheid; ik werd als broer geaccepteerd.

Mijn beide ouders overleden binnen 2 jaar tijd. Ik werd wees en dat voelde opnieuw erg eenzaam... Maar in die tijd gebeurde er iets moois. Ik was op een conferentie en God nodigde me uit om naar de samenkomstzaal te gaan; er was helemaal niemand en de muziek stond zachtjes aan. God nodigde me uit om te gaan liggen met mijn ogen dicht. Ik deed dat en stelde me voor dat ik in een weiland lag. Ik keek naar boven, zag de wolken voorbij trekken in allerlei vormen en hoorde een stem naast me: "Hé, dat lijkt wel een olifant." Het was Vader God die naast me lag. Op een gegeven moment zei God: "Het wordt tijd dat je je ouders loslaat, Ik weet dat je ze mist, maar ze zijn nu bij Mij." Vervolgens zei Hij: "Mag ik je Vader zijn? Ik hou zoveel van je." En hij begon te vertellen wie ik echt ben....dat ik volledig geliefd, volledig vergeven en volledig aanvaard ben, dat ik Rick ben, dat is wie ik ben en wie ik mag zijn. Ik zag mezelf als een kind lopen met naast me de Vader die mijn hand vasthield, samen op weg.

Het leven vanuit die waarheid maakt dat ik kan genieten van mijn omgeving, van anderen en van mezelf. Heb ik nooit meer problemen?

Nee, maar ik heb geleerd er anders mee om te gaan.

In het hele proces heeft Celebrate Recovery heeft een belangrijke rol gespeeld. Ik heb hier geleerd dat ik het niet alleen hoef te doen en open mag zijn over de fouten die maak. In de drie jaar dat ik bij CR ben, heb ik mogen leren om in verbondenheid met God en de ander te leven. Toegeven dat ik God nodig heb is voor mij een worsteling geweest. Maar ik ervaar steeds weer dat dit ruimte geeft. Ik mag zijn wie ik ben. Ik heb mede door CR ontdekt dat Gods liefde voor mij groter is dan mijn fouten.

Hersteld van schuldgevoelens, zelfveroordeling, seksverslaving en identiteitsproblemen

Graag wil ik iets delen over mijn herstelproces bij Celebrate Recovery. Ik ben een christen die verlost is van schuld, schaamte, zelfveroordeling, seksverslaving en identiteitsproblemen. Ook had ik heel veel verdriet in mij en droeg ik een diep geheim met me mee. Ik worstel nog steeds met het vinden van mijn plekje in het leven. Maar ik ben inmiddels wél deels hersteld van angst voor mensen, afwijzing en de gevolgen van afwijzing.

Op het moment dat ik deelnam aan CR had ik geen goed antwoord op het leven en ook geen doel meer om voor te leven. Mijn moeder was ruim 2 jaar daarvoor overleden. Ik zat met alle nasleep van de begrafenis. Ook had ik privéschulden en was ik in de schuldsanering beland. Alles wat ik tot nu toe in mijn leven had ondernomen leek mislukt. Ik maakte ook zelden iets af.

Ik ben in Amsterdam geboren uit een Indische moeder en een Pakistaanse vader. Mijn Arabische naam gaf me veel problemen. Ik had het gevoel dat ik altijd verantwoording moest afleggen over mijn afkomst. Ik kon nooit aansluiting vinden bij de cultuur van mijn ouders en had het gevoel dat ik nergens bij hoorde.

Ik groeide samen met mijn broer op in een gebroken gezin. Doordat mijn moeder een psychiatrische achtergrond had, kreeg ik te maken met allerlei hulpverlening en leefde ik in twee werelden. Thuis was ik al vroeg bezig met het huishouden en had ik veel zorgen om mijn moeder. Buitenshuis leefde ik me uit. Op school werd ik veel geslagen en kreeg ik vaak straf. Mijn schoolperiode werd een ramp en vanaf mijn 15de ging ik niet meer naar school.

Mijn vader heb ik eigenlijk nooit echt gekend, maar later in mijn leven wel een keer ontmoet. Hij vertelde me dat het eigenlijk niet de bedoeling was dat ik geboren zou worden. Ik was dus een foutje!!! Deze opmerking heeft mij zo diep geraakt, dat ik dat ook ging geloven. Dus alles wat ik in mijn leven deed was eigenlijk niet van betekenis. Ik was namelijk een foutje.. niet de bedoeling. Het ongewenst zijn werd mijn identiteit. Hierdoor werd mijn levenshouding bepaald. Ik kon anderen niet liefhebben en ook mezelf niet.

Om mijzelf toch een beetje goed te voelen, deed ik erg mijn best. Ik had al vroeg vriendjes en zocht later geborgenheid bij mannen om mij geliefd te voelen. Hierdoor raakte ik verstrikt in het uitgaansleven en raakte ik verslaafd aan seks, zelfbevrediging en porno. Ook nadat ik christen werd, heb ik deze levensstijl niet echt opgegeven. Ik had dus eigenlijk een verborgen leven naast mijn christenleven.

In al mijn relaties kwam ook veel geestelijk, emotioneel en lichamelijk geweld, alsmede intimidatie voor. En dat nam ik maar voor lief. 'Ik had het zeker verdiend', dacht ik.

Op mijn 23e werd ik moeder. Mijn lichaam was al getekend door alle mishandelingen die ik had ondergaan. Maar ik geloofde nog steeds dat ik zelf de oorzaak van dit alles was.

Toch was er iets veranderd, want ik had nu wel een doel om voor te leven: een kind verzorgen. Uiteindelijk heb ik 3 kinderen gekregen. Ik moest wel altijd door barrières heen om ervoor te kiezen mijn zwangerschappen te behouden. Ik wilde niet dat mijn kinderen later ook te horen zouden krijgen dat ze een foutje waren. De relatie met de vader van mijn kinderen was niet goed. Toch probeerde ik alles bij elkaar te houden voor de kinderen, voor de buitenwereld en voor de lieve vrede.

Ik gaf aan het begin van mijn verhaal al aan dat ik een zwaar geheim met me meedroeg. Tijdens onze relatie heb ik helaas 2 keer abortus laten plegen. Dat was een diep geheim dat ik met niemand durfde en wilde delen, maar het drukte zwaar op me.... Ik werd er ziek van. Ik raakte helemaal verward en wist ook dat ik dit nooit meer kon terugdraaien. Ik had besloten het maar te aanvaarden als iets waar ik mee moest leren leven. Ik had me voorgenomen dat ik het verdriet hierover beslist nooit met iemand anders zou delen.

Bij CR heb ik geleerd mijn nood te delen met mensen, mijn groepsgenoten. Eerst leerde ik het verdriet over bijvoorbeeld het gemis aan vaderlijke bescherming in mijn leven te delen. Vervolgens kon ik ook het gemis van mijn moeder, met wie ik samen zoveel heb gedaan, delen . Zo kwam ik op het punt om de verantwoordelijkheid te nemen voor de verkeerde daden in mijn leven.

Uiteindelijk deelde ik mijn innerlijke pijn over de abortussen met de groep. Ik schaamde me erg hiervoor, verborg mijn gezicht in mijn schoot en was een gebroken vrouw. Maar in plaats van een flinke uitbrander of een verbaal pak slaag ontving ik een grote golf van liefde en werd helemaal omarmd door deze vrouwen. Dat heeft mij zo ontzettend goed gedaan! Mijn herstel van schuld, schaamte en zelfveroordeling begon op gang te komen.

Ik kan mijzelf en de vader van mijn kinderen vergeven en mijn pijn over onze relatie en de verkeerde keuzes verwerken. Ik had een verkeerd beeld van God en ervaar nu dat ik een Vader in de hemel heb. Hij verwelkomde mij op de dag dat ik geboren werd en houdt net zoveel van mij als van Zijn zoon Jezus. Ik heb een nieuwe identiteit in Christus gevonden, met behulp van CR.

Tijdens een lange dag van gebed voor bevrijding en genezing heb ik uiteindelijk het herstel echt volledig ontvangen. Ik mag weten dat mijn andere kindjes bij God in de hemel zijn en dat ik ze dan weer zal zien.

Mijn tranen zijn veilig bij Hem. Ik ben nu van deze grote schuld verlost en vrijgekocht door het bloed van Jezus. Ik ben vrijgekomen uit mijn gevangenis van dood en schuld, en van de seksuele onreinheid die mijn leven beheerste. Mijn rouw en verdriet veranderden in lof en dankzegging en ik ontving grote blijdschap over mijn leven.

Dit maakt dat ik vreugde in mijn leven mag hebben om wie ik ben voor God mijn Vader. Als het even niet gaat, kan ik met vrijmoedigheid naar Hem toe gaan voor hulp in dit leven.

Door het CR-programma ben ik aardig op weg om mijn plekje in dit leven in te nemen. Ik leer nog elke dag mijn gevoelens over moeilijke zaken te delen met de liefhebbende zusters van CR. Het geheim zit bij mij in het bewust verbonden blijven met Jezus en omgang met mededeelgenoten in Christus. Het samen belijden en bidden voor elkaar brengt genezing.

Ik heb Echte Liefde ontdekt en durf dankzij de lessen en mensen van CR mijn leven weer op te pakken en verder te groeien. Ik leer nu Zijn waarheid te geloven en toe te passen in plaats van de leugen waarin ik zo lang geloofd heb. Als je in mijn verhaal iets herkent wil ik je aanmoedigen om je ook op te geven voor deelname aan CR. Je hoeft niet in je problemen te blijven zitten. Het was voor mij de meest waardevolle tijd van mijn leven tot nu toe!! Sta op, vraag hulp en ga richting Jezus en ontvang van Hem genezing en grote blijdschap over jouw leven.

Zij schouwen naar Hem en stralen van vreugde, en hun aangezicht zal niet schaamrood worden. - Psalm 34:6 (NBG)

Hersteld van continue onzekerheid, achterdocht en woedeaanvallen

Hallo, mijn naam is Carel. Ik ben 56 jaar oud.

Eind 2007 kwam ik in een moeilijke periode terecht. Ik had het gevoel dat bepaalde mensen me in een situatie hadden gemanoeuvreerd waarin ik gevoelsmatig niets meer goed kon doen. Dat knaagde aan me en toen mijn dochter daar een keer, slechts terloops, een vraag over stelde, brak mijn trots en zelfvertrouwen. Al mijn onzekerheden moesten er uit.

Een zuster uit de gemeente luisterde geduldig en raadde me toen aan eens een keer met iemand van het pastoraat te gaan praten. Eerder dat jaar waren Heleen (mijn vrouw) en ik naar een huwelijksverrijkingsweekend geweest. Daar had een vrouw, Henny genaamd, ons verteld dat zij speciaal voor ons had gebeden en dat zij zich een beetje als onze coach beschouwde. Ik besloot dat als ik Henny tegen zou komen, ik er dan met haar over zou praten. Toeval (of toch niet?): de volgende dag liep ik bijna letterlijk tegen haar aan.

Ze vroeg me hoe het met me ging. In plaats van te antwoorden "Goed", wat ik eigenlijk altijd als reactie gaf, vertelde ik dat het niet goed met me ging en dat ik graag met haar wilde praten. Ze was daar graag toe bereid en we maakten een afspraak. We hebben toen een heel goed en diepgaand gesprek gehad over mijn situatie.

Mijn probleem was nog steeds dat ik niet goed om kon gaan met de situaties waar ik in de loop der jaren mee te maken had gekregen. Ik was continu op zoek naar erkenning en werd heel snel onzeker als die erkenning niet snel genoeg gegeven werd.

Daar bovenop had ik last van onverklaarbare agressieaanvallen. Die hadden vaak geen aanwijsbare oorzaak en als die er wél was, dan was mijn boosheid ver buiten proporties. Daarbij kwam dat ik door het gemis aan erkenning heel erg achterdochtig en wantrouwend was geworden. We hebben samen voor mij gebeden. Dat deed me goed. Henny raadde me sterk aan om het Celebrate Recovery-programma te gaan volgen.

Ik moest daar even over nadenken, want het betekende dat ik een jaar lang alle woensdagavonden bezet zou zijn. En het past niet bij mij om het maar half te doen. Ik zag het als een verplichting om dan ook echt alle woensdagen aanwezig te zijn. In overleg met Heleen heb ik besloten het toch te doen en de huiskring, die ook altijd op woensdagavond bij elkaar komt, voor die periode af te zeggen.

Op de eerste avond van CR werden er goede afspraken gemaakt, die de vertrouwelijkheid van hetgeen gedeeld werd moesten waarborgen. In eerste instantie leek me dat wat overdreven, maar al snel werd me duidelijk dat je je alleen maar veilig kunt voelen als je juist dat stukje onzekerheid hebt kunnen wegnemen.

Ook binnen onze groep kon je daardoor juist die veiligheid goed voelen. In Peter en Johan hadden we ook twee geweldige groepscoaches. Natuurlijk kwam ook mijn probleem volop aan de orde. We leerden vooral dat we niet moesten proberen onze problemen zelf op te lossen, maar juist God de ruimte te geven om Zijn werk in ons te doen.

Dat was heel erg moeilijk voor mij. Ik kreeg een video met de titel "U bent geliefd", met daarop drie preken van Henri Nouwen. Ik heb die preken een aantal keren bekeken.

Telkens moest ik huilen, omdat het zo herkenbaar was wat hij zei. "Je bent een kind van God" en daarmee ben je BELANGRIJK en GELIEFD. Al het andere is bijna bijzaak. Begin juni ging Heleen naar het buitenland en dat was een zware week voor mij. Zo'n beetje alles wat mis kon gaan, ging ook mis.

De zon scheen minder vrolijk, het eten smaakte niet zoals het zou moeten, op het werk lukte het maar niet en ga zo maar door. Kortom.... ik miste Heleen heel erg.

Die dinsdagavond was ik bezig met het huiswerk voor de volgende CR-bijeenkomst: een zoektocht naar het ontstaan van je probleem. Na 45 minuten ben ik opgehouden. Ja, ik had het begin van mijn probleem gevonden. Maar dat onder ogen zien was dermate frustrerend en het deed me zoveel pijn, dat ik wilde stoppen met CR.

Wat ik getypt had stuurde ik door naar mijn groepscoach met de mededeling dat ik niet verder zou gaan. Na een innerlijke worsteling ben toch wel gegaan, omdat ik gewoonweg niet wilde afhaken.

Achteraf heb ik toen ervaren dat dat Gods Geest was die in mij werkte.

Woensdag vertelde Peter me, bijna glunderend, dat ik precies dáár was gekomen waar ik moest zijn. Dat deed me gigantisch goed. Hij zei me dat oude wonden eerst opnieuw geopend moesten worden voordat ze echt konden genezen. Opnieuw kwam het advies het mét God te doen in plaats van het zelf op te willen lossen.

De week daarna zouden Heleen en ik direct na haar terugkomst uit Amerika op vakantie gaan. Ik was al twintig jaar gewend om een strandvakantie te hebben, waarin weinig tot geen activiteiten werden ontplooid. Heleen wilde dit jaar een heel andere vakantie en ik zou dat verzorgen. Hoe wist ik niet. Donderdagnacht lag ik lekker met God te praten. Dat wil zeggen, ik legde uit dat alles aan het misgaan was en dat ik Zijn hulp en ondersteuning nodig had.

Ergens in dat gebed heb ik toen om hulp gevraagd. Ik zei: "Heer, U weet dat ik geen verstand heb van het organiseren van een vakantie, maar wilt u mij helpen om Heleen een heerlijke vakantie te bezorgen? Als U daar dan toch mee bezig bent, Heer, kunt U mij er dan ook een beetje van laten genieten?"

En zoals in de Bijbel staat: als je iets in de naam van Jezus vraagt en je gelooft dat je het krijgt, gebeurt dat ook. We hebben een weergaloze vakantie gehad. We zijn bijna iedere dag door Karintië heen getrokken en iedere dag genoten we van de omgeving en van elkaar.

Op een dag liepen we in de bergen en opeens viel het kwartje. Deze schoonheid en deze natuur heeft God ook voor mij gemaakt. Niet omdat ik er ook maar iets voor had gedaan, maar gewoon omdat ik zijn kind was. Op dat moment werd me heel erg duidelijk hoe het voelde dat Hij naast me liep. Ik ben een kind van God, en de rest is bijzaak. Alle gebrek aan erkenning van mijn familie was niet belangrijk. Gód erkent mij, mijn bestaan. Ik mag er zijn. Ik bén waardevol, ik bén geliefd. Vanaf dat moment ben ik op een andere manier gaan bidden. Ik dank voor alle zegeningen die me gegeven worden. Als ik nu iets vraag , doe ik dat in de verwachting dat ik zal ontvangen.

We hoorden een week of zes na afloop van onze vakantie dat het vakantiegevoel bij de gemiddelde Nederlander na ongeveer 5 dagen al helemaal weg is. Ik had het na zes weken nog steeds! Ook nu nog krijg ik het warm als ik er aan denk.

In oktober ben ik naar Malawi geweest met 25 gemeenteleden in samenwerking met World Servants. Waar ik van anderen gehoord had dat zij naast het doel van het bouwen van een schoolgebouw ook een of ander hoger doel hadden, moest ik passen. Ik dacht gewoon: "Heer, hier ben ik. Ik heb een paar goede handen, een gezond verstand, maakt U er maar gebruik van." In het vliegtuig bekroop me de gedachte dat als ik geen plannen had, God die misschien wél had. Misschien moest ik wel iets leren. Ik besloot me gewoon open te stellen en de dingen op me af te laten komen.

We hadden als leidraad deze reis de brief van Jacobus en daarin staat "beoordeel mensen niet op hun uiterlijk en hun rijkdom". Met andere woorden: laat je vooroordelen varen. Ik was hier dus echt om te leren. Op Schiphol stonden we aan het begin van de reis met 26 mensen. Van 24 mensen heb ik mijn mening moeten bijstellen. De 25ste is mijn schoonzoon, die ken ik wel een klein beetje.

Andersom kreeg ik volop waar ik niet meer naar op zoek was: ERKENNING.

Ook zag ik dat we met onze westerse manier van 'kerk zijn' niet altijd goed bezig zijn. Ik heb in Malawi mensen gezien die bijna niets hebben. Het gevoel dat juist die mensen uitstralen in een dienst deed mij de koude rillingen over de rug lopen. Als wij naar de dienst gaan nemen we letterlijk of figuurlijk onze zaak, onze hypotheek, onze auto en alle andere materiële zaken mee. Zij niet. Zij hebben wel het geloof in Jezus dat ze meenemen. Malawi was voor mij een openbaring en een keerpunt op bepaalde punten.

Ik bid nu graag hardop en ik heb geen schroom meer om dat te doen. Ik ben dankbaar voor alles wat ik mag ontvangen van God. En daardoor ben ik in staat de dingen die ik voor de Heer mag doen met heel veel enthousiasme te doen. Kortom, ik ben als een heel rijk man teruggekomen uit Afrika.

Ben ik er nu? Nee. Is dit jaar zonder problemen verlopen? Nee. Ben ik nog wel eens zonder reden boos? Heel soms, maar ik kan nu direct in gebed gaan en God vragen me te helpen. Als ik toch een keer boos ben, kan ik het nu beter reguleren. En het suddert niet meer zo lang na. Maar vooral ben ik heel dankbaar voor alle zegeningen die ik elke dag mag ontvangen.

CR is voor mij geen revalidatie geweest. Ik heb het ook niet ervaren als een cursus. CR is voor mij de mogelijkheid geweest om mijn problemen, die ik vanaf mijn jeugd had meegezeuld, aan te pakken. Het was een zware rugzak, die soms bijna niet te tillen was. Mijn leven was al jarenlang een vicieuze cirkel. Nu kan ik ervaren hoe het leven is zonder die zware rugzak. De rugzak is er nog wel maar God draagt hem voor me. Als je in een situatie bent waarin je je niet happy kunt voelen, maar waarvan je ook niet weet hoe je eruit zou moeten komen, raad ik je van harte aan het CR-traject in te gaan. Het zal niet altijd makkelijk zijn. God belooft je ook geen rustige reis, maar wel een behouden thuiskomst. CR is het hulpmiddel geweest dat God gebruikt heeft om mijn leven te vernieuwen.

Voor mij geldt het volgende. Het is een enorme investering geweest. Ik heb namelijk mezélf moeten inzetten. Meer had ik niet. Het kost veel tijd. Voor de rest vallen de kosten wel mee: € 100,00 voor wat materialen en een paar gezamenlijke maaltijden.

De opbrengst is iets waar je de rest van je leven profijt van zult hebben. Het leidt naar een nieuwe manier van leven, naar een nieuwe manier om naar jouw probleem te kijken. Het probleem beheerst jouw leven niet meer, maar Jezus Christus. En Jezus Christus beheerst jouw probleem!

Carel

Hersteld van angsten en problemen met alcohol

Mijn naam is Kenny. Ik ben een christen die is hersteld van angsten en problemen met alcohol.

Niet lang na mijn achtste verjaardag werd mijn moeder ziek. Ze werd lange tijd in het ziekenhuis opgenomen. De ziekte begon met borstkanker, maar breidde zich uit naar botkanker, waaraan ze uiteindelijk overleed. Ik herinner me dat ik geen tijd had om afscheid van haar te nemen. Tot de dag van vandaag kan ik me het geluid van haar stem niet herinneren.

Mijn vader hertrouwde. Hoewel mijn nieuwe familie haar best deed om een harmonieus gezin te vormen, hadden mijn stiefzuster en ik vaak ruzie. We dachten er niet aan wat voor een druk dat legde op het huwelijk van onze ouders. Zoals het wel vaker met kinderen gaat, dachten we alleen aan onszelf.

We gingen mee naar de kerk van mijn stiefmoeder. Dat was voor mij en mijn vader voor het eerst. Ik leerde over de Bijbel en ik proefde ook voor het eerst wijn tijdens het Avondmaal. In die tijd nam ik de kerk niet serieus en had ik zeker geen relatie met God.

Al vanaf het begin van mijn middelbare schooltijd dronk ik elke dag alcohol. Nadat ik mijn diploma behaald had, trouwde ik met mijn schoolliefde. Maar ik bleef doorgaan met dagelijks te drinken. Vier jaar later scheidden we.

Niet lang daarna overleed mijn vader aan kanker. Ik kon de dingen die ik in mijn rebelse jaren had misdaan niet meer in orde maken. Voordat mijn vader overleed had ik nog wel tegen hem gezegd dat ik van hem hield. Kort daarna ontmoette ik een jonge vrouw aan het strand. Na vijf maanden verkering trouwden we. Toen Tanya en ik getrouwd waren, ging ik bij de luchtmacht werken en werd ik overgeplaatst naar Spanje.

Toen we in Spanje waren, kreeg Tanya een miskraam. Ze moest worden geopereerd. Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik er niet voor haar was om haar te steunen. Ik kon in die tijd niet goed omgaan met problemen. Ik hield me stil en negeerde problemen in de hoop dat ze vanzelf over zouden gaan.

Twee jaar later gingen wij weer terug naar eigen land en werd onze zoon geboren. We veranderden van locatie, vrienden en situatie, maar ik veranderde niet. Ik leefde alsof God niet bestond. Ik leefde mijn leven alsof ik alles in de hand had. Maar opeens veranderde dat en werden mij dingen overduidelijk. Op een morgen werd ik wakker op de keukenvloer van ons appartement. Ik kwam tot de ontdekking dat ik alleen was; Tanya had me verlaten.

Toen de mist in mijn hoofd was opgetrokken herinnerde ik me dat ik de avond ervoor weer had gedronken en haar had geslagen. Op dat moment, toen ik in mijn eentje op de vloer in de keuken zat, realiseerde ik me zachtjes aan dat ik een drankprobleem had. Ik was niet in staat om mijn drang om te drinken onder controle te krijgen.

Gelukkig kwam Tanya bij mij terug. We verhuisden verschillende keren, maar toch, niets hielp. Hoe vaak we ook verhuisden of probeerden om opnieuw te beginnen, ik viel steeds terug in mijn oude patronen en gewoonten. Zoals in 2 Petrus 2:22 staat: Hun is overkomen wat een oud spreekwoord zegt: Een hond die teruggekeerd is naar zijn uitbraaksel, of een gewassen zeug naar de modderpoel. Dat was ik. Ik viel terug in mijn oude gewoonten. Ik had nog niet het besef dat ik de hulp van God nodig had. Mijn problemen achtervolgden mij, waar ik ook heen ging.

Na weer een verhuizing leek het alsof er eindelijk een keer kwam in onze situatie. Enkele buren nodigden ons uit om mee te gaan naar de kerk. De voorganger van die kerk legde mij de Bijbel uit en door hem kwam ik tot geloof. Ik nam Jezus Christus aan als mijn Heer en Redder. Eindelijk hoorde ik bij God. Ik ben overgegaan van een vijand van God naar een kind van God. Ik begon te leren dat ik als kind van God niet de omstandigheden moest veranderen, maar dat ik mij in vertrouwen kan overgeven aan de leiding van Jezus Christus om zo op een goede manier op situaties te reageren.

Tanya werd benaderd om met Celebrate Recovery te beginnen in onze kerk. In het programma leer je dat God geen moeilijkheid in je leven onbenut laat. Vanwege de moeilijkheden die mijn vrouw had meegemaakt, was zij goed voorbereid om deze taak op zich te nemen.

Toen werden we opnieuw wakker geschud. Twee dagen voordat we met het programma zouden beginnen verloor ik mijn baan en dus mijn carrièremogelijkheden. Ik kon niet begrijpen waarom God ons door zo'n moeilijke situatie liet gaan. Zowel Tanya als de mannen in mijn groep waren zeer met me begaan. Ze hielpen mij in te zien dat ik de hele situatie nog niet volledig in de handen van Jezus Christus had gelegd, zodat Hij ervoor zorg zou dragen.

In deze periode dat ik mijn baan kwijt was, kwam ik op één lijn met God. Het werd me duidelijk dat zware perioden een weg kunnen zijn van vrede. Ik moest inzien dat God gehoorzaamheid van ieder van ons vraagt. Ik weet dat alleen Jezus die verandering van houding in ons mogelijk maakt. In situaties waarin ik machteloos stond, en op de momenten dat ik me beroerd voelde, veranderde Hij mijn perspectief.

Ik ben nu in staat om iets terug te geven door te dienen. Ik ben nu in staat mij uit te strekken naar anderen, om te laten zien dat ze niet alleen zijn, dat er ook voor hen hoop is. Ik ben niet langer een vijand van God. Nee, ik zoek anderen op en ik kan nu vertrouwen op Gods kracht. Ik had nooit gedacht dat ik God zou kunnen dienen zoals ik vandaag doe. Maar God wist het al lang voordat ik Hem kende.